Opinie | Verjaardagen

Toen oma in juni was overleden deed opa zijn best om de nieuwe situatie aan te kunnen. Toch lukte dat niet helemaal. Oma hield verjaardagen bij. Ze stuurde dan een kaartje of belde op. Alleen opa vergat meteen de verjaardagen, drie achter elkaar. We maakten ons zorgen. Heel voorzichtig probeerde ik het met hem te bespreken: „Maar opa, u heeft toch een prachtige verjaardagskalender aan de binnenkant van de wc-deur hangen?” Zijn antwoord was duidelijk: „Ja maar jongen, sinds mijn stoma kijk ik nooit meer die kant op.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | ‘Hoe doe je dat, alléén leven?’

Nooit eerder heb ik alléén gewoond. Pas sinds mijn vrouw in het verpleeghuis moest worden opgenomen, is dat het geval. Het geldt voor ons beiden: vanaf onze vroegste jeugd hebben wij met anderen onder één dak geleefd. Eerst in het gezin waarin we opgroeiden, daarna in het gezin dat we zelf stichtten.

Nu leven we apart, ik alleen, zij samen met andere mensen die ze daarvoor niet kende. Hoe dat bevalt? Ik kan niet voor haar spreken, maar zelf moet ik nog erg wennen. Alleen wakker worden, alleen de kat voeren, alleen ontbijten, alleen de krant lezen, alleen de dag indelen, alleen mensen spreken, alleen lunchen, alleen de boodschappen doen, alleen naar de film, alleen tv kijken, alleen warm eten, alleen het afval opruimen, alleen naar bed. Alleen wakker worden is het moeilijkst. De dag ligt braak voor je, als een uitgebloeide tuin die opgeknapt moet worden.

De laatste keer dat we samen wakker werden, wist ik dat het de laatste keer was, mijn vrouw mocht niets weten. Het voelt nog steeds als verraad.

Nee, ik ben niet van plan mezelf te beklagen. Ik zou niet durven. Ik heb het bij het CBS nagekeken: in Nederland woont 19 procent van de inwoners alleen, zo’n 3 miljoen alleenstaanden. Daar hoor ik nu ook bij. So what? Ik ken trouwens een aantal van die 3 miljoen mensen. Nooit heb ik ze gevraagd: „Hoe doe je dat, alléén leven? Voel je je vaak moederziel alleen?” Dat vraag ik tegenwoordig wél. Natuurlijk, een aantal van hen heeft vaste relaties, maar er zijn er ook genoeg die geen partner hebben. Het antwoord dat je van veel alleenstaanden krijgt: „Ik houd van de rust en de vrijheid. Aan niemand verantwoording verschuldigd. Alleen doen en laten wat jezelf leuk vindt. Je zult het zelf ondervinden.”

Ik ben benieuwd. Eerst maar eens doorgaan met wennen. Dus in mijn eentje naar die crematie van een goede vriend van ons. Mijn vrouw kon niet mee, de reis erheen zou te lang en te vermoeiend worden. De betreurde dode was de echtgenoot van een van haar beste en nog levende vriendinnen geweest. Ik moest dus iemand vervangen die onvervangbaar was: mijn vrouw. Daarna weer in mijn eentje terug – een plaatsvervanger die nu zijn plaats kende. Een andere vriendin bracht me naar het treinstation. Zij leeft al jaren alleen en straalt een vitaliteit en zelfstandigheid uit die mij bijna beschaamd maakten.

De volgende dag liep ik langs een koffiezaak in Amsterdam. Mijn oog viel op een klein schilderij dat binnen hing, maar vanaf de stoep goed zichtbaar was. Het was in weinig lijnen een sober, indringend portret van een vrouw met rood haar die met bijna geloken ogen omlaag keek. Ze had iets droefgeestigs. Het bleek een kleurpotloodtekening te zijn, onderdeel van een expositie met vaak nogal sombere vrouwenportretten, gemaakt door Chantal Spit. Passende titel van de tentoonstelling: Solitude.

Ik ging naar binnen en kocht zonder enige aarzeling deze tekening, ook al paste die misschien meer bij mijn stemming dan goed voor me was. Mijn vrouw zou kritisch gevraagd hebben: „We hebben er nauwelijks meer plek voor, waar wil je dit hangen?”

Als alleenstaande hoef ik zulke vragen niet meer te vrezen. Misschien wen ik wel sneller aan mijn nieuwe status dan ik verwacht had. Misschien.


Column | Niet met zijn stompje boven andermans hoofd maaien

Een vriendin zei, toen ik vertelde dat mijn moeder slecht wende in het verzorgingshuis en vaak erg verdrietig was, dat zij daar niet over diende te klagen: ‘Brace yourself’ riep ze modern. Tuurlijk. Je kunt het daar nog heel leuk hebben.

Vroeger werd van dementerende bejaarden gezegd dat ze ‘kinds’ werden. Dat beschouwen we nu terecht als een gebrek aan respect, ook al zie je soms best kinderlijke trekken in de dementerende boven komen. Maar je ziet ook met regelmaat inzicht in de eigen uitzichtloze situatie. Vaak zijn er ook nog steeds goede momenten, soms vrolijke, soms innige. En als je van de dementerende houdt, ben je blij als die blij is en verdrietig als die verdrietig is, al kun je steeds minder delen. Spiegelen kan nog altijd wel.

Van twee kanten, dat is waarom geriater Huub Buijssen in zijn boek Het hart wordt niet dement naasten aanraadt om opgewekt te zijn, niet mee te gaan in woede, om onredelijkheid en verwijten over je kant te laten gaan, vrolijk te zijn, dingen weg te lachen. Dan valt er nog heel aardig om te gaan met wie niet meer is wie die was.

Bas van Putten schreef over de ontzetting die hem bevangt als hij zijn vader ziet in het verzorgingshuis: „De dood van zijn ik voor het fysieke sterven uit. Zijn lijf is een lijkkist.” De naaste lijdt aan rouw bij leven, die weggedrukt wordt, soms, in het zorgen. Anders dan bij een kind zijn er geen hoop en verwachting, alleen maar neergang.

Van Putten verzet zich tegen de alom heersende neiging om van alles een strijd te maken met een positieve uitkomst, al dat dappere gedoe, al die vreugde die er nog maar steeds beleefd schijnt te worden, alsof er niet ook, vooral, veel verdriet is. En dat is er natuurlijk. Ook. Hij vraagt zich af of we weigeren onze machteloosheid tegenover het leven onder ogen te zien.

De mensen die ik ken die van dichtbij te maken hebben met iemand die dementeert, zijn geen van allen op het hysterische af positief. De lege huls is een schrikbarend idee, maar wat daarvóór zit is niet per se makkelijker, noch voor de dementerende, noch voor de nabijen. Dat het soms zwaar is weet iedereen, waar Van Putten zich zorgen over maakt, is de volgens hem algemeen heersende weigering om de rouw te erkennen, de neiging die te vervangen door de valse schijn van maakbaarheid, de illusie dat het allemaal een kwestie is van persoonlijke instelling.

Ik denk vaak aan een gedicht van de Poolse dichter Zbigniew Herbert, dat begint met de bewering dat alle pogingen ‘tot verwijdering/ van de zogenaamde kelk des lijdens’ gefaald hebben. Wat er dan overblijft, schrijft hij, is zich schikken: ‘zonder valse schaamte/maar ook zonder onnodige hoogmoed’. Herbert zoekt naar een evenwicht – ‘niet met zijn stompje/ boven andermans hoofd (…) maaien’ – en wil uit het lijden iets maken waar men enigszins mee kan leven, waaraan men misschien wel ‘een flauwe glimlach’ weet te ontlokken.

Dat is iets heel anders dan de verplichte opgewektheid of de ontkenning van het lijden waar Van Putten zich tegen verzet.

Ik begrijp zijn verzet wel. Het leven is niet zo maakbaar. Al die quasi-opgewektheid is ook onvermogen om troost te bieden, en misschien zelfs ook wel weggeduwde angst voor wat ons zelf te wachten staat. Maar ik voel in mijn omgeving geen plicht tot blij beweren dat het allemaal ook heel leuk en inspirerend is. Er is vooral veel machteloze liefde, die hand in hand gaat met machteloos verdriet. Dat wel.


Opinie | Serveerster

Ter gelegenheid van de verjaardag van mijn echtgenote aten wij in een gezellig restaurant in Rotterdam. Uitstekende gerechten en een meer dan vriendelijke bediening. Echter, als gevolg van personeelsgebrek was de bediening blarentrekkend traag. Op een gegeven moment zei ik tegen een serveerster dat er weinig schot in de keuken zat, waarop zij antwoordde: „Dat klopt meneer, maar sinds kort hebben we wel een Ier.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Wild paard

Wanneer we ’s morgens uit bed komen betrappen we onze negenjarige zoon er regelmatig op dat hij in de spelletjeshoek van de woonkamer spelregels van de verschillende bordspellen zit te lezen. Dat de uitzondering de (spel-)regel bevestigt, blijkt na een tijdje, wanneer hij met zijn vriendje een potje schaak speelt. Als het vriendje hem erop wijst dat zijn paard wel een erg gekke sprong maakt, zegt hij: „Ja, maar je hebt twee paarden: één gewoon paard en één wild paard.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Fietsen Pietje!

Zal er bij de politie een hardcore Ajax-fan zitten? Iemand die denkt: laten we zondag nog maar even staken want dat FC Utrecht is op dit moment nog veel te sterk voor de Amsterdammers. Dan kunnen ze nog even doortrainen en heeft die beroepstwijfelaar Francesco Farioli, die voorlopig de noodcoach in de ArenA is, wat extra tijd om eindelijk de goede opstelling in elkaar te puzzelen. Ondertussen gaan de supporters zondagmiddag protesteren op het Leidseplein.

Ik hoop dat ze het een beetje zachtjes doen want in de Stadsschouwburg zijn ze nog in diepe rouw na het vertrek van de artistieke Messias Ivo van Hove bij de plaatselijke toneelvereniging ITA. Ik las een interview met de directeur van dit clubje en begrijp dat ze tegenwoordig repeteren met een chef d’acteur, die voor de toneelspelers als aanspreekpunt fungeert en die ervoor zorgt dat het allemaal veilig en inclusief verloopt.

We hebben het hier over volwassen mensen die een toneelstukje instuderen. Daar moet dus een soort coach bij. Anders redden ze het niet. Ik hoop dat deze gek een fluorescerend hesje draagt. Dan kunnen ze hem in het donker herkennen als er iets te mekkeren valt. Wie zal deze chef d’acteur zijn? Arnold Karskens? Bert Huisjes? Als voormalig theaterdeskundige heb ik nog wel een geheel andere vraag: hoe repeteer je inclusief? Mag ik hier keihard om lachen? Terwijl dat natuurlijk niet de bedoeling is. Dit is namelijk kunst met een immens grote K. De K van koekenbakkers.

Over toneelspelen gesproken: ook zo genoten van Donald Trump die als ‘winnaar’ van het eerste debat geen tweede gesprek met Kamala Harris wil? En van Memphis Depay, die door het dolle is omdat hij bij het Helmond Sport van Brazilië mag gaan voetballen? Hoop wel dat hij zijn haarband blijft dragen.

En bent u ook zo godvergeten blij dat Katja Schuurman terugkeert in GTST? Zo jammer dat het nieuws uitgelekt is. Nu worden we als natie niet sensationeel verrast in januari.

En hoopt u ook dat Kylian Mbappé alsnog 55 miljoen van zijn oude Parijse club krijgt? De goede man heeft ook een gezinnetje en die mondjes moeten gevoed. Maar het meest ontroerd raakte ik door de techmiljardair die afgelopen dagen in de ruimte zweefde. Wat heerlijk voor die meneer. Je zal aan het komende kerstdiner naast hem zitten en naar zijn gelul in de ruimte moeten luisteren.

En ik ben superblij met de 13.000 bijna bedorven apenpokkenvaccins die wij aan Afrika gaan schenken. Ze zijn nog uit de tijd van mevrouw Borst. We schijnen ook nog wat troebel schuimende spuiten uit de tijd van De Quay en Colijn die kant uit te willen sturen.

Donderdagavond zag ik onze minister Agema op mijn televisie, die ik daarna meteen voor reparatie heb weggebracht omdat hij de kleur schaamrood niet meer weergeeft. Zonder blikken of blozen zat onze Purmerendse te kwaken over de vaccinaties die wereldwijd nodig zijn en welke druppel wij op deze gloeiende plaat laten sissen.

Daarna ging het er over hoe erg het voor collegaatje Caroline is dat we minder kippen en varkens gaan martelen. Dus niet over de verlossing van deze in het donker gemartelde dieren, maar over het gezichtsverlies van deze integere BBB-politica, die beloofd heeft terug te treden als Kamerlid. Gaan we haar missen?

En dan hebben we natuurlijk nog die arme Pieter Omtzigt, die op zijn fatbike eenzaam tussen de Twentse weilanden crosst. Dat moet van zijn inmiddels vaste burn-outcoach, die hem een grote boerenzakdoek voor zijn tranen heeft meegegeven. We zagen de patiënt al een tijdje openlijk stamelen in de Haagse wandelgangen, maar nu is hij vertrokken.

Of hij nog terugkomt? Ik vrees dat hij, als hij onze regering nog een keer op een rijtje zet en inzoomt op het open en vooral humane gezicht van mevrouw Faber, de eer aan zichzelf houdt. Kortom: lekker fietsen Pietje, maar wel je paspoort mee. Want er komt grenscontrole bij jou in de buurt. Voor je het weet, kom je er nooit meer in.


Opinie | Briefje

Zes jaar geleden vond mijn vader een briefje op de deurmat. „We houden alles in de gaten”, stond er in slordige letters op geschreven. Vreemd, dacht hij. Maar hij negeerde het. Een week later lag er weer een briefje: „We weten wat je hebt gedaan.” Nerveus vroeg hij zich af: „Wat had hij gedaan?” Nog een week later, een derde briefje: „Dit is je laatste waarschuwing!” Hij kon het niet meer aan, hij stormde naar buiten en botste recht op onze bejaarde buurvrouw. „Goed dat ik je zie!”, zei ze met een grote glimlach. „Je zet je vuilnis op de verkeerde dag buiten.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Legendarisch Trump-momentje

Het is gebeurd met Trump. Kamala Harris wordt de nieuwe president van Amerika. Of ik gek ben geworden? Nee, nog niet, ik noem het liever optimistisch. Daar is alle reden voor.

Harris bleef Trump in hun debat op alle fronten de baas, behalve als leugenaar – daarin is Trump nu eenmaal onoverwinnelijk. Verder overtrof Harris hem in alles: ze was waardiger, welsprekender en wijzer – de drie w’s die nodig zijn om zo’n debat met overmacht te winnen. Trump bleef achter als een verzuurde grijsaard, ondergedompeld in het vat van zijn wrok en vreemdelingenhaat.

Onheilspellend moet het voor Trump zijn om te merken dat ook een aantal van zijn medestanders zich na het debat kritisch toonde over zijn inbreng. Ze mompelden wat excuses of zwegen beduusd. Zelfs Geert Wilders onthield zich op X van commentaar op de verrichtingen van zijn geestverwant, misschien ook omdat hij het te druk had met zijn aarzelingen hoe te reageren op de aftocht van Pieter Omtzigt kort voor Prinsjesdag. Zijn geliefde etiket: „Knettergek”? Of toch maar het veiliger: „Alle begrip”? In de fractiekamer van de PVV hebben ze samen nog heel wat afgelachen toen hij knipogend voor het laatste koos.

Wilders zal wel instemmend geknikt hebben toen Trump hun beider vriend Viktor Orbán „een van de meest gerespecteerde mannen” ter wereld noemde. Als Trump zich ooit liet kennen als een onverbeterlijke autocraat was het met die uitspraak. Diep in zijn bevroren hart moet hij meer bewondering hebben voor types als Poetin, Orbán en Maduro dan al die in zijn ogen zwakkelingen die in de westerse democratieën aan de macht zijn.

Een ander onthutsend, nu al legendarisch, Trump-momentje was zijn uitval naar de Haïtiaanse immigranten in de stad Springfield in Ohio. Die zouden de honden en katten van de plaatselijke bevolking oppeuzelen. De ABC-presentator hield hem een ontzenuwing door een stadsbestuurder voor, waarna Trump zijn bron noemde: „People on television say my dog was eaten by the people that were there.

Zo’n zware beschuldiging zo licht onderbouwen – dat durft alleen iemand die naar ongecontroleerde macht streeft.

Achter deze uitspraak blijkt een hetze tegen de Haïtiaanse immigranten in Springfield schuil te gaan. In 2023 is de 11-jarige Aiden Clark als inzittende van een bus per ongeluk gedood door een minibusje, bestuurd door een Haïtiaanse immigrant. Het ongeluk was koren op de xenofobe molen van extreem-rechts.

Enkele uren vóór het debat las Aiden Clarks vader, bijgestaan door zijn vrouw, een verklaring voor waarin hij politici als Trump en diens running mate Vance opriep op te houden met het misbruiken van de naam van zijn zoon voor eigen politiek gewin. Vader Clark: „Zij kunnen al hun haat kotsen over illegale immigranten, de grenscrisis en zelfs onware beweringen doen over pluizige huisdieren die opgegeten worden door gemeenschapsleden. Maar het is hun niet toegestaan, nooit zelfs, om Aiden Clark uit Springfield Ohio te noemen. Ik zal alleen nog naar hen luisteren om hun excuses te horen. (…) Please stop the hate.

Kamala Harris zei, in iets andere bewoordingen, hetzelfde, terwijl ze deed wat je met politici als Trump nog het best kunt doen: uitlachen.


Opinie | Diamant

Terwijl de leerlingen in mijn les Frans verrassend hard aan het werk zijn, steekt een jongen ineens zijn hand op: „Is de steen in die ring om uw vinger een echte diamant?” Ik vraag hem wat hij zelf denkt. Ik zie hem even nadenken, tot hij uitroept: „Ahh, natuurlijk niet. U bent leraar, dat kunt u helemaal niet betalen!”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Schoffies

Ik loop op een doordeweekse dag op straat in het centrum van Rotterdam en hoor daar vier schoffies met elkaar praten. De grootste tegen een van zijn klasgenoten: „Ik moet om één uur op school zijn, ga je met me mee of blijf je hier met hun?” Waarop een andere vriend laconiek opmerkt: „Ik zou maar meegaan, want het is ‘met hen’.”

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]