Column | Interammer Renaatje

Nederland op zijn graaist. Heerlijk om een schijtlaars van de NOS te horen uitleggen dat het schofterige salaris van interim-directeur Renate Eringa van dit noodlijdende omroepclubje bijna 29.000 euro per maand bedraagt. Ik gok dat daar ook nog een auto met chauffeur bij komt. Plus een vorstelijke onkostenvergoeding natuurlijk. Of dat interimmen in haar geval van korte duur is? Renaatje zit daar de komende drie jaar gebakken.

De NOS verdedigt zich met mistig geneuzel over de Wet Normering Topinkomens, die mij ook niet bedacht lijkt door een roedel toeslagouders. Daar is op de Amsterdamse Zuidas tegen een vorstelijk uurtarief hard aan gewerkt.

Vraagje: moet een directeur, die een publieke omroep in zwaar weer bestuurt, niet een fel kloppend hart voor de zaak hebben? Dus dat ze er alles aan doet om ervoor te zorgen dat het bedrijf zo snel mogelijk weer gezond wordt? Daarom moet ze op de kosten letten. En op de salarissen. Alle salarissen. Dan kan je toch niet zelf met een ordinair bedrag van bijna dertig ruggen per maand gaan lopen patsen? Dan ben je toch een emotioneel zwakzinnige die volstrekt niet geschikt is voor dit baantje?

Toen ik de naam Eringa las, dacht ik: zal zij de zus van die rare Pier zijn? Pier was voorzitter van de RvC van Ajax in de tijd dat de krankzinnige data-Duitser Sven Mislintat meer dan 120 miljoen uit de clubkas liet verdampen en de Amsterdammers zelfs kortstondig op de achttiende plek in de Eredivisie stonden. Malle Piertje had daarop moeten toezien. En in moeten grijpen. Maar hij keurde elke transfer goed. Als een zeven miljoen kostende eenbenige speler uit het vierde elftal van het Hamburgse Sankt Pauli met een rolstoel de Johan Cruijff Arena werd binnengeduwd, stond Eringa te juichen omdat de man volgens hem enorm veel kopkracht had.

En nou komt het: Pier is niet de broer van Renate, maar haar man. Deze twee wonen in één huis. Zal Pier onder het genot van een heerlijke witte Bourgogne nog wel eens tegen Renaatje een potje pochen over zijn successen bij Ajax? En zet zij daar dan haar heerlijke omroepsalaris tegenover? Misschien vertelt ze dan ook dat ze in een eerder baantje bij de Publieke Omroep met succes heeft ingegrepen in de beloningen van de presentatoren.

Nee, de Eringaatjes lijkt me een heerlijk koppel dat op het komende kampioensfeest van Ajax zeker van de partij zal zijn. Polonaise in de skybox.

Ach het is maar dom geld en ik vrees dat dit stel in bepaalde kringen als handige slimmeriken wordt gezien. Maar het zou leuk zijn als de NOS ballen toont en uit solidariteit met het gewone personeel onze Renaatje naar de uitgang begeleidt. Wedden dat dat niet gebeurt?

Maar laten we het over echt leed hebben: de zelfgekozen dood van die arme Virginia Giuffre, die door pooier Epstein en hoerenmadam Maxwell lange tijd gratis werd uitgeleend aan keurige heren met veel geld en hoog aanzien. Er doolden nogal wat respectabele helden door de bordelen van dit tweetal. Clinton, Trump, die zielige Britse zweetprins Andrew, maar ook Stephen Hawking werd genoemd. Hoewel ik denk dat deze laatste zelf misbruikt werd.

Zal een van deze hoerenlopers de moed hebben om een bloemetje naar het afscheid van Virginia te sturen? Of kiezen ze met z’n allen voor een stemmige krans met een lekker laf anoniem lint?

Tot slot een persoonlijk compliment van mij voor onze minister Faber: wat ontzettend goed Marjolein dat jij geregeld hebt dat een stelletje kansloze asielzoekers niet op onze kosten een paar uurtjes naar de Efteling gaat. Waarom zou je kinderen zonder toekomst een pleziertje gunnen? Echt geweldig. Trots op je!

Maar toch iets anders: ik ben bereid om die kosten van dat goedbedoelde asielzoekersuitje op me te nemen. En wie weet doet de Efteling wel grootmoedig mee. En als ik geld tekort kom? Dan bel ik gewoon Renate Eringa.

Misschien laat ze haar chauffeur de bus sturen. Op kosten van de NOS uiteraard.


Opinie | Natuurlijk

Vandaag is het de eerste zaterdag van mei en dat betekent maar één ding: Internationale Naakt Tuinieren Dag. En een feestdag moet gevierd worden. De zon voelt aangenaam op mijn huid. De aarde voelt warm en klam. Dit is de geur van het leven. Zo actief ben ik zelden op zaterdag. Komkommerzaadjes verdwijnen vlot in de grond. In mijn gulle bui krijgen alle aardbeienplantjes een ruimer potje. Zonder sokken wurmt de aarde zich tussen mijn tenen.

Dit is de dag waarop de natuur dichterbij komt — en ook de buren.

Gelukkig heb ik geen tuin.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Oorlog

Het was hongerwinter. Mijn grootmoeder had clandestien boter en melk gekocht en fietste na ingang van de avondklok nog door het Kralingse Bos toen ze door een jonge Duitse soldaat gesnapt werd. Bekaf, verkleumd en gespannen van de tocht werd het haar te veel. Ze schoot uit haar slof en schold de soldaat de huid vol, waarop de soldaat brak en in tranen uitbarstte. Mijn grootmoeder kreeg het met hem te doen en sloeg troostend een arm om hem heen. En zo stonden ze daar, samen huilend over een oorlog die geen van beiden wilde. Na een tijdje vervolgde ieder zwijgzaam zijn eigen weg.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Oorlog

Het was hongerwinter. Mijn grootmoeder had clandestien boter en melk gekocht en fietste na ingang van de avondklok nog door het Kralingse Bos toen ze door een jonge Duitse soldaat gesnapt werd. Bekaf, verkleumd en gespannen van de tocht werd het haar te veel. Ze schoot uit haar slof en schold de soldaat de huid vol, waarop de soldaat brak en in tranen uitbarstte. Mijn grootmoeder kreeg het met hem te doen en sloeg troostend een arm om hem heen . En zo stonden ze daar, samen huilend over een oorlog die geen van beide wilde. Na een tijdje vervolgde ieder zwijgzaam zijn eigen weg.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Slapen bij Ajax

Soms krijg ik de vraag waarom ik zo weinig meer over Ajax schrijf. Ik was toch Ajax-fan? Nee, corrigeer ik dan haastig, ik was Ajax-volger, en dat ben ik nog wel, maar minder toegewijd dan vroeger. Om de eenvoudige reden dat Ajax al enkele seizoenen niet goed genoeg voetbalt.

Over het vorige seizoen kunnen we kort zijn. Dat was een voetbalramp, veroorzaakt door een Duitse nietsnut die, ongehinderd door de leiding, de club voor meer dan 100 miljoen euro benadeelde door minstens tien waardeloze spelers aan te kopen. Ajax kwam daardoor zelfs even in de degradatiezone terecht.

Dit seizoen lijkt het elftal op te krabbelen, er ligt zelfs weer een kampioenschap in het verschiet. Toch lukt het mij niet om daarover enig enthousiasme te voelen. Ik durf het nauwelijks te bekennen, maar het is me dit seizoen al enkele malen overkomen dat ik tijdens een Ajax-wedstrijd voor de tv in slaap viel – nota bene al in de eerste helft. Dat ligt aan je leeftijd, zullen boze Ajax-fans nu roepen, maar kan ik het helpen dat Ajax zulk slaapverwekkend voetbal speelt?

Ik verwijt de Italiaanse trainer Francesco Farioli niets. Hij had geen andere keus. Om met het voorradige, middelmatige spelersmateriaal de eerste plaats te bereiken, moest hij zijn toevlucht nemen tot saai, risicoloos spel met de nadruk op de defensie. Dit Ajax voetbalt niet, het houdt tegen. Het initiatief wordt aan de tegenstander gelaten – en als die wél risico’s neemt, slaat Ajax toe als een soldaat vanuit zijn hinderlaag.

De achterban heeft nu nog begrip voor de strategie van Farioli, maar Ajax kan zich niet nóg zo’n seizoen met stomvervelend voetbal permitteren. Er zal meer pure klasse in het elftal moeten komen, maar wie betaalt de broodnodige opvolgers van vaak falende spelers als Brobbey en Traoré?

Met een voorsprong van negen punten op het verslappende PSV dachten de Ajax-spelers weer wat overmoediger te kunnen worden. Ze lieten hun verdedigende stijl enigszins varen – tegen de zin van Farioli? – en probeerden dominanter te spelen, op de helft van de tegenstander. Het werd prompt afgestraft, eerst door FC Utrecht, later ook door Sparta. Nu moet een ongetwijfeld zenuwachtig geworden elftal in de laatste drie wedstrijden het kampioenschap alsnog zien te redden.

Het zal Ajax met enig hangen en wurgen wel lukken, maar ik zal er niet om rouwen als PSV toch nog kampioen wordt. Het heeft het beste elftal, speelt een positief soort voetbal, maar ging dit seizoen in de fout door gemakzucht in de spelersgroep én door een langdurige blessure van zijn beste speler, Malik Tillman.

Straks mogen Ajax en PSV het Nederlandse voetbal weer op het hoogste niveau – de Champions League – vertegenwoordigen. Helaas, de kloof met het buitenlandse voetbal is een ravijn geworden. Ik zag deze week de halve finales van de Champions League, Arsenal-Paris Saint-Germain en FC Barcelona-Internazionale. Schitterende wedstrijden met gedurfd, aanvallend spel en weergaloze jonge buitenspelers, zoals Désiré Doué en, vooral, Lamine Yamal – we zagen de geboorte van een nieuwe Messi.

Ik kreeg geen kans om in slaap te vallen, maar één ding werd pijnlijk duidelijk: nooit meer zal een Nederlandse club de Champions League winnen. Waarom niet? Vraag dat maar aan de macht van het kapitaal.


Column | Afruimen

De NAVO-top in het World Forum werpt zijn schaduw vooruit. Laatste bericht: er mogen op 24 en 25 juni geen vliegtuigen boven Den Haag en omgeving vliegen. Eerder werd al bekend dat al onze agenten, alle veertigduizend, de regio afgrendelen, dat ons legertje dan paraat is, dat er geen of minder treinen rijden, dat er geen scheepvaart meer op de Noordzee is, dat helicoptervluchten dan zijn verboden, dat vliegveld Lelystad geheel en Schiphol gedeeltelijk is gesloten en dat er minimaal zeven voorstellingen van Soldaat van Oranje worden geschrapt.

Ik maak me geen zorgen om de regeringsleiders, maar begin te vrezen voor de rest van het land dat zonder ambtenaren zit. Wat kan onze regering nog meer doen? Scholen dicht, ambulances niet meer laten uitrukken, iedereen een verplichte vrije dag, terug naar de coronatijd: geen samenscholingen. Alle burgers verplicht binnen laten blijven, huisarrest en dan bij overtredingen wel keihard ingrijpen. Blokkeer alle straten in Den Haag, sluit de stranden de horeca, televisiezenders op zwart. Stop alle overbodige democratische uitingen: er is een NAVO-top om de democratie te beschermen.

Wiens idee was dit? Waarom is dit bij ons? Juist nu er vanwege onze regering niemand meer naar ons luistert. Nooit eerder waren we zo klein en machteloos. Het eerlijkste zou zijn om de boel maar af te blazen. Eerlijk zijn en zeggen dat we het ons al over de schoenen klotst, dat we deze klus er eigenlijk niet bij kunnen hebben. De laatste verjaardag die mijn moeder groots vierde stond vooral in het teken van het wel willen, maar niet meer kunnen organiseren. Achteraf zeiden alle betrokkenen dat ze samen wel een herinnering hadden gemaakt, maar ook dat het niet per se een mooie was.

Dit wordt onze lakmoesproef. De druk is hoog. Aan alles voel je: als we er niet in slagen om deze top probleemloos te laten verlopen zijn we ook niet in staat om oorlog te voeren. Ik stel bij deze voor om even geen stukjes te schrijven, de krant mag in grote delen van het land toch niet bezorgd worden. Misschien een overbodige tip voor het kabinet Schoof: als je het stroomnet en het internet zelf ontmantelt, hebben cyberaanvallen van de Russen geen zin. Heeft Minister Faber al voorgesteld om verdachte buitenlanders vanwege de gelegenheid het land uit te zetten?

Achteraf zal niemand zich herinneren wat er is besloten, als er al wat besloten wordt. Nee, de nabeschouwingen zullen gaan over het organiseren zelf. Over de enorme logistieke operatie. We aten zelf niet mee, maar mochten wel de tafel dekken en afruimen. Zo’n land zijn we geworden.

Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.


Opinie | Vrij mens

Onlangs was ik in een Zuid-Frans toeristenstadje en ik wou een bezienswaardigheid even buiten de stad bezoeken. Een dame in het plaatselijke VVV-kantoor raadde me een route met de auto aan.

„Ik heb geen auto”, zei ik.

„Hoeft ook niet”, antwoordde ze, „u kunt ook te voet. Met de navigatie op uw mobiel…” „Ik heb geen mobiel”, onderbrak ik haar.

Verbijsterd keek ze me aan. „Geen auto, geen mobiel… Maar dan bent u een vrij mens”, stamelde ze. Zo voel ik me ook.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Opinie | Stiltecoupé

De telefoon van een van mijn stiltecoupégenoten gaat luid af. Hij staat op de speaker. Een mannenstem zegt: „Oké, daar komt het.” Door de coupé schalt een 06-nummer, langzaam opgesomd, per twee cijfers. De vrouw herhaalt telkens de cijfers en op het einde vraagt ze het nummer nog eens te herhalen. Nogmaals schalt het door de coupé. Als ze wil ophangen, drukt de man haar op het hart: „Dit nummer is alleen voor jou, hè, en voor niemand anders!” „Ja, dat weet ik”, zegt ze, en hangt op.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Column | Beladen boek

In een uitgebreid interview blikte Christien Brinkgreve onlangs in de Volkskrant terug op haar veelbesproken boek Beladen huis over haar huwelijk met Arend Jan Heerma van Voss. Dertigduizend exemplaren zijn ervan verkocht, ze had zelf op niet meer dan drieduizend gerekend, vertelde ze interviewer Sara Berkeljon.

Mij verbaasde het succes niet helemaal omdat ik vooral bij lezeressen merkte dat ze een zenuw had geraakt met haar beschrijving van een huwelijk waarin de vrouw zich ondergeschikt maakt aan de man. En dat nota bene in een als progressief bekendstaand milieu waarin media (de VPRO) en universiteit een hoofdrol speelden.

Tegelijk werd duidelijk dat het boek de nodige weerstand zou oproepen. Nadat ik er in februari een lovende column over had geschreven, kreeg ik meteen kritische opmerkingen en vragen van lezers. Een vrouw die haar echtgenoot na zijn dood zó ontluistert – kon dat wel? Was dat netjes tegenover iemand die zich niet meer kon verdedigen? Kon ze dat verantwoorden tegenover haar kinderen?

Deze lezers hadden het boek als een afrekening opgevat. Zo had ik het niet gelezen, ik zag het meer als een uiting van introspectie: waarom had ze niet ingegrepen toen ze merkte dat haar huwelijk uit balans raakte? Om dat te doorgronden, kon ze een beschrijving van haar gemengde gevoelens voor haar man niet vermijden: liefde die aangetast werd door de verbittering van een man die zich uitgerangeerd voelde. „Het gaat over allerlei vormen van onvermogen die heel weinig met klasse te maken hebben”, zegt Brinkgreve in de Volkskrant. „Ik vind het zelf vooral een verdrietig boek. Ik vind het eerder tragisch dan hoopvol.”

Waarom moest daarvoor de openbaarheid van een boek worden gezocht, vroegen sommige lezers. Kennelijk verwijten enkele van de kinderen haar dat ook. „Twee vinden het niet leuk”, zegt ze in het interview, „maar begrijpen hoe belangrijk het voor mij is en kunnen ermee leven. Bij de andere twee ligt het moeilijker.”

Ook in een schrijversgezin – Brinkgreve in haar tweede huwelijk met haar man en hun twee schrijvende zoons – kan openbaarheid een gevoelige kwestie zijn. Ik herinner me het ongemak dat in het gezin van de Amerikaanse schrijver John Cheever (1912-1982) ontstond over de autobiografische inslag van zijn werk. Dochter Susan, evenals haar broer Ben schrijver, schreef erover in haar memoir Treetops. Ze constateert met haar twee broers dat hun vader zijn vrouwelijke hoofdpersonen in zijn boeken steeds weer baseerde op het gedrag van hun moeder in zijn moeizame huwelijk.

„Er is absoluut geen excuus voor wat hij met ma deed”, zegt broer Fred, advocaat. „Hij deed het met opzet. Wraakzucht was een van zijn karaktertrekken die hij in zijn werk toonde.” Hij begrijpt niet waarom zijn moeder bij zijn vader bleef – zie de parallel met Beladen Huis. „Maar zijn verhalen zijn geweldig, maakt dat geen verschil?”, werpt Susan tegen. „Kunst is geen vrijbrief”, reageert Fred. Broer Ben is het met hem eens.

Ik weet nog dat ik een boze lezer adviseerde: „Lees Beladen huis vooral ook als een literaire prestatie.” Kennelijk sta ik meer aan de kant van Susan dan aan die van haar broers, ook omdat ik bij Brinkgreve niet zozeer wraakzucht proef als wel gefrustreerde liefde.


Claus roert graag in alles wat rot is, ook in Creil

Als het er ooit was, was het Kreilerwoud een door mysteriën omgeven moerasbos tussen West- en Midden-Friesland, genoemd naar het Friese woord voor wilgentenen. Later werd het weggespoeld door de Zuiderzee en nu is het herrezen in het polderplaatsje Creil, juist boven Urk. Geen wilgentenen, maar groeien wil het bij de landelijk gelegen minibibliotheek van Creil. Klimop omkadert het boekenkastje en heeft bovendien de aanval geopend op de fraaie mozaïekbank ernaast. Kleine vliegjes zitten op het glas, alsof ze turend twijfelen over wat ze nu ter pootje zullen nemen. Hoe God verdween uit Jorwerd? Het grote verlangen?

Of Onvoltooid verleden, de laatste roman (1998) van Hugo Claus, de net-niet-Nobelprijswinnaar die in 2008 overleed op zijn 78ste; hij wilde de aftakeling waarmee Alzheimer hem bedreigde, niet tot het einde toe meemaken. In die wetenschap valt een zinnetje in het begin op, waarin een ex-commissaris zijn kwaaltjes opsomt: „Wacht maar tot je mijn jaren bereikt hebt. Reuma. Vergeetachtigheid. Ik die zo trots was op mijn geheugen. Elk detail van elk dossier.”

Het dossier dat voorligt in Onvoltooid verleden is dat van Noël, een man die als kind bij een tandemongeluk – schuld van zijn moeder, zegt hij – op zijn hoofd is gevallen en sindsdien moeite heeft om mee te komen. Hij werkt in het magazijn van een kantoorboekhandel, waar men hem Broer noemt. Voor de Clauslezers: hij is de broer van René Catrijsse, de deserteur uit De geruchten (1996).

„Het was in de tijd dat men een dertienjarig meisje aan de kust en twee meisjes van veertien in de streek van Haspengouw vermiste. September.” We zitten dus midden in de diepe crisis waarin België belandde door de affaire-Dutroux. Echt iets voor Claus, de man die met wellust roerde in alles wat er rot was. („Als België niet al bestond, had Hugo Claus het uitgevonden”, schreef Hans Goedkoop in zijn recensie.)

De verdwenen meisjes komen van de achtergrond meteen naar de voorgrond als Broer foto’s onder ogen krijgt die erop wijzen dat een van zijn collega’s iets van doen heeft met de vermissing. Wat we lezen is het verhoor van Broer door de ex-commissaris, wat de indruk wekt dat er toch iets is misgegaan in de afwikkeling van die kwestie, ondanks de sfeer van goedmoedig onvermogen die de kennismaking met Broer overheerst.

Het vaart en het vernuft waarmee Claus een en ander in de verf zet, zijn verbluffend. Broers reactie op de verdwijning van de meisjes weerspiegelt het trauma van een heel land. Daarbij hoort de vergissing dat de misdaad van de ander zeer dichtbij is én de geleidelijk bij hem post vattende opvatting dat die gruwelijke misdaden niet uit het niets kunnen zijn ontstaan, maar dat er een plan achter moet zitten. Zo wordt een op het oog brave man aangeraakt door complotdenken en kun je je voorstellen dat het toch op de een of andere manier mis zal gaan met Broer.

Dat is – uiteraard – buiten Claus gerekend die in de loop van het verhaal tal van dwaalsporen heeft uitgezet en die het kwaad op steeds andere plaatsen laat ontbotten en woekeren, met een spanningsopbouw die maakt dat je Onvoltooid verleden in een vloek en een zucht (een messteek en een ademtocht) uitleest. Het is een fraai slotakkoord, ook, van een schrijver die nog een keer, met een hand in de broekzak, laat zien hoe je dat aanpakt, een romannetje schrijven – ook als de tijd je op de hielen zit.

Wilt u het besproken exemplaar van Onvoltooid verleden hebben? Mail [email protected]; het boek wordt onder inzenders verloot, de winnaar krijgt bericht.