Hooggerechtshof beoordeelt Trumps decreet over massaontslagen als legaal

De Amerikaanse president Donald Trump mag in principe doorgaan met zijn beleid van massaontslagen bij de overheid. Een federale rechter blokkeerde eerder een decreet van Trump, maar het Hooggerechtshof oordeelde dinsdag dat dit decreet binnen zijn macht als president ligt.

Een lagere rechter bepaalde in mei dat Trump als president niet de bevoegdheid heeft de massaontslagen per decreet door te voeren, maar dat hij daarvoor toestemming van het congres nodig heeft. Daarmee waren massaontslagen bij meer dan twintig overheidsdiensten ongeldig. Het hooggerechtshof vindt dat Trumps decreet wel degelijk binnen de wet valt.

Het Hooggerechtshof bestaat voor zes van de negen leden uit conservatieve rechters, waarvan er liefst drie door Donald Trump benoemd werden tijdens zijn eerste termijn. Overigens verzet maar één van de negen hoge rechters zich tegen het besluit, de liberale Ketanji Brown Jackson. Zij sprak van „overduidelijk enthousiasme van dit hof om groen licht te geven voor de juridisch twijfelachtige acties van deze president”.

Het Witte Huis spreekt van een „definitieve overwinning voor de president”, melden persbureaus. Volgens twee anonieme bronnen van persbureau Reuters binnen het Witte Huis betekent het oordeel van het hof niet dat ontslagen onmiddellijk doorgang kunnen vinden. Het hof heeft zich enkel uitgesproken over de legaliteit van Trumps decreet, maar specifieke voorstellen voor massaontslagen kunnen nog altijd sneuvelen op andere gronden. Bijvoorbeeld door wetgeving die de baanzekerheid van ambtenaren beschermt.

Demonstranten in Washington, D.C. in maart.

Foto: Kent Nishimura / Reuters

We zouden toch overgaan op waterstof?

Waterstof zou de heilige graal van de energietransitie zijn, vertelden we vijf jaar geleden in deze podcast. Industrieredacteur Milo van Bokkum ging naar de Maasvlakte om te zien wat er van die torenhoge ambities over is.

Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].

Gast:
Milo van Bokkum
Presentatie:
Bram Endedijk
Redactie:
Ilse Eshuis
Montage:
Michiel van Poelgeest
Eindredactie:
Tessa Colen
Coördinatie:
Belle Braakhekke
Productie:
Andrea Huntjens
Foto:
Robin Utrecht


Zeker 160 vermisten na overstromingen in Texas

In Texas worden nog ruim 160 mensen vermist, enkele dagen nadat de Amerikaanse staat werd getroffen door plotselinge overstromingen na zware regenval. Van nog eens honderd mensen is zeker dat ze om het leven zijn gekomen. Dat schrijft persbureau AP op basis van uitspraken van Greg Abbott, de gouverneur van Texas.

Dat het aantal vermisten drie keer hoger ligt dan autoriteiten eerder meldden, heeft te maken met een noodlijn die is opgezet en waar families vermiste mensen kunnen doorgeven.

De laatst bekende verblijfplaats van het merendeel deze vermisten was in Kerr County, waar de Guadalupe-rivier binnen luttele minuten buiten haar oevers trad. Aan deze rivier lag ook Camp Mystic, het zomerkamp waar tientallen meisjes en hun begeleiders om het leven kwamen. Het water van de Guadelupe-rivier zou daar in minder dan een uur tijd met acht meter gestegen zijn, waardoor mensen die aan de oevers kampeerden volledig verrast werden.

Naar vijf meisjes en één begeleider wordt nog altijd gezocht. Puin, omgevallen bomen en rotsblokken bemoeilijken de berging van lichamen. Reddingsteams en vrijwilligers proberen nog altijd met boten, helikopters en paarden het getroffen gebied te bereiken. Vrijdag zal ook de Amerikaanse president Donald Trump het gebied bezoeken.


Opinie | Roeping

In de entree van de kathedraal van Troyes viel mijn oog op een bordje met de volgende mededeling: „Het is mogelijk dat u bij het betreden van deze kathedraal geroepen wordt door God. Het is echter niet waarschijnlijk dat Hij contact met u zal zoeken per telefoon. Dus, bedankt voor het uitzetten van uw mobiele telefoon.” Ik deed wat er gevraagd werd. En ineens klonk de stilte als antwoord.

Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]


Jarenlange celstraffen voor Tunesische oppositie bij massaproces

De rechtbank van Tunesië heeft dinsdag gevangenisstraffen van 12 tot 35 jaar opgelegd aan prominente politici, meldt persbureau Reuters. 21 mensen werden in het massaproces vervolgd wegens vermeende samenzwering tegen de staat.

Tien van de oppositieleden, onder wie Rachid Ghannouchi, zitten al in de gevangenis. Elf anderen zijn naar het buitenland gevlucht. De 84-jarige oppositieleider Rachid Ghannouchi kreeg veertien jaar cel. Nadia Akacha, de voormalige stafchef van president Kais Saied, werd veroordeeld tot 35 jaar cel. Ze verblijft al enige tijd in het buitenland.

De veroordeelden zijn voornamelijk tegenstanders van president Saied. Mensenrechtenorganisaties zien de straffen als een bevestiging dat Saied steeds autoritairder optreedt en dat hij het rechtssysteem gebruikt om zijn tegenstanders de mond te snoeren. Al jaren trekt hij steeds meer macht naar zich toe.

In de zomer van 2021 ontsloeg Saied de regering en schorste hij het parlement. Hij gaf zichzelf allerlei bevoegdheden en regeert sindsdien per decreet. Later ontsloeg hij tientallen rechters die hem niet goed genoeg gezind waren. De oppositie sprak van een coup, maar Saied spreekt zelf van maatregelen die nodig zijn om corruptie te bestrijden.

Vrijwel alle oppositieleiders van Tunesië zitten inmiddels vast. Ook veel journalisten en critici zijn opgepakt.

Lees ook

‘Met deze grondwet houdt de president Tunesiërs voor de gek’

Rached Ghannouchi, hoofd en mede-oprichter  van de islamitische partij Ennahdha.


‘Superman’-regisseur James Gunn: ‘Deze Superman is niet mal, maar wel grappig’

James Gunn kan zich wel iets voorstellen bij mijn constatering dat zijn nieuwe Superman, David Corenswet, een Tom Hanks-vibe heeft. Maar hij steigert als ik hem ‘goofy’ (mal) noem. „Ik ontken dat Superman mal is. We verdiepen ons serieus in zijn persoonlijkheid. Wel is de film grappig, bevat hij humor.”

Voor regisseur James Gunn (58), die we via Zoom vragen mogen stellen over Superman, staat veel op het spel. De zomerblockbuster, die hij zelf schreef en regisseerde, moet de toon zetten voor een nieuwe lichting superheldenfilms van stripboekenbedrijf DC Studios, waarvan hij sinds kort mede-directeur is.

Gunn begon zijn loopbaan bij de campy horrorstudio Troma, maakte daarna voor studio Marvel een drietal speelse hitfilms rond het galactische superheldenteam Guardians of the Galaxy en werd in 2018 tijdelijk door moederbedrijf Disney gecanceld nadat oude, grappig bedoelde tweets over de Holocaust en pedofilie opdoken. Toen Disney hem weer in genade aannam – de cast van Guardians of the Galaxy wilde zonder hem geen derde film maken – was James Gunn al half overgestapt naar Marvels rivaal DC, thuishaven van Superman, Batman en Wonder Woman.

Regisseur James Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort.

Wagneriaans

Nu probeert hij dus Superman nieuw leven in te blazen. Maar is het wel zo’n geschikt moment? Het bioscooppubliek lijkt klaar met superhelden, alleen films die ze op de hak nemen scoren nog. Gunn gaat dan ook wijselijk voor humor, heel anders dan zijn voorganger Zack Snyder, onder wie DC in statig Wagneriaans gebral verviel. Snyders Superman (Henry Cavill) was in Man of Steel (2012) een onbegrepen emo die in een vervolgfilm stierf na een broederstrijd met zuurpruim Batman om weer een film later messiaans uit zijn graf te herrijzen. Met die van Christopher Nolan afgekeken gravitas hoopte DC zich te onderscheiden van de luchtige aanpak van rivaal Marvel.

Die eenzame Superman was wel erg ver verwijderd van de zonnige alien Kar-El van planeet Krypton die als baby in Smallville, Kansas landt en op een boerderij tot een solide Amerikaan wordt opgevoed die als reporter Clark Kent zijn superkrachten inzet om levens te redden. De Superman van de stripboekjes is sinds 1938 al goedhartig, optimistisch en ongecompliceerd, en zo speelde acteur Christopher Reeve hem vanaf 1976 ook in een viertal iconische superheldenfilms.

Bij James Gunn hervindt Superman zijn onschuld. „In David Corenswet zocht en vond ik een acteur met veel komisch talent”, zegt hij. „Hij kan snelle dialogen leveren in de trant van David Mamet, Aaron Sorkin of oude films als His Girl Friday waaraan ik een voorbeeld nam. Met Christopher Reeve’s Superman deelt mijn versie een zekere speelsheid. Hij zit goed in zijn vel en vindt het heerlijk om een kitten uit de boom te redden en aan een klein meisje terug te geven.

„Het grote verschil met Reeve zit ’m volgens mij in Lois Lane [de liefde van Superman, red]. Zij is nu veel agressiever… of nee, laat ik zeggen: assertiever. Lois jaagt enorm vasthoudend op de waarheid en brengt Superman daarmee vaak in de verdediging. Reeve was dat nooit omdat zijn Lois Lane meer ingetogen was.”

Zo drijft ze Superman in de hoek als ze hem in een ‘proefinterview’ ondervraagt over zijn waarden en drijfveren. Superman staat dan met zijn mond vol tanden: hij is aandoenlijk naïef, bepaald geen denker. Gunn: „Wij willen allemaal wel Superman zijn: vliegen, wolkenkrabbers optillen en laserstralen uit onze ogen schieten. Maar hij wil niets liever zijn dan een mens die liefheeft en geliefd is. Superman wil erbij horen.”

James Gunn gebruikt in zijn verfilming veel humor.

Krypton

Gunn veronderstelt Supermans ‘origin story’ als bekend en valt met de deur in huis, met een Superman die bloedend neerstort. Dat beeld van een bloedende Superman triggerde hem, zegt Gunn. „Dat is vrij uniek, je beseft dan dat er echt iets op het spel staat.” Het lost ook een oud probleem van Superman deels op: zijn oppermacht en onkwetsbaarheid ondergraven de spanning. Daar helpt ook zijn vaste achilleshiel bij, het groene goedje kryptoniet dat ook Gunn op zeker moment tevoorschijn tovert.

Waarom zo’n abrupt begin, middenin het verhaal? Gunn: „Ik kan u een bullshitverhaal geven, maar ik test voor het schrijven allerlei concepten uit om het zwaartepunt van het script te vinden. Dit voelde als een geweldige kickstart, al bleek het best een worsteling te zijn tijdens de montage.”

Gunn negeert Supermans oorsprongsverhaal niet om origineel te doen, benadrukt hij. „De strips die ik als jongen las, gingen niet over zijn jeugd in Kansas maar over een universum bevolkt door bevriende superhelden en superschurken, door robots, reuzenmonsters, vliegende honden, heksen en wetenschap die eigenlijk ook hekserij is. Die wereld wilde ik tot leven wekken. En dat Superman tussen de explosies en actie door een kritische blik op zichzelf werpt.”

Gunn ontkent dat hij met zijn wat cartooneske Superman de notie van een ‘gedeeld cinematisch universum’ ten grave draagt. Ofwel: de oude succesformule van rivaal Marvel waarin speelfilms in een herkenbare huisstijl elkaar opvolgen als episodes van een tv-serie. DC’s nieuwe superheldenfilms spelen zich af in verschillende werelden: de Gotham-noir van de grimmige Batman (Robert Pattinson) laat zich lastig mengen met Supermans vrolijke circuswereld. Gunn: „DC Studios kent inderdaad geen huisstijl en produceert niet één soort film. We maken na Superman straks Peacemaker, met heel harde humor in een realistische setting. En Supergirl, een galactische fantasie, en ook Clayface, een 17-plus-horrorfilm. Ze zijn met elkaar verbonden als stripboeken van DC Comic, waar tekenaars en schrijvers hun eigen stijl in kwijt kunnen. En elk verhaal is weer anders.”


Spaanse politie: verongelukte Liverpool-aanvaller Diogo Jota reed waarschijnlijk te hard

De bij een auto-ongeluk omgekomen Liverpool-aanvaller Diogo Jota reed waarschijnlijk harder over de Spaanse snelweg A52 dan de maximaal toegestane 120 kilometer per uur. Dat blijkt uit onderzoek van de Guardia Civil in Zamora, schrijft de Spaanse krant El País dinsdag. Ook de bijrijder, Jota’s jongere broer André die op het tweede profniveau van Portugal voetbalde, overleed.

De Portugese broers reden in de nacht van 2 op 3 juli in een Lamborghini Huracán door Zamora, een provincie in het noordwesten van Spanje. Tijdens het inhalen van een vrachtauto zou de sportauto een klapband hebben opgelopen, vermoeden onderzoekers. De Lamborghini raakte vervolgens van de weg en vatte vlam.

De autobrand bemoeilijkte het onderzoek, maar aan de hand van sieraden konden onderzoekers toch achterhalen wie de bestuurder was, meldt de Spaanse krant. Ondanks de beroerde staat van de weg, meent de politie volgens El País dat auto’s er probleemloos 130-140 kilometer per uur zouden kunnen rijden.

Bij de begrafenis van Diogo Jota, afgelopen zaterdag in Portugal, was de complete Liverpool-selectie aanwezig.


Column | De ander moet kapot

Pesten, negeren, doodzwijgen, vernederen – wie heeft er geen ervaring mee, als dader, slachtoffer, maar vooral ook als toeschouwer? Ik moest er onlangs aan denken bij de dood van Rinus Israël, vermaard voetballer. De necrologieën meldden dat het buiten het veld een nuchtere, sociale man was.

Het zal wel, maar in mijn geheugen zweeft nog altijd de herinnering aan de wrange ervaringen van Ruud Geels (1948-2023), een andere voetballer uit die tijd. Toen hij uitgevoetbald was, vertelde Geels aan Frits Barend en Henk van Dorp in Vrij Nederland tot in detail wat hij met sommige spelers bij Feyenoord en het Nederlands elftal had meegemaakt. Jonge spelers werden voortdurend gekat, vertelde Geels. „En het hield niet op, nooit. Rinus Israël kon dat zo doordrijven, die kon je verschrikkelijk uitschelden. En ik kon daar absoluut niet tegen.” Eén keer schold Geels terug: „Nou moet je je sarcastische kop eens houden, grote klootzak.”

Geels, een bescheiden man, kwam als reserve bij het Nederlands elftal Israël weer tegen tijdens het WK voetbal van 1974 in West-Duitsland. Hij moest elke dag aan de eettafel van Van Hanegem, Keizer, Rep, Krol, Suurbier en Israël zitten. De ergste plaaggeesten waren Krol en Suurbier en „in iets mindere mate” Israël.

Geels: „Er heerste een sfeer van: wat moet die piepel bij ons aan tafel? (…) Je werd aan tafel verschrikkelijk vernederd. Kijk, één keer, oké, maar vier weken lang, drie keer per dag, echt waar, zonder ophouden, dat was niet vol te houden. (…) Alles was gericht op vernederen. Op het totaal kapot maken van een ander.”

In de dagen na de dood van Rinus Israël, toen ik dat artikel uit Vrij Nederland herlas, verscheen in Het Parool een onthullend verhaal van Hanneloes Pen over de situatie bij twee Amsterdamse universiteiten, de UvA en VU. Het Parool sprak met tien Joodse studenten, docenten en medewerkers van deze universiteiten.

Het Parool: „Ze vertellen over verbale agressie van pro-Palestijnse demonstranten, het verbergen van hun identiteit, het overslaan van colleges, een gevoel van uitsluiting en eenzaamheid. Ze voelen zich niet welkom op hun universiteit en ervaren de demonstraties en tal van incidenten als een zware periode.”

„Ze negeren me compleet”, zegt de Joods-Israëlische Sara (22), student maatschappij- en gedragswetenschappen aan de UvA. „Een groepje van vijf medestudenten kijkt me lang aan als ik langsloop. (…) Wij zijn de onderdrukker.”

Het zijn twee totaal verschillende werelden, die van de lollige topvoetballers en die van de activistische studenten, maar de overeenkomst kon me niet ontgaan: de onverbiddelijke poging om de ander af te danken. Dat destijds een van de hoofdrolspelers in de voetbalwereld Israël heette, is een toeval dat de duivel zelf moet hebben verzonnen; zonder dat toeval is het al pijnlijk genoeg.

Ruud Geels merkte destijds ook nog op dat andere spelers weliswaar niet aan de pesterijen deelnamen, maar er niets van zeiden. Die fout maken ze bij de VU en UvA kennelijk niet. Zo liet Peter-Paul Verbeek, rector magnificus van de UvA, aan Het Parool weten: „Ik wil duidelijk uitspreken dat we deze verhalen al langer kennen en erkennen. Ze doen pijn – en ze doen ertoe.”


Wat vindt NRC | Hoe chaotisch de wereld ook is, het internationale recht moet de norm blijven

Ruim negenduizend keer hebben Russische troepen de afgelopen jaren in Oekraïne verboden chemische strijdmiddelen ingezet, zo blijkt uit onderzoek van onder meer de Nederlandse inlichtingendiensten MIVD en AIVD. Demissionair minister Ruben Brekelmans (Defensie, VVD) en vice-admiraal Peter Reesink, hoofd van de MIVD, stelden vorige week in NRC dat de inzet van chloorpicrine aan de orde van de dag is op het slagveld in Oekraïne, op instructie van de legertop in Moskou.

De inzet van chloorpicrine, een giftige stof die kan leiden tot ernstige verwondingen en ademhalingsproblemen, is verboden volgens het internationale Verdrag Chemische Wapens (CWC), een conventie uit 1993 die mede is ondertekend door Rusland. De Russen zetten het chemische strijdmiddel in om Oekraïense soldaten uit hun loopgraven en andere beschermende ruimtes te drijven, zodat ze gemakkelijker kunnen worden aangevallen.

Het is pijnlijk te constateren dat weinigen nog verrast zijn door de onthulling dat Rusland ook hier de internationale wetten aan zijn laars lapt. Wie de Russische oorlog tegen Oekraïne volgt, ziet in het hart van Europa een eindeloze stroom aan getuigenissen over aanvallen met drones en raketten met clustermunitie op appartementsgebouwen, scholen en ziekenhuizen, executies van krijgsgevangenen of de ontvoering van kinderen. De openbare aanklager in Kyiv documenteert ze: inmiddels zijn meer dan 150.000 vermoedelijke oorlogsmisdaden beschreven sinds de Russische invasie van de Krim in 2014.

Helaas staan de dagelijkse Russische wandaden niet op zichzelf. De oorlog van het nietsontziende bewind van Vladimir Poetin is mede de aanjager van een nieuwe wereldorde waarin internationale wetten en verdragen in schrikbarend tempo terzijde worden geschoven of opgezegd. De genocidale Israëlische oorlog tegen Gaza en de ‘preventieve bombardementen’ tegen Iran getuigen van een vergelijkbare mentaliteit van internationale wetteloosheid.

Tekenend is ook dat de secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte, zich twee weken geleden verguld toonde met de Amerikaanse bombardementen op Iraanse doelen met de zwaarste conventionele wapens die de wereld ooit heeft gezien. Die bunker busters waren afkomstig van hetzelfde land dat weigert de Russische invasie in Oekraïne te veroordelen. De Verenigde Naties worden daarbij volkomen genegeerd.

Dergelijk haviksgedrag staat haaks op wat de slinkende groep democratieën in de wereld tot de laatste snik zouden moeten verdedigen: de internationale rechtsorde, of wat daar nog van over is. Want veel meer internationale afspraken staan onder druk, en het is nog maar de vraag of de geopolitieke glijdende schaal ooit nog waterpas kan worden getrokken.

Bijna geruisloos stappen de Baltische staten, Polen, Finland en Oekraïne binnenkort uit het Verdrag van Ottawa van 1997, dat het gebruik van antipersoonsmijnen verbiedt. Het belangrijkste argument is dat deze buren van Rusland hun territoriale integriteit niet langer kunnen garanderen zonder dit soort paardenmiddelen. ‘Oekraïne’ toont immers aan dat Moskou er niet voor terugdeinst veroverde gebieden direct te annexeren onder dreiging van de inzet van kernwapens.

Wie bedreigd wordt door Rusland kan moeilijk worden verweten naar middelen te grijpen die in vreedzamer tijden onwenselijk zijn. Maar ook hier loopt de bescherming van burgers klappen op, en dat is betreurenswaardig. Hoe moeilijk dat in het huidige tijdsgewricht ook is, uiteindelijk moet respect voor mensenrechten en internationale afspraken de wereld uit deze periode van chaos en wetteloosheid leiden.


‘We hebben geen middelen om ons leven in Syrië opnieuw op te bouwen’, zeggen Syrische vluchtelingen na dertien jaar opvang in Jordanië

Er is haast geen muur in de bruidssalon die niet bedekt is met jurken: gekleurde voor verlovingsfeesten, witte voor bruiloften. Het is eind van de ochtend in Zaatari, het grootste Syrische vluchtelingenkamp in Jordanië, en Safa Jamal Rashid (41) heeft de deuren van haar salon geopend. De eerste klanten komen op afspraak binnen.

„Wie hier binnenstapt, komt meteen in een andere sfeer en krijgt een feestelijk gevoel”, zegt Rashid, terwijl ze een voor een de jurken uit haar collectie toont, die worden verhuurd. „In mijn boetiek worden de zware omstandigheden in het kamp even vergeten.”

Net als veel Syrische vluchtelingen in Zaatari komt Rashid uit de zuidelijke provincie Daraa. Daar opende ze – opgeleid als tekenares – een bruidsstudio. Zowel de studio als haar huis zijn volledig verwoest tijdens de Syrische burgeroorlog.

In 2011 werd de opstand tegen het Assad-regime, tijdens de Arabische Lente, deels ontketend in Daraa. Na zeer gewelddadige onderdrukking van de protesten en de opkomst van verschillende oppositiegroepen sloeg de opstand in 2012 om in een bloedige burgeroorlog. Miljoenen Syriërs vluchtten in de daaropvolgende jaren de grenzen over.


Golfplaten caravans

Dertien jaar later bestaat het kamp, uitgestrekt over 5,3 vierkante kilometer, uit witte, golfplaten caravans, die de oorspronkelijke tenten al kort na de oprichting vervingen. Het kamp ligt midden in de Jordaanse woestijn: de zomers zijn er moordend heet, de winters koud. Er is beperkt elektriciteit en water.

Sommige huisjes hebben een kleine binnenplaats, waar bewoners bomen hebben geplant of schommels hebben neergezet. Op verharde, rechte wegen door het kamp wordt druk gefietst en op brommertjes gereden. En er is een „basiskamp” waar hulporganisaties kantoor houden, dat met een hek is afgeschermd van de rest van het kamp.

Op het hoogtepunt van de vluchtelingenstroom uit Syrië, in 2014 en 2015, verbleven er in Zaatari 125.000 vluchtelingen. Inmiddels zijn dat er nog zo’n 70.000, van wie de meesten er al sinds 2012 wonen. Zaatari is daarmee nog altijd een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.

Het Zaatari-kamp in Jordanië, met zeventigduizend Syrische vluchtelingen is het een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld.

Foto Rachel Corner

Sinds december vorig jaar, na de val van het Syrische regime van Bashar al-Assad, is internationaal de nadruk komen te liggen op terugkeer van Syrische vluchtelingen. Het gros van de Syrische vluchtelingen, circa 5,5 miljoen, woont nog altijd in Jordanië, Libanon, Turkije, Egypte en Irak, vaak in precaire omstandigheden.

Jordanië wordt vaak geprezen om de opvang en behandeling van grote groepen vluchtelingen. Volgens de Jordaanse regering zijn er ongeveer 1,4 miljoen vluchtelingen in het land, waarvan het overgrote deel Syriërs betreft. Dit aantal is exclusief Palestijnse vluchtelingen die geregistreerd staan bij de VN-organisatie UNRWA; velen van hen hebben in de loop van decennia de Jordaanse nationaliteit gekregen.

De meeste inwoners van Zaatari komen het kamp niet of nauwelijks uit

De meeste Syrische vluchtelingen in Jordanië, circa 560.000, zijn geregistreerd bij UNHCR, de VN-organisatie voor vluchtelingen. Behalve door UNHCR wordt Zaatari bestuurd door het Syrian Refugees Affairs Directorate (SRAD), dat onder het Jordaanse ministerie van Binnenlandse Zaken valt.

In Syrische vluchtelingenkampen als Zaatari en het verderop gelegen, op twee na grootste kamp Azraq, is de situatie voor de meeste vluchtelingen na ruim een decennium nog altijd uitzichtloos. Dat geldt ook voor Jordaanse steden en dorpen, waar het gros van de Syrische vluchtelingen woont en nog altijd in de marge leeft.

Nadir Rashid (25) staat met zijn twee spelende dochters van twee en vier in het Zaatari-kamp tussen de golfplaten caravans.

Foto Rachel Corner

Werkloosheid

Geregistreerde Syrische vluchtelingen in Jordanië hebben toegang tot basisonderwijs en basale gezondheidszorg en ze mogen werken in bepaalde sectoren, waaronder de landbouw en de bouw. Maar de meeste inwoners van Zaatari in de arbeidsgeschikte leeftijd zijn werkloos – slechts 3 procent heeft een werkvergunning – en komen het kamp niet of nauwelijks uit.

De kleine groep werkenden en ondernemers op de informele markt in het kamp, zoals bruidssaloneigenaar Safa Jamal Rashid, moeten toestemming krijgen om het kamp te verlaten. Rashid doet geregeld inkopen in de Jordaanse hoofdstad Amman, vergezeld door haar 24-jarige dochter, die eveneens een salon in het kamp heeft geopend, en keert dan met een set goed verpakte bruidsjurken per bus terug.

In een rechte straat dwars door Zaatari zijn talloze winkels gevestigd. De straat draagt de bijnaam Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus. Winkelier Abu Ali, een vijftiger met een tweedehandswinkel, vertelt dat zijn inkomsten sterk zijn teruggelopen sinds de val van Assad. „Door de onzekerheid over de toekomst durven inwoners minder uit te geven.”

Abu Ali in zijn winkel aan de zogeheten Sham-Élysées, een woordspeling op het Parijse Champs-Élysées en Sham, dat verwijst naar Syrië of Damascus.

Safa Jamal Rashid, eigenaar van de bruidssalon in het Zaatari-kamp met haar 14-jarige dochter Faten, die meehelpt in de salon.

Foto’s rachel corner

Sinds de val van Assad zijn circa twaalfduizend vluchtelingen uit Zaatari teruggekeerd naar Syrië, vertelt UNHCR-woordvoerder Yousef Taha in een kantoortje in het kamp. Zowel UNHCR als de Jordaanse regering benadrukt dat terugkeer naar Syrië uitsluitend vrijwillig dient te gebeuren. Wel publiceert UNHCR op zijn website verhalen over ‘hoopvolle’ terugkeer.

Uit een regionale enquête van UNHCR onder Syrische vluchtelingen van afgelopen februari blijkt dat de overgrote meerderheid ooit hoopt terug te keren naar Syrië. Slechts 27 procent zegt dat in de komende twaalf maanden te willen doen, vanwege zorgen over de nieuwe autoriteiten en de algehele veiligheidssituatie. „De situatie in Syrië is instabiel. Diverse vluchtelingen die zijn teruggegaan hebben bovendien de aanwezigheid van landmijnen gerapporteerd”, zegt Taha.

Voor het gros van de Syrische vluchtelingen is een keuze voor terugkeer hoogst onzeker

Zes op de tien ondervraagden zou graag een zogeheten go and see-bezoek brengen aan Syrië, om bijvoorbeeld te kijken hoe hun voormalige huis of woonplaats erbij ligt, en de veiligheidssituatie in te schatten. Op dit moment is dat voor Syriërs in Turkije mogelijk. Ook Rashid wil dat: „Een reis naar Daraa hoop ik wel te maken, maar in de komende jaren wil ik in Jordanië blijven, en een salon openen buiten het kamp.”

Maar Syrische vluchtelingen in Jordanië die via de enige geopende grensovergang naar Syrië oversteken, verliezen daarmee hun asielstatus in Jordanië. Een uitzondering vormen Syrische studenten, professoren, ondernemers en investeerders; zij mogen wel op en neer. Maar voor het gros van de Syrische vluchtelingen maakt het strenge exitbeleid een keuze voor terugkeer hoogst onzeker.

De winkelstraat in het Zaatari-kamp, bijgenaamd de Sham-Élysées.

Foto Rachel Corner

Lees ook

Voor veel jonge Syrische vluchtelingen in Nederland is het nog niet ‘het juiste moment’ om terug te keren

Zwaar gebombardeerde gebouwen in de stad Homs in Syrië, 9 januari 2025.

Opvang in de regio

Het afgelopen decennium heeft Nederland, net als andere EU-landen, ingezet op „opvang in de regio”: het ondersteunt landen als Jordanië bij de opvang van (Syrische) vluchtelingen, onder meer via financiële steun aan UNHCR. Door het verbeteren van de situatie van vluchtelingen in „de regio” zou de komst van vluchtelingen naar Europa kunnen worden ingeperkt, was het idee.

De onafhankelijke evaluatiedienst Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken kwam in maart 2024 in een evaluatie van het beleid tussen 2016 en 2021 tot een andere conclusie. Opvang in de regio heeft een „politiek motief”, aldus de evaluatie, maar „het bewijs voor een causale relatie tussen hulp en doormigratie is zwak”. Ook stelt de evaluatie dat „de Nederlandse steun aan opvang in de regio […] niet effectief [heeft] bijgedragen aan het verbeteren van perspectieven voor vluchtelingen uit Syrië en hun gastgemeenschappen in Libanon en Jordanië”.

Lees ook

Dubbele signalen van minister Faber over terugkeer van vluchtelingen naar Syrië

Een verwoest huizenblok in Homs, een stad waar hevig werd gevochten tijdens de Syrische burgeroorlog.

Afgelopen februari stelde Human Rights Watch dat EU-opvanglanden go and see-bezoeken voor Syriërs moeten faciliteren. Ook Nederland overweegt een go and see-regeling, al sprak toenmalig minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) zich uit tegen de regeling. In juni bepaalde het demissionaire kabinet dat asielaanvragen van Syriërs niet meer automatisch worden goedgekeurd, maar individueel worden beoordeeld, vanuit het idee dat veiligheidssituatie in Syrië is verbeterd sinds de val van Assad.

Lekkende daken

Ondertussen staan de levensomstandigheden van Syrische vluchtelingen in landen als Jordanië verder onder druk: UNHCR kampt met grote financiële tekorten. Vooral door Amerikaanse opschorting van financiering, de grootste donor van UNHCR, had de Jordaanse tak van de organisatie eind mei nog maar 22 procent van zijn budget voor 2025 ontvangen.

„We kampen al jaren met teruglopende financiering, maar de huidige situatie is ongekend”, aldus woordvoerder Taha. Hij somt de gevolgen voor Zaatari op: de zorg voor duizenden gehandicapten in het kamp is opgeschort, gezondheidsklinieken moeten sluiten en restauraties van wooneenheden blijven uit. Nu al kampen veel families met lekkende daken in de winter. „De caravans in het kamp hebben een levensduur van vijf jaar, en dringend onderhoud nodig.”

Haneen Fayyad, thuis in het Zaatari-kamp. Fayyad is studente business administration aan de Jordaanse Zarqa-universiteit.

Foto Rachel Corner

De helft van de bevolking van Zaatari is onder de achttien. Veel kinderen en jongvolwassenen hebben hun jeugd grotendeels in het kamp doorgebracht. Haneen Fayyad (21) was negen jaar toen ze met haar ouders, zussen en broer voor het geweld uit Daraa vluchtte. „Van mijn kindertijd herinner ik me vooral dat ik met vriendinnen op het platteland rondom ons huis speelde.”

Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven

Haneen Fayyad
studente

Sinds twee jaar studeert Fayyad met een Franse studiebeurs business administration aan de private Jordaanse Zarqa-universiteit. Ze vormt daarmee een uitzondering: slechts enkele uitblinkende jongeren uit het kamp krijgen een dergelijke kans. „Het is mijn droom om de komende jaren in Jordanië mijn studie af te maken, en daarna in de Verenigde Arabische Emiraten te werken.”

Als student aan een Jordaanse universiteit mag Fayyad individueel heen en terug naar Syrië. Maar Umm Fayyad, haar moeder, vindt dat veel te riskant: „Het is onveilig, en wie weet gaan toch ineens de grenzen dicht. Bovendien is ons huis in Syrië volledig verwoest. We hebben geen andere keus dan de komende jaren in Jordanië te blijven.”

Haar zorgen gelden voor veel families in Zaatari: er heerst onzekerheid over de veiligheidssituatie in Syrië en zij hebben vaak geen huizen om naar terug te keren. Eind mei voerde de nieuwe Syrische regering gesprekken met mensenrechtenorganisaties over de reconstructie van verwoeste huizen. Concrete wederopbouw kan echter nog lang duren. „Natuurlijk wil ik niet voor eeuwig in dit kamp blijven”, zegt studente Fayyad. „Maar we hebben geen geld of middelen om ons leven in Syrië opnieuw op te bouwen.”