De Britse overheid heeft in 2023 zo’n 4.500 Afghanen in het geheim naar het Verenigd Koninkrijk gebracht. Het reddingsplan werd haastig opgesteld nadat een medewerker van de het Britse ministerie van Defensie in februari 2022 per ongeluk namen en contactgegevens van ruim 18.000 Afghanen, die in het verleden samenwerkten met de Britten, had gelekt. Uit vrees voor de Taliban, die in 2021 de macht herwon, wilden zij vertrekken naar het VK.
In 2023 ontdekte de overheid het lek omdat de persoonsgegevens van negen personen uit de dataset online verschenen. Ook verschillende journalisten waren op de hoogte. Maar de Britse regering, toen nog onder leiding van de conservatieve premier Rishi Sunak, diende een geheimhoudingsbevel in bij het Hooggerechtshof.
John Healey, de huidige Britse minister van Defensie, verklaarde dinsdag aan het parlement dat het gerechtelijke bevel wordt ingetrokken. „Het geheimhoudingsbevel is al bijna twee jaar van kracht. Gedurende die tijd hebben acht mediaorganisaties en hun journalisten een verbod gekregen om te berichten over de kwestie”, zei Healey. „Geen enkele regering wil op deze manier informatie achterhouden voor het Britse publiek, parlementariërs of de pers.” Healey bood tevens zijn excuses aan voor het lek.
De reddingsoperatie, die zeker 400 miljoen pond (zo’n 460 miljoen euro) kostte, wordt nu stilgelegd. Uit een onafhankelijk onderzoek blijkt dat de gelekte gegevens bijna vier jaar na het begin van het Talibanbewind „mogelijk niet zo wijdverspreid zijn als aanvankelijk werd gevreesd”. Ook is er „weinig bewijs van de intentie van de Taliban om een vergeldingscampagne te voeren”. Hiermee concludeerde de onderzoekers dat de operatie „mogelijk niet in verhouding staat tot de werkelijke impact van de gelekte data”. Volgens de Taliban geldt amnestie voor voormalige medewerkers van buitenlandse militairen, zolang ze zich vreedzaam gedragen. Of die amnestie ook in praktijk wordt uitgevoerd, is niet duidelijk.
Volgens minister Healey zijn er nog ongeveer zeshonderd mensen in Afghanistan die eerder al een bevestiging kregen dat ze naar het VK mogen komen. Die groep zal nog wel worden overgebracht.
Lees ook
Deze twee Afghanen werkten voor de Nederlandse krijgsmacht: nu leven ze ondergedoken
De magistraten dragen nog wel toga’s maar verder gaat alles anders in de buurtrechtbank van Amsterdam-Zuidoost. De betrokkenen staan niet tegenover elkaar, maar zitten met elkaar aan tafel in een soort buurthuis. Ook zijn er hulpverleners aanwezig zodat de rechter niet alleen straffen oplegt maar ook hulp aanbiedt. In de wachtruimte komen buurtkinderen op de koffieautomaat af om warme chocolademelk te maken.
De hoopvol stemmende documentaire De buurtrechter (NPO Doc, NPO2) gaat over het werk van Maria Leijten, een van de strafrechters die in de buurtrechtbank werkt. We zien haar rechtspreken en op bezoek gaan bij hulpverleners in de buurt. Heel ernstig zijn de behandelde strafzaken niet. Een verslaafde man heeft een pak biomelk, Robijn wasverzachter en twee pakken Ariel wasmiddel gestolen. Een moeder heeft haar woning onderverhuurd aan wietkwekers. Een jongen heeft in een dronken ochtendroes zijn hulpverleners bedreigd.
Net als in Vergeven of vergelden zoekt Van Heemstra naar meer menselijkheid in het recht. In die vorige documentaire was te zien hoe het niet moet: ze filmde een strafzaak waarin de rechter en de verdachte in totaal andere werelden verkeerden. Door een rechtbank in een buurt te vestigen, dichtbij de bewoners, hopen de betrokkenen bij te dragen aan „oplossingsgerichte rechtspraak”. Ze hopen ook de kloof tussen burger en overheid te verkleinen, en het vertrouwen in het recht te vergroten.
Opmerkelijk is hoe vriendelijk en op gelijke voet de rechter met de verdachten probeert te praten. De verdachte moet gehoord worden, dat is essentieel. Om dit te onderstrepen laat Van Heemstra de kinderen in de wachtkamer voorlezen uit de roman De vreemdeling van Camus. Hierin vertelt een moordenaar dat hij tijdens zijn proces zelf niets mag zeggen. Hij heeft het gevoel dat de rechtszaak niet om hem gaat.
Tijdens haar werkbezoek spreekt Maria Leijten ook met Gideon Everduim. De activist relativeert indirect de goede bedoelingen van de buurtrechter. Zuidoost is volgens hem een voortzetting van ‘de plantage’ met andere middelen. Nog steeds worden zwarte mensen onderdrukt in een wit systeem.
Met dat in het hoofd valt op dat de rechters, de advocaten en officieren van justitie allemaal wit zijn. De verdachten en buurtbewoners zijn allemaal van kleur. Die kloof kan ook de buurtrechter niet overbruggen. De enige keer dat we zwarte gezichten zien in de toga’s is als kinderen een rechtszaak naspelen. Ze veroordelen een klasgenoot tot het schoonmaken van de graffiti die hij op een schuur spoot.
Mechanische haaien
De haai uit de thriller Jaws (1977) werd zo beroemd omdat hij nauwelijks in beeld komt. Eigenlijk heet hij Bruce, vernoemd naar de advocaat van Steven Spielberg. De beginnende filmregisseur leek zich lelijk te vertillen aan de film. Hij kreeg een zenuwinzinking en had nog jaren nachtmerries over de opnames. De lekkere documentaire Jaws @ 50: The Definitive Inside Story (National Geographic) van Laurent Bouzereau lijkt op andere documentaires over rampzalig verlopen filmopnames, zoals Hearts of Darkness.
Spielberg wilde per se in de echte oceaan filmen wat grote logistiek problemen opleverde, en een miljoenen kostende vertraging. De drie mechanische haaien die hij liet bouwen waren 80 procent van de opnametijd in reparatie, mede doordat ze niet tegen zout water konden. Dus moest Spielberg de film goeddeels zonder haai schieten. Pas na anderhalf uur komt Bruce in beeld. Dat bleek – bewust of onbewust – een meesterzet: de haai als een onzichtbare dreiging bleek essentieel voor het enorme succes van de film.
Pia Sundhage, bondscoach van EK-thuisland Zwitserland, was in de aanloop naar het toernooi hoofdpersoon in een mediastormpje. Er zou onrust zijn in haar selectie, omdat ze de duimschroeven had aangedraaid, ook bij geblesseerde speelsters. Wilden die niet meedoen aan een oefenduel? Jammer, maar dan verspeelden ze hun kans op EK-deelname.
Vooral Blickwas kritisch. Sundhage „houdt koppig vast” aan een systeem met vijf verdedigers, schreef de Zwitserse krant. De bondscoach had „geen duidelijk plan”. Waarom maakte ze pas zo laat haar definitieve selectie bekend, en riep ze maar liefst 36 speelsters op in de voorbereiding?
Hoe anders is de stemming voor de kwartfinale tegen Spanje, vrijdagavond. ‘Land viert feest nadat de ploeg zich voor het eerst voor EK-kwartfinales heeft geplaatst’, schreef Blick. Er was lof voor het feit dat Sundhage in de tweede helft van het laatste groepsduel tegen Finland met speelsters als Leila Wandeler (19) en Sydney Schertenleib (18) voor de aanval ging bij een achterstand. Dat werd bekroond met een cruciale gelijkmaker in blessuretijd.
Tijdens een diner voorafgaand aan de WK-finale speelde Pia op haar gitaar. Ik dacht: die is helemaal zichzelf
Zo’n instelling is typisch voor de 65-jarige Sundhage, weten mensen die met haar hebben gewerkt. De in Zweden geboren coach heeft lef en volgt nadrukkelijk haar eigen koers.
Zo was ze als meisje al, vertelt haar zes jaar oudere zus Ingalill Sundhage, een voormalig journalist, vanuit Zweden. „Zeiden mijn ouders dat ze iets niet mocht, wat overigens niet vaak voorkwam, dan ging ze dat júist doen. Als Pia iets in haar hoofd had, dan kreeg ze het voor elkaar, op wat voor manier dan ook.”
Ondanks die grote dadendrang is Sundhage „altijd menselijk en bescheiden gebleven”, zegt goede bekende Moya Dodd, oud-international van Australië, die haar voor het eerst ontmoette tijdens het WK van 2007, toen Sundhage assistent-coach was van het Chinese elftal. „Ik weet nog goed dat ze op haar gitaar speelde en zong tijdens een diner voorafgaand aan de finale. Ik dacht: die durft, ze is helemaal zichzelf.”
‘Ik sprak gewoon de waarheid’
In de aanloop naar het EK van 2013, als bondscoach van Zweden, verbaasde Sundhage journalisten met uitspraken over haar sterspeelster Lotta Schelin. Alleen als die „een handvol doelpunten” zou maken, kon Zweden ver komen op het toernooi, zei ze. Haar tactiek werkte; Schelin scoorde vijf keer, Zweden eindigde als derde. „Ik sprak gewoon de waarheid” zei Sundhage.
Als bondscoach van de Verenigde Staten, tijdens het WK van 2011 in Duitsland, koos Sundhage in de kwartfinale tegen Brazilië voor de aanval, toen een van haar speelsters in de 65ste minuut rood kreeg. Alles of niets, was haar devies. Het pakte goed uit, Amerika won na een strafschoppenserie. „Vanuit tactisch oogpunt was dit de beste beslissing van mijn carrière”, zei Sundhage later. „Wie anders had dit gedaan?”
Een paar jaar later vroeg Rogério Caboclo, voorzitter van de Braziliaanse bond, of Sundhage interesse had de vrouwenploeg te leiden. Ze sloot een tweejarig contract en werd in 2020 gepresenteerd. Sundhage liet meteen doorschemeren dat de ploeg die in 2007 nog WK-finalist was, maar in 2015 en 2019 niet verder dan de achtste finales kwam, moest veranderen om weer mee te doen om de prijzen. „Verandering die het verschil maakt”, benadrukte ze.
Dieptepunt
Haar tijd in Brazilië vormt een van de dieptepunten in haar decennialange coachingcarrière. Een jaar na haar aanstelling werd Caboclo op non-actief gesteld wegens seksueel overschrijdend gedrag naar medewerksters van de bond. Het nieuws greep de speelsters aan, vertelde Sundhage, en had effect op de voorbereiding op de Olympische Spelen, die kort erop in Tokio gehouden werden.
In Japan kwam Brazilië niet verder dan de kwartfinale, en op het WK van 2023 bleef de ploeg steken in de groepsfase. „We konden onze mooie, vermakelijke speelstijl niet volhouden”, zei Sundhage na de 2-1 nederlaag tegen Frankrijk.
Als het aan Pia had gelegen was ze doorgegaan als bondscoach van Brazilië
Begin 2024 werd Sundhage ontslagen, volgens haar op een „wrede” manier. De inhoud van het gesprek met vier medewerkers van de Braziliaanse bond, onder wie de voorzitter, wilde ze niet prijsgeven, maar het had haar pijn gedaan, zei ze tegen journalisten. In het begin had de bond haar gesteund, maar gaandeweg werd er steeds minder geld beschikbaar gesteld om haar werk goed te kunnen uitvoeren.
Hoewel sterspeelster Marta zich na het toernooi beklaagde dat ze niet genoeg speeltijd had gekregen op het WK, lag Sundhage volgens haar zus heel goed in de ploeg. „Speelsters liepen met haar weg. Als het aan Pia had gelegen was ze doorgegaan in Brazilië, want ze vond het niveau hoog, en was trots op de ontwikkeling die de speelsters hadden doorgemaakt. Maar ja, er moesten koppen rollen hè?”
‘Mijlpaal voor Zwitserland’
Kort erna kreeg ze een contract bij de Zwitserse bond, met als doel de ploeg in eigen land succesvol door het EK te loodsen. Haar aanstelling werd „een mijlpaal voor het Zwitserse vrouwenvoetbal” genoemd. Trots zette de Zwitserse bond al haar sportieve wapenfeiten op een rij. Als topscorer had Sundhage met Zweden in 1984 het EK gewonnen. Als coach van het Amerikaanse team won ze twee keer olympisch goud, in 2008 en 2012. Met Zweden won ze olympisch zilver in 2016.
Vrijdag staat Sundhage voor de zware taak om Spanje te verslaan, dat op het WK van 2023 met 5-1 van Zwitserland won in de achtste finales, om vervolgens wereldkampioen te worden. „Het is een enorme opdracht”, zegt Moya Dodd. „Maar niemand moet Pia onderschatten.”
De minister voor asiel en migratie moet beter onderbouwen waarom niet alle vluchtelingen uit Jemen asiel krijgen, oordeelt de Raad van State woensdag. Momenteel mogen Jemenieten van de Nederlandse regering alleen blijven als zij persoonlijk gevaar lopen.
In 2024 besloot het ministerie van Asiel en Migratie dat mensen in Jemen niet automatisch een Nederlandse asielstatus krijgen, omdat niet iedere Jemeniet een zodanig hoog risico loopt om slachtoffer te worden van willekeurig geweld.
Het Hof spreekt nu van een gebrek aan onderzoek naar de intensiteit van de gewapende confrontaties, het organisatieniveau van de betrokken strijdkrachten en de duur van het conflict. Ook moet er volgens de rechter beter onderzocht worden of de strijdende partijen ook opzettelijk geweld gebruiken tegen burgers.
Een asielzoeker uit Jemen, wiens asielaanvraag in 2024 werd afgewezen, spande het hoger beroep aan. Volgens zijn advocaat is er een reëel risico op rekrutering, gewapend conflict en willekeurig geweld bij terugkeer. Ook zijn vader zou zijn bedreigd wegens zijn werk in het onderwijs.
Het geluid van brand, geschreeuw en brekend glas, ondersteund door onheilspellende muziek, schalt uit de luidsprekers als bezoekers in het Museum van Geschiedenis in Hongkong de roltrap naar boven nemen. Aan de muren grote foto’s en video’s van gemaskerde mensen die vernielingen aanrichten, van brandende politieauto’s, van plunderingen.
In deze tijdelijke expositie wordt de vijfde verjaardag van de invoering van de Nationale Veiligheidswet (NSL) gevierd en het narratief is vanaf het begin duidelijk: dit is het verhaal van een stad die in brand stond, een stad die bedreigd werd, en waar de Chinese overheid niets anders kon doen dan ingrijpen. De voormalige Britse kolonie werd op 1 juli 1997 overgedragen aan China, Hongkong is sindsdien een zogeheten Speciale Bestuurlijke Regio.
In een lange video, in de tweede ruimte van de expositie, schijnt bijna letterlijk de zon nadat de NSL is aangenomen: breedlachende en met de Chinese vlag zwaaiende mensen vullen het beeld. „Overtreders zijn voor het gerecht gebracht en veroordeeld, of zijn gevlucht naar het buitenland, een voor een. Hongkongs samenleving wist de stabiliteit snel te herstellen, waardoor het leven van de burgers weer normaal is en de tumultueuze periode van onrust is afgesloten”, staat te lezen op een van de begeleidende panelen.
Sinds de overdracht van Hongkong aan China geldt het principe van ‘Eén land, Twee Systemen’ – ooit geïntroduceerd door de voormalig Chinese staatsman Deng Xiaoping, die voor een succesvolle vereniging van China met Hongkong, Macau en uiteindelijk ook Taiwan bedacht dat deze regio’s hun eigen economische en administratieve systemen mochten behouden. De huidige realiteit is echter dat Beijings bemoeienis met Hongkong groeiende is. De NSL is daar een concreet voorbeeld van.
De aanleiding was duidelijk: Hongkong, dat een diepgewortelde protestcultuur kende, was in 2019 het toneel van grootschalige demonstraties en toen deze steeds gewelddadiger verliepen, gaf dit de Chinese autoriteiten het perfecte excuus om het ‘zwarte geweld’, zoals Beijing de protesten noemden, de NSL op te leggen. De wet stelt strenge straffen – maximaal levenslang – in het vooruitzicht voor wie zich schuldig maakt aan ‘afscheiding’, ‘subversie’, ‘terrorisme’ of ‘samenspanning met buitenlandse organisaties’.
Foto van de Chinese president XI Jinping op National Security Exhibition Gallery in Hongkong, juni 2025.
Fot Tyrone Siu/Reuters
Geen gele paraplu’s
Sinds de invoering van de wet zijn er geen grootschalige protesten meer geweest in Hongkong. De grootste demonstratie was in maart 2023, toen enkele tientallen mensen zich verzamelden in Tseung Kwan O, ver van de centrale en bekende eilanden die deel uitmaken van Hongkong. Met spandoeken en megafoons uitten zij hun onvrede over de voorgenomen bouw van onder meer een vuilstort en een cementfabriek op een ingepolderd reepje grond aan de rand van hun woonplaats. De internationale pers kwam massaal af op het bescheiden buurtprotest.
De boze buurtbewoners liepen een zorgvuldig met afzetlint afgebakend rondje door de buurt. De leuzen op spandoeken waren vooraf voorgelegd aan de politie, mondkapjes en andere gezichtsbedekking waren verboden, en deelnemers droegen een naamkaartje met een uniek nummer. Paraplu’s waren gelukkig toegestaan – het regende flink – maar dan geen gele exemplaren. Die zijn sinds 2014 een symbool van de grote protestbeweging voor algemeen kiesrecht in Hongkong .
Dit zorgvuldig gecontroleerde ‘protest’ vormde een schril contrast met de massale demonstraties die de miljoenenstad tot enkele jaren daarvoor domineerden. In juni 2019 herdachten – volgens cijfers van de organisatie – zo’n 180.000 mensen de bloedig neergeslagen opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing in 1989. De opkomst was mede zo groot omdat de stad in de ban was van een omstreden uitleveringswet, die het mogelijk maakte om verdachten van sommige misdrijven te berechten op het vasteland van China. Diezelfde maand gingen zo’n twee miljoen mensen – ruim een op de vier inwoners van Hongkong – de straat op om daartegen te protesteren.
Demonstranten worden opgepakt door politie in de Hongkongse wijk Wan Chai, oktober 2019. Voor China waren de protesten een excuus om de Nationale Veiligheidswet in te voeren.
Foto Anthony Kwan/Getty Images
Ook in 2020 trokken tienduizenden betogers door de straten van Hongkong. De politie zette traangas in tijdens het protest.
Foto Yat Yeung/Getty Images
Schoolklassen
In de tijdelijke expositie in het grote museum op Kowloon wordt veelvuldig verwezen naar het zware geweld, en er wordt gestrooid met statistieken: brandstichting kwam in 2024 ‘maar’ 234 keer voor, in 2019 wel 927 keer, een afname van 74,76 procent. Of met de cijfers van de aantallen arrestaties en veroordelingen – het moet een beeld oproepen van een daadkrachtig optredende overheid. Zo is er een zevental voorbeelden van strafzaken, waaronder de zaak tegen Tak-chi Tam, journalist en prodemocratisch politicus, wegens opruiing. Tam behoort tot de zogeheten ‘Hongkong 47’ – een groep activisten, prodemocratische politici, journalisten en juristen die vervolgd werden onder de nieuwe wet. In november kregen 45 van hen forse gevangenisstraffen opgelegd, oplopend tot tien jaar. Spijtbetuigingen hielpen niet voor een lagere strafmaat.
Lees ook
Zelfs voor dissidenten die spijt betuigden kent de Hongkongse rechtbank weinig genade
Het zijn vooral schoolklassen en grote groepen Chinezen die de boodschap dat „nationale veiligheid het fundament is van nationale verjonging” ingeprent moeten krijgen. Zonder nationale veiligheid kan er niets worden bereikt, en dus is het ieders verantwoordelijkheid én recht om „van ons land te houden” staat er op panelen te lezen.
Een schoolklas maakt foto’s bij de ingang van het Museum van Geschiedenis in Hongkong.
Foto Elson Li/South China Morning Post/Reuters
„Dit is wel een beetje beangstigend, nietwaar”, zegt een Britse vrouw hardop als ze in een van de laatste ruimtes van de expositie staat. Haar naam wil ze niet geven. „Het gaat er maar om welk verhaal je wilt vertellen.” Ze trekt haar dochtertje mee en loopt snel de expositie uit.
Zelfcensuur
Het effect van de veiligheidswet op de samenleving is veel groter dan de arrestaties en inperking van het demonstratierecht. Omdat vergrijpen er vaag in worden omschreven, is het moeilijk om te weten waar precies de grens ligt. Veel activisten en maatschappelijke organisaties nemen daarom het zekere voor het onzekere en kiezen voor zelfcensuur. „Omdat het mes de hele tijd boven je hangt, weet je niet wanneer je wordt onthoofd”, omschrijft een activist de situatie in een recent gepubliceerd rapport van de Amerikaanse Georgetown University.
Volgens het rapport zijn in de eerste tweeëneenhalf jaar na invoering zeker negentig ngo’s en 22 mediaorganisaties opgeheven. Daaronder waren grote, zoals de negentigduizend leden tellende onderwijsbond en de Hongkongse Confederatie van Vakbonden (160.000 leden). Sommige, zoals de mensenrechtencoalitie Civil Human Rights Front of de onafhankelijke krant Apple Daily, werden rechtstreeks aangepakt. Maar veel meer organisaties besloten zelf te stoppen uit vrees om een onzichtbare grens te overschrijden.
Ook zijn er geen pro-democratische politieke partijen meer in Hongkong; de laatste, de Liga van Sociaal-Democraten, stopte eind juni in navolging van de Democratische Partij die al eerder stopte. Sinds 2021 mogen alleen nog ‘patriottische’ partijen aan verkiezingen deelnemen.
Persconferentie van de Liga van Sociaaldemocraten over opheffing van de partij vanwege China’s veiligheidswet, 29 juni.
Foto Tyrone Siu/Reuters
Proeflezer, omringd door media, op de redactie van de krant Apple Daily in Hongkong.
Foto Jerome Favre/EPA
Foto’s van messen en bloed
Voor journalisten is het moeilijk precies vast te stellen hoeveel ruimte er nog is voor onafhankelijke of kritische berichtgeving. Hongkongs minigrondwet garandeert nog altijd „vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van drukpers”, maar de pro-democratische krant Apple Daily en nieuwsplatform Stand News werden gesloten, en hun eigenaren en hoofdredacteuren vervolgd. Op de jaarlijkse ranglijst van Reporters Without Borders (RSF) staat Hongkong op de 140ste plek, tachtig plaatsen lager dan tien jaar eerder. Zeker tien journalisten zitten momenteel in de gevangenis.
„We interviewen de vertrekkende Amerikaanse consul, die naar Beijing gaat. Zo’n afscheidsinterview is in Hongkong heel gebruikelijk. Maar de autoriteiten bekritiseren hem nu fel, en wij blijken de enigen te zijn die hem nu spreken. Niemand anders doet het”, vertelde hoofdredacteur Tom Grundy van nieuwssite Hong Kong Free Press onlangs in een podcast. Hij wil met het voorbeeld illustreren hoe de vage wetgeving ertoe leidt dat media risico’s mijden.
Afgelopen september legde de Hong Kong Journalists Association een gecoördineerde intimidatiecampagne bloot, waarbij journalisten en hun familieleden via sociale media, e-mail en aan huis bezorgde brieven door anonieme ‘patriotten’ werden bedreigd met aangifte op grond van de veiligheidswet. Sommigen ontvingen foto’s van messen, bloed en gedenkstenen.
Lees ook
In Hongkong weet de pers niet hoe vrij de pers nog is
‘Zacht verzet’
Sinds kort gaat veel aandacht van de Hongkongse autoriteiten uit naar de bestrijding van wat ze ‘zacht verzet’ noemen, een zo vage term dat zelfs de Hongkongse minister van Justitie Paul Lam in de Chineestalige krant Ming Pao erkende dat er „geen duidelijke definitie” van is. Als voorbeeld noemde hij het doen van „onjuiste beweringen” die emotioneel van aard zijn en „niet gebaseerd op objectieve feiten”. Die zouden „een negatief beeld van de regering” kunnen geven.
Dat de bestrijding prioriteit heeft, werd duidelijk na opmerkingen van cultuurminister Rosanna Law, die in een interview met de Beijinggezinde krant Wen Wei Po zei dat haar departement subsidies voor evenementen, voorstellingen en bibliotheekcollecties streng zal beoordelen om „elementen die de nationale veiligheid kunnen bedreigen te elimineren”. En eind mei stuurde de lokale voedsel- en warenautoriteit brieven aan onder meer restauranthouders, kleine kruideniers, badhuizen en uitvaartcentra waarin wordt gewaarschuwd dat zij hun vergunning kunnen verliezen als zij zich inlaten met activiteiten die „ingaan tegen de nationale veiligheid”.
De conclusie van de tentoonstelling is dat Hongkong in vijf jaar van ‘chaos naar orde’ is gegaan. Er volgt wel een waarschuwing. „Op dit moment, hoewel Hongkong aan de oppervlakte misschien rustig aanvoelt, blijven de onderstromen bestaan en blijft het veiligheidslandschap ingewikkeld en uitdagend.” Een algemene oproep voor waakzaamheid volgt, zonder concreet te zijn over bedreigingen of ‘onderstromen’. Onzekerheid is troef in Hongkong.
Politieboot surveilleert in Victoria Harbour tijdens de 28ste verjaardag van de overdracht van Hongkong van het Verenigd Koninkrijk aan China, 1 juli 2025.
Foto Peter Parks/AFP
Lees ook
Hongkong pakt mensen op die bloedbad uit 1989 dreigen te herdenken met bloemen of waxinelichtje
Op de bank bij een vriend slapen, op zolder bij familie of in een vakantiepark: door de oververhitte woningmarkt raken steeds meer mensen dakloos. De stress en schaamte die daarbij komen kijken, blijven vaak onderbelicht. Daardoor nemen de problemen vaak alleen maar toe.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Van de bittere armoede die rond de voor-vorige eeuwwisseling leidde tot hongeropstanden onder de veenarbeiders, is in Langezwaag weinig meer te merken. Het dorp waar de legendarische kinderboekenschrijver Hotze de Roos (zestig delen De Kameleon!) in 1909 het levenslicht zag, ligt er rustig en welvarend bij. Er is gebouwd: niet aan een nieuw schip voor de tweeling Sietse en Hielke Klinkhamer, maar aan de energiezuinige eensgezinswoningen (energielabel A+++) in de fonkelnieuwe Hotze de Roosstrjitte.
Twee bochten zuidelijker biedt een voortuinkastje een blik op een rijk leesleven. Dat De boekhandelaar van Kaboel afkomstig is uit het bezit van een echte liefhebber, blijkt uit het ex libris dat in reliëf in de derde bladzijde is gestanst. Hierover valt al veel te vertellen voordat je het hebt gelezen. De Noorse journaliste Åsne Seierstad verbleef in 2002 drie maanden in het huis van een boekverkoper die juist weer enige vrijheid van handelen had verkregen na de val van de Taliban. Het werd resulteerde in een bestseller, die deels ging over het beroepsbestaan van de man en des te meer over de ongelukkige levens van de vrouwen in zijn familie. De boekhandelaar – Soeltan Kahn heet hij in het boek – stelde dat het boek hem het leven in Afghanistan onmogelijk maakte, schreef een tegenboek (Once Upon a Time There was a Bookseller in Kabul), en zijn tweede echtgenote spande een proces aan tegen Seierstad. Een Noors hof bepaalde uiteindelijk in 2011 dat Seierstad de privacy van de familie niet wederrechtelijk had geschonden.
Tot zover het boek dat je over dit boek zou kunnen schrijven. Deze editie uit 2003 – de vertaling is van Diederik Grit – begint met de prettige bezoeken van de Noorse journaliste aan de winkel van Kahn, die vertelde hoe elk nieuw regime zijn boeken verbrandde: de communisten, de moedjahedien, de Taliban. Met hem praten was een bevrijding voor haar, na weken omgang met stuurse soldaten in het noorden van het land.
Drie maanden is ze embedded in de familie Kahn. Dat dit geen vrolijk verhaal oplevert, blijkt al in het eerste hoofdstuk, waarin Seierstad beschrijft hoe Soeltan Kahn op zoek gaat naar een tweede vrouw. Hij was zestien jaar getrouwd met Sjarifa en had nu zijn oog laten vallen op de zestienjarige Sonja. Tegen de wil van de vrouwen in zijn familie in, opende hij de onderhandelingen met Sonja’s familie – die uiteindelijk zwicht voor het aanbod van de welgestelde boekhandelaar op leeftijd. Over Sonja zelf schrijft ze: „Ze wist dat ze de man niet wilde, maar ze wist ook dat ze zich naar de wens van haar ouders moest schikken […] Het geld dat haar ouders kregen, zou haar broers helpen om een goede vrouw te kopen.” Over Soeltans eerste vrouw: „Sjarifa huilde twintig dagen achtereen.”
Van zeer nabij vertelt ze de familieverhalen, over een van de eerste bruiloften in Kabul na het vertrek van de Taliban. Dit gaat gepaard met veel feestelijkheden en vreugde, maar steeds stuit je op de onmenselijke aspecten van het sociale systeem: „Een bruiloft is als een klein sterfgeval […] Men heeft een dochter verloren, verkocht of weggegeven.” Dat staat er zo scherp, omdat de bruid niet meer zomaar kan langskomen bij haar ‘eigen’ familie, daarvoor is toestemming van haar man nodig, zoals ze zich in het eerste deel van haar leven had te schikken naar haar moeder. Het huwelijk als overplaatsing van de ene gevangenis naar de andere. Zo’n beeld beklijft.
Frits Abrahams is met vakantie.
Wilt u het besproken exemplaar De boekhandelaar van Kaboel hebben? Mail dan naar [email protected]; het boek wordt onder inzenders verloot, de winnaar krijgt bericht.
Een paar jongelui, jaar of veertien denk ik, drentelen bij een tabakswinkel. Aarzelend komt een meisje naar mij toe. „Zou u misschien een pakje sigaretten voor ons willen kopen?” Ik antwoord dat ik roken te ongezond vind, en het daarom niet ga doen. Onmiddellijk komt er een ander meisje bij ons staan. „Mevrouw, dat ziet u verkeerd. Vapen is wel vijftig keer slechter dan roken, dus roken is een bewuste keuze.” Briljant.
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
Het moet iedereen opvallen, Gaza vormt een breuklijn. Onze cultuur van vrijheid, veiligheid, welvaart, van mensenrechten en democratische rechtsstaat, van ‘rule based’ betrekkingen, is in de schaduw geraakt. Oké, wéér zo’n moraalstukje, zult u denken, en 7 oktober dan? Maar ik ontkom er niet aan. Dan had het hier maar niet De Rechtsstaat moeten heten.
Internationaal zien we afbraak van mensenrechten, van autoritaire druk, van rechtsstatelijke recessie, van het negeren van internationaal recht, bij oorlog bijvoorbeeld. Rusland voert zonder legitieme aanleiding oorlog tegen Oekraïne, dat zich door de EU gesteund weet, maar niet voluit of eendrachtig. We zien internationale organisaties falen, vredesgezanten zijn werkeloos, VN-hulporganisaties worden afgeserveerd. 19de-eeuwse machtspolitiek is terug, met leiders als tiran, keizer of maffiabaas.
De recente NAVO-top hield de alliantie nog nét bij elkaar dankzij een gênant staaltje stroop smeren annex zelfbedrog. De échte vragen waren onbespreekbaar. Misschien kon het ook niet anders. Bestaan die westerse waarden waar de NAVO ooit artikel 5 voor schreef, nog wel? Doet een democratische rechtsstaat als beschermwaardig doel er nog toe? Of is alles machtspolitiek en dus retoriek en reality-tv?
Overal krijgen organisaties, overheden en werkgevers intern vragen. Hebben we vuile handen, laten we ons wel horen, doen we wat we kunnen om dit tegen te houden? Er zijn al twee Rode Lijn-demonstraties geweest met ruim 200.000 burgers. Vorige maand stuurde de (voormalige) top van de rechtspraak een open brief aan premier Schoof met de opdracht „voortvarend te handelen”, gezien de „bijzonder ernstige gevallen van schending van het internationale recht” die „onder onze ogen” plaatsvinden. De laatste keer dat ik de rechtspraak achter een spandoek kon betrappen, was bij de demonstratie van de duizend toga’s in Warschau, destijds tegen het knevelen van de Poolse rechtspraak.
De juristenbrief volgt de trend maar is ook bijzonder. Ook deze groep zegt: „Spreek Israël aan”. De sleutelzin: „Uithongeren en het bombarderen van burgerdoelen zijn oorlogsmisdrijven, en moeten onmiddellijk stoppen om te voorkomen dat genocide plaatsvindt.” Voorkomen dus – niet staken. Want zover is het Internationale Gerechtshof nog niet en dus kennen deze vijfhonderd juristen hun plaats.
Bij de NVJ, de beroepsvereniging van journalisten, deden we hetzelfde, onvermijdelijk. (Persoonlijk feit: ik ben er bestuurder.) Een ingezonden stuk, een brief aan de minister, een persoonlijke ledenoproep. Er zijn ruim 180 Palestijnse journalisten vermoord – de infrastructuur van Gaza wordt er gericht vernietigd, inclusief media. Met als doel de verdrijving van het hele volk. Het beneemt je de adem – alle humanitaire vooruitgang na WO II lijkt naar de filistijnen. Ook het wegkijken is terug.
Zoiets vreet aan je – ook aan je roeping als journalist. Daar horen juist distantie bij, evenwicht, wederhoor en objectiviteit, tenminste als ambitie. Dat valt voor velen nauwelijks meer op te brengen, merk ik. Het kwaad is te dominant. Dat objectiviteit veelal strijdig is met identiteit was een stap die de meesten allang hebben gezet. Iedere journalist is gevormd, opgeleid, heeft cultureel of historisch bepaalde opvattingen – om van gender maar te zwijgen. Bij ons beroep hoort ook engagement, activisme voor de waarheid, zeggen we tegen elkaar. En we zijn ook tegen onrecht, wat we dan verschillend invullen. Net als wat die waarheid dan is. Tegelijk willen de meeste journalisten dienstbaar zijn aan het verschil tussen feiten en meningen. Ik in ieder geval wel.
Gaza heeft ook dat opgeblazen. Althans voor velen. Dit is te groot. Gaat een journalist die op tijdreis in een slavenschip is beland, ook de kapitein wederhoor vragen over de omstandigheden in het ruim? Nee dus. Wie kan er nu nog afzijdig blijven, als kritisch-neutrale toeschouwer, als je voor je werk moet dealen met fascisten, oorlogsmisdadigers of potentaten? Daar zijn letterlijk geen woorden voor.
Is journalistiek juist niet inherent vóór de democratische rechtsstaat? En is het ‘neutraal’ verslag doen van ontkenningen, van het verdraaien, het goedpraten en wegkijken van genocide dan niet óók bijdragen aan het voortduren ervan? Of wordt dit te pijnlijk?
Journalistiek is nooit waardenvrij. De vraag lijkt mij urgent of journalisten niet uit de kast moeten komen – welk perspectief ze kiezen en waarom. Voor of tegen de democratische rechtsstaat. En dus tegen de krachten die dat willen opblazen.
Folkert Jensma is juridisch journalist en schrijft om de week op woensdag.
Ik dacht eigenlijk dat Biden als president Israël alle wapens leverde die het maar hebben wilde, maar daarin vergis ik me toch. Vorig jaar mei schortte hij de levering van 1.700 zware – 1.000 kilo – bommen op uit bezorgdheid dat het Israëlische leger daarmee burgers zou doden bij het toen ophanden zijnde offensief in dichtbevolkt Rafah, dat overigens gewoon doorging. Inmiddels zijn in 21 maanden vernietigingsoorlog in Gaza meer dan 58.000 Palestijnen gedood. En in november bevroor Biden de levering van 134 Caterpillar D9 bulldozers. Jazeker ook een wapen (zij het met de koosnaam ‘Doobi’, teddybeer), want die worden in bezet Palestijns gebied gebruikt om huizen en andere gebouwen plat te walsen. En niet om het stadsbeeld te verfraaien. Daar was toen in Washington nogal wat protest tegen, met name waar het de Gazastrook betrof. Het zal u niet verrassen dat Trump Bidens beperkende maatregelen meteen na zijn aantreden als president in januari ongedaan maakte.
Het gaat me vandaag om de bulldozers, want die werden uiteindelijk afgelopen week per schip afgeleverd in Haifa, en meteen afgevoerd voor bepantsering. De nieuwe voorraad is dringend nodig, niet alleen om de laatste resten bebouwing in de Gazastrook te pletten maar ook op de Westelijke Jordaanoever. Daar zijn Caterpillars de afgelopen maanden goed zichtbaar op X en andere sociale media bij het platbulldozeren van woningen en andere gebouwen in Palestijnse vluchtelingenkampen in Jenin en Tulkarem. De kampen van Palestijnen die in 1948 en 1967 voor oorlogsgeweld van elders zijn gevlucht, zijn bolwerken van verzet tegen de Israëlische bezetting. Het doel van legeroffensief Iron Wall is – want nog niet klaar – straatjes tot straten te verbreden door gebouwen die letterlijk in de weg staan met de grond gelijk te maken. Zodoende wil het leger zich structureel ruime toegang verschaffen op zoek naar dat verzet.
Veelzeggend intermezzo: de verwoestingen werden op 2 juli stopgezet in opdracht van het Hooggerechtshof na een desbetreffend verzoek van de mensenrechtenorganisatie Adalah namens elf inwoners van een kamp in Tulkarem. Daar legde het leger zich niet bij neer en de volgende dag kreeg het toestemming van het Hof verder te gaan slopen in het geval van „dringende gevechtsnoodzaak of doorslaggevende veiligheidsoverwegingen”. Die zijn er altijd wel, zo bleek uit beelden van de afgelopen dagen.
De Caterpillars gaan vandaag of morgen een hoofdrol spelen in de sloop van de laatste twaalf dorpjes in het gebied van Masafer Yatta, ten zuiden van Hebron, weten de 1.200 inwoners. Ik heb er vaker over geschreven, of u heeft het misschien gezien, inclusief Caterpillars, in No Other Land, het verhaal van de Palestijnen die geleidelijk worden weggebulldozerd uit wat ook wel Schietzone 918 heet van het Israëlische leger. De documentaire werd dit jaar met een Oscar bekroond, maar voor Masafer Yatta heeft dat geen verschil gemaakt. De Israëlische autoriteiten ruimden vorige maand de laatste juridische mogelijkheden van verder verzet uit de weg onder verwijzing naar de noodzaak dat het leger oefent in verband met – alweer – de veiligheid. Mensenrechtenorganisatie B’Tselem sprak van „minachting van internationaal recht”. Caterpillar is een van de bedrijven die aan de paal worden genageld in het nieuwste rapport van VN-rapporteur Mensenrechten in bezet Palestijns gebied, Francesca Albanese, From Economy of Occupation to Economy of Genocide.
Ja, dat internationaal recht. De complete Israëlische bezetting van alle Palestijnse gebieden, de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem, is illegaal, zo heeft het Internationaal Gerechtshof op 19 juli 2024 uitgesproken. Israël moet van het Hof zo snel mogelijk een einde maken aan zijn bezetting, de nederzettingen in bezet gebied ontmantelen en Palestijnse slachtoffers compenseren. En stoppen met bulldozeren natuurlijk. Gelooft u het? Serieus, bestaat het internationaal recht nog?
Carolien Roelants is Midden-Oostenexpert. Ze schrijft om de week een column.