Het olympische zwembad in Saint-Denis is er voor topsport en om meer kinderen te leren zwemmen

Het is vandaag zó druk dat niet alleen de fotograaf maar ook directeur Grégorie Lartigot (46) even een fotootje maakt. „Zoveel bezoekers tegelijk hebben we nog niet gehad”, zegt hij met een mix van enthousiasme en bezorgdheid. Voor de twee balies die nog naar nieuw hout ruiken, ontstaan meterslange rijen kinderen met zwembandjes onder de arm, tienerjongens in voetbalshirts en gezinnen met buggy’s vol zwempakken en pakjes frisdrank.

Ze komen om te ontsnappen aan de bloedhitte – het is deze dinsdag 38 graden – en een duik te nemen in het Centre Aquatique Olympique Métropole du Grand Paris, het zwembad en sportcentrum dat werd gebouwd voor de Olympische Spelen in Parijs van 2024. Begin juni werd het voor het publiek geopend. Het zwembad met zijn gewelfde dak ligt in de noordelijke voorstad Saint-Denis, pal tegenover het Stade de France – vanaf de duikplank kun je het beroemde voetbalstadion zien.

Het zwembad is een voorbeeld van de olympische ‘nalatenschap’: de Spelen moesten bijdragen aan het opkrikken van Seine-Saint-Denis, het armste departement van Frankrijk, waarvan Saint-Denis de hoofdstad is. De organisatie wilde dat alles wat voor de Spelen werd gebouwd, daarna ten goede zou komen aan de bevolking van dit voormalige industriegebied. Om dezelfde reden worden de ‘dorpen’ voor de sporters en journalisten elders in het departement omgebouwd tot appartementen en kantoren.

Foto’s Valentina Camu

Lees ook

Kunnen de Spelen de geplaagde Parijse buitenwijken transformeren in ‘het nieuwe Brooklyn’?

Journalisten kijken tijdens een rondleiding naar de gebouwen van het atletendorp in Saint-Denis, afgelopen juni.

Topsporters en gewone mensen

„Het sportcentrum heeft een dubbele functie”, zegt Lartigot tijdens een rondleiding. „Het is er allereerst voor de ontwikkeling van topsport.” De directeur laat een ruimte zien waar schoonspringers kunnen oefenen met trampolines en baden gevuld met schuimblokken en vertelt glunderend dat volgend jaar de WK zwemmen in het olympische bad plaatsvinden. „Maar het is er ook voor het grote publiek en dan vooral de bewoners van Seine-Saint-Denis.” Die kunnen hier terecht om te zwemmen, maar er zijn ook gloednieuwe padelbanen, een klimhal en fitness- en yogaruimtes.

Driekwart van de bezoekers in de eerste weken na de opening kwam uit Seine-Saint-Denis, zegt Lartigot. Ook alle bezoekers met wie NRC spreekt, komen uit het departement. Deze dinsdag zijn ze vooral in het water te vinden. Het grote bad is opgedeeld in een paar stroken waar baantjes worden getrokken en een strook waar een opblaasbare stormbaan is geplaatst. Kinderen, maar ook volwassen mannen rennen er gierend overheen. In een tweede bad spelen ouders en nounous (kindermeisjes) met kleine kinderen in ondiep water.

Een voetgangersbrug verbindt het Zwembad met het Stade de France in Saint Denis

foto valentina camu

„We zijn trots dat dit zwembad in onze stad staat”, zegt student Adama Bagayoko (19) uit Saint-Denis, die met drie vrienden met rode ogen uit het water komt. „Tijdens de Spelen zagen we op tv de wedstrijden in dit zwembad, we zagen hoe [Fransman] Léon Marchand steeds weer won – dat maakte dat we zelf ook zin hadden om hier eens te gaan zwemmen.”

Het bevalt ze goed. „Ik ging eerder naar een ander zwembad in het centrum van Saint-Denis, maar dat is heel klein en het is er vies – het water is soms helemaal geel.” Ook andere bezoekers zijn enthousiast, zoals de 42-jarige bewaakster Maud Belhocine, die voor de tweede dag op rij met haar drie kinderen in het zwembad is – vandaag is ook haar man mee. „Vanwege de hittegolf is het zwembad in het centrum van Saint-Denis gratis opengesteld, dus daar is het nu veel te druk.” Haar tienerdochter Maïssa is er blij mee. „In het andere zwembad zijn geen duikplanken terwijl hier hele mooie zijn”, zegt ze met twinkelende ogen. De planken zijn bovendien van olympische afmetingen.

Naast het Centre Aquatique Olympique zijn rondom de Spelen nog zes zwembaden in Seine-Saint-Denis gerenoveerd of gebouwd. En dat is geen toeval. „De zwemvaardigheid in dit departement ligt lager dan in alle andere Franse departementen”, zegt Lartigot. „De helft van de kinderen kan niet zwemmen als zij op hun elfde naar de brugklas gaan. Dat is catastrofaal en heeft geleid tot ongelukken en verdrinkingen.” Scholen zijn volgens de Franse wet verplicht zwemles aan te bieden, maar dit gebeurt in praktijk niet altijd omdat er niet genoeg zwembaden zijn.

Het olympische zwembad zal na de zomervakantie dan ook gebruikt worden voor zwemlessen van scholieren uit Seine-Saint-Denis. „We kunnen vanaf half september jaarlijks 2.100 leerlingen zwemles geven.” Dat is goed nieuws, zegt ook lerares Clémence Prieur (36), die met haar partner en vierjarige dochter Ava is komen zwemmen. „Op mijn school kunnen sommige leerlingen in de vierde klas nog steeds niet zwemmen!” Haar school heeft onlangs een samenwerking gesloten met een van de andere nieuwe zwembaden.

Lees ook

Vanaf zaterdag mogen Parijzenaren weer zwemmen in hun Seine. ‘Superschoon is het niet’

Een van de drie zwembaden aan de Seine, die zaterdag open gaan. Parijzenaren kunnen hier tot 31 augustus verkoeling zoeken. Foto Aurelien Morissard/AP

Hoge prijzen

Ouders kunnen ook zelf hun kinderen op zwemles doen. Dat kan echter niet iedereen zich veroorloven in het departement waar één op de tien inwoners werkloos is: een lesje babyzwemmen in het goednieuwe zwembad kost 20 euro, een „intensieve stage” van tien gewone zwemlessen kost 105 euro. Ook de kosten voor een gewoon toegangskaartje zijn hoger dan andere zwembaden – al krijgen omwonenden korting. De kortingsprijs voor volwassenen is 5,80 euro, het goedkoopste kaartje voor kinderen vanaf acht jaar kost 3,90 euro. In een zwembad even verderop betaal je als volwassene 3 euro en 1 euro als kind.

foto valentina camu

„Ik was vandaag 30 euro kwijt voor de hele familie”, zegt Maud Belhocine terwijl het water van haar krullende haar druipt. „Ik heb al tegen de kinderen gezegd dat we hier niet iedere dag heen kunnen gaan.” Ook Clémence Prieur en Adama Bagayoko en zijn vrienden vinden de prijs hoog. Bagayoko’s vriend Roman Belhocine (19, geen familie van Maud Belhocine) zegt dat „je een baan moet hebben” wil je naar dit zwembad kunnen. „Als ik vrijdag hoor dat ik mijn eindexamens niet heb gehaald, zie je me hier niet meer terug.”


Opinie | Grutto’s en boeren gaan niet samen: durf te kiezen

Er zijn in de afgelopen decennia vele miljoenen euro’s uitgegeven aan agrarisch natuurbeheer. In 2024 alleen al kregen boerenbedrijven 88 miljoen euro subsidie om het landschap te verbeteren en weidevogels als de grutto en de kievit beter te accommoderen. Daarbij gaat het om maatregelen als plas-dras (waterstand tijdelijk vrijwel gelijk aan het maaiveld), het inzaaien van meer kruidenrijk grasland, en vertraging van het eerste maaimoment van het jaar – de zogenoemde eerste snede. De bedoelingen zijn goed, maar toch is de gruttostand in vrije val. Waren er begin jaren zeventig nog zo’n 120.000 broedparen, nu zijn het er nog maar 30.000. Als het zo doorgaat, broedt in 2035 de laatste grutto haar eieren uit, met subsidie.

Het ligt niet aan boeren. Die zijn terecht trots op hun land en hun vakmanschap. Het ligt ook niet aan de ecologen, die al decennialang aan de bel trekken. Maar het beleid is fundamenteel verkeerd ingericht. We blijven als land hopen op een gulden middenweg: een boerderij waar economische rendabele voedselproductie samengaat met weidevogelbeheer. Maar die middenweg bestaat niet en het wordt tijd om dat onder ogen te zien.

De oudste van het gezin Boersma, Auke, groeide op als boerenzoon in het veenweidegebied rond Staphorst en Rouveen. Hij herinnert zich nog hoe het landschap er tot eind jaren 50 van de vorige eeuw uitzag, vóór de intensivering. Langgerekte percelen die zich als linten uitstrekten achter de boerderijen. De laagste stukken lagen het verst weg en stonden in de winter vaak langdurig onder water.

Als het zo doorgaat, broedt in 2035 de laatste grutto haar eieren uit, met subsidie

Deze graslanden werden niet of nauwelijks bemest. Niet uit natuurbescherming, maar uit gebrek. Het was de tijd voor kunstmest, en de beschikbare ruige stalmest raakte op voordat je achter op het perceel kwam. Van deze zeer extensieve graslanden is nu nog maar een paar honderd hectare over, terwijl begin vorige eeuw meer dan 100.000 hectare er zo bij lag, verspreid over Nederland. Deze graslanden hadden unieke, zeer kruidenrijke vegetatie.

De hele bedrijfsvoering was destijds bovendien minder intensief dan we beseffen. Koeien gaven 4.000 à 5.000 liter melk per jaar, tegenover 10.000 tot 11.000 liter nu; een verschil van 50 tot 70 procent. Vee liep met 1 koe per hectare in de weide, nu is dat het dubbele. Het gras werd pas in juni of juli gemaaid, als de meeste kuikens al konden vliegen. En juist dat werkte: de grutto’s broedden rustig en kuikens konden veilig foerageren in de natte weiden. Tegenwoordig wordt er soms al in april gemaaid – een doodvonnis voor nesten en kuikens.

Er waren destijds ook minder predatoren, dat klopt. Maar minstens zo belangrijk: die natte, moeilijk toegankelijke graslanden boden bescherming. Vossen liepen daar niet graag, net zomin als marters. De grutto kreeg de tijd.

Biologische bedrijven al te intensief

Als we serieus zijn, moeten we erkennen dat die tijd voorbij is. Moderne melkveehouderij en weidevogelbeheer laten zich niet combineren, ook niet met wat extra plas-dras of kruidenrijk gras. Zelfs biologische bedrijven zijn te intensief geworden. Wie écht weidevogels wil redden, moet bereid zijn de productie met meer dan de helft terug te schroeven en het hele bedrijfssysteem om te gooien. En dat gaat met het huidige beleid niet gebeuren. Niet op grote schaal en niet zonder gigantische kosten.

Wat dan wel? Scheiding. Een duidelijke scheiding tussen gebieden voor voedselproductie en gebieden voor natuur. We moeten stoppen met half werk, met strooien van subsidie over landschappen die in de kern niet geschikt zijn voor vogels. In plaats daarvan moeten we vol inzetten op boerenlandvogelreservaten die wél functioneren. Groot, nat, voedselarm, en stil.

Er zijn aanknopingspunten. Neem de Waddeneilanden. Boeren daar ontvangen een gewone melkprijs, terwijl hun melk per boot het eiland af moet en al het veevoer en meststoffen óók per boot aangeleverd moeten worden. Een ecologische en economische anomalie, waarvan de kosten via zuivelcooperaties als FrieslandCampina door andere boeren worden gedekt. Waarom gebruiken we die eilanden niet voor échte extensieve melkveehouderij, gericht op weidevogelbeheer? Het klimaat is geschikt, de schaal is overzichtelijk, en de publieke kosten zijn relatief beperkt.

Ook op het vasteland zijn er kansen. In delen van Friesland, het Groene Hart en de veenweiden rond Utrecht liggen gebieden waar we kunnen kiezen. Niet alleen voor de grutto, maar ook voor de kievit en de kemphaan. Dat is niet goedkoop, maar de kosten zijn helder en de winst is zichtbaar. En vooral: het werkt. In tegenstelling tot het huidige beleid, dat vooral voortborduurt op het idee dat alles tegelijk moet kunnen.

Dit is niet wat mensen graag horen. Ook wij niet. We zijn opgegroeid met het idee dat landbouw en natuur samen kunnen gaan, en dat boeren landschapsbeheerders zijn. Maar het landschap van toen is niet meer. En de boer van nu is producent in een mondiaal voedselsysteem. Wie de grutto echt wil redden, moet niet blijven hangen in nostalgie of goede bedoelingen. Hij moet durven kiezen.

Lees ook

Grutto’s fokken kan helpen, maar de ‘charismatische wader’ blijft bedreigd

Een grutto (Limosa limosa) in natuurgebied de Surhuizumer Mieden.


Filosoof María Zambrano wordt in Spanje steeds populairder, ze pleit voor meer poëzie in de filosofie

‘Nog steeds wordt de filosofie beschouwd als een pure, systematische vorm van denken”, schrijft de Spaanse filosofe María Zambrano in haar essyabundel Over kennis van de ziel uit 1950. „Maar is dit de enige vorm waarin de filosofie uitdrukking vindt?” Niet voor niets manifesteert wijsgerig denken zich immers in een veelvoud van vormen en genres: „belijdenissen, gidsen, meditaties, dialogen, epistels, korte verhandelingen en vertroostingen”, zo schrijft ze.

In het omvangrijke oeuvre dat Zambrano tussen de jaren dertig en haar dood in 1991 op haar naam bracht, heeft ze geprobeerd stem te geven aan de ‘poëtische rede’ die de wijsbegeerte op die manier omgeeft. Niet alleen in wat officieel voor ‘filosofie’ doorgaat wordt er over het bestaan nagedacht. Ook in genres die eerder tot de literatuur worden gerekend gebeurt dat.

Zonder dat brede veld zou de filosofie volgens Zambrano zelfs nooit tot stand hebben kunnen komen. En ook vandaag de dag kan zij het niet stellen zonder de inspiratie daarvan, al houden beroepsfilosofen die, gehecht als ze zijn aan haar methoden en rationaliteit, het liefst flink op afstand. „Alle poëzie”, schrijft ze, „schept iets wat voorafgaat aan het denken en wat het denken niet kan vervangen.” In zo’n 35 boeken over wijsbegeerte, religie, mystiek, politiek en literatuur heeft zij geprobeerd die oergrond te beschrijven en te peilen.

Spaanse Burgeroorlog

Gemakkelijk ging dat niet, om te beginnen omdat haar leven met het einde van de Spaanse Burgeroorlog flink ontworteld raakte. Als briljante leerlinge van de Spaanse filosoof Ortega y Gasset, die zij altijd als haar leermeester is blijven vereren, zag zij haar toekomst met de komst van het Franco-regime de bodem in geslagen. Ze vluchtte naar Frankrijk, Mexico, Cuba, vond na lange tijd rust in de Franse Jura en uiteindelijk in Genève – maar steeds op afstand van de academische wereld waarin haar ster had kunnen schitteren.

Pas in 1984 kwam er een einde aan Zambrano’s ontworteling. Op 70-jarige leeftijd keerde ze terug naar Spanje, waar haar werk gaandeweg weerklank had gevonden. Dat culmineerde in 1988 in de toekenning van de Cervantes-prijs, de hoogste literaire bekroning van de Spaanstalige wereld, die zij als eerste vrouw ontving. Toch duurde het nog tot ver na haar dood dat haar naam internationaal weerklank kreeg. Met de nu verschenen bloemlezing uit haar bundel Over kennis van de ziel is er voor het eerst ook in het Nederlands iets van haar werk beschikbaar gekomen.

Dat is geen slechte keuze. Ook zelf wijst Zambrano regelmatig naar dit boek als een sleuteltekst in haar oeuvre. Het begrip ‘ziel’ speelt daarin een centrale rol. Die vormt, zoals zij zelf schrijft, „dat stuk van de kosmos” dat in de mens achterbleef „tussen de natuur en het ik van het idealisme”. Anders gezegd: de mens is méér dan zijn heldere verstand. Hij is verbonden met de materie, die zich – meer dan in het hoog opwiekende denken van filosofie en wetenschap – doet gevoelen in het alledaagse bestaan, waarnaar Zambrano steeds weer terug wil.

Zelf zoekt zij naar een rede die „het gehele leven van de mens” omvat en die zij vooral tot uitdrukking ziet komen in de poëzie en literatuur in bredere zin. Want, zo zou zij later schrijven, „de roman is het literaire genre dat de ambiguïteit van het menselijk bestaan het beste weet weer te geven”. De filosofie daarentegen „uit zich in een betogende, onpersoonlijke vorm, zoals alle wetenschappen”. Als voorbeeld van hoe het wel zou moeten citeert ze in Over kennis van de ziel de duistere Griekse denker Heraclitus: „De wijze spreekt noch verbergt: hij toont.” Hij laat, met andere woorden, in zijn gedrag zien wat een ware filosofische levenshouding inhoudt. Wittgenstein had het in zijn Tractatus een paar decennia eerder al niet veel anders gezegd.

Oergrond

Als alternatief voor de filosofie in strikte zin wijst Zambrano in dit boek vooral op genres die daardoor nooit helemaal serieus genomen zijn, omdat ze niet zoeken naar algemene uitspraken maar zich richten tot concrete, specifieke mensen. De levenservaring die ze doorgeven reikt gewoonlijk echter verder dan die van de particuliere raadgeving en wortelt in de grond van waaruit iedereen leeft.

Waarin die grond precies bestaat, blijft bij Zambrano nogal vaag. Dat kan misschien niet anders, omdat alleen de poëzie (en de mystiek) deze volgens haar kunnen uitdrukken en de filosofie een systematiek probeert aan te brengen die zich onvermijdelijk in abstracties verliest. Liever dan naar concepten grijpt zij dan ook naar metaforen „om een werkelijkheid weer te geven die niet direct getoond kan worden […] maar ook niet ongenoemd mag blijven”.

Terwijl de filosofie zich gretig bedient van de metafoor van het licht en het zien, waarmee de werkelijkheid ongemerkt op een afstand wordt geplaatst (ik kijk naar de wereld), is de metafoor van het hart steeds verder naar de achtergrond geschoven. Het hart is verweven met de wereld in haar meest alledaagse gestalte, en het is daar dat de filosofie haar voedingsbodem moet zoeken, aldus Zambrano.

In een cultuur die slechts op rationaliteit, wetenschap en techniek gericht is „blijven de ziel en het hart leeg”, zo schrijft zij. Zo kon het gebeuren dat de kunst werd „gereduceerd tot propaganda; de filosofie tot een simpele wetenschappelijke methode; de wetenschap zelf tot een najagen van het nuttige”. Die cultuurkritiek, waarin duidelijk de stem doorklinkt van Ortega’s De opstand van de massamens, is er inmiddels alleen maar urgenter op geworden en dat verklaart Zambrano’s toenemende populariteit buiten de strikte vakfilosofie.

Toch snak je bij het lezen van Over kennis van de ziel soms naar íets meer discipline en gestructureerde argumentatie. Zambrano laat vrijelijk haar gedachten gaan over het thema dat haar op dat moment bezighoudt. Dat leidt tot een meanderend, parlando-achtig schrijven waaraan je je moet willen overgeven – of niet. Sterk leunend op het Spaanse taaleigen werkt zo’n tekst extra bevreemdend wanneer de vertaling, zoals in dit geval, weinig rekening houdt met het verschil ten opzichte van wat in het Nederlands als een ‘natuurlijke’ spreekwijze wordt ervaren.

Zambrano suggereert in de nu vertaalde essays meer dan ze beargumenteert en ook al zijn die suggesties niet onzinnig, voor een nuchterder ingestelde lezer leidt dat af en toe tot een zeker ongemak. Over kennis van de ziel maakt nieuwsgierig maar overtuigt vooralsnog maar half. Aan de rest van Zambrano’s oeuvre, dat momenteel in Spanje in zeven delen wordt uitgegeven, is het om zich voor de andere helft te bewijzen.


Een reis langs persoonlijke worstelingen op de Parade

Aanstormend talent, vertrouwde Parade-gezichten en oude rotten in het vak proberen in het Haagse Westbroekpark bezoekers weg te lokken van de draaimolen en eettentjes, richting hun tent. Tijdens de 35ste editie van het rondreizende theaterfestival vormen zich voortdurend rijen voor de speeltenten. „Jullie weten wat uitverkocht betekent: indikken!” roept een ticketverkoper bij zaal 4, een van de kleinste podia op het terrein.

In zaal 4 ligt een nep-hert tussen hangplanten. De broeierige warmte en het plakkerige zweet geven de ruimte iets van een jungle. Toch speelt DuoPethotti zich af in de polder van Nederland.

Lara Peters en Femi van Elshuis, studenten aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunstacademie, blijven in de rollen als Yvonne en Roelien dicht bij hun eigen gen-Z-generatie. Ze ontmoeten elkaar tijdens de Women’s March in Amsterdam. Met een fles Aperol Spritz besluiten ze het land door te marcheren, buiten de Randstad, waar ze nog nooit zijn geweest.

De opgewekte, activistische energie maakt al snel plaats voor innerlijk conflict. In rap tempo trekken actuele dilemma’s en kopzorgen voorbij: woningnood, klimaatangst, eenzaamheid. Een moreel ongemak rond het gebruik van ChatGPT wordt een symbool van de dilemma’s. „Bij elk ingevoerd woord wordt er een boom gekapt”, zeggen ze, om vervolgens aan het AI-model te vragen: „Op welke vogel lijk ik?”

In dertig minuten ontvouwt zich een herkenbare zoektocht voor veel gen-Z’ers: hoe blijf je een ‘goed’ mens in een wereld vol tegenstrijdigheden? De boodschap is raak en actueel, al blijven de beginnende makers wat hangen in herhaling. Een duidelijke spanningsboog ontbreekt, waardoor het halve uur precies genoeg blijkt.

Campagnebeeld van Lara Peters en Femi van Elshuis voor hun voorstelling ‘DuoPethotti’. Foto Casper Koster

Jazz en poëzie

Ook Gershwin Bonevacia brengt een innerlijke reis naar het podium in Gershwin Unplugged. Samen met zijn jazzband presenteert hij zijn debuutalbum Omhoog, waarin persoonlijke groei en het najagen van dromen centraal staan.

Vanaf de eerste woorden weet Bonevacia te betoveren, ondersteund door de warme klanken van gitaar, piano, drums en zang. Maar bovenal met de kracht van zijn poëtische taal: „Omhoog gaan betekent soms omlaag of terug. De kracht zit niet in wie je bent, maar in het uitbreiden van wat dat betekent.” Je zou elk woord willen vangen en bewaren, om jezelf aan te herinneren als het tegenzit.

Het is weliswaar geen klassiek theater en hoewel Bonevacia zichzelf ziet als „schrijver en dichter die een poging doet muzikant te zijn”, blijken hij en zijn band helemaal thuis op de Parade.

Gershwin Bonevacia tijdens de voorstelling ‘Gershwin Unplugged’. Foto Erik van ‘t Hof

Traumatherapie met een knipoog

„Wij gaan in traumatherapie, traumatherapie, traumatherapie! Alle prikkels verdraag ik niet!”

Geheel in het thema van persoonlijke ontwikkeling en zelfreflectie begeleiden Monique Klemann en Lucretia van der Vloot zingend een traumatherapiesessie. Bekende nummers als ‘Voulez-Vous’ van ABBA en ‘Gypsy Woman’ van Crystal Waters krijgen een frisse twist met de muzikale begeleiding van pianist Jan Robijns.

Tussen de zelfspot, lichte teksten en vrolijke melodieën snijdt het zangduo zwaardere thema’s aan: ouder worden, liefdesverdriet, angsten en discriminatie. Dat doen ze vooral samen, maar ook met een eigen solo. Klemann zingt een melancholisch liefdeslied: „Ik sluit mijn ogen, tel tot vier, als ik ze open doe sta jij weer hier”, en Van der Vloot gebruikt lichte ironie om de onzekerheid over haar billen aan te kaarten: „Wij waren nooit vriendinnen, mijn achterkant en ik.”

In een gezamenlijk nummer over slavernij delen ze hun ervaringen met discriminatie. Het thema is beladen, maar de toon blijft licht, zonder tekort te komen aan overtuigingskracht.

De zuivere uithalen, sterke mimiek en een positieve energie maken de voorstelling een aanstekelijke therapiesessie die verrassend goed werkt.

Wie had gedacht dat traumatherapie, een wandeling door de polder en een poëtisch jazzoptreden zo opbeurend konden zijn? De Parade blijkt een gepaste plek om persoonlijke worstelingen te bevragen en er samen om te lachen.

Zangeres Monique Klemann en pianist Jan Robijns in de voorstelling ‘Traumatherapie’. Foto Erik van ‘t Hof


Duizenden Afghanen na datalek in geheim naar VK gebracht, uit vrees voor Taliban

De Britse overheid heeft in 2023 zo’n 4.500 Afghanen in het geheim naar het Verenigd Koninkrijk gebracht. Het reddingsplan werd haastig opgesteld nadat een medewerker van de het Britse ministerie van Defensie in februari 2022 per ongeluk namen en contactgegevens van ruim 18.000 Afghanen, die in het verleden samenwerkten met de Britten, had gelekt. Uit vrees voor de Taliban, die in 2021 de macht herwon, wilden zij vertrekken naar het VK.

In 2023 ontdekte de overheid het lek omdat de persoonsgegevens van negen personen uit de dataset online verschenen. Ook verschillende journalisten waren op de hoogte. Maar de Britse regering, toen nog onder leiding van de conservatieve premier Rishi Sunak, diende een geheimhoudingsbevel in bij het Hooggerechtshof.

John Healey, de huidige Britse minister van Defensie, verklaarde dinsdag aan het parlement dat het gerechtelijke bevel wordt ingetrokken. „Het geheimhoudingsbevel is al bijna twee jaar van kracht. Gedurende die tijd hebben acht mediaorganisaties en hun journalisten een verbod gekregen om te berichten over de kwestie”, zei Healey. „Geen enkele regering wil op deze manier informatie achterhouden voor het Britse publiek, parlementariërs of de pers.” Healey bood tevens zijn excuses aan voor het lek.

De reddingsoperatie, die zeker 400 miljoen pond (zo’n 460 miljoen euro) kostte, wordt nu stilgelegd. Uit een onafhankelijk onderzoek blijkt dat de gelekte gegevens bijna vier jaar na het begin van het Talibanbewind „mogelijk niet zo wijdverspreid zijn als aanvankelijk werd gevreesd”. Ook is er „weinig bewijs van de intentie van de Taliban om een vergeldingscampagne te voeren”. Hiermee concludeerde de onderzoekers dat de operatie „mogelijk niet in verhouding staat tot de werkelijke impact van de gelekte data”. Volgens de Taliban geldt amnestie voor voormalige medewerkers van buitenlandse militairen, zolang ze zich vreedzaam gedragen. Of die amnestie ook in praktijk wordt uitgevoerd, is niet duidelijk.

Volgens minister Healey zijn er nog ongeveer zeshonderd mensen in Afghanistan die eerder al een bevestiging kregen dat ze naar het VK mogen komen. Die groep zal nog wel worden overgebracht.

Lees ook

Deze twee Afghanen werkten voor de Nederlandse krijgsmacht: nu leven ze ondergedoken

Een Afghaanse bewaker van het Nederlandse Kamp Holland in Tarin Kowt (hij is niet geïnterviewd voor dit verhaal).  Foto Ilvy Njiokiktjien/ANP


Tv-recensie | Hoopvolle documentaire ‘De Buurtrechter’ zoekt naar meer menselijkheid in het recht

De magistraten dragen nog wel toga’s maar verder gaat alles anders in de buurtrechtbank van Amsterdam-Zuidoost. De betrokkenen staan niet tegenover elkaar, maar zitten met elkaar aan tafel in een soort buurthuis. Ook zijn er hulpverleners aanwezig zodat de rechter niet alleen straffen oplegt maar ook hulp aanbiedt. In de wachtruimte komen buurtkinderen op de koffieautomaat af om warme chocolademelk te maken.

De hoopvol stemmende documentaire De buurtrechter (NPO Doc, NPO2) gaat over het werk van Maria Leijten, een van de strafrechters die in de buurtrechtbank werkt. We zien haar rechtspreken en op bezoek gaan bij hulpverleners in de buurt. Heel ernstig zijn de behandelde strafzaken niet. Een verslaafde man heeft een pak biomelk, Robijn wasverzachter en twee pakken Ariel wasmiddel gestolen. Een moeder heeft haar woning onderverhuurd aan wietkwekers. Een jongen heeft in een dronken ochtendroes zijn hulpverleners bedreigd.

Net als in Vergeven of vergelden zoekt Van Heemstra naar meer menselijkheid in het recht. In die vorige documentaire was te zien hoe het niet moet: ze filmde een strafzaak waarin de rechter en de verdachte in totaal andere werelden verkeerden. Door een rechtbank in een buurt te vestigen, dichtbij de bewoners, hopen de betrokkenen bij te dragen aan „oplossingsgerichte rechtspraak”. Ze hopen ook de kloof tussen burger en overheid te verkleinen, en het vertrouwen in het recht te vergroten.

Opmerkelijk is hoe vriendelijk en op gelijke voet de rechter met de verdachten probeert te praten. De verdachte moet gehoord worden, dat is essentieel. Om dit te onderstrepen laat Van Heemstra de kinderen in de wachtkamer voorlezen uit de roman De vreemdeling van Camus. Hierin vertelt een moordenaar dat hij tijdens zijn proces zelf niets mag zeggen. Hij heeft het gevoel dat de rechtszaak niet om hem gaat.

Tijdens haar werkbezoek spreekt Maria Leijten ook met Gideon Everduim. De activist relativeert indirect de goede bedoelingen van de buurtrechter. Zuidoost is volgens hem een voortzetting van ‘de plantage’ met andere middelen. Nog steeds worden zwarte mensen onderdrukt in een wit systeem.

Met dat in het hoofd valt op dat de rechters, de advocaten en officieren van justitie allemaal wit zijn. De verdachten en buurtbewoners zijn allemaal van kleur. Die kloof kan ook de buurtrechter niet overbruggen. De enige keer dat we zwarte gezichten zien in de toga’s is als kinderen een rechtszaak naspelen. Ze veroordelen een klasgenoot tot het schoonmaken van de graffiti die hij op een schuur spoot.

Mechanische haaien

De haai uit de thriller Jaws (1977) werd zo beroemd omdat hij nauwelijks in beeld komt. Eigenlijk heet hij Bruce, vernoemd naar de advocaat van Steven Spielberg. De beginnende filmregisseur leek zich lelijk te vertillen aan de film. Hij kreeg een zenuwinzinking en had nog jaren nachtmerries over de opnames. De lekkere documentaire Jaws @ 50: The Definitive Inside Story (National Geographic) van Laurent Bouzereau lijkt op andere documentaires over rampzalig verlopen filmopnames, zoals Hearts of Darkness.

Spielberg wilde per se in de echte oceaan filmen wat grote logistiek problemen opleverde, en een miljoenen kostende vertraging. De drie mechanische haaien die hij liet bouwen waren 80 procent van de opnametijd in reparatie, mede doordat ze niet tegen zout water konden. Dus moest Spielberg de film goeddeels zonder haai schieten. Pas na anderhalf uur komt Bruce in beeld. Dat bleek – bewust of onbewust – een meesterzet: de haai als een onzichtbare dreiging bleek essentieel voor het enorme succes van de film.


Als de ervaren bondscoach Pia Sundhage iets in haar hoofd heeft, dan gebeurt het

Pia Sundhage, bondscoach van EK-thuisland Zwitserland, was in de aanloop naar het toernooi hoofdpersoon in een mediastormpje. Er zou onrust zijn in haar selectie, omdat ze de duimschroeven had aangedraaid, ook bij geblesseerde speelsters. Wilden die niet meedoen aan een oefenduel? Jammer, maar dan verspeelden ze hun kans op EK-deelname.

Vooral Blick was kritisch. Sundhage „houdt koppig vast” aan een systeem met vijf verdedigers, schreef de Zwitserse krant. De bondscoach had „geen duidelijk plan”. Waarom maakte ze pas zo laat haar definitieve selectie bekend, en riep ze maar liefst 36 speelsters op in de voorbereiding?

Hoe anders is de stemming voor de kwartfinale tegen Spanje, vrijdagavond. ‘Land viert feest nadat de ploeg zich voor het eerst voor EK-kwartfinales heeft geplaatst’, schreef Blick. Er was lof voor het feit dat Sundhage in de tweede helft van het laatste groepsduel tegen Finland met speelsters als Leila Wandeler (19) en Sydney Schertenleib (18) voor de aanval ging bij een achterstand. Dat werd bekroond met een cruciale gelijkmaker in blessuretijd.

Tijdens een diner voorafgaand aan de WK-finale speelde Pia op haar gitaar. Ik dacht: die is helemaal zichzelf

Moya Dodd, oud-international Australië

Zo’n instelling is typisch voor de 65-jarige Sundhage, weten mensen die met haar hebben gewerkt. De in Zweden geboren coach heeft lef en volgt nadrukkelijk haar eigen koers.

Zo was ze als meisje al, vertelt haar zes jaar oudere zus Ingalill Sundhage, een voormalig journalist, vanuit Zweden. „Zeiden mijn ouders dat ze iets niet mocht, wat overigens niet vaak voorkwam, dan ging ze dat júist doen. Als Pia iets in haar hoofd had, dan kreeg ze het voor elkaar, op wat voor manier dan ook.”

Ondanks die grote dadendrang is Sundhage „altijd menselijk en bescheiden gebleven”, zegt goede bekende Moya Dodd, oud-international van Australië, die haar voor het eerst ontmoette tijdens het WK van 2007, toen Sundhage assistent-coach was van het Chinese elftal. „Ik weet nog goed dat ze op haar gitaar speelde en zong tijdens een diner voorafgaand aan de finale. Ik dacht: die durft, ze is helemaal zichzelf.”

‘Ik sprak gewoon de waarheid’

In de aanloop naar het EK van 2013, als bondscoach van Zweden, verbaasde Sundhage journalisten met uitspraken over haar sterspeelster Lotta Schelin. Alleen als die „een handvol doelpunten” zou maken, kon Zweden ver komen op het toernooi, zei ze. Haar tactiek werkte; Schelin scoorde vijf keer, Zweden eindigde als derde. „Ik sprak gewoon de waarheid” zei Sundhage.

Als bondscoach van de Verenigde Staten, tijdens het WK van 2011 in Duitsland, koos Sundhage in de kwartfinale tegen Brazilië voor de aanval, toen een van haar speelsters in de 65ste minuut rood kreeg. Alles of niets, was haar devies. Het pakte goed uit, Amerika won na een strafschoppenserie. „Vanuit tactisch oogpunt was dit de beste beslissing van mijn carrière”, zei Sundhage later. „Wie anders had dit gedaan?”

Een paar jaar later vroeg Rogério Caboclo, voorzitter van de Braziliaanse bond, of Sundhage interesse had de vrouwenploeg te leiden. Ze sloot een tweejarig contract en werd in 2020 gepresenteerd. Sundhage liet meteen doorschemeren dat de ploeg die in 2007 nog WK-finalist was, maar in 2015 en 2019 niet verder dan de achtste finales kwam, moest veranderen om weer mee te doen om de prijzen. „Verandering die het verschil maakt”, benadrukte ze.

Dieptepunt

Haar tijd in Brazilië vormt een van de dieptepunten in haar decennialange coachingcarrière. Een jaar na haar aanstelling werd Caboclo op non-actief gesteld wegens seksueel overschrijdend gedrag naar medewerksters van de bond. Het nieuws greep de speelsters aan, vertelde Sundhage, en had effect op de voorbereiding op de Olympische Spelen, die kort erop in Tokio gehouden werden.

In Japan kwam Brazilië niet verder dan de kwartfinale, en op het WK van 2023 bleef de ploeg steken in de groepsfase. „We konden onze mooie, vermakelijke speelstijl niet volhouden”, zei Sundhage na de 2-1 nederlaag tegen Frankrijk.

Als het aan Pia had gelegen was ze doorgegaan als bondscoach van Brazilië

Ingalill Sundhage
Oudere zus

Begin 2024 werd Sundhage ontslagen, volgens haar op een „wrede” manier. De inhoud van het gesprek met vier medewerkers van de Braziliaanse bond, onder wie de voorzitter, wilde ze niet prijsgeven, maar het had haar pijn gedaan, zei ze tegen journalisten. In het begin had de bond haar gesteund, maar gaandeweg werd er steeds minder geld beschikbaar gesteld om haar werk goed te kunnen uitvoeren.

Hoewel sterspeelster Marta zich na het toernooi beklaagde dat ze niet genoeg speeltijd had gekregen op het WK, lag Sundhage volgens haar zus heel goed in de ploeg. „Speelsters liepen met haar weg. Als het aan Pia had gelegen was ze doorgegaan in Brazilië, want ze vond het niveau hoog, en was trots op de ontwikkeling die de speelsters hadden doorgemaakt. Maar ja, er moesten koppen rollen hè?”

‘Mijlpaal voor Zwitserland’

Kort erna kreeg ze een contract bij de Zwitserse bond, met als doel de ploeg in eigen land succesvol door het EK te loodsen. Haar aanstelling werd „een mijlpaal voor het Zwitserse vrouwenvoetbal” genoemd. Trots zette de Zwitserse bond al haar sportieve wapenfeiten op een rij. Als topscorer had Sundhage met Zweden in 1984 het EK gewonnen. Als coach van het Amerikaanse team won ze twee keer olympisch goud, in 2008 en 2012. Met Zweden won ze olympisch zilver in 2016.

Vrijdag staat Sundhage voor de zware taak om Spanje te verslaan, dat op het WK van 2023 met 5-1 van Zwitserland won in de achtste finales, om vervolgens wereldkampioen te worden. „Het is een enorme opdracht”, zegt Moya Dodd. „Maar niemand moet Pia onderschatten.”


Raad van State: minister moet beter onderbouwen waarom niet alle Jemenieten asiel krijgen

De minister voor asiel en migratie moet beter onderbouwen waarom niet alle vluchtelingen uit Jemen asiel krijgen, oordeelt de Raad van State woensdag. Momenteel mogen Jemenieten van de Nederlandse regering alleen blijven als zij persoonlijk gevaar lopen.

In 2024 besloot het ministerie van Asiel en Migratie dat mensen in Jemen niet automatisch een Nederlandse asielstatus krijgen, omdat niet iedere Jemeniet een zodanig hoog risico loopt om slachtoffer te worden van willekeurig geweld.

Het Hof spreekt nu van een gebrek aan onderzoek naar de intensiteit van de gewapende confrontaties, het organisatieniveau van de betrokken strijdkrachten en de duur van het conflict. Ook moet er volgens de rechter beter onderzocht worden of de strijdende partijen ook opzettelijk geweld gebruiken tegen burgers.

Een asielzoeker uit Jemen, wiens asielaanvraag in 2024 werd afgewezen, spande het hoger beroep aan. Volgens zijn advocaat is er een reëel risico op rekrutering, gewapend conflict en willekeurig geweld bij terugkeer. Ook zijn vader zou zijn bedreigd wegens zijn werk in het onderwijs.


Hongkong ging ‘van chaos naar orde’, zo heet het nu in het Museum van Geschiedenis

Het geluid van brand, geschreeuw en brekend glas, ondersteund door onheilspellende muziek, schalt uit de luidsprekers als bezoekers in het Museum van Geschiedenis in Hongkong de roltrap naar boven nemen. Aan de muren grote foto’s en video’s van gemaskerde mensen die vernielingen aanrichten, van brandende politieauto’s, van plunderingen.

In deze tijdelijke expositie wordt de vijfde verjaardag van de invoering van de Nationale Veiligheidswet (NSL) gevierd en het narratief is vanaf het begin duidelijk: dit is het verhaal van een stad die in brand stond, een stad die bedreigd werd, en waar de Chinese overheid niets anders kon doen dan ingrijpen. De voormalige Britse kolonie werd op 1 juli 1997 overgedragen aan China, Hongkong is sindsdien een zogeheten Speciale Bestuurlijke Regio.

In een lange video, in de tweede ruimte van de expositie, schijnt bijna letterlijk de zon nadat de NSL is aangenomen: breedlachende en met de Chinese vlag zwaaiende mensen vullen het beeld. „Overtreders zijn voor het gerecht gebracht en veroordeeld, of zijn gevlucht naar het buitenland, een voor een. Hongkongs samenleving wist de stabiliteit snel te herstellen, waardoor het leven van de burgers weer normaal is en de tumultueuze periode van onrust is afgesloten”, staat te lezen op een van de begeleidende panelen.

Sinds de overdracht van Hongkong aan China geldt het principe van ‘Eén land, Twee Systemen’ – ooit geïntroduceerd door de voormalig Chinese staatsman Deng Xiaoping, die voor een succesvolle vereniging van China met Hongkong, Macau en uiteindelijk ook Taiwan bedacht dat deze regio’s hun eigen economische en administratieve systemen mochten behouden. De huidige realiteit is echter dat Beijings bemoeienis met Hongkong groeiende is. De NSL is daar een concreet voorbeeld van.

De aanleiding was duidelijk: Hongkong, dat een diepgewortelde protestcultuur kende, was in 2019 het toneel van grootschalige demonstraties en toen deze steeds gewelddadiger verliepen, gaf dit de Chinese autoriteiten het perfecte excuus om het ‘zwarte geweld’, zoals Beijing de protesten noemden, de NSL op te leggen. De wet stelt strenge straffen – maximaal levenslang – in het vooruitzicht voor wie zich schuldig maakt aan ‘afscheiding’, ‘subversie’, ‘terrorisme’ of ‘samenspanning met buitenlandse organisaties’.

Foto van de Chinese president XI Jinping op National Security Exhibition Gallery in Hongkong, juni 2025.

Fot Tyrone Siu/Reuters

Geen gele paraplu’s

Sinds de invoering van de wet zijn er geen grootschalige protesten meer geweest in Hongkong. De grootste demonstratie was in maart 2023, toen enkele tientallen mensen zich verzamelden in Tseung Kwan O, ver van de centrale en bekende eilanden die deel uitmaken van Hongkong. Met spandoeken en megafoons uitten zij hun onvrede over de voorgenomen bouw van onder meer een vuilstort en een cementfabriek op een ingepolderd reepje grond aan de rand van hun woonplaats. De internationale pers kwam massaal af op het bescheiden buurtprotest.

De boze buurtbewoners liepen een zorgvuldig met afzetlint afgebakend rondje door de buurt. De leuzen op spandoeken waren vooraf voorgelegd aan de politie, mondkapjes en andere gezichtsbedekking waren verboden, en deelnemers droegen een naamkaartje met een uniek nummer. Paraplu’s waren gelukkig toegestaan – het regende flink – maar dan geen gele exemplaren. Die zijn sinds 2014 een symbool van de grote protestbeweging voor algemeen kiesrecht in Hongkong .

Dit zorgvuldig gecontroleerde ‘protest’ vormde een schril contrast met de massale demonstraties die de miljoenenstad tot enkele jaren daarvoor domineerden. In juni 2019 herdachten – volgens cijfers van de organisatie – zo’n 180.000 mensen de bloedig neergeslagen opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing in 1989. De opkomst was mede zo groot omdat de stad in de ban was van een omstreden uitleveringswet, die het mogelijk maakte om verdachten van sommige misdrijven te berechten op het vasteland van China. Diezelfde maand gingen zo’n twee miljoen mensen – ruim een op de vier inwoners van Hongkong – de straat op om daartegen te protesteren.

Demonstranten worden opgepakt door politie in de Hongkongse wijk Wan Chai, oktober 2019. Voor China waren de protesten een excuus om de Nationale Veiligheidswet in te voeren.

Foto Anthony Kwan/Getty Images

Ook in 2020 trokken tienduizenden betogers door de straten van Hongkong. De politie zette traangas in tijdens het protest.

Foto Yat Yeung/Getty Images

Schoolklassen

In de tijdelijke expositie in het grote museum op Kowloon wordt veelvuldig verwezen naar het zware geweld, en er wordt gestrooid met statistieken: brandstichting kwam in 2024 ‘maar’ 234 keer voor, in 2019 wel 927 keer, een afname van 74,76 procent. Of met de cijfers van de aantallen arrestaties en veroordelingen – het moet een beeld oproepen van een daadkrachtig optredende overheid. Zo is er een zevental voorbeelden van strafzaken, waaronder de zaak tegen Tak-chi Tam, journalist en prodemocratisch politicus, wegens opruiing. Tam behoort tot de zogeheten ‘Hongkong 47’ – een groep activisten, prodemocratische politici, journalisten en juristen die vervolgd werden onder de nieuwe wet. In november kregen 45 van hen forse gevangenisstraffen opgelegd, oplopend tot tien jaar. Spijtbetuigingen hielpen niet voor een lagere strafmaat.

Lees ook

Zelfs voor dissidenten die spijt betuigden kent de Hongkongse rechtbank weinig genade

Buiten het rechtbankgebouw waar 45 activisten dinsdag hun straf hoorden, was veel politie op de been. Een lange rij belangstellenden hoopte op een plek op de publieke tribune.

Het zijn vooral schoolklassen en grote groepen Chinezen die de boodschap dat „nationale veiligheid het fundament is van nationale verjonging” ingeprent moeten krijgen. Zonder nationale veiligheid kan er niets worden bereikt, en dus is het ieders verantwoordelijkheid én recht om „van ons land te houden” staat er op panelen te lezen.

Een schoolklas maakt foto’s bij de ingang van het Museum van Geschiedenis in Hongkong.

Foto Elson Li/South China Morning Post/Reuters

„Dit is wel een beetje beangstigend, nietwaar”, zegt een Britse vrouw hardop als ze in een van de laatste ruimtes van de expositie staat. Haar naam wil ze niet geven. „Het gaat er maar om welk verhaal je wilt vertellen.” Ze trekt haar dochtertje mee en loopt snel de expositie uit.

Zelfcensuur

Het effect van de veiligheidswet op de samenleving is veel groter dan de arrestaties en inperking van het demonstratierecht. Omdat vergrijpen er vaag in worden omschreven, is het moeilijk om te weten waar precies de grens ligt. Veel activisten en maatschappelijke organisaties nemen daarom het zekere voor het onzekere en kiezen voor zelfcensuur. „Omdat het mes de hele tijd boven je hangt, weet je niet wanneer je wordt onthoofd”, omschrijft een activist de situatie in een recent gepubliceerd rapport van de Amerikaanse Georgetown University.

Volgens het rapport zijn in de eerste tweeëneenhalf jaar na invoering zeker negentig ngo’s en 22 mediaorganisaties opgeheven. Daaronder waren grote, zoals de negentigduizend leden tellende onderwijsbond en de Hongkongse Confederatie van Vakbonden (160.000 leden). Sommige, zoals de mensenrechtencoalitie Civil Human Rights Front of de onafhankelijke krant Apple Daily, werden rechtstreeks aangepakt. Maar veel meer organisaties besloten zelf te stoppen uit vrees om een onzichtbare grens te overschrijden.

Ook zijn er geen pro-democratische politieke partijen meer in Hongkong; de laatste, de Liga van Sociaal-Democraten, stopte eind juni in navolging van de Democratische Partij die al eerder stopte. Sinds 2021 mogen alleen nog ‘patriottische’ partijen aan verkiezingen deelnemen.

Persconferentie van de Liga van Sociaaldemocraten over opheffing van de partij vanwege China’s veiligheidswet, 29 juni.

Foto Tyrone Siu/Reuters

Proeflezer, omringd door media, op de redactie van de krant Apple Daily in Hongkong.

Foto Jerome Favre/EPA

Foto’s van messen en bloed

Voor journalisten is het moeilijk precies vast te stellen hoeveel ruimte er nog is voor onafhankelijke of kritische berichtgeving. Hongkongs minigrondwet garandeert nog altijd „vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van drukpers”, maar de pro-democratische krant Apple Daily en nieuwsplatform Stand News werden gesloten, en hun eigenaren en hoofdredacteuren vervolgd. Op de jaarlijkse ranglijst van Reporters Without Borders (RSF) staat Hongkong op de 140ste plek, tachtig plaatsen lager dan tien jaar eerder. Zeker tien journalisten zitten momenteel in de gevangenis.

„We interviewen de vertrekkende Amerikaanse consul, die naar Beijing gaat. Zo’n afscheidsinterview is in Hongkong heel gebruikelijk. Maar de autoriteiten bekritiseren hem nu fel, en wij blijken de enigen te zijn die hem nu spreken. Niemand anders doet het”, vertelde hoofdredacteur Tom Grundy van nieuwssite Hong Kong Free Press onlangs in een podcast. Hij wil met het voorbeeld illustreren hoe de vage wetgeving ertoe leidt dat media risico’s mijden.

Afgelopen september legde de Hong Kong Journalists Association een gecoördineerde intimidatiecampagne bloot, waarbij journalisten en hun familieleden via sociale media, e-mail en aan huis bezorgde brieven door anonieme ‘patriotten’ werden bedreigd met aangifte op grond van de veiligheidswet. Sommigen ontvingen foto’s van messen, bloed en gedenkstenen.

Lees ook

In Hongkong weet de pers niet hoe vrij de pers nog is

Ronson Chan van de HKJA bij de rechtbank, afgelopen dinsdag.

‘Zacht verzet’

Sinds kort gaat veel aandacht van de Hongkongse autoriteiten uit naar de bestrijding van wat ze ‘zacht verzet’ noemen, een zo vage term dat zelfs de Hongkongse minister van Justitie Paul Lam in de Chineestalige krant Ming Pao erkende dat er „geen duidelijke definitie” van is. Als voorbeeld noemde hij het doen van „onjuiste beweringen” die emotioneel van aard zijn en „niet gebaseerd op objectieve feiten”. Die zouden „een negatief beeld van de regering” kunnen geven.

Dat de bestrijding prioriteit heeft, werd duidelijk na opmerkingen van cultuurminister Rosanna Law, die in een interview met de Beijinggezinde krant Wen Wei Po zei dat haar departement subsidies voor evenementen, voorstellingen en bibliotheekcollecties streng zal beoordelen om „elementen die de nationale veiligheid kunnen bedreigen te elimineren”. En eind mei stuurde de lokale voedsel- en warenautoriteit brieven aan onder meer restauranthouders, kleine kruideniers, badhuizen en uitvaartcentra waarin wordt gewaarschuwd dat zij hun vergunning kunnen verliezen als zij zich inlaten met activiteiten die „ingaan tegen de nationale veiligheid”.

De conclusie van de tentoonstelling is dat Hongkong in vijf jaar van ‘chaos naar orde’ is gegaan. Er volgt wel een waarschuwing. „Op dit moment, hoewel Hongkong aan de oppervlakte misschien rustig aanvoelt, blijven de onderstromen bestaan en blijft het veiligheidslandschap ingewikkeld en uitdagend.” Een algemene oproep voor waakzaamheid volgt, zonder concreet te zijn over bedreigingen of ‘onderstromen’. Onzekerheid is troef in Hongkong.

Politieboot surveilleert in Victoria Harbour tijdens de 28ste verjaardag van de overdracht van Hongkong van het Verenigd Koninkrijk aan China, 1 juli 2025.

Foto Peter Parks/AFP

Lees ook

Hongkong pakt mensen op die bloedbad uit 1989 dreigen te herdenken met bloemen of waxinelichtje

Activist Lui Yuk-lin wordt door politieagenten in Hong Kong aangehouden op dag dat het 36 jaar geleden is dat China de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing neersloeg. Foto Chan Long Hei/AP


Wel werk, tóch dakloos: de verborgen slachtoffers van de wooncrisis

Op de bank bij een vriend slapen, op zolder bij familie of in een vakantiepark: door de oververhitte woningmarkt raken steeds meer mensen dakloos. De stress en schaamte die daarbij komen kijken, blijven vaak onderbelicht. Daardoor nemen de problemen vaak alleen maar toe.

Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].

Gast:
Noor van Leemput en Cody Hochstenbach
Presentatie:
Bram Endedijk
Redactie:
Felicia Alberding
Montage:
Yeppe van Kesteren
Eindredactie:
Tessa Colen
Coördinatie:
Belle Braakhekke
Productie:
Andrea Huntjens