Al drie jaar onderhandelen het ministerie en Tata in het geheim over vergroeningsdeal: reconstructie van stroefheid, twijfel en frustratie

Eind maart 2023 zijn de ambtenaren op het ministerie van Economische Zaken klaar met Tata Steel. Al maanden zijn ze met het staalbedrijf in onderhandeling over staatssteun bij vergroening. Maar het schiet niet op. Waar de ambtenaren vooral boos over zijn: de fabriek wil wél miljarden steun, maar levert financieel broddelwerk aan.

Als minister Micky Adriaansens (VVD) in april 2023 een gesprek heeft met de topman van de fabriek, studeren betrokken ambtenaren op de boodschappen die ze moet overbrengen. Waarom houdt Tata Steel financiële informatie achter? Kloppen de geruchten dat het bedrijf vindt dat het team van het ministerie er „te hard in staat”? Waarom is er „geen degelijke onderbouwing van miljarden steunvraag”?

Het ministerie heeft bovendien zorgen over de „capaciteit/competentie” van Tata Steel in de gesprekken. Ambtenaren zien „weinig ervaren resources in commercieel/financieel”. Waarom is het financiële plan zo „rudimentair”? De minister moet aan Tata Steel vragen of ze wel écht serieus zijn over de gesprekken. Zo ja, dan moet het bedrijf dat laten zien.

Al sinds 2022 zijn het ministerie en Tata Steel in gesprek over een mogelijke staatssteundeal. De bedoeling is dat het bedrijf – de grootste CO2-uitstoter van Nederland – met miljardensteun van de staat kan overgaan op groenere staalproductie, door een compleet nieuwe fabriek te bouwen. De overgang moet er ook voor zorgen dat de vervuiling in de omgeving verbetert: Tata Steel is hypercontroversieel, vanwege de gezondheidsschade die de fabriek in de omgeving veroorzaakt. Volgens het RIVM leven omwonenden gemiddeld 2,5 maand korter.

De deal moet het slepende dossier-Tata Steel in principe in één keer oplossen. Dat betekent: Nederland een stuk dichter bij het klimaatdoel van 2030 brengen, de gezondheid in de omgeving verbeteren én werkgelegenheid en staalproductie behouden. Alleen: zo’n deal blijft al drie jaar uit, tot frustratie van Kamer, omwonenden én betrokkenen. Door de vertraging raakt het klimaatdoel van 2030 snel uit zicht.

Over de inhoud van de onderhandelingen – en de redenen van de trage voortgang – komt al jarenlang bijna niks naar buiten: de gevoelige gesprekken vinden in het diepste geheim plaats. NRC deed daarom vorig jaar via een beroep op de Wet open overheid (Woo) een verzoek om documentatie over het dossier. Halverwege juli kwamen er meer dan 1.000 pagina’s binnen uit de periode tot en met de zomer van 2024.

Het ministerie blijkt met name in 2023 zeer gefrustreerd over de opstelling van Tata Steel. Maar ook intern bij de overheid liggen verschillende ministeries met elkaar overhoop over de aanpak.

Fase 1. Eind 2022, begin 2023: weinig vertrouwen, oplopende frustraties

De onderhandelingen met Tata Steel zijn voor beide partijen cruciaal. De regering wil graag een staalfabriek behouden voor Nederland. Tata Steel kan in Nederland vermoedelijk niet overleven zonder steun bij vergroening.

Maar tot wederzijds vertrouwen komen, blijkt lastig. Nadat de gesprekken in 2022 zijn begonnen is er al gauw verbazing op het ministerie over de opstelling van de fabriek. Die geeft maar mondjesmaat toegang tot financiële data en andere informatie. Maar die hebben de ambtenaren wel nodig, vinden ze: als je een fabriek financieel gaat steunen met enorme bedragen, moet je wel weten wat je precies steunt. Op het ministerie willen ze diepgaand inzicht in de cijfers van de fabriek, het nieuwe verdienmodel, de economische rekenmodellen waar Tata van uitgaat, de emissiedata – en nog veel meer.

„Meest urgent is toegang tot het economische model”, klinkt het in interne e-mails in december 2022. „Vrij, zonder restricties.” Gebeurt dat niet, dan „stopt onze voorbereiding van het mandaat volgende week”. De ambtenaren krijgen het idee dat het bedrijf totaal geen „urgentie” voelt om tot een afspraak te komen.

Tata Steel lijkt te moeten wennen aan het uitgebreid delen van al deze informatie met een regering. Dat doet het bedrijf intern ook niet: in een mail van een ambtenaar uit oktober 2022 staat te lezen dat maar acht mensen weten hoeveel geld Tata Steel denkt nodig te hebben van de staat.

De fabriek uit zorgen dat ingehuurde consultants die het ministerie bijstaan informatie kunnen lekken; het departement werkt onder meer samen met KPMG bij het beoordelen van de plannen van Tata Steel. En wat als bedrijfsgevoelige informatie via de Woo bij journalisten terechtkomt?

Op het ministerie snappen ze er weinig van. Denkt Tata Steel dat ze zomaar geld gaan overmaken? Hoe kunnen de gesprekken over zo’n enorme deal bemoeilijkt worden door angst voor de Woo? „Het is wat het is, WOO is de WOO”, zo schrijven ambtenaren intern, en het risico voor Tata Steel is „zeer beperkt”. Bedrijfsgevoelige informatie valt buiten de reikwijdte van de Woo en wordt dus nooit openbaar.

Het logo van Tata Steel op een overall van een medewerker. Foto Charles M Vella/SOPA Images via Getty

Over het andere punt van zorg stuurt een topambtenaar een uitgebreide geruststellende brief naar Tata Steel: ze hoeven niet bang te zijn voor lekken door consultants.

Toch blijft openheid een groot knelpunt. In februari 2023 concluderen ambtenaren: „TATA heeft pas recent vrije toegang tot informatie gegeven. Mondjesmaat: nog steeds veel info nog niet beschikbaar.” Op het ministerie beginnen ze te vrezen dat het bedrijf helemaal niet van plan is serieus informatie te gaan delen en dat het op andere manieren tot resultaat wil komen. Op welke manier precies blijft onduidelijk, maar de ambtenaren waarschuwen de fabriek: „Geen druk op ons gaan uitoefenen via kanalen om ons heen. Dan gaan hier de stekels overeind en hakken in het zand.”

Uit de documenten doemt een beeld op van een zeer stroeve samenwerking. Het ministerie bereidt voorafgaand aan gesprekken met de fabriek al weerwoord voor, voor wanneer de fabriek het ministerie zou verwijten dat het traag is. Of voor wanneer de fabriek druk gaat uitoefenen door te zeggen dat ze voor de zomer van 2023 duidelijkheid moet hebben over steun.

Het grootste probleem: terwijl Tata Steel weinig deelt, vraagt het volgens de ambtenaren wel veel. De fabriek heeft een „te groot steunbedrag” gevraagd, zonder enige onderbouwing. De staat draagt daarin de helft van de operationele kosten, en „alle risico’s”, aldus een interne presentatie uit februari 2023.

Dit verzoek heeft het ministerie afgewezen en het leidt bij ambtenaren tot twijfels over het nut van het hele proces. Ze willen helderheid over wat het doel is van Tata Steel. „Indruk of TSN deze ‘zakelijke’ […] onderhandelingen nog serieus neemt, of vertraagt en inzet op ‘politieke route’ (steun afdwingen door vergelijking met steun in andere EU-landen), nu blijkt dat ze de business case er niet zo maar doorheen kunnen duwen.”

Met andere woorden: de ambtenaren vrezen dat Tata Steel niet meer serieus inhoudelijk gaat onderhandelen, maar er simpelweg op gaat wijzen dat in landen als Duitsland de staalindustrie grote geldbedragen krijgt van de regering.

Het gedoe leidt uiteindelijk tot het eerdergenoemde gesprek van minister Adriaansens met Tata Steel-topman Hans van den Berg. Maar net wanneer de wederzijdse frustratie in april 2023 tot een hoogtepunt lijkt te komen, gebeurt er iets cruciaals: Tata Steel besluit de verduurzamingsplannen compleet om te gooien. Het oorspronkelijke idee, een ambitieus project met veel waterstof, blijkt te duur, te complex en te riskant. De gesprekken gaan grotendeels op pauze. Al het werk van het voorjaar 2023 lijkt voor niets.

In een reactie laat Tata Steel weten dat het plan in 2023 is aangepast zodat het „realistischer” werd. Op basis daarvan zijn de gesprekken doorgegaan. „Deze gesprekken verlopen nu bijzonder constructief en vanuit ons beider kanten in alle transparantie. Voor alle partijen was dit nieuw en spannend. Het ging om het opbouwen van vertrouwen.”

Fase 2. Najaar 2023, voorjaar 2024: complexiteit en botsende ministeries

Tussen mei en november 2023, wanneer Tata Steel de nieuwe verduurzamingsplannen uitwerkt, ligt het proces bijna volledig stil. In november 2023 presenteert de fabriek het nieuwe plan aan de minister: in plaats van grotendeels vertrouwen op nieuwe technologieën wil het nu ook deels vergroenen door schroot om te smelten. Dat is minder riskant.

Als in november 2023 de gesprekken weer op gang komen, verdwijnen in de documenten de frustraties over het bedrijf naar de achtergrond. Maar daarmee is een deal nog niet dichterbij.

Het dossier blijkt extreem complex. Het grootste fabrieksterrein van Nederland bestaat uit zeventien fabrieken, er zijn talloze instanties bij betrokken. Zo is de provincie verantwoordelijk voor de vergunningen, en Brussel voor het goedkeuren van staatssteun. In de gesprekken tussen regering en bedrijf komt een veelheid aan details ter sprake, tot aan de stikstofuitstoot van de vrachtwagens op het terrein aan toe.

Omdat het kabinet tegelijkertijd de verduurzaming én de vervuiling in de omgeving wil regelen zijn de gesprekken veelomvattend. Vaak draait het om de vraag: wat nemen we mee in de afspraken, wat laten we erbuiten? En wie draait op voor de kosten?

Een lastige kwestie is bijvoorbeeld dat de regering Tata Steel niet kan dwingen tot milieumaatregelen die ‘bovenwettelijk’ zijn: jargon voor niet juridisch afdwingbaar. Daarvoor zal de staat zelf moeten meebetalen. Maar hoeveel is dan redelijk?

Hier komen de ambtenaren bijna in medisch-ethische kwesties terecht. Zoals een ambtenaar van Economische Zaken het formuleert: „Waarom meer (maatschappelijke) kosten maken voor industriële gezondheidswinst dan voor bijvoorbeeld een bevolkingsonderzoek of een medische behandeling?” (Een mogelijke oplossing komt van een rekenmethode die de ministeries van Volksgezondheid en Financiën hanteren: 80.000 euro per gewonnen gezond levensjaar).

Het dossier dreigt de betrokkenen af en toe boven het hoofd te groeien. Elk subonderwerp roept weer nieuwe vragen op. Als een onderzoek verschijnt over de gezondheidsschade door geluidsoverlast van Tata Steel, pleiten ambtenaren ervoor dat nadrukkelijk buiten de staatssteunafspraken te houden – zo blijf je bezig.

En als klimaatminister Rob Jetten (D66) in het najaar van 2023 in verkiezingstijd voorstelt om het gebruik van kolen in de staalproductie vanaf 2030 te verbieden, gaan juristen gelijk uitzoeken of zoiets kan leiden tot een schadeclaim van Tata Steel.

Door de gesprekken heen loopt bovendien een soort permanente lobby van Tata Steel om bepaalde verdwenen fossiele subsidies voor stroomverbruik weer in te voeren, of een voorgenomen CO2-heffing af te schaffen – het huidige demissionaire kabinet schafte deze heffing recent af en bracht de subsidie terug. Ook het voorspellen van de toekomst is lastig: wat gaat waterstof kosten, wat wordt de CO2-prijs over zoveel jaar?

Tegelijkertijd zit de overheid soms ook zichzelf in de weg. Vooral de ministeries van Infrastractuur & Watersataat en Economische Zaken & Klimaat liggen met elkaar overhoop – iets wat ook al bleek uit een eerder Woo-verzoek dat NRC deed naar steunafspraken met andere industriebedrijven. „I&W wil graag ook stikstofafspraken maken in de maatwerkafspraken met Tata Steel. Er is ambtelijk aan IenW medegedeeld dat er geen budget beschikbaar is […] en dat IenW zelf moet komen met budget hiervoor”, schrijven EZK-betrokkenen bijvoorbeeld.

Geld blijkt vaker een probleem tussen de twee ministeries. In februari 2024 wil EZK samen met I&W bij Financiën voorafgaand aan de Voorjaarsnota vragen om extra geld voor de verduurzamingsplannen van Tata Steel. Immers, het gaat ook om de gezondheid van de omgeving, en dat is het beleidsterrein van I&W. Daar kan Economische Zaken geen geld voor vragen dat is „net zo gek als OCW [dat] pleit voor meer defensie-uitgaven”. De bedragen voor het gehele staatssteunproject kunnen volgens EZK oplopen tot 2 miljard euro in totaal.

Maar bij I&W willen ze geen gezamenlijke aanvraag indienen. Daar zeggen ze: de afspraken met Tata Steel vallen onder EZK. Het conflict is uiteindelijk simpel: I&W wil financieel gezien het liefst buiten schot blijven, EZK probeert het ministerie er vanwege de gezondheidsmaatregelen juist financieel bij te betrekken.

Minister Adriaansens moet haar collega-staatssecretaris, Vivianne Heijnen (CDA), via Teams op de ochtend van 16 februari 2024 gaan overhalen toch mee te doen. Daarvoor krijgt ze maar liefst zeven kantjes aan voorbereidingen van haar ambtenaren, vol met argumenten om Heijnen mee te krijgen. Daaronder: „U [Adriaansens] steekt uw nek uit om te pleiten voor een optie met verregaande bovenwettelijke gezondheidsmaatregelen. Het kan niet zo zijn dat stas I&W zich dan „verschuilt”. Het ministerie van Klimaat & Groene Groei (de opvolger van EZK) wil niet kwijt hoe deze kwestie is afgelopen, blijkt na vragen.

Het meest opmerkelijk is uiteindelijk de opstelling van demissionair minister van Financiën Steven van Weyenberg (D66) op een heel ander terrein. In het voorjaar van 2024 laat minister Adriaansens verschillende opties voor de toekomst van Tata Steel onderzoeken door een commissie onder leiding van Hans Wijers (ex-minister en ex-AkzoNobel-topman) en econoom Frans Blom.

Adriaansens neigt ernaar de gewijzigde verduurzamingsplannen van Tata Steel te steunen, maar ze begrijpt dat in het gevoelige dossier een keuze voor steun aan Tata Steel veel draagvlak moet hebben. Ze kan niet ogenschijnlijk klakkeloos het plan van de fabriek steunen. De bedoeling is dat Blom en Wijers nog eens goed een aantal alternatieve scenario’s bekijken. Wat als de staat, bijvoorbeeld, geen steun biedt? Of als de fabriek alleen ‘elektrische boogovens’ installeert, een simpelere vorm van verduurzaming die slechter staal oplevert?

Blom en Wijers concluderen eind maart 2024 uiteindelijk dat de regering het plan van Tata Steel gerechtvaardigd kan steunen, maar dat de minister in de onderhandelingen wel extra gezondheidsmaatregelen zou moeten afdwingen.

Dan gebeurt er iets verrassends. Demissionair minister van Financiën Van Weyenberg vraagt na het rapport van Wijers en Blom te hebben gezien om onderzoek naar een zesde optie: ‘partiële sluiting’. Wat als de meest vervuilende helft van Tata Steel direct dichtgaat en het bedrijf daarna gaat verduurzamen?

In een tot dusver geheim rapport van een handvol pagina’s bestuderen ambtenaren van EZK op verzoek van Financiën dit scenario. De optie wordt in de nota afgeserveerd: gedwongen sluiting van de helft van de fabriek leidt vrijwel zeker tot een groot juridisch conflict met Tata Steel, dat daarna nog maar weinig zal voelen voor verdere samenwerking met de regering.

Desalniettemin is het bestaan van het onderzoek opmerkelijk. Het laat zien dat binnen het kabinet zeer verschillende denkrichtingen bestonden over de toekomst van de fabriek, ook na het rapport van Wijers en Blom. (De ministeries van Financiën en Klimaat & Groene Groei willen niks kwijt over het waarom van dit onderzoek).

Eind april 2024 weet Adriaansens in overleg met een aantal ministers steun te vergaren voor het starten van diepgaande onderhandelingen over het ‘nieuwe’ plan van Tata Steel – dat dan al bijna een jaar oud is.

Op 21 mei 2024 vinden de eerste gesprekken plaats tussen de twee onderhandelingsteams. Dat wordt gemarkeerd met een bijeenkomst op het ministerie, met onder meer de minister en de Indiase financiële topman van Tata Steel, Koushik Chatterjee. Adriaansens krijgt de instructie om op deze bijeenkomst niet al te gaan onderhandelen – dat moeten de onderhandelingsteams die middag in het Haagse hotel Babylon gaan doen.

Lees ook

Lees ook dit eerdere stuk over de steunafspraken met andere industriebedrijven: Terwijl twee ministeries ruziën, raken de klimaatdoelen uit zicht

Kunstmestfabriek van Yara in Zeeuws-Vlaanderen. Het chemische bedrijf is een grootverbruiker van energie.

Ze moet zich ook niet laten verleiden om af te spreken dat ze op vaste momenten met Tata Steel zal spreken. „Met reguliere afspraken voor gesprekken met TSL is de kans groot dat alle hete hangijzers van de onderhandelingen door worden geschoven naar die [gesprekken].” Het onderhandelingsteam verliest dan „positie”.

Wat ze wel moet zeggen: „We’re in this together.” Meer dan een jaar later is er nog steeds geen deal.

Lees ook

Lees ookGezondheidsschade door Tata erger dan gedacht, stelt rapport. Toch is er toekomst voor staal maken in de IJmond

De staalproductie bij Tata Steel in Velsen blijkt schadelijker voor de gezondheid dan eerder is gerapporteerd.


Jongvolwassen Oekraïners tussen wal en schip: geen recht op onderwijs, geen toekomstperspectief

Oekraïense jongeren in Nederland dreigen een lost generation te worden. Anders dan statushouders hebben ze geen recht op onderwijs na hun achttiende verjaardag, krijgen ze geen studiefinanciering en kiezen ze dus vaak voor ongekwalificeerd werk tegen geringe beloning. „Zo blijft het talent van duizenden jongere Oekraïners onbenut – voor Nederland én voor Oekraïne”, aldus een notitie van Stichting voor Vluchteling-Studenten (UAF), die binnenkort wordt gepubliceerd.

Directeur-bestuurder Mir Huisman van het UAF zegt in een telefonische toelichting dat ze zich „grote zorgen maakt over een vrij groot deel van deze groep”. Dat is te wijten aan de status van Oekraïners die als oorlogsvluchtelingen in Nederland worden opgevangen. Ze vallen niet onder de regels van het asielrecht, maar onder een Richtlijn Tijdelijke Bescherming, die telkens wordt verlengd.

In juni besloot de Europese Commissie de tijdelijke opvang van Oekraïners in de EU te verlengen van 4 maart 2026 tot 4 maart 2027 – een jaartje, zonder uitzicht op een einde aan de oorlog die Rusland tegen hun land is begonnen. Dinsdag zullen de Europese ministers dit besluit naar verwachting bekrachtigen.

Doordat Oekraïense jongvolwassenen geen recht hebben op onderwijs, moeten ze bij onderwijsinstellingen veel meer collegegeld betalen dan Nederlandse studenten of statushouders. Dat wettelijk collegegeld bedraagt zo’n 2.600 euro. Het collegegeld voor buitenlandse studenten – dus ook voor de opgevangen Oekraïners – bedraagt tussen de 8.000 en 15.000 euro per jaar.

Taalonderwijs

Er is nog een verschil tussen Oekraïners en andere vluchtelingen: de eerste groep heeft geen recht op inburgering, omdat ze hier slechts tijdelijke bescherming genieten. „Ze komen dus ook niet automatisch in aanmerking voor de lessen Nederlandse taal”, zegt Huisman. Het UAF investeert daarom in taalonderwijs voor deze groep.

Huisman: „De rechtsongelijkheid die ontstaat door deze mensen onder een tijdelijke beschermingsregel te laten vallen in plaats van onder de asielwetgeving, begint heel schrijnend te worden. Als je denkt: dit duurt een jaar of twee en dan ga je weer terug, dan is het te overzien. Maar het duurt nu al drie jaar en de kans dat dit op korte termijn is afgelopen, daar ben ik niet zo positief over gestemd.”

De rechtsongelijkheid die ontstaat doordat ze niet onder de asielwetgeving vallen, begint heel schrijnend te worden

Mir Huisman
directeur-bestuurder UAF

Het gaat volgens Huisman om een groep van vijf- à zevenduizend jongvolwassen Oekraïners die, als je ze vergelijkt met doorsnee Nederlanders, zou willen doorleren na het middelbaar onderwijs. Een indicatie van de belangstelling vormen de duizend Oekraïners die zich in 2024 bij het UAF hebben gemeld met vragen over studeren. Inmiddels heeft de stichting van Huisman met 21 onderwijsinstellingen afspraken kunnen maken over het toelaten van Oekraïners tegen het wettelijk collegegeld. „Daar krijgen wij ook financiering voor van het ministerie”, aldus Huisman.

In totaal heeft het UAF nu 250 Oekraïense vluchtelingen een plek aan een hbo of universiteit kunnen bezorgen. „Een druppel op de gloeiende plaat”, zegt Huisman. Voor komend studiejaar, 2025/26, heeft ze 150 jongeren moeten afwijzen. „Voor hen hebben we onvoldoende budget.”

Lees ook

Hoe een Oekraïens paspoort een ticket kan zijn voor leefgeld en werkvergunning

Een omgebouwd hotel in Heerenveen biedt plek aan ruim driehonderd vluchtelingen.

Handjevol

Het UAF is voor deze vorm van bijstand afhankelijk van de onderwijsinstellingen. „De kostprijs van een studie ligt tussen de 30.000 en 50.000 euro per jaar. Als wij erin slagen een Oekraïner in te schrijven voor het wettelijk collegegeld, dan draait de hogeschool of de universiteit daarvoor op. Ik snap best dat ze dat niet ongelimiteerd kunnen doen, met alle bezuinigingen die op hen afkomen.”

Vandaar dat UAF in zijn notitie het ministerie enkele aanbevelingen doet. Belangrijkste voorwaarde is dat de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek zodanig wordt aangepast, dat de jongeren die nu onder een tijdelijke richtlijn voor bescherming vallen, dezelfde rechten krijgen als studenten uit de Europese Unie en een handjevol andere Europese landen. Zodoende zouden Oekraïense studenten voortaan tegen het wettelijk collegegeld toegang krijgen tot hoger onderwijs.

Ook als ze weer naar Oekraïne kunnen, is het broodnodig dat ze geschoolde mensen terug krijgen voor de wederopbouw

Mir Huisman
directeur-bestuurder UAF

Volgens de UAF-notitie zijn de kosten daarvan al berekend door het ministerie van Onderwijs: structureel oplopend van 12 miljoen in 2026 tot 87 miljoen euro in 2029. „Dat rekensommetje viel voor het ministerie te hoog uit”, zegt Huisman.

Waarom zou het ministerie het besluit dan moeten heroverwegen tegen zo’n hoge prijs?

Huisman: „Als die jongeren in Nederland blijven, zullen ze hier toch een keer moeten landen. Dat kun je niet maar blijven doen door ze bijbaantjes in de horeca te laten houden. En ook als ze weer naar Oekraïne kunnen, is het hartstikke nodig dat ze daar geschoolde mensen terugkrijgen voor de wederopbouw.”

Toekomst

Huisman waarschuwt dat de problemen die jonge Oekraïners nu hebben in de nabije toekomst ook voor andere groepen vluchtelingen kunnen gelden. De Kamer heeft ingestemd met de verkorting van de verblijfspapieren voor asielzoekers.

Zo’n telkens met korte periodes verlengde bescherming brengt enorme onzekerheid met zich mee, zegt Huisman. „Als je weet dat je ergens voor een bepaalde periode kunt blijven, ben je meer geneigd om duurzaam te investeren in je eigen toekomst. Als ik niet weet of ik volgend jaar nog in Nederland ben, weet ik niet of ik nu wel een lening wil afsluiten om een studie te beginnen. Ik weet dan niet eens of ik die kan afronden.”

Volgens Huisman wordt daarmee de potentie van een groep burgers verkwist. „Nederland doet zichzelf tekort.”

Lees ook

Opnieuw meer Oekraïense vluchtelingen aan het werk: 6 op de 10 hebben een baan. ‘Het was niet erg dat ik niet echt Nederlands sprak, Engels was voldoende’

Oekraïners vinden in Nederland steeds vaker werk, maar vaak onder hun opleidingsniveau.


Het is te zien in de cijfers dat ADHD bij vrouwen eindelijk wordt herkend: ‘Er is een achterstand in te halen’

Stuiterballen van schooljongens die tijdens de les nooit eens hun klep houden. Dat beeld van mensen met ADHD is ernstig achterhaald, stelden experts al enkele jaren geleden vast. Ook volwassenen vrouwen kunnen immers vormen van attention deficit hyperactivity disorder, zoals ADHD voluit heet, hebben.

Inmiddels blijkt dat ook uit de cijfers. Maandag publiceerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een onderzoek waaruit blijkt dat ruim 300.000 Nederlanders in 2023 ADHD-medicatie – zoals Ritalin – kregen voorschreven. Dat is vier keer zoveel als in 2006, toen het CBS dit voor het eerst onderzocht. En waar in 2006 slechts 30 procent van de Nederlanders die deze medicatie kreeg ouder was dan 25 jaar, steeg dat in 2023 tot ruim de helft.

„60 procent van de vrouwen met ADHD heeft een postnatale depressie, dat is drie keer zoveel als normaal”

Opvallend is eveneens dat meer dan een kwart van de personen die in 2023 pillen ontving, een jaar eerder nog geen ADHD-medicatie kreeg. Onder vrouwen was dit zelfs 32 procent. Twee derde van de nieuwe gebruikers is overigens ouder dan twintig jaar. Verder valt op dat mannen nog altijd vaker medicatie voorgeschreven krijgen dan vrouwen, hoewel onder vrouwen het aantal gebruikers harder stijgt.

In haar werkkamer in Den Haag ziet Sandra Kooij, psychiater en bijzonder hoogleraar ‘ADHD bij volwassenen’ bij AUMC/VUmc, het aloude cliché van de klierende schooljongens evenmin terug: „Vrouwen hebben even vaak ADHD als mannen, maar dat zag je lang niet terug in de diagnoses die werden gesteld. Huisartsen en specialisten overwogen gewoon niet eens dat een vrouw ook ADHD kon hebben”, vertelt ze telefonisch. „Het werd niet herkend en niet behandeld. Vrouwen hebben een achterstand in te halen. Dat ze nu zo in de statistieken voorkomen, vind ik een vooruitgang. Er is meer kennis over ADHD. Niet alleen onder artsen, maar ook bij de doelgroep.”

Waarom heeft dit zo lang geduurd?

„Vrouwen werden simpelweg niet onderzocht. Hun hormoonschommelingen zouden de metingen verstoren. Er werd gedacht: het is makkelijker als we alleen mannen onderzoeken, dan hebben we geen last van die stemmingswisselingen. Dus werden vrouwen maar gezien als een soort van ‘mannen zonder cyclus’. Zo werd de helft van de mensheid niet meegenomen in het onderzoek naar ADHD. Dat zag je ook in de rest van de geneeskunde – gelukkig wordt deze achterstand sinds een aantal jaar ingehaald.”

Welke klachten hebben vrouwen met ADHD?

„Juist in de week vóór de menstruatie verergeren de klachten sterk. De vrouwen krijgen woedebuien, zijn labiel en verliezen de controle over hun gedrag. Ze lopen als het ware vast. Er blijkt een interactie te bestaan tussen ADHD en hormonen. ADHD verstoort de dopaminestofwisseling. Medicijnen kunnen dat tegengaan, maar voor de cyclus zitten vrouwen ook laag in hun oestrogeen. En ik zeg altijd: als je én laag in je dopamine zit én laag in je oestrogeen, dan heb je twee keer niks.”

„Na de bevalling is dat ook zo. 60 procent van de vrouwen met ADHD krijgt een postnatale depressie, dat is drie keer zoveel als normaal. Ook tijdens de overgang, die zo’n tien jaar kan duren, geeft ADHD problemen. Dan schommelen de hormonen en kunnen de overgangsklachten bij vrouwen met ADHD nog verergeren, denk aan slapeloosheid of depressiviteit. Vrouwen vallen daardoor vaak uit op hun werk. Terwijl we ze niet kunnen missen op de arbeidsmarkt, dus het is hoog tijd dat we ADHD [ook bij vrouwen op latere leeftijd] beter gaan herkennen en behandelen.”

Hoe verschillen mannen en vrouwen wat ADHD betreft?

„Mannen beantwoorden aan het klassieke plaatje: ze zijn druk, agressief en kunnen zich slecht concentreren. Vrouwen met ADHD zijn juist meer naar binnen gericht en angstig. Ze proberen hun klachten ook meer te maskeren om te voldoen aan de eisen die de maatschappij aan ze stelt. Dat breekt je op een dag op. Veel vrouwen met een burn-out hebben ADHD. Deze stoornis komt zelden alleen.”

Met medewerking van Nina Eshuis

Lees ook

Hoe genees je het vrouwenhart? ‘Te vaak worden klachten van vrouwen niet onderkend’

Hoe genees je het vrouwenhart? ‘Te vaak worden klachten van vrouwen niet onderkend’


Yates wint eerste bergrit in Tour voor Arensman, Healy pakt gele trui

Wielrenner Simon Yates heeft de tiende etappe van de Tour de France gewonnen. De 32-jarige Brit van Visma – Lease a Bike hield na de eerste echte bergrit over ruim 165 kilometer net de Nederlander Thymen Arensman achter zich op Puy de Sancy. De Ier Ben Healy nam de gele leiderstrui over van Tadej Pogacar.

Healy, eerder ritwinnaar in de zesde etappe, eindigde op de derde plaats op 31 seconden. Pogacar kwam op 4.51 over de streep, in gezelschap van Jonas Vingegaard. In het klassement heeft Healy een voorsprong van 29 seconden op Pogacar.

Yates, Arensman en Healy waren overgebleven van een groep vluchters die al snel na de start was wegreden uit het peloton. Op de laatste beklimming bleven zij over met de Australiërs Ben O’Connor en Michael Storer. Yates, vorige maand winnaar van de Giro d’Italia, zette in de laatste kilometers zijn aanval in.

Arensman was de enige die in de buurt kon blijven, maar de Nederlander van Ineos Grenadiers kwam net tekort. Na afloop van de etappe zei de 25-jarige renner tegenover de NOS vooral te balen dat hij tijd verloor door een bocht in de slotfase: „Simon deed het heel slim in de bochten. Ik viel daar bijna, daarom moest ik hem laten gaan. Ik wilde niet te veel in de kramp schieten.”

De klimmer toonde zich evenwel realistisch: „Uiteindelijk is verliezen van een Giro-winnaar ook niet heel slecht.”

Quatorze juillet

Waar normaal gesproken op maandag een rustdag op het programma staat, had de organisatie vanwege de Franse feestdag quatorze juillet een lastige rit door het Centraal Massief uitgetekend. Op de route lagen een beklimming van de derde categorie en zeven van de tweede categorie.

Het peloton viel al op de eerste beklimming uiteen, waarbij Arensman deel uitmaakte van een kopgroep van een kleine dertig renners. Ook Victor Campenaerts en Yates, ploeggenoten van Vingegaard, Healy, O’Connor en Lenny Martinez sprongen mee.

De kopgroep werd daarna door de opeenvolging van klimmetjes gehalveerd. Ondanks het werk van UAE aan kop van het peloton liep het verschil op tot zes minuten. De Fransman Martinez kwam als eerste boven na de eerste vijf beklimmingen en verzekerde zich zo van de bolletjestrui. De kopgroep werd in het restant van de rit uitgedund

In het peloton probeerde de ploeg van Vingegaard op de laatste beklimmingen Pogacar onder druk te zetten, maar de Sloveen gaf geen krimp. Op de laatste klim zette de klassementsleider zelf nog even aan, maar Vingegaard kon volgen. De Belg Remco Evenepoel gaf zes seconden toe.

Lees ook

Waarom er in de eerste week zoveel aandacht naar Jonas Vingegaard ging

Jonas Vingegaard in Lille, vorige week zaterdag voor de start van de eerste etappe in de Tour.


Trump verandert radicaal van koers en gaat Oekraïne nieuwe wapens leveren, inclusief raketten

Met een radicale ommezwaai in zijn buitenlandse beleid heeft de Amerikaanse president Trump besloten Oekraïne te voorzien van nieuwe wapens en munitie voor de oorlog tegen Rusland.

Trump maakte de nieuwe wapenleveranties maandag bekend na een ontmoeting in het Witte Huis met de secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte. „We gaan kwalitatief hoogwaardige wapens maken, en die worden naar de NAVO gestuurd”, zei Trump. De Amerikaanse president onderstreepte dat de NAVO-lidstaten zullen betalen voor de wapens en munitie, niet de Amerikaanse belastingbetaler.

Volgens Rutte betekent dit dat „Oekraïne de beschikking krijgt over enorme hoeveelheden militair materieel, zowel voor de luchtverdediging, maar ook voor raketten, munitie, etc”. Meer details gaven Trump en Rutte niet. De secretaris-generaal voegde eraan toe dat de deal de militaire paraatheid van de VS zelf niet in gevaar brengt.

Snelheid is van het grootste belang

Mark Rutte
secretaris-generaal NAVO

De secretaris-generaal van de NAVO noemde onder meer Nederland, Duitsland, Finland, Canada, Noorwegen, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken als landen die de Amerikaanse wapens zullen kopen voor Oekraïne. „Snelheid is van het grootste belang”, zei Rutte. De aanstaande wapenleveranties zouden Poetin opnieuw aan het denken moeten zetten over vredesonderhandelingen, aldus Rutte.

Patriots

Patriot-luchtafweersystemen en de bijbehorende PAC-3 onderscheppingsraketten vormen het hart van de leveranties; hiermee kan Oekraïne zijn bevolking beter beschermen tegen Russische aanvallen met ballistische raketten, die bijna dagelijks dodelijke slachtoffers eisen. Nieuwe luchtafweerraketten voor de Oekraïense Patriotbatterijen moeten volgens Trump „binnen enkele dagen” in Oekraïne zijn.

Dat Trump wapens naar Oekraïne wil sturen betekent een aardverschuiving in zijn buitenlandbeleid. Tot nu toe weigerde hij de Amerikaanse wapenleveranties aan Oekraïne te verlengen.

Trump dreigde maandag verder „zeer zware importheffingen” te zullen opleggen aan de handelspartners van Rusland als het Kremlin niet binnen vijftig dagen instemt met een vredesregeling voor Oekraïne. De Amerikaanse president, die opnieuw zei „zeer teleurgesteld” te zijn in Rusland, denkt aan heffingen van ten minste 100 procent aan landen die producten als olie of gas importeren uit Rusland, zoals China en India. De oorlogseconomie van president Poetin drijft voor het leeuwendeel op olie-exporten.

Mark Rutte, secretaris-generaal van de NAVO, op bezoek bij president Trump in het Witte Huis, maandag. Foto Evan Vucci/AP

Het is voor het eerst dat Trump instemt met de levering van nieuwe wapens aan Oekraïne sinds hij begin dit jaar terugkeerde in het Witte Huis. De Amerikaanse leveranties van onder meer granaten en luchtafweerraketten die de afgelopen maanden nog doorkwamen in Oekraïne waren nog afgesproken tijdens het presidentschap van Joe Biden, maar de voorraden in Oekraïne slinken snel.

Verbeterde relatie met Zelensky

Trumps koerswijziging is opmerkelijk, omdat hij zich in de eerste maanden van zijn presidentschap meer achter Poetin schaarde – met wie hij zaken wilde doen – dan achter de Oekraïense president Volodymyr Zelensky. De verhouding tussen Trump en Zelensky liep eind februari bovendien een flinke knauw op door een knallende openbare ruzie tijdens een ontmoeting in het Witte Huis. Maar die onderlinge relatie is de afgelopen maanden langzaam verbeterd.

Trump, die zich altijd tegen wapenleveringen keerde omdat die de Amerikaanse schatkist tientallen miljarden dollars kostten, had gehoopt de oorlog tussen Rusland en Oekraïne „binnen een etmaal” na zijn entree in het Witte Huis te beëindigen. Maar ondanks zijn pogingen Poetin te paaien en Oekraïne tot concessies te dwingen zag Trump het Kremlin de oorlog alleen maar verder escaleren; bovendien weigert Poetin te onderhandelen over vrede.

Trump zinspeelde de afgelopen dagen steeds vaker op een verandering van zijn Oekraïnebeleid, voortkomend uit zijn frustratie met Poetin over de toenemende Russische aanvallen op Oekraïne, met soms vele honderden drones en raketten in één nacht. Poetin „heeft mooie praatjes, maar ’s avonds bombardeert hij iedereen”, zei Trump in het weekeinde.

Daarmee breekt Trump, zolang als het duurt, met een periode waarin hij meestal vol lof over Poetin sprak. In 2022, vlak voor de grootschalige inval in Oekraïne, noemde Trump de Russische president nog „geniaal” omdat hij delen van Oekraïne onafhankelijk had verklaard. En sinds zijn terugkeer in het Witte Huis in januari zei Trump herhaaldelijk dat Poetin in zijn ogen uit is op vrede met Oekraïne.

Speciale gezant Kellogg in Kyiv

Maandag sprak de Amerikaanse speciale gezant Keith Kellogg tijdens een bezoek aan Kyiv met Zelensky over de oorlog. Kellogg blijft een week in Oekraïne om zich op de hoogte laten stellen van de situatie aan de Oekraïense frontlinies en de problemen die het land ondervindt in de luchtverdediging. „We hebben gesproken over de vraag hoe we vrede dichterbij kunnen brengen, en wat we samen kunnen doen: betere luchtafweer, gezamenlijke productie en wapens kopen met Europa”, zei Zelensky na afloop.

Hij onderstreepte opnieuw het belang van de rol die de Amerikanen kunnen spelen in de oorlog. „Moskou stopt niet, tenzij het wordt tegengehouden met geweld.”


Column | De gepensioneerde politieman is niet bang, maar wel op alles voorbereid

Max Engelander (67), voorheen inspecteur bij de Amsterdamse politie, bestelt één kroket met één boterham – „bruin graag” – en beslist niet meer, want hij is trots op zijn getrainde lijf en wil niet aankomen. In de sportschool staat hij graag op de stairclimber – „je verbrandt 600 calorieën in een halfuur” – en dan zijn er nog de apparaten voor de kracht. Ja, werken doet hij ook nog, harder dan ooit eigenlijk, sinds hij in 2011 een bedrijf is gestart in kogelwerende vesten. „Dat loopt zo goed dat ik drie jaar geleden bij de politie ben gestopt.” Hij verkoopt zijn vesten over de hele wereld, behalve aan landen als Iran of Rusland of Noord-Korea. „Dat is mijn morele kompas.”

We zitten in de brasserie van hotel De Roode Leeuw op het Damrak, waar niets nog herinnert aan de herberg die Simon Pietersz hier in 1454 opende. Of nou ja, die herberg stond toen nog op de Dam. Maar hij heette al wel De Roode Leeuw en het hotel (nu vier sterren) geurt graag met de geschiedenis, die dus teruggaat tot de middeleeuwen. In de negentiende eeuw was er op zondag een levend orkest en zaten mannen – alleen mannen – te schaken. Nu zit je tussen de toeristen die hamburgers en friet bestellen, en nooit de tartaar van artisjok of de zomerrisotto met doperwtjes en peultjes die ook op de kaart staan.

Een reportage over het Damrak, vijfentwintig jaar geleden, daar ken ik Max Engelander van. Hij was buurtregisseur bij bureau Burgwallen en liet me met politieogen kijken naar de verloedering die toen vergaande vormen aannam. Zakkenrollers, drugsdealers, naakte meisjes dansend op de bar van café Teasers. De illegale terrassen, de verwaarloosde gevels, de criminaliteit erachter, vooral witwassen. En dat was dan de rode loper vanaf het Centraal Station de stad in. De assistent van de general manager van De Roode Leeuw fantaseerde hardop over een sprinklerinstallatie in de steeg naast het hotel om de dronken mannen die daar ’s nachts tegen de gevel stonden te pissen weg te jagen. Het vocht drong door de voegen en onder de drempels door naar binnen. „Lijkt me prachtig”, zei hij. „Camera’s erop en zodra iemand blijft stilstaan, gaat hier het alarm af. Als het er weer zo een is, zet ik de koude douche aan.”

Net als we na de koffie de straat op willen gaan, gaat zijn telefoon. „De deurbel”, zegt hij.

Ik had Max Engelander gevraagd om weer met me over het Damrak te lopen en te kijken wat er in die vijfentwintig jaar veranderd is. Hij vond het een geweldig idee – „toch een soort reünie” – en is met zijn Birò vanuit Buitenveldert, waar hij woont, naar het centrum gereden. Net als we na de koffie de straat op willen gaan, gaat zijn telefoon. „De deurbel”, zegt hij. De deurbel? „Er hangt een camera naast en zodra er iemand voor de deur staat, word ik gewaarschuwd. Maar het is” – hij kijkt vluchtig naar de beelden – „loos alarm.” Waar is hij bang voor? „Ik ben nergens bang voor. Ik neem voorzorgsmaatregelen.” Hij laat een foto van zijn moeder zien uit 1943, vlak voordat ze werd verraden en naar Bergen-Belsen werd afgevoerd. Een meisje van dertien met links op haar bloesje een Jodenster. „Snap je? Dat gaat ons niet nog een keer gebeuren.” Voor hem is dit de grootste verandering sinds 2000: „Antisemitisme is weer salonfähig.”

Wordt vervolgd.

Jannetje Koelewijn vervangt deze zomer Petra de Koning.


Kledingmerk Balr., waarmee jongeren zich een ‘rijke voetballer’ waanden, failliet

Een volledig zwart shirt met daarop in witte blokletters het woord ‘BALR.’, mét een punt erachter. Voor een generatie jongeren is het een bekend beeld. In schoolkantines, tijdens het stappen, na het douchen in de kleedkamer van de voetbalclub. 

Balr. is het geesteskind van oud-profvoetballer van onder andere Ajax en Anderlecht Demy de Zeeuw. Van 2013 tot om en nabij 2020 was het één van de populairste kledingmerken voor voetballend Nederland. Wás. Maandagmiddag werd bekend dat het bedrijf faillissement heeft aangevraagd bij de rechtbank. 

Het idee voor Balr. ontstond begin jaren tien, toen De Zeeuw nog onder contract stond bij voetbalclub Spartak Moskou. „Ik zag mijn toenmalige ploeggenoten lopen met Louis Vuitton-koffers”, memoreerde De Zeeuw een paar jaar terug in gesprek met zakenbeurs Masters Expo. „Ik realiseerde me dat er helemaal geen modemerk was dat focuste op voetbal.”

Al snel vond De Zeeuw, die destijds al een blog over voetbal-lifestyle beheerde, twee zakenpartners. Voor meer werkkapitaal en om het merk smoel te geven, vroeg De Zeeuw ook de bevriende Gregory van der Wiel en Eljero Elia om zich aan het merk te binden. 

Onbereikbare lifestyle

Balr. – uitspraak op z’n Engels: baller – was geboren, en daarmee vooral heel veel zwarte shirts met daarop de merknaam. Vliegensvlug werd de collectie uitgebreid met capuchontruien, sokken, een vrouwenlijn. Inmiddels zijn er zelfs Balr.-koffers, bedden, een ‘racesimulator’, een Rolex en fatbike beschikbaar.

De kledingstukken van het naar eigen zeggen ‘premium’ lifestylemerk waren voor een generatie (vooral mannelijke) jongeren meer dan alleen een stuk textiel. Met een shirtje van zo’n 85 euro kon je laten zien onderdeel te zijn van de voetbalcultuur, bereid om behoorlijk wat uurtjes vakkenvullen af te tikken voor ogenschijnlijk simpele merkkleding. Hoe simpeler het design, hoe succesvoller de shirts leken te zijn. 

Balr. probeerde „een lifestyle” te claimen, zei De Zeeuw tegen Het Parool. „Een baller staat voor een sporttalent dat een leven leidt met veel geld, mooie auto’s, dure hotels, grote huizen en knappe vrouwen. Een beetje zoals mijn leven.” Of, zoals ondernemersplatform MT/SPROUT het ooit omschreef:  „Een merk dat juist een lifestyle uitstraalt dat voor de massa onbereikbaar is.”

Internationale sterren

De piekfijne branding die Balr. inzette hielp het succes vooruit. De Zeeuw besteedde zijn vrije uurtjes als voetballer naar eigen zeggen niet aan gamen, maar aan het lezen van blogs over ondernemen. Dat leidde tot influencer-marketing avant la lettre. Niet alleen De Zeeuw, Van der Wiel en Elia zelf begonnen de shirtjes te dragen, ook bevriende profs kregen gratis shirts met het herkenbare logo opgestuurd. 

Via dat netwerk belandden de shirts binnen de kortste keren bij internationale toppers als de Argentijn Angel di Maria en Neymar uit Brazilië. Ook sterren uit de entertainmentindustrie – zoals DJ Khaled, bijna 40 miljoen volgers op Instagram – werden met de kledij gespot. Ondertussen was Balr. het socialemedia-account 433 begonnen, waarop humoristische voetbalcontent gedeeld werd. Zo worden shirts van Balr. via een omweg onder de aandacht van de inmiddels bijna 77 miljoen Instagram-volgers van 433 gebracht.

Miljoenenverlies

Het bedrijf verlegde zijn focus in de loop der jaren naar de verkoop via fysieke winkels. Balr. opende winkels in Amsterdam, Utrecht en Roosendaal en zelfs een tijdelijke pop-up in Miami. Toen de corona-pandemie uitbrak, werd duidelijk dat dat ook nadelen had, zo zei Ken Fontijn, destijds algemeen directeur, in 2023 in een interview. „Dan ben je opeens niet meer dat flexibele direct-to-consumer-bedrijf dat zich kan aanpassen aan de omstandigheden”

Het lijkt erop dat die periode Balr. de nek om heeft gedraaid. Uit jaarverslagen wordt duidelijk dat het bedrijf, in ieder geval sinds 2021, miljoenenverliezen leed. De verkoop begon te dalen, de schulden liepen juist op. „Uiteindelijk [zijn die] ons te veel geworden”, schrijft het bedrijf maandag.


Trump dreigt Rusland met zware importheffingen als er binnen 50 dagen geen Oekraïne-deal komt

De Amerikaanse president Donald Trump heeft maandag gedreigd met „zeer zware heffingen” op Russische goederen als Moskou niet binnen vijftig dagen instemt met een vredesovereenkomst in Oekraïne. Dat zei de Amerikaanse president maandag tijdens een persconferentie met NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte.

In dezelfde persconferentie kondigde Trump aan dat hij een nieuwe deal heeft gesloten voor de levering van luchtafweer, raketten en munitie aan Oekraïne. Deze levering zal worden gecoördineerd via de NAVO. De Verenigde Staten leveren de wapens eerst aan andere NAVO-lidstaten, die ze vervolgens doorsturen naar Oekraïne.

Volgens Trump zullen de VS onder meer Patriot-luchtafweersystemen leveren, en zal de Europese Unie de VS daarvoor betalen.

Keerpunt in Trumps standpunt

De Amerikaanse president, die in het verleden vaak kritisch was over de NAVO, sprak maandag opvallend positief over het bondgenootschap. Hij prees onder andere het leiderschap van Rutte, van wie hij zei dat „hij het geweldig heeft gedaan”.

Opmerkelijk is dat Trump hiermee een draai maakt ten opzichte van eerdere berichten vanuit het Pentagon. Het Amerikaanse ministerie van Defensie meldde vorige week nog dat de levering van bepaalde wapens mogelijk zou worden stopgezet, omdat de Amerikaanse voorraden te snel slinken. Trump beloofde maandag echter juist méér te gaan leveren, met als argument dat Oekraïne „heel hard wordt getroffen en zichzelf moet kunnen verdedigen”.

Trump zei ook teleurgesteld te zijn in Rusland. Zijn eerdere pogingen om president Vladimir Poetin tot een vredesakkoord te bewegen zijn tot nu toe mislukt. Die frustratie werd vergroot door de recente toename van Russische aanvallen op Oekraïne. Zo werden in de nacht van dinsdag op woensdag maar liefst 728 kamikazedrones op Oekraïens grondgebied afgevuurd, een recordaantal.

Liveblog
Oorlog in Oekraïne


Oekraïense inlichtingendienst: ‘Russische geheime agenten gedood’

Ontploffingen in de lucht, afgelopen weekend, terwijl de Oekraïners Russische aanvallen proberen af te slaan.


Twee Nederlandse piloten en twee andere passagiers zondag omgekomen bij vliegtuigcrash in Londen

Over de crash van het Nederlandse vliegtuig, zondagmiddag op Southend Airport, ten oosten van Londen, komt mondjesmaat meer informatie naar buiten. Maandagmiddag werd bekend dat daarbij vier doden zijn gevallen. De piloot en de co-piloot hebben volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken de Nederlandse nationaliteit. Er zouden verder een arts uit een ander Europees land en een Chileense verpleegkundige aan boord zijn geweest. Over het soort vlucht dat het tweemotorige propellervliegtuig die dag had gemaakt was nog niets officieel bekend.

De 31 jaar oude Beechcraft King Air B200 was zondag vanuit Athene via Pula in Kroatië naar Southend gevlogen en verongelukte tijdens de start, op weg naar thuishaven Lelystad. Waarom het vliegveld maandag nog de hele dag gesloten bleef, was evenmin bekend. Maandagmiddag hebben de Britse politie en de luchthaven een persconferentie gegeven. Een overzicht van de belangrijkste vragen – en antwoorden.

1
Hoe ontstond dit ongeluk?

Het staat vast dat het toestel tijdens de start, kort na 16.00 uur lokale tijd, op geringe hoogte sterk naar links afboog, kantelde en neerstortte, waarbij een vuurbal ontstond. Er was voor zover bekend geen sprake van slechte weersomstandigheden.

Onder beroepspiloten wordt gespeculeerd over de oorzaak. Velen zien in het ‘scheeftrekken’ een klassiek ongeluksscenario dat juist tweemotorige propellervliegtuigen kan overkomen wanneer een van beide motoren plotseling stopt. De King Air beschikt over twee krachtige zogeheten turboprops (een propeller die door een turbine wordt aangedreven). Als een van beide motoren stopt, levert die propeller geen stuwkracht meer, maar op één propeller zou het toch veilig hoogte moeten kunnen maken. Als de bladen van de stilstaande propeller echter niet in de zogeheten ‘vaanstand’ draaien, ondervindt die stilstaande propeller onmiddellijk een hoge luchtweerstand, waardoor het vliegtuig „naar de dode motor” draait, waarbij een piloot razendsnel moet reageren. Een vliegtuig waarbij een straalmotor uitvalt, heeft dit probleem niet.

Onderzoek moet uitwijzen wat er in Southend precies is gebeurd. Dat wordt verricht door de Britse Accidents Investigation Branch (AAIB), bijgestaan door de Nederlandse Onderzoeksraad voor Veiligheid.

2
Wat is de King Air voor vliegtuig?

Het verongelukte vliegtuig is gebouwd in 1994. Voor een goed onderhouden vliegtuig van dit type hoeft een leeftijd van 31 jaar geen probleem te zijn. De ‘King Air’, in verscheidene varianten gebouwd vanaf 1964, geldt als een degelijk vliegtuig met een grote actieradius en dat kan opstijgen van korte en ongeasfalteerde startbanen. Het is bij uitstek geschikt voor het type vluchten dat Zeusch Aviation, zoals de eigenaar heet, er op afroep mee maakt: vluchten met patiënten of het vervoer van transplantatie-organen, vluchten naar luchthavens die niet door lijnvluchten bediend worden, fotoverkenningen (er zit een groot kijkraam in de bodem) en luchtobservaties in overheidsdienst. Sommige King Airs zijn speciaal ingericht als luchtambulance, met brancards en medische uitrusting zoals zuurstofleidingen voor patiënten.

In de ‘darwinistische’ afvalrace van vliegtuigtypes sinds de jaren zestig geldt de King Air door zijn vliegeigenschappen en stevigheid als een „overlever”, zeggen experts, vergelijkbaar met de Dakota uit een eerder tijdperk. De Amerikaanse luchtmacht maakt nog steeds gebruik van de King Air voor speciale operaties en het verzamelen van inlichtingen.

3
Wat is Zeusch Aviation voor bedrijf?

Zeusch Aviation in Lelystad is opgericht door de Nederlandse ondernemer Cornelis (‘Con’) Zwinkels, oprichter en oud-bestuursvoorzitter van webserververhuurder Leaseweb, tevens oud-piloot bij Martinair. In 2017 begonnen de eerste commerciële vluchten. De naam Zeusch lijkt een verwijzing naar de Griekse oppergod en strookt met het ‘hogere perspectief’ van waaruit het de wereld zegt te bezien.

De rookpluim na de crash van het toestel van Zeusch Aviation op London Southend was zondag van ver te zien. Foto @agussromagnoli via Reuters

Het bedrijf zou aanvankelijk vooral een hobby zijn geweest, maar heeft zich intussen ontwikkeld tot een professioneel luchtvaartbedrijf dat wereldwijd opereert. Zeusch heeft intussen dertien King Airs in verschillende varianten in beheer. Die worden gevlogen door een aantal piloten in vaste dienst en freelancers, oud-verkeersvliegers en voormalige militaire vliegers.

De verongelukte PH-ZAZ was het eerste vliegtuig, het tweede heeft registratie PH-ZBZ, en zo verder. Zeusch koopt gebruikte vliegtuigen ‘uit de markt’, doet groot onderhoud en maakt ze geschikt voor een of meer van de Zeusch-specialismes. In februari van dit jaar werd nog een Super King Air aan de vloot toegevoegd die in dienst was van het Franse IGN, het overheidsbedrijf dat topografische kaarten maakt op basis van luchtfoto’s.

Vliegen bij Zeusch is „een gewilde positie”, zegt een piloot, die zelf niet bij Zeusch vliegt. „Het is een stoere job, vergeleken bij de KLM een avontuurlijk bestaan, al betaalt het wel minder.”

De laatste vluchten van de PH-ZAZ suggereren dat inderdaad: op zaterdag van Lelystad naar Memmingen (Duitsland) en door naar Athene en van daaruit via Pula naar Southend. Om wat voor vluchten het precies ging, is nog niet bekend, maar „het toont hun concept”, zegt de piloot. „Dit is wat ze doen, à la minute maatwerk kunnen leveren.”


Opinie | Is vrede de weg?

Agressie-oorlogDe ware reden van de Russische agressie is van een geheel andere orde

In zijn betoog voor vrede en de-escalatie (De geesten worden klaargemaakt voor een permanente mobilisatie, 11/7 ) probeert hoogleraar Willem Schinkel begrip te kweken voor het Russische optreden in Oekraïne. Schinkel redeneert vanuit het Russisch perspectief, maar rechtvaardigt dit een nietsontziende agressieoorlog? Is een dergelijke redenering niet een al te grote simplificatie van de werkelijkheid?

Poetin heeft verschillende keren verklaard dat de oorlog in Oekraïne geen territoriaal conflict is en ook niet het (eind)doel is van Rusland. Het gaat volgens Poetin om het omverwerpen van de Westerse wereldorde. De westerse liberale, decadente en democratische samenleving dient te verdwijnen. Zij vormt een bedreiging voor Rusland.

Lees ook

De spirituele crisis van Europa

Illustratie Lynne Brouwer

De ‘ware’ reden van de Russische agressie in de Oekraïne lijkt van een geheel andere orde. Niet het revanchisme en het herstel van Rusland als wereldmacht was de aanleiding voor de inval in Oekraïne. Dat de NAVO een bedreiging vormt voor Rusland is een frame dat vaak door vredesactivisten, maar ook door aanhangers van Poetin wordt gehanteerd. In werkelijkheid vormt het imperialistische en koloniale Rusland een bedreiging voor de Europese veiligheid.

Hoogleraar Schinkel is gepromoveerd op Aspects of Violence. Een onderzoek naar in hoeverre daders van geweld genieten van het plegen van deze daden. Uit zijn onderzoek blijkt dit het geval te zijn. De vraag die zich dan aandient is in hoeverre deze thesis ook op Poetin van toepassing is. Wellicht belemmert dit juist het proces naar vrede.

oud-Tweede Kamerlid voor de VVD en veiligheids- en defensiedeskundige


SpiritualiteitEr is geen weg naar vrede, vrede is de weg

Ik ben blij met de opinie van Willem Schinkel, die aangeeft dat de huidige militarisering een diepgaande spirituele crisis is van de (westerse) mens. Opnieuw wordt de angstige mens voortgestuwd door onwetendheid, zoals al eerder in de geschiedenis. Van individualisme en een kritische geest is helemaal geen sprake meer in het (digitale) domein van de hebzucht.

Massaal bewegen we dezelfde kant op, zelfs als die destructief en toekomstloos is. Die permanente mobilisatie wordt vergemakkelijkt door de digitale slavernij. Triest, verdrietig dat we onszelf nog steeds niet in de ogen durven kijken en kiezen voor vernedering van technologisch dogmatisme, door net te doen alsof milieuproblemen niet bestaan en hardnekkig het mantra te reciteren dat miljarden spenderen aan wapentuig daadwerkelijk vrede brengt. Terwijl ieder van binnen weet dat er geen weg naar vrede is, maar vrede de weg is! Dat vraagt moed en creativiteit en een kritische blik naar onze hele economisch culturele orde. Bijna onmogelijk nu we gewend zijn aan een ‘quick-fix’ voor bijna alles en eigen verantwoordelijkheid een vies woord is geworden.

Ook in deze krant wordt het Frans-Britse kernwapenpact „revolutionair” genoemd, terwijl het meer van hetzelfde is op de schaal van gevorderde domheid. Voor vrede is waakzaamheid nodig, geen droombeeld van quasi-stoere leiders die zelf nooit in de loopgraven zullen staan. Tijd voor een nieuwe pacifistische partij? In ieder geval voor veel meer tegengeluid tegen militaristische verspilling en voor geweldloze alternatieve en sociale verdediging.

Giethoorn


BedankjeMoeite om de koers recht te houden

Bij deze wil ik de heer Schinkel bedanken voor zijn mooie bijdrage aan de weekendbijlage van Opinie & Debat.

Het zijn verwarrende tijden en het kost mij als pacifist en gewetensbezwaarde militaire dienst (1971), moeite om de koers recht te houden. De bijdrage(n) van de heer Schinkel zijn een baken in een woelige zee, waarvoor mijn oprecht dank,

Oldenzaal


Nauwe blikHet is tijd voor de-escalatie

Dank, Willem Schinkel, eindelijk iemand die de hysterie rond de nieuwe wapenwedloop durft te betwijfelen.

Nederland was idolaat van de NAVO-conferentie: dat wij zoiets groots mochten organiseren. Onze goedlachse oud premier is niet voor niks NAVO-chef geworden. Zijn beruchte visieloosheid blijkt te hebben plaatsgemaakt voor een apocalyptisch wereldbeeld. Met zijn verbale trucs en geitenpaadjes bereikte hij optische eenheid zodat de narcistische autocraat Trump niet boos hoefde te worden. Ook het koningshuis werd ingezet om stroop te smeren. Willem-Alexander dronk ooit een pilsje met Poetin, nu ontbeet hij thuis in zijn paleis met Trump. Kortgeleden heeft hij letterlijk gezegd dat Nederland zich tot de tanden toe zou moeten bewapenen, een puur politieke uitspraak van onze monarch.

Schinkel heeft gelijk als hij constateert dat propaganda niet alleen door de tegenstanders wordt gemaakt.

De onvermijdelijke neergang van het Westen hoeft niet noodzakelijkerwijs gepaard te gaan met wapenwedloop en dus oorlog. Het is hoog tijd voor een op de-escalatie gerichte Europese politiek in plaats de doodlopende steeg naar een nieuwe wereldoorlog in te gaan.


VerantwoordelijkheidBel Poetin maar

In de opinie van Willem Schinkel staan enkele overwegingen ten behoeve van vrede, met name Oekraïne, die het overdenken waard zijn.

We moeten bedenken, stelt Schinkel, dat de geschiedenis van Rusland behelst: eeuwen van West-Europese pogingen om Rusland te veroveren. Niettemin moet Rusland vanzelfsprekend niet zijn verantwoordelijkheid ontlopen voor de oorlog in Oekraïne, schreef hij even daarvoor.

Ik raad Schinkel aan om Poetin te bellen en te zeggen: ik begrijp dat u liever geen nieuwe Napoleon of Hitler ziet die uw land binnenstormt. Maar als u nu even Oekraïne verlaat? Dan kunnen we het over vrede en de-escalatie hebben.

Best


Feminisme Wat oorlog brengt

De feministen waarschuwden na de Eerste Wereldoorlog dat het Verdrag van Versailles meer kwaad dan goed zou doen. Ze kregen gelijk. Wat als de Franse en Engelse mannen die aan de macht waren naar de vrouwen hadden geluisterd? De internationale vrouwenbeweging had onder haar eigen leden gezien wat oorlog teweegbracht bij onschuldige burgers.

Ja, pacifisme is belangrijk, evenals diplomatie en bescherming.

Vrede vraagt om vredesretoriek. De nadruk van de media op onbenulligheden tijdens de NAVO-top, door Willem Schinkel beschreven, zie ik in die categorie. Niet vervreemdend, maar wat mensen graag horen en lezen wanneer ze zich veilig voelen.

Tilburg

Klik op het vinkje naast ‘Ik ben geen robot’