Goedemorgen! Als Trump de Amerikaanse verkiezingen wint en de importtarieven verhoogt, heeft dat nadelige gevolgen voor de Nederlandse economie. De Rabobank publiceerde vanochtend een onderzoek waarin de bank uitrekende wat de gevolgen zouden zijn van het handelsbeleid van de Amerikaanse presidentskandidaten voor Nederland. Een universeel tarief van tien procent, zoals Trump voorstelt, zou bijvoorbeeld resulteren in een inflatie van 3,8 procent in 2026. De gevolgen van het Harris-beleid zijn minder groot. Wat vanochtend nog meer opviel:
Veel Griekse eilanden zijn niet bereikbaar, omdat veerbootpersoneel staakt, schrijft NU.nl. De werknemers staken al sinds dinsdag, omdat ze een beter loon willen. Daar gaan ze vandaag mee verder.
De kans dat de Noord-Brabantse fabrikant van elektrische bussen Ebusco toch overeind blijft, is donderdag iets toegenomen nadat aandeelhouders het bestuur toestemming gaven nieuwe aandelen uit te geven, schreef economieredacteur Milo van Bokkum gisteravond. Ebusco heeft zware financiële problemen, onder meer door tegenvallers in de toeleveringsketen.
De Telegraaf schrijft over een onderzoek van Knab, waaruit blijkt dat driekwart van de zzp’ers vreest het eigen pensioen niet goed geregeld te hebben.
De wereldwijde overheidsschulden exploderen en dreigen onhoudbaar te worden. Het wordt daarom hoog tijd voor regeringen om de huishoudboekjes op orde te krijgen – hetzij met bezuinigingen, hetzij met belastingverhogingen. Die boodschap heeft het Internationaal Monetair Fonds dinsdag afgegeven op zijn jaarvergadering in Washington.
In een persconferentie bij de publicatie van het begrotingsrapport Fiscal Monitor noemde het fonds de overheidsschulden „zeer hoog, oplopend en riskant”.
Tegen het einde van het jaar komen de overheidsschulden van alle landen samen uit op 93 procent van het mondiale bbp -– 10 procentpunt boven het niveau van vóór de pandemie. De schulden groeien door, naar 100 procent van het mondiale bbp in 2030.
Dat komt voor een belangrijk deel door het gebrek aan begrotingsdiscipline van de twee grootste economieën van de wereld: de Verenigde Staten en China. Maar ook andere landen noemt het IMF bij naam, waaronder Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Brazilië en Zuid-Afrika.
Het begrotingstekort van de VS kwam vorig jaar uit op 7,1 procent van het bbp en zal dit jaar toenemen naar 7,6 procent, om tegen 2029 wat te dalen naar 6 procent. De Amerikaanse overheidsschuld ligt nu op 123 procent van het bbp en stijgt door naar 131 procent in 2029. De extra uitgaven en belastingverlagingen die de presidentskandidaten Kamala Harris en Donald Trump hebben beloofd, zijn hierin niet meegenomen.
Het Chinese tekort ligt op bijna 7,5 procent van het bbp en neemt verder toe, richting de 8 procent in 2029. De staatsschuld, nu 90 procent van het bbp, groeit naar 111 procent in 2029. De talrijke schulden van lokale en regionale overheden in China komen hier nog bij.
„Dit kan niet eindeloos blijven doorgaan”, zei Vitor Gaspar, directeur van de begrotingsafdeling van het IMF, over zowel de VS als China.
Lees ook
In de sombere prognoses van het IMF geldt Trump als Hij die niet genoemd mag worden
Het begrotingstekort van de eurozone ligt gemiddeld lager, 3,1 procent dit jaar, en het daalt. Binnen de eurozone presteert met name Frankrijk slecht. Daar stijgt het tekort van 5,5 vorig jaar naar 6 procent dit jaar, waar het de komende jaren blijft liggen. Niet voor niets ontstond eerder dit jaar stress op de financiële markten rond dit land.
Italië slaagt er naar verwachting van het IMF wat beter in tekorten terug te brengen, van 4 procent dit jaar naar 3 procent in 2029. Maar de staatsschuld blijft oplopen, van 136 procent dit jaar naar 142 procent in 2029. In Duitsland is de begroting goed op orde, met tekorten onder de 2 procent de komende jaren. Nederland houdt voor eigen begrippen hoge tekorten aan, van bijna 3 procent. In Duitsland en Nederland blijft de staatsschuld wel laag: respectievelijk rond de 60 en onder de 50 procent.
Minder begrotingsdiscipline
Mogelijk vallen de geraamde schuldenpercentages nog veel hoger uit, zo waarschuwt het fonds. Uit onlangs verschenen IMF-onderzoek blijkt dat politici wereldwijd minder interesse beginnen te krijgen in begrotingsdiscipline. Dit geldt ook voor conservatieve politici, die van oudsher wat meer op de centen letten dan progressieve. „Partijen over het hele politieke spectrum lijken steeds meer op elkaar: ze voeren campagne rond ideeën over een grotere overheid en ze beloven hogere uitgaven”, aldus de studie.
Het fonds roept regeringen op bij bezuinigingen goed te letten op de effecten ervan. Publieke investeringen (infrastructuur, onderwijs, technologie) moeten in stand blijven, zegt het IMF, want die zorgen voor economische groei. Ook moet het „menselijke” aspect niet worden vergeten: bezuinigingen moeten niet leiden tot meer ongelijkheid. In de praktijk zal dat een moeilijke opgave zijn voor regeringen.
Rol van IMF zelf
De afgelopen jaren kreeg het IMF de nodige kritiek van economen. Het fonds zou zélf bijdragen aan de begrotingsproblemen in de arme en opkomende landen die het financieel bijstaat. De rentes waartegen landen kunnen lenen bij het IMF zouden te hoog zijn. Landen als Oekraïne, Egypte en Pakistan zouden onnodig op kosten worden gejaagd. Momenteel heeft het fonds krediet uitstaan bij meer dan 90 landen, waaronder ook zeer arme landen als Soedan.
De IMF-rentes verschillen per land en per programma. Het IMF-basistarief is gebaseerd op rentestanden in vijf valutagebieden (dollar, euro, yen, renminbi, pond). Daarbovenop komt een marge om de kosten van het IMF te dekken. Landen die veel of lang lenen, betalen een renteopslag (surcharge). In de aanloop naar de vergadering besloot het IMF zowel de marge op het basistarief als de opslagen te verlagen. Ook hoeven minder landen een opslag te betalen. Naar verwachting van het fonds zal dit besluit de rentekosten van landen die lenen bij het IMF met 36 procent drukken.
Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.
Goedemorgen! Het seizoen van de kwartaalcijfers is weer aangebroken. Uitzendconcern Randstad meldde dinsdagmorgen een lagere omzet en minder winst in Q3. Het Nederlandse bedrijf, een van de grootste uitzendconcerns van de wereld, merkt dat werknemers en werkgevers minder risico’s willen nemen vanwege onzekere economische omstandigheden. Randstad wil de kleinere branchegenoot Zorgwerk overnemen. Het gaat om een deal van 323 miljoen euro.
Wat we verder lazen:
HSBC, een van de grootste banken van de wereld, gooit de organisatie helemaal om. De bank – begonnen als The Hongkong Shanghai Banking Corporation – denkt klanten beter te kunnen bedienen met een oosterse tak (Azië, Pacific, Midden-Oosten) en een westerse divisie (VK, Europa, Noord- en Zuid-Amerika). Uiteraard moet deze move ook kosten besparen.
De coalitie zet de beperking van de renteaftrek voor verhuurders op losse schroeven. Het FD doet verslag van de behandeling van het Belastingplan 2025, maandag in de Tweede Kamer. En om bij het thema woningmarkt te blijven: de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) gaat weer omhoog. Nu is de grens op financiële hulp bij hypotheekproblemen 450.000 euro (2024: 435.000).
Binnen en buiten de Tweede Kamer is debat over de emissievrije zones in de centra van grote steden in Nederland. Waar maatschappelijke organisaties vorige week nog pleitten voor het vasthouden van de invoerdatum voor zero-emissiegebieden (per 1 januari 2025), bepaalde de Kamer dat ondernemers voorlopig zijn uitgezonderd. Veertien Nederlandse steden willen ‘schone lucht’-zones invoeren, maar dankzij een motie van de VVD blijven vieze busjes nog steeds welkom in de stad.
In september schreef NRC al over Nederlandse multinationals die geld doneren aan omstreden Amerikaanse politici. Dat ging om Ahold en Philips. Nu bericht de Vlaamse krant De Standaard dat ook de Amerikaanse dochters van grote Belgische concerns geld gaven aan politici in de VS die de verkiezingsuitslag van 2020 in twijfel trokken. De krant noemt bierproducent AB InBev en farmabedrijf UCB.
Twee mediabedrijven van tycoon Rupert Murdoch – Down Jones en The New York Post – trekken ten strijde tegen een start-up op het gebied van kunstmatige intelligentie. Volgens Murdoch c.s. maakt het nieuwe bedrijf Perplexity onrechtmatig gebruik van nieuwskopij voor zijn kunstmatig intelligente zoekmachine. ,,Een massale vorm van illegaal kopiëren”, aldus de media tegen de FT.
En vandaag: een staking op vliegveld Charleroi (door budgetmaatschappijen ook in de markt gezet als ‘Brussel-Zuid’). Alle vertrekkende vluchten zijn vandaag geannuleerd door een staking van het veiligheidspersoneel. Er waren 89 vertrekkende vluchten gepland voor ongeveer 16.000 passagiers.
Goedemorgen! In China is de week begonnen met een verse renteverlaging: de Chinese overheid heeft de rente op eenjarige staatsobligaties verlaagd van 3,35 naar 3,1 procent. De rente op vijfjarige obligaties ging omlaag van 3,85 naar 3,6 procent. De verlagingen zijn bedoeld om de kwakkelende Chinese economie te stimuleren – als geld lenen goedkoper wordt, gaat de economie harder draaien.
Beleggers in Azië reageren maandagochtend nog voorzichtig op de renteverlaging. Zowel de belangrijkste Chinese beursindex Hang Seng als indices in andere Aziatische markten – zoals Japan en Singapore – schommelden in de eerste uren van de handelsdag rond het slot van afgelopen vrijdag.
Wat we verder deze ochtend lazen:
Gedupeerde klanten van onlinebank Bunq hebben bij de rechter al in zeker vijf zaken ongelijk gekregen toen ze probeerden financiële schade op de bank te verhalen, schrijft Het Financieele Dagblad. Tientallen klanten werden slachtoffer van oplichting, volgens de klanten doordat de bank zijn veiligheidssystemen niet op orde had. De rechter gaat daar voorlopig dus niet in mee.
Accountantskantoor BDO is een proefproces tegen de Belastingdienstbegonnen, in de hoop dat eigenaren van woningen boven de 1,3 miljoen euro minder eigenwoningforfait hoeven te betalen. Dat schrijft het AD. Nu betalen bezitters van dure woningen een relatief hogere huizenbelasting en deze ‘villataks’ is oneerlijk, vinden ze bij BDO.
De koers van bitcoin bereikte maandagochtend het hoogste punt in drie maanden. Beleggers in de cryptomunt speculeren op een verkiezingsoverwinning van Donald Trump in de VS, die tot hogere rentes en dus waardedaling van andere valuta zou kunnen leiden, schrijft CNBC.
En ook de AI-hype is voorlopig niet voorbij: start-up Perplexity, een zoekmachine, is volgens de Financial Times in een nieuwe investeringsronde op 8 miljard dollar gewaardeerd, het dubbele van de vorige ronde eerder dit jaar.
Bij Shell moesten ze kort geleden nog toegeven dat hun nieuwe fabriek voor duurzamere kerosine in de haven van Rotterdam financieel voorlopig gewoon niet uit kan. Om die reden werd de bouw „tijdelijk” stilgelegd. Een ander groot olie- en gasbedrijf, BP, zag zich recentelijk eveneens genoodzaakt om zijn ambities voor de productie van duurzamere kerosine flink af te zwakken. Ook omdat het financieel toch wat ingewikkeld bleek.
Het waren twee pijnlijke boodschappen voor de luchtvaartsector, die verantwoordelijk is voor een flink deel van de wereldwijde uitstoot en die zijn zinnen heeft gezet op deze zogeheten sustainable aviation fuels (SAF’s) om te verduurzamen. De ‘bio-kerosine’ die BP en Shell in dit geval willen produceren, gemaakt van onder andere oud frituurvet en slachtafval, is schoner dan op fossiele energie gebaseerde, ‘normale’ kerosine.
En andere, nog schonere opties zijn er simpelweg niet, aldus de sector. Vliegen op waterstof is vooralsnog een illusie, en vliegen op stroom gaat ook nog jaren duren – al wordt daar wel mee geëxperimenteerd. Voor langere afstanden zou het hoe ook dan voorlopig onmogelijk zijn, meent de branche.
Maar heel lekker ging het de laatste tijd dus niet met de opkomst van deze nieuwe biobrandstoffenbedrijfstak, waarop de luchtvaartsector zijn hoop heeft gevestigd. Alsof de klad nog niet genoeg in de verduurzaming van de Nederlandse industrie lijkt gekomen, zou je trouwens ook denken. Want overal klinken de laatste tijd alarmsignalen.
Voor de verandering lijkt er nu echter weer eens positief nieuws te zijn voor de luchtvaartbranche. Twee Nederlandse ondernemingen, het Amsterdamse Power2X en het Rotterdamse Advario, kondigden woensdag de bouw aan van een nieuwe fabriek voor duurzamere kerosine, inclusief een opslag- en logistiekterminal. Zij zien kennelijk wél mogelijkheden. De fabriek moet eveneens in de Rotterdamse haven komen te staan – die daarmee trouwens óók zijn eigen vergroeningsambities dichterbij denkt te zien komen.
‘Groene’ methanol
De twee bedrijven willen zelfs een nog schonere variant van kerosine maken, zogeheten e-SAF, die gemaakt wordt van ‘groene’ methanol. Dat is een synthetische brandstof die weer wordt gemaakt van groene waterstof en CO2. Kort en goed: daar komen nog weer minder koolstofmoleculen aan te pas, en deze kerosine geldt dan ook als de schoonste in zijn soort. De methanol willen Power2X en Advario grotendeels importeren, onder meer uit de VS.
Het gaat om een groot industrieel complex, dat vanaf 2030 operationeel moet zijn op het 26 hectare grote terrein van de voormalige anodenfabriek van Aluchemie in het Botlek-gebied. Volgens de bedrijven is er een investering mee gemoeid van zo’n 1,5 miljard euro. Jaarlijks moet er vanaf 2030 ongeveer 250.000 ton e-SAF worden geproduceerd, wat voldoende brandstof zou zijn voor 7.000 lijnvluchten van Amsterdam naar New York. Volgens de bedrijven is het daarmee de grootste e-SAF fabriek ter wereld die nu aangekondigd is.
Je hebt signaal nodig dat iemand bereid is zijn nek uit te steken, want anders gebeurt er niets
Door enkele luchtvaartbedrijven werd het bericht inderdaad positief onthaald. Zita Schellekens, bestuurslid bij KLM en verantwoordelijk voor de verduurzaming, sprak op LinkedIn van „goed nieuws”. „Helaas zijn er de afgelopen tijd wat goede initiatieven op dit gebied gesneuveld, dus daarom ben ik extra blij met dit mooie project.” KLM is een potentiële klant voor Power2X en Advario. Maar voor KLM telt natuurlijk wel dat de nieuwe brandstof ook betaalbaar moet zijn, en dan helpt het als er veel aanbod komt.
Ook anderen reageerden positief. Vervoerseconoom Rico Luman van ING schreef op hetzelfde netwerkplatform dat Europa’s „duurzamere luchtvaartbrandstoffen-reis”, na een aantal eerdere recente tegenslagen, nu „weer tractie” krijgt. Daarbij wees hij ook op enkele andere recente lichtpuntjes, eveneens in Rotterdam, van andere bedrijven.
Europese regels helpen
Directeur en oprichter Occo Roelofsen van Power2X zegt in een video-toelichting, samen met zijn partner Advario-directeur Bas Verkooijen, dat het mede dankzij nieuwe Europese spelregels is dat hij juist optimistisch is over de kansen van slagen van zijn project, en daarmee voor de verduurzaming van de luchtvaartsector. In Europa moeten luchtvaartmaatschappijen vanaf 2030 minimaal 1,2 procent van hun vliegtuigtanks vullen met e-SAF. Op die manier wordt er in feite vraag naar zijn product afgedwongen.
Óók als daarvoor een „premium” zal moeten worden betaald door luchtvaartmaatschappijen ten opzichte van ‘ouderwetse’ kerosine, zegt Roelofsen. Dat is een fijne afnamegarantie om te hebben. Alhoewel hij natuurlijk zegt te hopen dat die premium „zo klein mogelijk” blijft.
Luchtvaartbedrijven zijn niet altijd even blij geweest met die bijmengverplichtingen, en er is ook gelobbyd om ze niet te snel te hoog te laten worden. Maar Roelofsen meent: „Het is heel belangrijk dat dit soort mandaten er zijn. Zo vormt de markt zich vanzelf. Anders blijft iedereen gewoon op elkaar wachten. Klanten willen dan geen afnameverplichtingen aangaan, want de nieuwe brandstoffen zijn voorlopig te duur. En leveranciers willen dan weer niet investeren, want er is geen zekerheid van afname. Het kip-ei-probleem.”
Opmerkelijk genoeg is er trouwens ook zo’n afnameverplichting voor vliegmaatschappijen voor de bio-kerosine die Shell en BP willen gaan produceren. In 2025 moeten vliegmaatschappijen 2 procent van hun tanks vullen met SAF. Maar deze bedrijven zien desondanks toch nog beren op de weg.
Europa’s duurzamere luchtvaart-brandstoffenreis krijgt nu weer tractie
Bij Power2x denken ze dat het verschil hem er vooral in zit dat zij zich vooralsnog als een van de weinigen (en op industriële schaal) op de markt voor e-SAF storten. En daar is (nu) nog weinig concurrentie. Shell en BP lijken juist veel last te ondervinden van Chinese producenten die de Europese markt met goedkopere biobrandstoffen zouden overspoelen. De EU is onlangs een dumping-onderzoek gestart.
Geldschieters nodig
Vervoerseconoom Rico Luman van ING wijst er in een telefonische toelichting op dat er ook voor Power2X en Advario nog wel onzekerheden zijn, en daarmee weer voor de luchtvaartsector. Van de mandaten die de e-SAF producenten moeten helpen, is om te beginnen nog afwachten hoe ‘hard’ die precies zijn, legt hij uit.
„Het is wel duidelijk hoeveel duurzamere kerosine, zowel SAF als e-SAF, luchtvaartmaatschappijen straks moeten afnemen. Maar het is nog onduidelijk wat de sancties zijn als niet aan de eisen wordt voldaan. Dat kan per land verschillen kennelijk. Sommige landen overwegen boetes, hoe hoog die worden is echter weer niet duidelijk. Alles valt of staat bij naleving.” Wel zal de toelevering zeker na 2030 voor een steeds groter deel uit e-SAF gaan komen, vult Luman daarbij aan.
Luman benadrukt verder dat veel luchtvaartmaatschappijen momenteel in financieel zwaar zitten, en dus ook „niet heel veel ruimte” hebben om extra geld uit te geven, voor schonere brandstoffen – ook als de regels voorschrijven dat ze die schonere kerosine moeten kopen. Bij KLM hebben ze net aangegeven dat er gereorganiseerd moet worden, en een aantal andere vliegmaatschappijen is recent met winstwaarschuwingen gekomen. Dat kan het sluiten van contracten met dit soort partijen komende tijd bemoeilijken, zegt hij.
Als toch het volle pond zal moeten worden betaald, omdat de luchtvaartmaatschappijen geen andere keus hebben, zullen die extra kosten trouwens vermoedelijk worden doorberekend aan de klanten, denkt Luman. „De sector gaat die niet zomaar voor eigen rekening nemen.”
Power2X en Advario beseffen ook dat ze nog een lange weg te gaan hebben, en dat er nog veel onzekerheden weggenomen moeten worden. Momenteel hebben de bedrijven nog geen definitieve contracten gesloten met potentiële klanten, noch met potentiële leveranciers van de grondstoffen. Al worden er momenteel „serieuze gesprekken” gevoerd met verschillende partijen, aldus Roelofsen.
Geldschieters voor de benodigde investering zijn er ook nog nodig. Power2X heeft een groot Canadees pensioenfonds achter zich staan, en Advario kan zijn deel van de investering uit eigen middelen doen, zegt directeur Bas Verkooijen. Maar daarmee zijn ze er mogelijk nog niet, er zijn misschien nog additionele investeerders nodig.
Power2X en Advario hebben de definitieve investeringsbeslissing dan ook nog niet genomen. De bedrijven werken nu aan het gedetailleerde ontwerp, waarmee een investering van tientallen miljoenen is gemoeid. Maar toch is het een belangrijk moment, meent Verkooijen. „Je hebt een signaal nodig dat iemand bereid is zijn nek uit te steken. Want anders gebeurt er niets. Je kunt niet eindeloos blijven praten.”
Lees ook
Hoeksteen van Shells vergroeningsbeleid loopt forse vertraging op
Over hoe je iets leert kun je heel verschillend denken. Emily Jacometti en Tim Murck zijn ervan overtuigd dat gamen een effectieve methode is. Hun game HackShield wordt inmiddels in tweehonderd Nederlandse gemeenten en op steeds meer basisscholen gebruikt.
Kinderen worden overstelpt met doem, leggen de ondernemers uit op hun kantoor in Utrecht. Van klimaatcrisis tot oorlog en dan ook nog potentiële kinderlokkers en andere criminelen online. Dan helpt het als ze het gevoel hebben dat ze iets kunnen doén. Murck: „Je moet kinderen niet als slachtoffer of dader zien. Maar als held die impact kan maken.” Als je gamet ben jij de bestuurder en hoofdrolspeler. Je leert door zelf te handelen.
HackShield is een online puzzel-avonturenspel. De speler kiest een avatar en kan die zelf een haarstijl, huidskleur, sieraden en bijvoorbeeld een hoofddoek geven. Vervolgens krijgt hij in een soort doolhof steeds nieuwe puzzels die opgelost moeten worden om de DarkHacker (een soort zwarte schaaktoren) te verslaan. Gaandeweg leert hij over onder meer het aangeven van grenzen, het geheimhouden van je pincode, dat mensen misschien niet zijn wie ze zeggen te zijn. Dagelijkse kost in de virtuele wereld waarin een steeds groter deel van het leven van zowel kinderen als volwassenen zich afspeelt.
Kinderen zijn online wel handig, maar ze zijn ook naïef over de belangen en gevaren
„Ook als je het moment uitstelt waarop je kinderen een smartphone geeft, dan nog moet je ze voorbereiden en begeleiden als ze online gaan”, zegt Jacometti (41). Ze werkt inmiddels bijna twee decennia in de gamingindustrie. Murck (42) begon als acteur en kreeg gaandeweg uitgesproken ideeën over hoe je ervoor zorgt dat je een publiek betrekt. Beiden hebben kinderen.
Zes jaar geleden begonnen ze de HackShield Future Cyber Heroes BV en een gelijknamige stichting. Het is een publiek-private samenwerking met inmiddels 32 werknemers, die tot doel heeft kinderen spelenderwijs weerbaar te maken in de virtuele wereld. De game is gratis te downloaden en medewerkers van betrokken bedrijven geven met de klassikale variant gastlessen op scholen.
Kinderen kunnen aangeven dat ze binnen hun eigen gemeente ‘Cyber Agent’ willen worden. Dat hebben er inmiddels 75.000 van de meer dan 200.000 spelers gedaan. Als ze dan ook nog bepaalde levels in de game halen kunnen ze worden gehuldigd door de burgemeester of politie. Verspreid over Nederland hebben inmiddels 1.800 kinderen zo’n ceremonie gehad. „Dat zijn de toekomstige CISO-tjes”, zegt Jacometti, een afkorting voor wie binnen een organisatie verantwoordelijk is voor de beveiliging van informatie.
Is promotie via gemeenten geen anti-reclame voor een game? Als je ouders of de gemeente ergens mee komen is het in de regel niet bepaald cool?
Juist niet, zegt Murck stellig. „We hebben als het ware de grootste digitale scouting bedacht. Zo’n huldiging op het stadhuis is daarbij heel belangrijk. Ik zie het als een groot toneelstuk dat erom draait kinderen zelfvertrouwen te geven en een ethisch kompas.”
Jacometti: „Politie en burgemeester spelen ook een rol, zoals bij de intocht van Sinterklaas. Het is een verhaalvorm waarin ze de kinderen echt op een podium zetten, een speldje geven en activeren door te vertellen dat we dat soort superhelden nodig hebben. Dat is ook belangrijk voor de politie en het gemeentebestuur zelf, want je wilt dat kinderen geraakt worden, wauw cybercop worden, om die rollen uiteindelijk over te nemen.”
Waar is dit voor nodig? Of beter: waartegen?
Murck laat in de module voor leerkrachten zien welke thema’s in de game zitten. Het gaat over onder meer over afpersing met naaktbeelden, phishing, desinformatie, het laten misbruiken van je bankrekening en het delen van persoonlijke data.
Jacometti: „In groep zeven of acht krijgen veel kinderen hun eerste mobieltje. Sommigen nog veel eerder. Daarmee geef je ze autonoom toegang tot het internet.” Murck breekt in: „Internettoegang heeft superveel voordelen. Ik ben ook blij als mijn oudste contact met zijn vakantievrienden onderhoudt, zelfstandig informatie opzoekt of als hij mij even laat weten waar hij is. Maar zonder begeleiding is het wel alsof je ze geblinddoekt de snelweg op duwt. Best raar toch?
„Je leert ze wel dat ze niet moeten instappen als een vreemde in een busje een snoepje aanbiedt. Maar niet over hoe ze zich online moeten opstellen. Terwijl on- en offline voor kinderen geen gescheiden werelden zijn.”
Tijdens de gastlessen, die ze zelf ook geven, valt op dat de meeste kinderen zélf online ook niet helemaal eerlijk zijn. Ze liegen bijvoorbeeld bijna allemaal over hun leeftijd om op sociale media te komen. De grote online platformen zeggen een leeftijdsgrens van dertien te hanteren, maar dat is een wassen neus. Murck: „Daar moet gewoon een check op komen. Punt.” Hem vallen vooral de verhalen van meisjes op. „Die zijn heel persoonlijk. Ze komen via gameservers in contact met kinderen die geen kinderen blijken, maar volwassenen met heel andere bedoelingen. Of er wordt gepest, ook met deepfakes en met AI gemaakte beelden.”
Kinderen zonder begeleiding op internet laten, dat is alsof je ze geblinddoekt de snelweg op duwt
Lees ook
‘Laat ouders in de vakantie maar eens nadenken of ze hun kind überhaupt een smartphone willen geven’
Scholen besteden daar toch ook aandacht aan? Is digitale geletterdheid inmiddels geen onderdeel van de standaard leerdoelen?
Daarover blijkt tijdens het antwoord bij de twee ondernemers ook de nodige verwarring. Het is een thema waarover al sinds midden jaren negentig wordt gediscussieerd. Er zijn concept-kerndoelen geformuleerd. Maar er is geen wettelijke verplichting om aan digitale geletterdheid te doen.
En er is grote druk op het basisonderwijs om ervoor te zorgen dat kinderen in ieder geval leren lezen, schrijven en rekenen. Dat krijgt nu op de meeste plekken voorrang. Belangrijk natuurlijk, beamen Jacometti en Murck. Maar tegelijk worden kinderen volgens hen ‘nog steeds niet voorbereid op de digitale toekomst’.
Veel ouders zeggen dat hun kinderen online al veel handiger zijn dan zijzelf.
Murck: „Dat is een steeds terugkerende misvatting. Doordat kinderen handig zijn in het gebruik van de spullen denken volwassenen vaak dat ze veel verder zijn dan ze zijn. Maar kinderen zijn naïef over de belangen en gevaren. Ze hebben weinig besef van wat er onder de motorkap gebeurt. Zoals de achterliggende verdienmodellen. En of je kunt vertrouwen dat iemand is wie hij zegt dat hij is.”
„Het gaat bovendien nooit over: wie wil jij over vijf jaar zijn in die online wereld. Terwijl kinderen daar heel erg voor openstaan en er een gillend gebrek is aan toekomstig IT- en securitytalent.”
De ondernemers vertellen dat ze het onderwijs de eerste jaren bewust meden. Murck: „We werden door iedereen gewaarschuwd: die mensen hebben geen tijd. Ze vinden technologie spannend. En ze worden al gebombardeerd met pilots van weet ik veel welke stichting.”
HackShield is daarom eerst ontwikkeld als een individueel te spelen game, die via bedrijven en gemeenten bij kinderen onder de aandacht werd gebracht. „Tót we hoorden dat leraren onze game gebruikten op het digiboard. Daarna hebben we een versie ontwikkeld om klassikaal te spelen.”
De gratis lessen worden gegeven door medewerkers van bedrijven die HackShield financieren. Dat zijn IT- en cybersecuritybedrijven, maar ook banken en verzekeraars, somt Jacometti op. „Allemaal partijen die er belang bij hebben dat de digitale wereld veilig is.” Het is voor de bedrijven een manier om aan hun doelstellingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen te voldoen. Ze betalen HackShield voor het trainen van hun medewerkers om les te geven. „Ze mogen ook soep gaan scheppen”, zegt Jacometti, „maar ze doen vaak liever iets maatschappelijks met de kennis die ze hebben.”
De twee pleiten voor publiek-private samenwerking in dit deel van het onderwijs. Het is wel een bedrijfsmodel dat ze voortdurend moeten uitleggen en verdedigen. Jacometti: „Als mensen horen dat we in de gamingindustrie zitten, krijgen we gelijk allemaal labels en vragen. Maar we zijn een sociaal gamingbedrijf. We willen niet aan kinderen of hun data verdienen. De game is gratis. We willen er zoveel mogelijk kinderen mee bereiken.”
Dat doen ze bewust door intensieve samenwerking met bedrijven. „We zien voortdurend kortlevende initiatieven, die weer verdwijnen als de subsidiepot leeg is”, zegt Jacometti. „Het is gezond daar niet van afhankelijk te zijn. Bovendien is de kennis en ervaring uit het bedrijfsleven relevant. Er zit een soort angst rond dat hele private deel. Maar de private sector is veel beter en sneller op de hoogte van wat er met technologie gebeurt.”
Jacometti: „We hebben niet het ontwikkelbudget van games als Fortnite, Roblox of BrawlStars. Maar daarmee concurreer je wel. Het moet léuk zijn voor kinderen. Dat vergt een enorme investering.”
Ik heb de indruk dat jullie gefrustreerd zijn over het tempo waarmee het curriculum wordt gemoderniseerd.
Jacometti: „We zijn niet gefrustreerd. Maar het is wel frustrerend dat het zo lang duurt. Ouders en leraren willen heel graag. En de veranderingen gaan snel. Hoe zorg je ervoor dat het curriculum meegaat in die snelheid en je niet voortdurend met verouderde materialen werkt?”
Murck: „Ik vind het goed dat er zorgvuldig en lang wordt nagedacht. Maar criminelen wachten niet tot het curriculum zestien stempels van goedkeuring heeft gekregen. En daardoor is er een enorme kloof tussen die criminelen en hun potentiële slachtoffers, die wij helden noemen.”
Op 2 oktober liet de Tweede Kamer zich bijpraten over de risico’s die kinderen online lopen en over mogelijke antwoorden daarop. De toon tijdens de ronde tafel was somber. De nadruk lag op gevaren en wetteloosheid. Tim Murck zat als een van de deskundigen aan tafel. „Ik probeerde wat tegengas te geven”, zegt hij. Want het is een debat dat in zijn ogen steeds dreigt over te hellen naar een van de twee extremen. Of technologie is geweldig en de oplossing voor alles. Of innovatie brengt hel en verdoemenis. „Wij denken dat we daar tussenin moeten zitten.”
Ik heb de indruk dat er recent veel meer politieke aandacht is gekomen voor de rechten van kinderen in de virtuele wereld.
Murck: „Dat klopt, maar die is wel vooral reactief. Eerst gaat er iets fout. En dan gaan we iets doen.
„Weet je. Ik denk dat wij veel in gesprek zijn met de generatie die eerst heel erg geloofde in de democratiserende beloften van het internet. Power to the people. En die nu teleurgesteld zijn in wat het internet kapot heeft gemaakt. Die zeggen nu: het is niet wat wij dachten dat het was, dus reguleren! Dichtstoppen! Ook in die reactie schuilen risico’s.”
Probeer dat eens uit te leggen?
Murck: „Het is bijna niet mogelijk om zonder gebruik van techniek hele grote groepen kinderen op maat aandacht te geven en kwalitatief onderwijs te bieden. Gaan we dat doen met producten van eigen bodem, die we op een ethische manier inzetten? Of zeggen we: alle techniek en innovatie is slecht en gevaarlijk en vol privacyproblemen?”
Dat tweede scenario dreigt en zal vervolgens een reactie oproepen, voorspelt hij. „Dan komt er een moment dat ouders tegen scholen zeggen: jullie zijn zó ver achtergebleven. Kijk eens naar het lesprogramma van Google of Microsoft. Dat is beter dan wat jullie bieden.”
Jacometti: „Ik zou het zonde vinden als we straks alleen nog maar producten en diensten uit het buitenland aan het reguleren zijn. In plaats van dat we gewoon goede, alternatieven van eigen bodem maken. In Europa zouden we in staat moeten zijn op basis van onze normen en waarden onderwijsmaterialen te maken.”
„De IQOS was helemaal nieuw voor ons, we hadden geen ervaring met zo’n raar apparaat”, zegt Lidwien, medewerkster van een tabaksspeciaalzaak in de Achterhoek.
Toen de winkel in 2022 opende, was de IQOS al zo’n vijf jaar op de Nederlandse markt. Het elektronische apparaat van tabaksgigant Philip Morris zou een ‘bewuster alternatief’ zijn voor de traditionele sigaret. Er wordt een tabakstick (een soort korte sigaret) in gestoken, waarna de tabak wordt verhit in plaats van verbrand. Zo komt wel nicotine vrij, maar volgens de fabrikant is de IQOS (geen afkorting van ‘I Quit Ordinary Smoking’, zoals vaak gedacht wordt, maar een merknaam) minder schadelijk dan de reguliere sigaret.
De IQOS is dus iets anders dan de inmiddels bekende en vooral door veel jongeren gebruikte vape, ook wel e-sigaret genoemd: die bevatten wel nicotine, maar geen tabak.
„We wisten nog niet hoe we de IQOS aan de man konden brengen”, vertelt Lidwien. Ze wil, net als andere winkelmedewerkers in dit verhaal, niet met haar volledige naam in de krant. Ze willen hun zakelijke relaties niet schaden. De namen zijn bij de redactie bekend. Philip Morris bood aan haar wegwijs te maken. Een vertegenwoordiger van het bedrijf kwam naast haar in de tabaksspeciaalzaak staan om uitleg te geven aan haar klanten. Met succes: haar IQOS-verkoop steeg.
Wel degelijk schadelijke stoffen
Gezondheidswetenschappers waarschuwen dat bij verhitting van tabak nog altijd kankerverwekkende en andere schadelijke stoffen vrijkomen, zij het in mindere mate dan bij traditioneel roken. Tegelijkertijd komen sommige stoffen in hogere concentraties voor bij verhitting, zo blijkt uit onderzoek van de Universiteit van California.
Toch zet Philip Morris vol in op de IQOS als de rookwaar van de toekomst. Het maakt de afgelopen jaren steeds meer werk van de IQOS-verkoop, zo blijkt uit gesprekken die The Investigative Desk – een collectief van gespecialiseerde onderzoeksjournalisten – voerde met twintig tabakswinkeliers. De vertegenwoordigers van het bedrijf zijn er vaak, zeggen de winkelmedewerkers die The Investigative Desk sprak. Bij sommige winkels vijf dagen per week, acht uur per dag. Bij andere een paar keer per maand. Een winkelmedewerker van een tabaksspeciaalzaak in Hilversum denkt dat het helpt. „We verkopen dagelijks zo’n vier à vijf IQOS-apparaten.”
Naast vermeende gezondheidsvoordelen van de IQOS benadrukt het bedrijf ook het prijsverschil met gewone sigaretten. „De tabaksticks zijn met 8 euro [per pakje] een stuk goedkoper dan een pakje peuken van inmiddels 12,50 euro, dat heeft de vertegenwoordiger me ook uitgelegd”, zegt een winkelier uit een Volendamse tabaksspeciaalzaak. „Het apparaat is even een investering, het kost tussen de 29 en 49 euro, maar daarna is het roken van IQOS-sigaretten stukken goedkoper.”
„Philip Morris timmert enorm aan de weg met de IQOS”, ziet een winkelier van een speciaalzaak in Den Bosch. „En het is de grootste tabaksproducent van allemaal, dus het zal ze vast en zeker lukken.” Philip Morris wil niet zeggen hoeveel vertegenwoordigers het inzet om winkeliers te ondersteunen bij de IQOS-verkoop.
Eerste financiële succes
Sigarettenverkoop is nog altijd een miljardenbusiness, maar het tij is langzaam aan het keren. Wereldwijd daalt het aantal rokers. Ook in Nederland: in 2014 rookte nog ruim een kwart van de volwassenen, in 2023 was dit minder dan een op de vijf. De overheid probeert op verschillende manieren roken te ontmoedigen. Zo stegen de accijns op sigaretten afgelopen april naar gemiddeld 11 euro per pakje en mogen supermarkten sinds juli geen tabak meer verkopen.
Afgelopen jaar zag tabaksfabrikant British American Tobacco, bekend van merken zoals Camel en Lucky Strike, zich genoodzaakt bijna 25 miljard pond, omgerekend 29 miljard euro, af te schrijven op zijn sigarettenmerken. Hun levensduur zou niet langer oneindig zijn, zo citeerde The New York Times de topman van het bedrijf. Met andere woorden: er zit een einddatum op sigaretten.
Tabaksbedrijven zoeken naar nieuwe bronnen van inkomsten, zoals e-sigaretten, verhitte tabak of andere nicotineproducten. Philip Morris, met zijn 83.000 medewerkers en 7,8 miljard dollar winst in 2023 de grootste internationale tabaksfabrikant, ziet zichzelf graag als voorloper in die zoektocht. Naar eigen zeggen bouwt het aan een „rookvrije wereld”. In 2023 waren sigaretten niettemin nog goed voor ruim 60 procent van de netto-omzet van het bedrijf, zo’n 22 miljard dollar.
De IQOS is het vlaggenschip waarmee Philip Morris zich toekomstbestendig hoopt te maken. Het eerste financiële succes is al behaald. In het vierde kwartaal van 2023 draaide Philip Morris voor het eerst meer omzet met de IQOS dan met zijn bekendste sigarettenmerk Marlboro.
Marlboro 2.0
September vorig jaar bracht de tabaksfabrikant investeerders en grote banken op de hoogte van zijn financiële situatie en toekomstplannen. De notulen van deze ‘investeerdersdag’ publiceerde het bedrijf op zijn website.
„We willen alle volwassenen die niet stoppen met roken over laten stappen op verhitte tabak”, zei Jacek Olczak, topman van Philip Morris, tijdens de presentatie vanuit het hoofdkantoor in het Zwitserse Lausanne. „Onze droom was ooit om Marlboro te ontwikkelen, en dat deden we. Dus nu kunnen we ook Marlboro twee punt nul ontwikkelen.”
Denk aan het potentieel van de IQOS. Er zijn meer dan 1 miljard rokers wereldwijd
Sinds de lancering van de IQOS in 2014 heeft het bedrijf 10 miljard dollar in productontwikkeling geïnvesteerd; inmiddels levert de IQOS jaarlijks 10 miljard dollar aan omzet op. „Denk aan het potentieel van de IQOS”, zei Olczak. „Er zijn meer dan 1 miljard rokers wereldwijd.”
De overstap is inderdaad gaande. Het aantal IQOS-gebruikers groeide van 25 miljoen in 2022 naar 29 miljoen in 2023. Het apparaat is inmiddels in negentig landen te koop. In 2030 moeten Philip Morris’ ‘rookvrije producten’ meer dan twee derde van de totale inkomsten beslaan.
‘IQOS-friendly’
Net zoals Philip Morris van Marlboro een wereldwijd bekend merk maakte, wil het ook van de IQOS een ‘toonaangevend nicotinemerk’ maken. Het apparaat zou niet alleen een gezonder alternatief zijn voor roken, het moet ook als elegant en modieus gezien worden.
Hoe doet Philip Morris dat? Wat is de wereldwijde promotiestrategie achter de IQOS? Dat analyseerde Stanford Universiteit in een onderzoek naar de internationaal veranderende tabaksindustrie – waarin de focus langzaam verschuift van traditionele sigaretten naar vapes en verhitte tabak. Het verzamelde informatie over honderden IQOS-concerten, -festivals en -food fairs. In YouTube-video’s dansen dertigers op dakterrassen met een cocktail in de ene hand en een gouden IQOS in de andere. Met titels zoals Beats for Love dance music festival: four days of partying, probeert Philip Morris via online kanalen als Facebook en Instagram mensen naar feesten met IQOS-stands te trekken. Ook betaalt Philip Morris horecazaken in verschillende landen om „IQOS-friendly”-reclameborden aan de gevel te hangen en om ruimtes in te richten waarin sigaretten niet zijn toegestaan, maar IQOS-gebruik wel.
Dit soort reclamestunts is in Nederland niet toegestaan. Reclame voor tabaksproducten is verboden, maar het bedrijf heeft andere manieren gevonden om de IQOS in de smaak te laten vallen. Het IQOS-apparaat is in allerlei kleuren te krijgen, zoals marineblauw, zalmroze en goud, en IQOS-gebruikers kunnen namen, hartjes of klavertjes vier in hun apparaat laten graveren in tabaksspeciaalzaken.
Ook weet het bedrijf smaakjes voor de IQOS aan te bieden, terwijl smaakjes in vapes – die tabakloos zijn maar vaak wel nicotinehoudend – al sinds begin dit jaar verboden zijn. Philip Morris ontwikkelde IQOS-navullingen in menthol- en fruitsmaak die niet onder de huidige tabakswetgeving vallen, omdat ze in plaats van tabak cellulose bevatten – en nicotine, natuurlijk. Nieuwe regels die ook deze smaakjes moeten gaan verbieden, zijn in de maak, laat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport weten.
Kannibaliseren
Sommige Philip Morris-aandeelhouders maken zich zorgen over de nieuwe ‘rookvrije’ strategie, zo bleek tijdens de investeerdersdag. „Gaan we niet kannibaliseren op onze eigen Marlboro-rokers?” vroeg een van de aanwezige investeerders aan topman Jacek Olczak.
De eerste vijf jaar na de lancering van de IQOS in een land ziet het bedrijf inderdaad dat sommige Marlboro-rokers overstappen op het nieuwe product. Maar, zo zei Olczak, „daarna boren we net zoveel klanten van andere sigarettenproducenten aan.”
Hoe dan ook heeft het bedrijf voorlopig nog rokers nodig om de winst op peil te houden. Het bedrijf wil zijn Marlboro-klanten dan ook vasthouden terwijl het de IQOS-verkoop uitbouwt. Olczak: „Dat we rookvrij willen worden, betekent niet dat we onze concurrentiepositie te grabbel gooien. We zullen ons aandeel in de tabaksmarkt proberen te behouden en ons leiderschap met Marlboro in de sigarettenmarkt beschermen.”
‘Misleidend’
Daniel Kotz onderzoekt tabaksverslaving aan de Universiteit van Düsseldorf en vindt het misleidend dat Philip Morris spreekt van een transitie naar een rookvrije samenleving. „Richting beleidsmakers belooft het bedrijf: kijk, we hebben nu een product dat minder schadelijk is en daarmee helpen we het probleem rondom roken op te lossen. Maar in de praktijk zet Philip Morris in op de verkoop van zowel tabak als verhitte tabak.”
Met de ambitie om een „global leader in nicotine” te worden denkt Philip Morris vooral goed aan zichzelf, meent Kotz. „Mochten sigaretten ooit volledig in de ban worden gedaan, dan heeft Philip Morris de wereld in ieder geval verslaafd gemaakt aan zijn eigen nieuwe producten.”
Nostalgie op wielen, dat is de formule waarmee de kwakkelende Franse auto-industrie zieltjes hoopt te winnen. Vandaar dat president Emmanuel Macron maandag achter het stuur kroop van een nieuwe R5, toen hij de Parijse autoshow Mondial de L’Automobile opende. Die R5 is de elektrische versie van de klassieke Renault 5 uit de jaren zeventig. Destijds werden er miljoenen van verkocht, of dat weer lukt is onzeker.
Als de EU niet uitkijkt, is de hele Europese auto-industrie straks nostalgie op wielen. Onder druk van zware Chinese concurrentie overwegen Stellantis (onder meer Citroën en Peugeot) en VW fabrieken in Europa te sluiten. Op de Parijse autoshow is te zien hoe snel de Chinese automakers terrein winnen, zowel in de EU als in hun thuisland. Op de stands van bedrijven als BYD, Xpeng, Hongqi en GAC hangen vage slogans als ‘where craft meets technology’ en ‘intelligence redefining luxury’. Maar waar de Chinese merken in uitblinken zijn elektrische auto’s met slimme technologie, en ook nog eens verdacht goedkoop.
China is de grootste automarkt ter wereld en op dit moment het meest innovatief. Terwijl traditionele Europese autobouwers vier of vijf jaar doen over de introductie van nieuwe modellen, vernieuwen de jonge Chinese merken in minder dan twee jaar. Ze doen dat doorgaans wel met veel staatssteun, vandaar dat Europa besloot importtarieven tot 34 procent op te leggen. Tegelijkertijd investeert VW wel in de Chinese automaker Xpeng, om daar de kunst af te kijken.
De smart car gaat de smartphone achterna. Tot nu toe verliezen autofabrikanten na de garantieperiode het zicht op hun klanten, al rijden de auto’s nog twintig of dertig jaar door. Automerken willen nieuwe diensten bij hun voertuigen verkopen, net zoals Apple, die je behalve een telefoon ook langdurige abonnementen probeert te slijten. Daarnaast verkopen fabrikanten de data die ze met de sensoren van ‘hun’ auto’s meten. Zo levert Mercedes actuele gladheidgegevens aan wegbeheerders, op basis van antislipsystemen.
Kriegel
Hoe komt het dat China voorop loopt met de adoptie van slimme ‘connected cars’? „China maakt, meer dan Europa, haast om slimme steden te bouwen en de verkeersstromen te optimaliseren”, zegt Frans-Paul van der Putten, analist van instituut Clingendael. Experimenten met robottaxi’s krijgen in China ruim baan, net als ‘V2x’. Dat betekent ‘vehicle to anything’: auto’s die draadloos communiceren met elkaar en met de omgeving, zoals verkeerslichten. Van der Putten denkt dat Chinese consumenten veel waarde hechten aan luxe en comfort en minder nadruk op privacy leggen. „Zij vinden het geen probleem dat de auto je gezicht herkent, alvast je stoel aanpast en je favoriete muziek aanzet. Daar worden Europese klanten waarschijnlijk juist kriegel van.”
Wie zeker kriegel wordt van de Chinese innovatiesprong: de Amerikaanse overheid. De Biden-regering werkt aan een ban van geavanceerde Chinese autotechnologie op Amerikaanse wegen, vanaf 2027. Het is een herhaling van de discussie over 5G, toen Amerikaanse bondgenoten de apparatuur van de Chinese telecomgigant Huawei uit mobiele netwerken moesten verwijderen. Voor de VS is het uit het oogpunt van nationale veiligheid ondenkbaar dat zelfrijdende auto’s afhankelijk zijn van technologie van aartsrivaal China. Het alziend oog van Beijing kijkt mee vanachter het dashboard en registreert alles, is de vrees.
In een paar Amerikaanse steden runnen Waymo en Cruise een netwerk van robottaxi’s. Dat is nog een verliesgevende business; de aangepaste auto’s kosten tot 200.000 dollar per stuk, door de geavanceerde sensoren en doordat ze in de gaten gehouden moeten worden door menselijke operatoren.
Elon Musk pakt het anders aan. De topman van Tesla toonde vorige week prototypes van de Cybercab en de Robovan, auto’s zonder stuur of pedalen, die zich vanaf 2027 door het verkeer moeten bewegen op basis van analyse van camerabeelden. Musk wil geen extra sensoren als radar of lidar gebruiken. Hij vertrouwt op de grote hoeveelheid data die de camera’s in miljoenen Tesla’s verzamelen. Hoe dat systeem betrouwbaar kan zijn onder slechte weersomstandigheden, is een raadsel.
Tesla kiest voor de klassieke IT-aanpak om iets snel op de markt te zetten en dan achteraf fouten te corrigeren met softwarereparaties. Maar dan riskeer je ook dat je tegen een blauw scherm aanloopt, zoals bij Windows, zegt Niels Peter Skov Andersen van het Europese Car2Car Communication Consortium. „Meestal draait het prima, soms gaat het mis en moet je de boel opnieuw opstarten.” In het verkeer kan dat fataal zijn, zo’n blue screen of death.
Hier ben ik
Traditionele autofabrikanten zijn voorzichtiger met autonoom rijden. Ze testen langer en gebruiken meerdere sensoren, die elkaar vervangen als een systeem uitvalt. Daarnaast speelt V2x-techniek een sleutelrol om een auto verder te laten kijken dan z’n neus lang is en zo ongevallen te mijden.
Er rijden nu al twee miljoen auto’s van de Volkswagen Groep rond met V2x-capactiteit. NXP werkt daar ook aan mee. De basis van V2x is simpel, legt Andersen uit. „Je auto zendt een bakensignaal uit: hier ben ik, ik rijd met die snelheid in die richting. De volgende stap is dat zowel auto’s als de weginfrastructuur waarnemingen gaan delen met verkeer in de buurt. Zoals: hé, ik zie hier een voetganger lopen, kijk uit.” Het summum: auto’s die gaan ‘onderhandelen’, bijvoorbeeld als je een snelweg oprijdt en andere verkeersdeelnemers ruimte voor je moeten maken. Zo’n gesprek tussen machines helpt een zelfrijdende auto veiliger in te voegen – veiliger dan gokken op louter AI en kansberekening.
V2x is al jaren beschikbaar, maar door geharrewar over draadloze techniek (5G en/of wifi) verloopt de invoering traag. In Noord-Brabant en Limburg liggen al wel stukken slimme snelweg (Smartwayz) en Nederland land telt enkele honderden interactieve verkeerslichten die nooddiensten voorrang geven of zware vrachtwagens efficiënter door het verkeer loodsen.
Een nieuwe stap voor V2x is de intelligente snelheidsassistent (ISA) die elke nieuw verkochte auto in de EU sinds afgelopen zomer moet hebben. Deze assistent waarschuwt als je te hard rijdt maar laat zich ook uitschakelen als je het gepiep beu bent.
Snelheidsassistentie kan niet vertrouwen op alleen beeldherkenning van verkeersborden. Je auto zou opeens in de ankers gaan als iemand een 30-km bord op een vuilnisbak langs de weg heeft geplakt. De weg moet eerst volledig gedigitaliseerd worden, compleet met alle maximumsnelheden en tijdstippen. Dat gebeurt in het Nationale Wegenbestand, een database met 1,1 miljoen wegvakken.
Het duurt drie tot vijf jaar voordat alle snelheden voor heel Nederland zijn ingevoerd en gecontroleerd. De slimme auto komt er dus wel, maar het gaat nog even stapvoets.
‘Vroeger stonden mensen hier in de rij”, vertelt Wang Heng, medewerker van Din Tai Fung. Maar eind deze maand sluit de Taiwanese restaurantketen zijn veertien vestigingen in en om Beijing.
Nu staat Wang bij de ingang van het restaurant om lunchgasten vriendelijk te begroeten. Via een oortje geeft hij aan de bediening door wie eraan komt. Druk is het niet. „Het aantal bezoekers is nooit meer teruggekeerd naar het niveau van voor corona.”
De 50-jarige Wang werkt al tien jaar bij de keten, bekend om zijn uitstekende service en zorgvuldig gevouwen soepdumplings, elk met achttien tot twintig plooien. Volgende maand is hij waarschijnlijk werkloos. „Klanten vinden het ook jammer”, vertelt hij berustend. „Laatst moest zelfs iemand huilen.”
Dat China’s economie hapert, is dit jaar ook in het straatbeeld van Beijing goed zichtbaar geworden. Winkels en restaurants die de moeilijke jaren met coronarestricties overleefden, sluiten alsnog hun deuren. Afgelopen halfjaar lag de winst in de hoofdstedelijke horeca 89 procent lager dan een jaar eerder.
De Chinese economie is nooit goed hersteld van de coronacrisis. Ze wordt geplaagd door laag vertrouwen en een vastgoedmarkt die in crisis verkeert. Die markt, belangrijk onderdeel van de economie, kampt met gekelderde vraag en geldgebrek bij projectontwikkelaars. Door al die problemen kampt het land inmiddels met een hardnekkige deflatie.
In de afgelopen weken heeft de Chinese overheid opvallende stappen gezet om het vertrouwen te herstellen. Het hele jaar aarzelde ze om extra steun aan te kondigen, uit angst nieuwe bubbels in de economie te creëren. Maar op 24 september, een week nadat de Amerikaanse Fed de rente had verlaagd, maakte de centrale bank van China bekend datzelfde te doen. Het maakte een golf aan liquiditeiten vrij; een triljoen yuan (129 miljard euro) overspoelde China’s financiële markten.
Een paar dagen later kwamen China’s hoogste leiders onverwacht bijeen om de economie te bespreken. Ze zeiden dat er meer gedaan moest worden om „nieuwe situaties en problemen” aan te pakken en om de groeidoelen voor dit jaar te behalen. Erg concreet over maatregelen waren ze niet, maar de extra steun waar veel economen al het hele jaar naar uitkeken, leek nabij.
Voor China’s financiële markten was dit voldoende. De beurs in Shanghai steeg in een week tijd met 20 procent, sneller dan ooit, en dat na jaren van vooral dalende aandelenkoersen. Voor China’s meer dan tweehonderd miljoen particuliere beleggers was de rally goed nieuws. Veel meer dan op westerse beurzen spelen particulieren in China een rol op de aandelenmarkt. Ze zijn er goed voor zo’n 60 procent van het handelsvolume. Ter vergelijking: in Nederland is dat ongeveer 25 procent.
Spaargeld
Voor de 27-jarige Cao Xinyue was de beursrally in Shanghai spannend. Sinds ze vorig jaar voor het eerst aandelen kocht – ze stak er zo’n 20 procent van haar spaargeld in – was er niet veel positiefs mee gebeurd. „De markt was slecht, dus ik had geen hoge verwachtingen.” Nu schoten haar aandelen in halfgeleiders omhoog.
Veel heeft ze er overigens niet aan gehad. De laatste twee weken is de markt wat teruggelopen. „Ik werd hebberig en heb te lang gewacht met verkopen – dus winst heb ik niet gemaakt”, lacht Cao. „Maar ik heb nu wel meer vertrouwen in de markt en blijf het als kleine belegger proberen.”
Stapsgewijs zijn diverse ministeries deze maand met details over steunmaatregelen gekomen. De focus ligt daarbij op ondersteuning van de financiële markten en de huizenmarkt. Zo gaat de hypotheekrente omlaag, en wil de overheid dat banken 4 triljoen yuan (517 miljard euro) lenen aan de vastgoedsector om vertraagde en stilgevallen projecten af te maken.
De verwachting is dat er deze maand ook meer geld komt voor lokale overheden, die kampen met hoge schulden. Door de vastgoedcrisis zijn hun inkomsten uit belastingen en grondverkoop de laatste jaren hard gedaald, waardoor ze zelfs moeite hebben hun ambtenaren te betalen. De omvang van die steun, waarvoor de centrale overheid haar begroting moet aanpassen, is nog niet bekend.
Lage prijzen
De maatregelen tonen in ieder geval dat China’s leiders nu echt iets willen doen aan het lage vertrouwen in de economie bij bevolking en bedrijven. Het hele jaar al staat de groei onder druk, en volgens verschillende indicatoren kent het land al lange tijd deflatie. De zogenoemde bbp-deflator, een brede indicator van prijsveranderingen, staat al anderhalf jaar negatief. Dat is de langste periode van deflatie sinds 1999.
„Het duurde lang voordat de autoriteiten het erkenden”, bevestigt Louis Kuijs, hoofdeconoom voor Azië bij financieel analist S&P Global Holdings, „maar er is zorgwekkend veel neerwaartse druk op de prijzen in China”.
Terwijl veel landen, waaronder Nederland, de afgelopen jaren te maken hadden met hoge inflatie, drijven lage consumptie en prijzenslagen in onder meer de autosector het algemene prijsniveau in China juist omlaag. Als prijzen langdurig laag blijven, werkt dat, zoals de Chinese econoom Ren Zeping het onlangs verwoordde op sociale media, als een „chronische ziekte”, met negatief effect op andere delen van de economie. Bedrijven maken minder winst, burgers zien hun vermogen dalen en stellen aankopen uit omdat ze denken dat alles nog goedkoper wordt. „De gehele dynamiek in de samenleving wordt erdoor aangetast.”
Ook nu het probleem erkend wordt, blijven Chinese beleidsmakers voorzichtig met het aanpakken ervan. Ze zeggen de economie vooral te willen „stabiliseren” met „doelgerichte” maatregelen en benadrukken dat er ook veel goed gaat met de economie. China kan het doel van 5 procent groei dit jaar best halen.
Wat beleidsmakers niet willen, is extra infrastructuur of andere publieke projecten financieren, zoals eerder wel gebeurde als de economie het moeilijk had. „Er is angst om nieuwe bubbels te creëren”, stelt Lynn Song, hoofdeconoom voor China bij ING. Hij verwijst naar de wereldwijde financiële crisis van 2008, waarna China flink investeerde in infrastructuur en vastgoed. Daardoor was het een van de weinige landen die een ernstige recessie kon vermijden. In 2010 groeide het Chinese bbp met 10 procent. Nederland haalde dat jaar 1,7 procent, na een historische krimp van 4 procent in 2009.
Maar in China kregen die investeringen later een slechte reputatie, omdat ze ook leidden tot verspilling en corruptie bij lokale overheden. Riskante investeringen hadden bovendien schulden tot gevolg die nog altijd voor problemen zorgen. Daardoor is Beijing nog steeds terughoudend, ondanks alle externe druk uit samenleving en bedrijfsleven om meer uit te geven. Song: „De landelijke overheid wil nog steeds niet dat tekorten en overheidsschulden te veel omhoog gaan. Want ze wil niet nog een keer meemaken dat er te veel geld gaat naar foute projecten, geld dat gewoon verkwanseld is.”
‘Viermaal geen’
Maar die voorzichtigheid heeft ook effect op de samenleving. Het lage vertrouwen in de economie raakt het consumptiepatroon van de burgerij. Terwijl de wat betere restaurants, zoals Din Tai Fung, in problemen komen, groeien goedkope fastfood-restaurants juist sterk doordat mensen minder te besteden hebben.
Voor grote uitgaven geldt dit misschien nog wel in sterkere mate. Cao, die zichzelf gelukkig prijst met een baan in de financiële sector, ziet hoeveel leeftijdgenoten werkloos zijn of door te lage lonen levensplannen wijzigen. Volgens de officiële cijfers bereikte de jeugdwerkloosheid in China in augustus een nieuw record: 18,8 procent. „In deze economie zie je dat we neigen naar wat ze online ‘viermaal geen’ noemen: geen hypotheek, geen auto, geen huwelijk, geen kinderen. We hebben niet veel uit te geven, en als je al op vakantie gaat, doe je dat zo goedkoop mogelijk.”
Stabiele huizenprijzen
Om het vertrouwen echt te herstellen, is meer nodig dan de recente opleving op de aandelenmarkten, aldus ING-econoom Song. Hij acht stabilisering van de huizenprijzen nodig. Die dalen nu, en dat komt hard aan, want twee derde van het vermogen van Chinese huishoudens zit in vastgoed. Ook zouden experts graag meer overheidssteun voor Chinese huishoudens zien. De maatregelen op dat vlak vielen tot nu toe tegen.
Wel significant noemt Song de aankondiging dat huishoudens met lage inkomens straks een geldbedrag krijgen. Details zijn vaag, en waarschijnlijk gaat het niet om grote bedragen. En toch is het belangrijk, legt de econoom uit. „Lange tijd bestond weerstand tegen stimuleren van de vraag. Beleidsmakers dachten: als we infrastructuur bouwen, is dat voor de toekomst, terwijl huishoudens het geld uitgeven en dan is het weg.” Maar, ziet Song, nu China’s behoefte aan nog meer infrastructuur afneemt, „begint die mentaliteit langzaam te veranderen” en komt er meer oog voor stimulering van consumptie.
Lees ook
Handelsorlog tussen EU en China
Perceptieverschil
De urgente toon die de overheid nu aanslaat als het gaat om het herstel van de economie, is nieuw. Onduidelijk blijft of de maatregelen iets aan de deflatie kunnen doen. „Ik weet niet zeker of het genoeg zal zijn om het plaatje echt te veranderen”, zegt Kuijs van S&P Global Holdings. Hij vermoedt dat de aangekondigde steun voor de huizenmarkt niet genoeg is om de problemen in die sector op te lossen. „En ook breder is nog niet genoeg extra steun toegezegd om de economie echt aan te wakkeren.”
Hij maakt zich zorgen over het verschil in perceptie tussen de relatief optimistische beleidsmakers en anderzijds de grote zorgen in de Chinese samenleving. Toegenomen censuur onder president Xi Jinping heeft de ruimte verminderd voor een open debat over China’s problemen, ook op economisch vlak. Al dat optimisme kan een politieke keuze zijn. Bereiken de negatieve geluiden uit de maatschappij China’s leiders wel?
Kuis wijst erop dat Beijing altijd wel goed zicht had op de staat van de economie. Maar als de geluiden uit de maatschappij niet meer goed doorkomen, „is dat een slecht teken”.
De staatsmedia blaken vooralsnog van vertrouwen. Natuurlijk, de Chinese economie staat voor uitdagingen, maar, zo citeert het Volksdagblad, spreekbuis van Xi’s partij, de president: „De positieve fundamentele condities van de Chinese economie voor de lange termijn zijn niet veranderd en zullen ook niet veranderen.”