Uitzendbureaus besparen miljoenen door arbeidsmigranten onterecht op staande voet te ontslaan

Hij is een selfmade man die niets cadeau heeft gekregen. In een kwart eeuw heeft Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun (56) een uitzendimperium opgebouwd met kantoren in onder meer Capelle aan den IJssel, Velp, Gorinchem, Amsterdam en Polen. Dagelijks werken zo’n 10.000 mensen via bedrijven die onder zijn uitzendholding vallen. Die hoort volgens vakblad FlexNieuws bij de twintig grootste uitzendbureaus van Nederland.

Arbeidsmigranten uit onder andere Roemenië, Bulgarije, Hongarije en Polen werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grootste vleesverwerkers van Nederland: Vion (5,3 miljard euro omzet in 2022) en Van Rooi (774 miljoen omzet in 2022). De uitzendbedrijven zijn lid van brancheorganisaties en beschikken over een keurmerk van de uitzendbranche.

Begin 2024 zien inspecteurs van de Arbeidsinspectie een opmerkelijk verschijnsel bij Aoulad ben Arrouns bedrijven: met name buitenlands personeel wordt er op grote schaal op staande voet ontslagen. Waar deze ontslagconstructie normaal gesproken slechts zelden voorkomt, is zij bij deze bedrijven eerder regel dan uitzondering. Ook opmerkelijk: een klein deel van de ontslagen medewerkers komt even later gewoon weer in dienst, zonder zelf te weten dat ze ontslagen zijn.

De Arbeidsinspectie schrijft dat de bedrijven „misbruik” maken van de constructie, om er „financieel voordeel” mee te behalen. Door arbeidscontracten per direct te beëindigen, hoeven ze achterstallig loon en vakantiegeld niet uit te keren. Zo is 1 tot 5 miljoen euro bespaard, schat de Arbeidsinspectie, die eind mei een rapport over de praktijken naar buiten brengt. De uitzendbureaus noemt ze niet bij naam, maar volgens bronnen binnen de inspectie vallen alle bureaus onder Aoulad ben Arrouns holding.

Het rapport brengt de politieke discussie rond arbeidsmigratie in een stroomversnelling. Na de publicatie zegt toenmalig minister Karien van Gennip (CDA, Sociale Zaken) de geopenbaarde misstanden hard te willen aanpakken. „Dit kan echt niet meer”, schrijft ze aan haar ambtenaren. Ze roept de uitzendbranche en de vleessector op het matje en eist maatregelen. Beide bedrijfstakken zeggen een meldpunt voor misstanden toe. Ook komt er een ‘taskforce’ met vertegenwoordigers van overheid en de twee branches, die zal onderzoeken hoe malafide bureaus te bestrijden. Het Rijk wil ook opnieuw een certificeringsplicht voor uitzendbureaus, maar zo’n toelatingsstelsel opzetten duurt nog een aantal jaar.

Zelfregulering ‘werkt niet’

Rond uitzendbureaus die arbeidsmigranten laten werken in onder meer de Nederlandse vleesindustrie, komen geregeld signalen over misstanden naar buiten. Dan gaat het bijvoorbeeld om ontslagconflicten en onderbetaling, maar ook over slechte huisvesting en gebrekkige toegang tot gezondheidszorg. Hoe probeert de overheid die misstanden te bestrijden? En hoe kan het dat dit nauwelijks lijkt te lukken?

De basis voor de huidige problemen ligt in de jaren negentig, als de vergunningplicht voor uitzendbureaus wordt afgeschaft. Die kwam er twee decennia eerder, om sjoemelende ‘koppelbazen’ van legitieme bedrijven te scheiden. Maar dat stelsel blijkt te makkelijk te omzeilen.

Daarna verschuift het accent in de overheidsaanpak – de uitzendbranche moet vooral zichzelf reguleren. Bonden en werkgevers spreken in 1996 af uitzendpersoneel meer rechten te geven. Zo moeten uitzendbureaus en inleners uitzendkrachten bij ziekte doorbetalen en ontvangen ze voortaan bij ontslag een vergoeding.

Aoulad ben Arroun is zoon van een arbeidsmigrant. In de jaren zeventig kwam hij als kleuter met zijn ouders uit Marokko naar het Twentse Haaksbergen. Daar ging zijn vader in een kabelfabriek aan de slag. Zelf begon hij op zijn negentiende als uitbener van varkens in een vleesfabriek in Borculo, vertelt hij op de website van een van zijn bedrijven.

Als hij achtentwintig is, neemt zijn carrière een vlucht: hij wordt mede-eigenaar van een uitzendbureau dat vleesverwerkers voorziet van uitbeners en slagers. Niet lang daarna, in 1999, start Aoulad ben Arroun zijn eerste eigen uitzendbureau, Horizon Meat Services BV. Zijn bedrijf maakt een groeispurt door vanaf 2004, nadat Polen, Letland, Litouwen en later Roemenië toetreden tot de Europese Unie. Hij neemt meerdere uitzendbureaus over.

Aoulad ben Arrouns expansiedrift is exemplarisch voor de arbeidsbemiddeling in de afgelopen twintig jaar. Uitzendbureaus, detacheerders en payrollbedrijven groeien razendsnel. Statistiekbureau CBS telt er vierhonderd in 2004, en bijna twintigduizend vorig jaar. Samen zijn ze goed voor 46,2 miljard euro omzet in 2023. Cijfers van de Kamer van Koophandel, opgevraagd door NRC, tonen ook flinke beweging in de branche: in 2023 waren er bijna zevenhonderd nieuwkomers, terwijl ruim zeshonderd bedrijven stopten.

Zicht houden op deze markt is lastig, zegt zelfstandig arbeidsmarktonderzoeker Peter Donker van Heel, die de positie van uitzendkrachten onderzocht. De handhaving van regels is „enorm verkokerd”, zegt hij. Diverse instanties controleren elk een eigen deelterrein: gemeenten zien toe op de huisvesting van arbeidsmigranten, de Arbeidsinspectie kijkt naar arbeidsverhoudingen en -omstandigheden, de Belastingdienst naar de fiscale administratie. „De regelgeving is enorm complex en niemand overziet het geheel”, aldus Donker van Heel.

En dan kent de branche nog verschillende organisaties en keurmerken. Die passen bij de zelfregulering die de overheid van de bedrijfstak verwacht. Zo geeft het keurmerk van de SNA (Stichting Normering Arbeid) aan dat een uitzendbureau zijn administratie op orde heeft; bij dit keurmerk zijn 4.900 bedrijven aangesloten, die tweemaal per jaar controle krijgen. Een garantie biedt dit keurmerk niet; in 2014 bleek dat de bezitters ervan nauwelijks minder vaak de wet overtraden dan ondernemingen zonder keurmerk. Vakbonden CNV en FNV trokken daarom in 2016 hun handen van het keurmerk af.

Ook uitzendbureaus met een slechte reputatie kunnen in het bezit zijn van een SNA-keurmerk. Zo doet het Openbaar Ministerie onderzoek naar uitzendbureau RMS Meat (voorheen Reyhan). Dit bedrijf, met SNA-keurmerk actief in de vleesverwerkende industrie, zou 2 miljoen euro aan lonen achterovergedrukt hebben.

„De klungelaars, die pakken we wel, maar de echte boeven richten hun administratie over het algemeen wel goed in”, zegt SNA-voorzitter en burgemeester van Nijmegen Hubert Bruls.

Over de zelfregulering in de branche kan onderzoeker Donker van Heel kort zijn: „Die werkt niet.” De SNA-inspecteurs komen alleen bij de aangesloten bedrijven, zegt hij, terwijl Nederland tienduizenden bedrijven telt die aan arbeidsbemiddeling doen.

De onderzoeker staat niet alleen in zijn kritiek: in 2007 kwam de directeur van brancheorganisatie ABU tot dezelfde conclusie, zei hij destijds tegen Het Financieele Dagblad. Ook de overheid zelf concludeerde onlangs, in de toelichting op het wetsvoorstel dat certificering in de uitzendbranche moet regelen, dat de zelfregulering kwetsbare werknemers „onvoldoende” heeft beschermd.

In 2013 krijgt een uitzendbureau van Aoulad ben Arroun, dat over het SNA-keurmerk beschikt, de Arbeidsinspectie al over de vloer. Een Slowaakse uitbener bij vleesgigant Van Rooi heeft nog bijna 2.400 euro tegoed, blijkt uit een interne rapportage ingezien door NRC. De man is onverwacht teruggereisd naar Slowakije vanwege familieproblemen, en zegt dit netjes gemeld te hebben bij Aoulad ben Arroun.

Maar volgens de directeur van het uitzendbureau klopt dat niet, en is hij zonder iets te zeggen vertrokken. Bij wijze van „schadevergoeding” heeft Aoulad ben Arroun het achterstallige loon niet gestort. De Slowaak „heeft zich nooit bij ons gemeld, niet per mail noch per telefoon”, zegt hij in het gesprek met de inspecteur. Zelf deed hij ook geen poging de man te bereiken. Volgens de inspecteur is de Slowaak helemaal niet onaangekondigd vertrokken. Aoulad ben Arroun krijgt geen boete, maar de inspecteur maant hem het salaris en vakantiegeld alsnog over te maken en waarschuwt dat hij onderzoek zal doen naar andere „beëindigde arbeidscontracten en het niet uitbetaald loon”.

Vestiging van slachterij Vion in Boxtel. Arbeidsmigranten werken via Aoulad ben Arrouns bedrijven bij de grote vleesverwerkers als Vion.
Foto Merlin Daleman

Werknemer is de dupe

In de jaren erop begint het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek naar één van Aoulad ben Arrouns uitzendbureaus. Het OM verdenkt het bureau van arbeidsuitbuiting en valsheid in geschrifte. Maar de beschuldiging van uitbuiting wordt na vier jaar door het OM zelf geseponeerd. En eind vorig jaar tikte de rechter het OM op de vingers: de andere verdenking was zo oud en het belang te beperkt om Aoulad ben Arroun er nog voor te vervolgen. Tot „de avond voor de inhoudelijke behandeling” was onterecht de beschuldiging van arbeidsuitbuiting „blijven hangen boven het hoofd” van Aoulad ben Arroun, schreef de rechter. Het OM heeft de 275.000 euro die Aoulad ben Arroun uitgaf aan advocaten, accountants en reizen vergoed.

Een paar maanden later komt de Arbeidsinspectie de grote aantallen op staande voet ontslagen werknemers bij Aoulad ben Arrouns bedrijven op het spoor. Bij een van de bedrijven wordt tot 80 procent van het vertrekkend personeel op staande voet ontslagen, schrijft de Arbeidsinspectie in het rapport van mei dit jaar. In de hele uitzendbranche kwam dit de afgelopen vier jaar bij minder dan 1 procent van het vertrekkend personeel voor, blijkt uit cijfers over de uitzendbranche die vorige week met de Tweede Kamer zijn gedeeld.

De werknemers zijn de dupe: die bouwen niet de extra rechten op, omdat ze continu in de laagste schaal blijven zitten, schrijft de inspecteur-generaal van de Arbeidsinspectie in een toelichting bij het rapport. Daarnaast vervalt het recht op een uitkering en ligt dakloosheid op de loer – veel arbeidsmigranten huren woonruimte via een uitzendbureau. Soms blijken werknemers het uitzendbureau zelfs geld verschuldigd, omdat ze een vergoeding moeten betalen (om vervanging te regelen), die ten minste gelijk is aan wat ze aan loon tegoed zouden hebben. „Zo komt de eindafrekening uit op nul of is die zelfs negatief”, aldus een bron binnen de inspectie.

Moustafa ‘Moba’ Aoulad ben Arroun.
Foto Merlin Daleman

Moba Aoulad ben Arroun las over het rapport in het nieuws, en dacht dat het wel eens over een van zijn uitzendbureaus kon gaan, vertelt hij op zijn kantoor in Gorinchem: een lichte ruimte met een systeemplafond en grote kamerplanten, aan de rand van een bedrijventerrein. Terwijl een verdieping lager arbeidsmigranten worden ingeschreven, belt de directeur een van zijn managers: „Jarek, kun je even de cijfers komen laten zien?”

Het klopt dat hij de afgelopen jaren duizenden arbeidsmigranten op staande voet heeft ontslagen, zegt Aoulad ben Arroun, maar dat er sprake is van misbruik, bestrijdt hij: de medewerkers vertrokken „met de noorderzon” en hij heeft geen idee waarom.

Businessmanager Jarek Sas klapt zijn laptop open, op het scherm staafdiagrammen van in 2024 uitgestroomd personeel bij een van Aoulad ben Arroun uitzendbureaus. Ook dit jaar ontsloeg de directeur ongeveer een derde van de werknemers van dit bureau op staande voet. Maar hij kan niet anders, zegt hij. „Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan. In de wet staat: geen werk, geen loon.”

Als mensen niet komen opdagen, moet ik ze wel op staande voet ontslaan

Moba Aoulad ben Arroun

Naar elke werknemer die verdwijnt stuurt Aoulad ben Arroun drie of vier brieven, zegt hij. Als ze na tien dagen niet terug zijn, ontslaat hij ze op staande voet. Per weggelopen kracht kost dat zo’n 2.000 tot 3.000 euro aan misgelopen inkomsten en uitgeleende beschermingsspullen, zegt hij, zoals stalen handschoenen en een schort, die vaak niet worden ingeleverd.

Advocaat Bas Hengstmengel, die gespecialiseerd is in flexibele arbeidsverhoudingen en tien jaar lang cao-controles in de uitzendbranche uitvoerde, vindt Aoulad ben Arrouns lezing weinig plausibel. „Je hebt er als werkgever vooral voordeel van, want je hoeft allerlei afdrachten niet te verrekenen, en ook geen ontslagvergoeding te betalen.”

Hengstmengel erkent dat arbeidsmigranten weliswaar geregeld zomaar vertrekken, maar merkt op dat andere uitzendbureaus de constructie blijkbaar niet zo massaal toepassen. Als onduidelijk is of mensen weer terugkomen, kunnen werkgevers ook een loonstop overwegen, zegt Hengstmengel. „Dat is veel minder ingrijpend.” Ontslag op staande voet is volgens hem alleen voor „extreme gevallen als diefstal of fraude” bedoeld. „Iemand die wordt ontslagen en daarna weer naar het werk komt, past niet in dat beeld.”

Aoulad ben Arroun slaat met zijn hand op tafel. „Als mensen zelf stoppen, hebben ze helemaal geen recht op ontslagvergoeding. Denkt die advocaat dat ik als Al Capone een organisatie leid en elke dag nabel hoeveel mensen op staande voet zijn ontslagen? Hoelang moet zo’n loonstop dan wel niet duren?”

Uitzendverbod

Inmiddels heeft ook de nieuwe minister Eddy van Hijum (NSC, Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de publicatie over het ontslag op staande voet aangegrepen om harde maatregelen te eisen, mogelijk zelfs een uitzendverbod voor „probleemsectoren”, zoals de vleessector. „Op een gegeven moment moet je een streep trekken als er geen verbetering in zit”, zei hij deze zomer tegen De Telegraaf. Momenteel wordt onderzocht of zo’n verbod „juridisch” mogelijk is en wat de impact ervan is op de arbeidsmarkt, zegt een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken. In de Nederlandse vleesbranche werken dagelijks 12.000 mensen, van wie 80 procent uit het buitenland komt.

Naast de politiek reageerden ook de uitzend- en vleessector verontwaardigd op het rapport van de Arbeidsinspectie. „Een schande” noemde brancheorganisatie NBBU het. „Onacceptabel!” stond er boven een persbericht van COV, branchevereniging voor werkgevers in de vleesindustrie, waarvoor Aoulad ben Arroun cao-onderhandelingen voert. Hoewel het een van hun eigen leden betreft, zeggen COV en uitzendkoepel NBBU niet te weten om welke uitzendbureaus het gaat.

Ondertussen kijkt ook het huidige kabinet weer vooral naar de branche zelf om misstanden tegen te gaan. Het is de „eigen verantwoordelijkheid” van de sector om mensen goed te behandelen, schreef Van Hijum onlangs aan de Tweede Kamer. Een meldpunt waar misstanden gemeld kunnen worden, is ondergebracht bij vleesgigant Vion. Werkgeversorganisaties en uitzendkoepels moeten via een checklist hun eigen leden vragen of ze hun zaken op orde hebben.

Het nieuwe toelatingsstelsel, dat malafide uitzendbureaus van de markt moet weren, is er voorlopig nog niet. Afgelopen maand informeerde minister Van Hijum de Tweede Kamer dat het stelsel vanwege problemen in de uitvoering voor de tweede keer vertraging heeft opgelopen. Hij verhoogde de boetes en de capaciteit van de Arbeidsinspectie, die er 35 fte bij krijgt – afgelopen jaar telde de inspectie 1.753 voltijdbanen. Ook neemt minister Van Hijum meer tijd om te onderzoeken wanneer het stelsel kan worden ingevoerd. Dat is sowieso niet voor 2026.

De ruim zevenduizend op staande voet ontslagen arbeidsmigranten schieten er weinig mee op. Zij vallen onder het ontslagrecht en daar controleert de Arbeidsinspectie niet op. „Helaas blijkt dat op dit moment geen van de betrokken organisaties bevoegd is om misbruik van ontslag op staande voet aan te pakken”, schreef minister Van Hijum op 12 november aan de Tweede Kamer. Het aanpakken van het misbruik en controleren „van het einde van de arbeidsverhouding op juistheid” zijn niet de taak van de Arbeidsinspectie, UWV of de Belastingdienst, aldus Van Hijum.

De inspectie kan de ontslagen arbeidsmigranten wel naar goede advocaten en een juridisch loket verwijzen, maar vanwege hun precaire situatie maken de arbeidsmigranten zelden de gang naar de rechter.

De Arbeidsinspectie kan nu niet nader ingaan op vragen over de rapportage over het ontslag op staande voet, omdat er nog een onderzoek loopt. Het is nog niet duidelijk welke vervolgstappen worden genomen door de inspectie en andere handhavers, of wat de gevolgen voor de bureaus van Aoulad ben Arroun zijn.


Volksbank schrapt honderden banen

Goedemorgen. Een persalarm kwam hier op de redactie binnen van het ANP: SNS- en ASN-moederbedrijf de Volksbank schrapt tot 750 banen, zo meldt de Volksbank zelf.

In het persbericht lezen we dat gedwongen ontslagen „niet zijn uit te sluiten”. De bank zegt verder te gaan toewerken naar „één sterk retailmerk”. Nu zijn er nog de merken SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen.

Dit viel ons verder op bij de speurtocht naar nieuws vanochtend:

  • De Duitse staalfabrikant Thyssenkrupp heeft vanochtend gewaarschuwd voor structureel lagere vraag vanuit de Europese industrie, meldt de Financial Times. Het bedrijf schrijft 1 miljard euro af op investeringen en maakte een nettoverlies van 1,4 miljard euro in in 2023. De omzet nam wel toe, met 7 procent.
  • De privacywaakhond Autoriteit Persoonsgegevens heeft de jacht ingezet op de drie grote kredietinformatiebureaus in Nederland wegens privacyschending, meldt het FD.
  • Chinese schonetechnologiebedrijven, zoals batterijfabrikanten, die met EU-subsidie hier in Europa produceren, moeten hun technologie delen met Europese partners. Dit staat in plannen die de Europese Commissie nu voorbereidt, schrijft de Financial Times.
  • Nestlé splitst zijn merken af voor mineraalwater, zoals Vittel, Perrier en S.Pellegrino, meldt het ANP.
  • Bij de top van de twintig grootste economieën van de wereld in Rio de Janeiro hebben landen ingestemd met een armoedeplan van de Braziliaanse president Lula, schrijft NRC-correspondent Nina Jurna.

En nog even een blik op de beurzen:

In Azië hebben beleggers er zin in. Japanse en Zuid-Koreaanse beurzen staan op winst, volgens persbureau Reuters een reflectie van de klim van Amerikaanse (tech)aandelen in de voorbije dagen. In Tokio laat de Nikkei-index 0,5 procent winst zien, in Seoul won de Kospi-index 0,12 procent, in Taiwan staat de TWII 1,34 procent in de plus.

In China daalde de Shanghai Composite Index aanvankelijk, wat analisten toeschreven aan angst voor Amerikaanse importheffingen. Maar later vanochtend liet ook deze index winst zien, zo’n 0,25 procent. In Hongkong ging het ook eerst omlaag, en daarna omhoog. Daar staat de Hang Seng Index 0,42 procent hoger.

De Amerikaanse beurzen lieten maandag eveneens winst zien: 0,39 procent voor de S&P 500, 0,6 procent voor de Nasdaq.

Franse boeren voelen zich in de kou gezet door regering en vrezen Mercosur-verdrag

Het is inmiddels een bekend beeld in Frankrijk: boeren die wegen en rotondes blokkeren met hun tractoren, pallets en hooibalen. Plaatsnaambordjes die worden omgedraaid bij wijze van protest. Protestborden met teksten als ‘eet Frans’ en ‘zonder landbouwers geen land’ die overal opduiken. Het beeld is terug van een paar maanden weggeweest: na de wekenlange boerenprotesten van afgelopen winter gaan sinds deze maandag opnieuw Franse boeren de straat op.

De protesten zijn georganiseerd door vakbonden FNSEA en Jeunes Agriculteurs (Jonge Boeren) en zijn deels een voortzetting van de protesten van begin dit jaar, waarbij boeren zich uitspraken tegen de hoge regeldruk en lage lonen in de sector. In reactie daarop kondigde de toenmalige premier Gabriel Attal tientallen maatregelen aan om de boeren tegemoet te komen: van financiële steun aan de veehouderij tot het in de wet verankeren dat de landbouw van „groot algemeen belang is” en het versimpelen en versoepelen van een aantal belastingen en normen.

Maar die beloften zijn niet allemaal ingelost. Volgens een telling van de FNSEA is 65 procent van de 67 gedane beloften niet (volledig) uitgevoerd (negentien daarvan zijn wel al in gang gezet). Dit is vooral het gevolg van het aftreden van de regering-Attal toen president Emmanuel Macron in juni plots parlementsverkiezingen uitschreef, waarna Frankrijk wekenlang zonder regering zat, tot half september de regering van de huidige premier Michel Barnier werd gevormd. Tijdens dat politieke vacuüm werden plannen stilgelegd of uitgesteld.

Lees ook

Is er nog wel toekomst voor de Europese boer na de ‘Green Deal’?

Is er nog wel toekomst voor de Europese boer na de ‘Green Deal’?

Slechte oogst en Mercosur

Hoewel sommige maatregelen er wel degelijk zijn gekomen en Barnier een aantal handreikingen heeft gedaan, zijn de boeren ontevreden. Zij vinden dat de kern van de problemen nog steeds bestaat: te veel regels en te lage inkomens.

Hierbij speelt mee dat de boeren een dramatisch jaar beleven: door de aanhoudende regen van afgelopen maanden, droogte in sommige regio’s en overstromingen in andere, heeft vrijwel elke sector slechte cijfers gedraaid. Zo is de wijnoogst naar verwachting 18 procent lager dan een jaar eerder. Veehouders werden intussen geteisterd door ziekten als de vogelgriep, waar zowel vogels als koeien onder lijden.

En de lont in het kruitvat is het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse Mersocur-landen (Argentinië, Brazilië, Bolivia, Paraguay en Uruguay) dat in de lucht hangt. Dat Mercosur-akkoord moet leiden tot veel lagere importheffingen en minder regels die de onderlinge handel bemoeilijken.

Arbeid in de Mercosur-landen is beduidend goedkoper en er gelden andere milieumaatregelen

De Franse boeren zijn hier fel tegen uit vrees voor oneerlijke concurrentie, omdat arbeid in de Mercosur-landen beduidend goedkoper is en er andere milieumaatregelen gelden. Zo mogen Braziliaanse boeren anders dan hun Europese concurrenten hun koeien met antibiotica behandelen en mag kippenvlees daar worden ontsmet met chloor. Het leidt ertoe dat, zoals vaker gebeurt bij handelsakkoorden, demonstrerende boeren zich ineens in één kamp bevinden met milieuorganisaties. Ook die zijn kritisch.

Lees ook

Dat zelfs Bretagne openstaat voor het RN, toont hoe riskant Macrons gok is

De weg naar Pire-sur-Seiche.

De onderhandelingen over Mercosur lopen al sinds het eind van de vorige eeuw, maar een akkoord lijkt nu nabij. Ruwweg loopt de scheidslijn binnen Europa tussen de exporteurs en de importeurs. Duitsland behoort tot de meest uitgesproken voorstanders van het akkoord: dat land aast op een grotere afzetmarkt voor Duitse auto’s onder de Zuid-Amerikaanse middenklasse. Frankrijk vreest met zijn boeren juist voor een enorme toename van import uit de Zuid-Amerikaanse landbouwsector. Ook in Nederland deed een Kamermeerderheid vorig jaar een oproep aan het toenmalige kabinet om tegen een Mercosur-akkoord te stemmen, al kan het kabinet zo’n oproep negeren.

In Frankrijk laten politici geen twijfel over hun standpunt bestaan. Van links tot rechts is de consensus dat het akkoord de Franse industrie en boeren niet ten goede zou komen. Vorige week waarschuwde Barnier bij een bezoek in Brussel aan Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, nog dat Frankrijk kan „ontploffen” als het akkoord er komt. Ook Macron is tegen het akkoord, zo maakte hij deze zondag nog maar eens duidelijk. „Ik raad aan dat we de positie van een land als Frankrijk niet negeren”, zei hij na een ontmoeting met Von der Leyen op de G20-top in Argentinië.

Actievoerende boeren met plaatsnaambordjes in Lyon.
Foto Olivier Chassignole/AFP

Positie Frankrijk verzwakt

Het is alleen de vraag of de Franse regering, die na de parlementsverkiezingen van dit jaar flink verzwakt is, genoeg verzet kan organiseren. Dat Macron op de G20-top een opvallende alliantie tegen het akkoord probeerde te smeden met de gastheer, de Argentijnse president Javier Milei, wordt door andere landen gelezen als teken van zwakte: blijkbaar kan Macron binnen de EU geen gelijkgezinden optrommelen.

De Franse regering lijkt nu in te zetten op specifieke garanties. Macron wil onder meer dat verzekerd wordt dat de deal niet instrijkt tegen de klimaatakkoorden van Parijs en hij wil clausules over het beschermen van de belangen van de Europese industrie en boeren. Of dat gaat lukken is ook onzeker: de meeste landen hopen nog steeds begin december een akkoord te bereiken.

Het boerenprotest kan meerdere weken duren. De vraag is vooral hoe ingrijpend het wordt. De vakbonden beloven dat ze „het leven van de Fransen geen hel willen maken”, dixit vakbondsman Arnaud Rousseau, en er is beloofd dat er geen gedoe komt tijdens kerst. Maar er gaan ook oproepen rond om de boerenacties aan te grijpen voor een breder protest tegen de regering en Macron. Zo zijn er binnen de Gele Hesjes-beweging, die Frankrijk in 2018 en 2019 op z’n kop zette, leden die zich bereid tonen hun hesje uit de kast te pakken en de straat weer op te gaan.


Emden wil niet denken aan sluiting van grote Volkswagen-fabriek: ‘Iedereen is ervan afhankelijk’

In het Duitse Emden, gelegen tegenover Delfzijl aan de Eemsmonding, sijpelt de grote Volkswagen-fabriek op talloze manieren door in het dagelijks leven. Er zijn de goederentreinen met glimmende auto’s die over de spoorwegovergangen in de stad razen. De alomtegenwoordige bedrijfswagens met kenteken WOB, van Volkswagen-hoofdstad Wolfsburg. De stadsbussen met als bestemming ‘VW-Werk’.

Sommige invloeden zijn minder zichtbaar, maar des te groter. Huisschilder Andreas Davids zit deze ochtend in werkkleding een kop koffie te drinken in een winkelcentrum, op een kilometer afstand van de fabriek.

„Mijn beste klanten werken bij VW”, zegt Davids. Die verdienen goed. Dus ja, het nieuws dat het bedrijf fabrieken wil sluiten – dat is een „catastrofe” voor hem, nee, voor de regio. „Iedereen is ervan afhankelijk.” De economie van Ostfriesland, zoals het hier heet, „is nu al niet zo goed”, zegt Davids, laat staan als deze fabriek dichtgaat.

De grootste autobouwer van Europa verkeert in diepe crisis. De Chinese concurrentie bouwt betere en goedkopere elektrische auto’s die Volkswagen zowel in China als in Europa dwarszitten. Ondertussen is ook de algehele vraag naar auto’s in Europa afgenomen sinds een piek voor de coronacrisis.

Topman Oliver Blume wil daarom bij het concern vergaande veranderingen doorvoeren. Fabriekssluitingen sluit de directie niet uit; de ondernemingsraad meldde eind oktober zelfs dat er concrete plannen zijn om drie van de tien locaties in Duitsland dicht te gooien. Dat zou voor het eerst zijn in de 87-jarige geschiedenis van het bedrijf.

Zeker is dat Blume banen wil schrappen en dat de top een loonoffer van tien procent heeft gevraagd van het personeel. Een akkoord over baanzekerheid tot en met 2029 is door de directie opgezegd.

De top vindt het bedrijf inefficiënt en de kosten te hoog. „We hebben één, misschien twee jaar om ons aan te passen”, zei financieel directeur Arno Antlitz in september. Hij gaat ervan uit elk jaar zo’n 500.000 auto’s minder te verkopen in Europa. Dat is „het equivalent van ongeveer twee fabrieken”.

Voor Duitsland, waar Volkswagen symbool staat voor wederopbouw en welvaart na de Tweede Wereldoorlog, is het een schok. En al helemaal voor de steden waar middelgrote fabrieken staan: plaatsen als Osnabrück, Zwickau, Emden. Deze namen duiken steeds op als het over sluiting gaat, terwijl de plaatsen sterk afhankelijk zijn van de autobouwer.

Emden nog het meest: bij de fabriek – hemelsbreed vijf kilometer van Nederland – werken ruim achtduizend mensen, in de stad wonen er vijftigduizend. Indirect levert de fabriek ook duizenden banen op in de autohaven of bij toeleveranciers.

Tour door de fabriek

Otto Cassiens kent zijn rol als gids. Tijdens zijn tour door de fabriek – die iedereen kan boeken, verder wil Volkswagen Emden niet met NRC in gesprek – houdt hij zich stil over de huidige situatie. Hoogstens maakt hij een toespeling. „Het zou mooi zijn als we nog eens zestig jaar kunnen bestaan”, zegt Cassiens, die eerst werkte als opleider in de fabriek, op een zeker moment met een lachje.

Gepassioneerd wijst hij op de opslag van tweeduizend batterijcellen. En kijk, daar bouwen honderden werknemers de auto’s af: ramen, sturen, wielen en 3,6 kilometer aan kabels worden handmatig gemonteerd door werknemers met boren en schroevendraaiers. Na dertig uur bouwen verschijnt dan een volmaakte ID.7, een relatief nieuw elektrisch model.

In de fabriek rolde al 12.705.888 keer een gloednieuwe auto van de band, geeft een teller bij de ingang aan. In 1964 koos Volkswagen voor Emden, een havenstad die zwaar gehavend uit de Tweede Wereldoorlog was gekomen, vanwege de gunstige ligging aan zee: gebouwde Kevers kon je gemakkelijk exporteren naar de Verenigde Staten. Bovendien was er veel personeel beschikbaar in de regio.

Volkswagen-personeel aan de productielijn in Emden. De fabriek in Emden is gespecialiseerd in elektrische auto’s: het batterijpakket van een te bouwen auto is hier duidelijk zichtbaar.
Foto Sina Schuldt/DPA

Emden zou uiteindelijk vooral veel Passats bouwen, en begon vanaf 2022 met de bouw van voornamelijk elektrische modellen. Toen gold dat als stap richting de toekomst. Volkswagen investeerde in Emden meer dan een miljard euro. Maar de batterijmodellen die de fabriek maakt, zijn nu juist een probleem: ze verkopen slecht. Mede daarom is drastisch ingrijpen in het concern nodig, aldus het management.

„Afgelopen zomer hebben we nog gevierd dat de fabriek zestig jaar was”, vertelt burgemeester Tim Kruithoff in zijn werkkamer bij een kopje Oost-Friese thee. „Voor de hele regio heeft ze welvaart gebracht, de bevolking was hier heel arm.” Nu zit hij met een crisis waar hij als burgemeester eigenlijk maar weinig aan kan doen, maar die hem wel tientallen miljoenen aan bedrijfsbelasting dreigt te kosten – terwijl de stad al diep in de schulden zit. „Ik wil er niet aan denken wat er gebeurt als de fabriek dichtgaat.”

De onzekerheid werkt verlammend, zegt Kruithoff. Hij zegt dat jongeren al buiten de stad naar banen kijken in plaats van bij Volkswagen. Een grote meubelonderneming heeft volgens de burgemeester een vestiging al uitgesteld.

De economie van de relatief arme regio is wankel. Eerder dit jaar redde de Duitse regering cruiseschipwerf Meyer uit het verderop gelegen Papenburg. Met windmolenbouwer Enercon uit Aurich gaat het ook niet goed. Kruithoff: „De drie grote werkgevers hebben de afgelopen jaren allemaal crises gehad.”

Kruithoff ziet een deel van het probleem in de weifelachtige houding van Duitsland bij het stimuleren van elektrisch rijden, en de aanhoudende ruis over het redden van de brandstofmotor met synthetische brandstoffen. Het hindert de vraag naar elektro-auto’s. „De politiek heeft fouten gemaakt. En nu zijn er opeens die enorme maatregelen vanuit het bedrijf.” Hij hoopt dat de recente grote investeringen in de fabriek betekenen dat deze minder kwetsbaar is. „Maar als directie kan je ook zeggen: dat geld is nu eenmaal uitgegeven, hoeveel gooien we er nog achteraan?”

De politiek heeft fouten gemaakt. En nu zijn er opeens die enorme maatregelen vanuit Volkswagen

Tim Kruithoff
burgemeester

In het Dollart Center, het winkelcentrum vlak bij de fabriek, blijken uit alle gesprekken de zorgen in de regio. Iedereen kent wel iemand die bij de fabriek werkt. Maar wat ook opvalt, is een gevoel dat het huidige Volkswagen niet meer het merk van vroeger is. Dieter, die deze middag van een massagestoel geniet en alleen zijn voornaam wil geven, hekelt het einde van de Passat-productie. Natuurlijk koopt niemand de elektrische modellen, zegt hij. „Die prijs is overdreven hoog.”

Dieter, die vier familieleden heeft die bij de fabriek werken, kocht recent een Renault. Volkswagens waren te duur en te groot. „Vroeger had je de Kever, voor de man met de kleine portemonnee. Nu lijkt het alleen nog om de winst te draaien.”

Deel van de identiteit

„Alle locaties moeten blijven.” De slogans op de spandoeken bij de fabriek, afkomstig van vakbond en ondernemingsraad, laten aan directheid niks te wensen over.

Gaan er daadwerkelijk sluitingen komen? In Wolfsburg lopen harde onderhandelingen tussen ondernemingsraad en directie. De inzet van topman Blume – loonoffer, fabriekssluitingen, ontslagen – verraste veel analisten: bij geen enkel industriebedrijf in Europa zijn werknemersvertegenwoordiging, baanzekerheid en goede arbeidsvoorwaarden zozeer deel van de identiteit. Zijn plannen zijn een harde breuk met het verleden.

De ondernemingsraad bij Volkswagen is machtig, en kan via de vertegenwoordigers in de raad van commissarissen topbestuurders maken of breken – zoals vorig topman Herbert Diess overkwam, die ook al dreigde te tornen aan verworvenheden van het personeel. In de rvc zetelt overigens ook de premier van deelstaat Nedersaksen, waar Emden in ligt.

De buitenwereld ziet de warrige bestuursstructuur van Volkswagen vaak als niet meer van deze tijd, de Duitse krant Handelsblatt noemde het in september „een multinational onwaardig”. Maar in Emden is plaatsvervangend ondernemingsraadvoorzitter Herbert de Vries trots op de grote rol voor het personeel. Die is historisch zo gegroeid, en hoort erbij. „Je hoort mensen vaak zeggen: Volkswagen is groot geworden ondanks de medezeggenschap. Wij zeggen altijd: dankzij. Wij weten hoe de fabriek werkt, wat wel en niet werkt.”

Hij zit in het in roodtinten geverfde vakbondskantoortje niet ver van de fabriek. Volkswagen-medewerkers verdienen niet „te veel”, zoals je wel eens hoort, ze verdienen goed voor het zware werk dat ze doen. De Vries: „Je bent binnen geweest, je hebt gezien hoe inspannend het is.”

Volkswagen-personeel demonstreert bij de fabriek in Emden in september tegen mogelijke fabriekssluitingen.
Foto Sina Schuldt/DPA

De Vries praat geagiteerd. Zijn irritatie over de taboedoorbrekende plannen van Blume is groot. „We willen best helpen. Maar de directie heeft fouten gemaakt. Volkswagen heeft bijvoorbeeld nauwelijks hybride modellen, terwijl die nu een derde van de markt uitmaken!”

Dit is in het conflict de lijn van vakbond en ondernemingsraad: de directie heeft het verpest met slecht beleid, zoals het onderschatten van China en het overschatten van de mate waarin elektrische auto’s in Europa zouden aanslaan. Daar zou het personeel niet voor moeten bloeden. De Vries: „Er moet eerst een duidelijke toekomstvisie zijn, dan zijn we bereid mee te denken.”

Wat vindt hij terugkijkend van het besluit om te stoppen met de Passat in Emden? De Vries kent het sentiment dat dit de fabriek in de problemen zou hebben gebracht. Het personeel heeft zich na enige scepsis vol ingezet voor de transformatie, en krijgt nu dit. „Veel generaties zijn hier groot geworden met de Passat, er waren tranen toen de laatste van de band rolde. Maar als ondernemingsraad hebben we destijds ook gezegd: de toekomst is elektrisch.” En dat is nog steeds zo, zegt hij.

Lopend door de hallen wijst gids Cassiens erop dat Emden in feite de modernste locatie in het hele concern is. De productie begint met de elektrische aandrijflijn van de auto: een bedrieglijk klein systeem met stroomdraden, niet te vergelijken met het metalen buizengeweld van de brandstofmotor dat het bedrijf groot maakte. Zelden zie je de enorme transitie waar de auto-industrie voor staat duidelijker uitgebeeld.

Aan het einde van de looproute, waar de auto’s bijna af zijn, gaat plotseling het licht uit. Cassiens kijkt even verschrikt, de symboliek lijkt hem niet te ontgaan. Gelukkig blijkt het maar een pauzemoment.

Hij bedankt de deelnemers voor de aandacht. „Kom volgend jaar nog eens terug rond deze tijd. Hopelijk ziet het er dan beter uit.”


Lego probeert namakers juridisch te temmen, ook in Nederland

Als cadeautje in de schoen is het misschien wat te groot, maar voor echte Lego-fans is het een droom: het pakket van negenduizend steentjes waarmee je de Titanic in detail kunt nabouwen. Online te bestellen voor 680 euro.

Of neem het Disney-kasteel van Lego: bijna vijfduizend stukjes, via de site van de Deense speelgoedgigant te krijgen voor 400 euro. Wie van gepriegel met kleine steentjes én muziek houdt, kan de Lego Jazzclub aan Sinterklaas vragen – bijna drieduizend steentjes, te krijgen voor 230 euro.

Nee, goedkoop zijn de pakketten niet. Met de feestdagen in aantocht is het daarom niet ondenkbaar dat sommige mensen online wat verder zullen speuren en erachter komen dat er ook volop namaak in omloop is – voor véél lagere prijzen. Die Titanic is via webshop Temu te bestellen voor 58 euro. Het Disney-kasteel? Ruim 100 euro bij AliExpress. De Jazzclub kost bij dezelfde webshop 75 euro.

Lego voert al jaren een juridische strijd tegen alle namaak die op de markt verkrijgbaar is. Of het nu gaat om zakken met nepsteentjes, of complete bouwpakketten die overduidelijk zijn afgekeken, het Deense concern is „toegewijd aan het handhaven van intellectuele eigendomsrechten”, zo schrijft het op de eigen site. Het voerde zowel in China als Europa de afgelopen jaren talloze rechtszaken tegen producenten van – volgens Lego – onrechtmatig gekopieerde producten. Het won veel van die zaken.

Dat het desondanks nog steeds geen enkele moeite kost om online nep-Lego te bestellen, geeft aan hoezeer het aanpakken van al die illegale producenten voor Lego dweilen met de kraan open is. Hoe schadelijk die namaak is voor de wereldwijde omzet, is de vraag: die groeide vorig jaar met 2 procent tot 8,8 miljard euro. Lego is met afstand de succesvolste speelgoedmaker ter wereld.

Creatief met Lego-steentjes

Toch lijkt Lego de strijd dit jaar verder op te voeren. Bij de rechtbank in Den Haag dient komende donderdag opnieuw een kort geding tegen een bedrijf dat volgens Lego inbreuk maakt op de merkrechten. Het is al de derde keer dit jaar dat Lego een Nederlands bedrijf voor de rechter sleept. In een van de andere kwesties, tegen winkelketen Wibra, doet de rechter deze dinsdag uitspraak.

Het kort geding van aanstaande donderdag is gericht tegen het bedrijf Leg op Maatje uit Woerden, dat met originele Lego-steentjes eigen creatieve bouwwerken ontwerpt. Zo ontwierp Leg op Maatje vorig jaar voor online supermarkt Picnic een Lego-versie van het elektrische bezorgwagentje, dat klanten via de Picnic-app konden bestellen. Ook ontwikkelde Leg op Maatje een set met de ‘skyline’ van Amersfoort, die liefhebbers online voor 80 euro kunnen bestellen.

De oprichter van Leg op Maatje wil niet reageren op vragen van NRC en ook Lego geeft geen commentaar op lopende juridische kwesties, zegt een woordvoerder. „Dus we hebben in dit stadium niets te delen”. Tegen welke inbreuk op de merkrechten het steentjesconcern precies bezwaar maakt, blijft dus nog onduidelijk.

De zaak tegen het Woerdense bedrijf is onderdeel van een breder offensief. Afgelopen mei spande het miljardenconcern een kort geding aan tegen een Groningse ondernemer die via zijn webshop HA Bricks eigen Lego-creaties aanbood, waaronder een trein, een hijskraan en een mannetje met een ijscowagen. Volgens Lego kwam daarmee „de reputatie van het speelgoed van superieure kwaliteit” op het spel te staan, zo betoogde Lego’s advocaat in de rechtszaal. De voorzieningenrechter ging mee in de eis van Lego en verbood HA Bricks de producten nog langer te verkopen.

Eind oktober stond de directie van winkelketen Wibra in de Haagse rechtszaal. In de driehonderd filialen van het bedrijf was volgens Lego een bouwpakket met bloemen te koop geweest dat was nagemaakt van zijn origineel. Maar dan wel vijf keer zo goedkoop: 2,45 euro in plaats van de 12,95 bij Lego zelf. Ook in een bouwpakket met diertjes zaten volgens Lego blokjes die te veel op Legosteentjes leken.

Wibra had al ruim voor de zitting erkend dat er mogelijk sprake kon zijn van inbreuk op de merkrechten, en had de producten uit de handel gehaald. De inkoper die de bouwpakketten in China had gevonden, was zich van geen kwaad bewust geweest. Hij zat volgens Wibra inmiddels „overspannen thuis”, noteerde een aanwezige verslaggever van De Telegraaf.

Geen schikking

Zowel HA Bricks als Wibra probeerde vóór de zitting tevergeefs de kwestie buiten de rechtszaal op te lossen. „Lego heeft daar niet serieus aan willen meewerken”, zegt Sjors van der Hoeven, advocaat van Wibra. „Ons vermoeden is dat ze heel graag een uitspraak van de rechter wilden, om daarmee ook andere partijen in binnen- en buitenland te kunnen aanspreken op het maken van inbreuk op hun merkrecht. Een soort internationale jurisprudentie.”

Een verkoopverbod opleggen heeft in de zaak tegen Wibra op het oog weinig zin, het product is immers al uit de handel. Maar een eventuele vaststelling dat er inbreuk is gemaakt op de merkrechten van Lego kan wel dienen als basis voor een schadevergoeding. Daarnaast kan de voorzieningenrechter dinsdag een dwangsom opleggen, die Lego zou kunnen opeisen mocht Wibra in de toekomst inbreuk maken op de merkrechten.

De bouwpakketten met bloemen en diertjes die Wibra uit de handel haalde, staan nu in het magazijn. De winkelketen heeft aangeboden de producten aan Lego over te dragen, zodat het concern er zeker van kan zijn dat ze niet meer elders zullen opduiken.


Jammen, neerschieten, hacken: wat kun je doen tegen aanslagen met drones?

Een vuurstraal daalt neer op het bos en maakt korte metten met iedereen die zich tussen de bomen verschuilt.

Het is geen drakenscène uit Game of Thrones, maar een vloeibaar thermiet spuwende drone die Oekraïense strijdkrachten inzetten tegen het Russische leger. Het filmpje circuleert sinds september op sociale media en past in een lange reeks frontvideo’s van drones die soldaten en militaire voertuigen uitschakelen met explosieven vanuit de lucht. Dood en verderf, verpakt in hardrock en snedige teksten: dat is oorlogspropaganda in de 21ste eeuw.

Huiveringwekkend. Vooral de wetenschap dat dit soort drones, in elkaar geknutseld met 3D-printers en huis-tuin-en-keukentechniek, niet alleen aan het front kunnen vliegen. De ingrediënten zijn overal te koop en de killer drones zijn net zo makkelijk in te zetten voor terroristische aanslagen, op plekken waar geen oorlog woedt. Wat kun je daartegen doen?

Luitenant-kolonel Arjen Nijkamp moest even slikken toen hij de vliegende vlammenwerper zag. Daar helpt geen kippengaas tegen – dat materiaal spannen Russische soldaten boven de loopgraven om drones af te weren.

‘Head Joint Nucleus C-UAS’ staat op zijn visitekaartje: counter-uncrewed aircraft systems, drones dus. Het counter-drone peloton telt tientallen specialisten die vallen onder het Grondgebonden Luchtverdedigingscommando ,

Regelmatig worden zij door de politie ingeschakeld om te assisteren bij de beveiliging van grote evenementen – potentiële plekken voor aanslagen. Denk aan de intocht van Sinterklaas, Koningsdag, de Nationale Dodenherdenking op de Dam of de NAVO-top in Den Haag. Nijkamp: „Vroeger waren we bang voor een man in een vrachtwagen. Het gevaar komt nu ook van boven. Je moet denken in drie dimensies.”

Hightech hondenkennel

Het counterdrone-testcentrum zit in een voormalige hondenkennel op een kazerne in de Peel. Hier hebben ze toestemming om met hightech wapens te experimenteren om droneaanvallen af te weren. Eigenlijk is vliegen met drones in de buurt van een vliegveld verboden, maar voor Nijkamp is een telefoontje naar luchtmachtbasis Volkel, om de hoek, genoeg.

Naderende drones zie je aankomen met detectiecamera’s, radars of met microfoons die het zoemende geluid opvangen – detectie is vaak een combinatie van die methoden. De mobiele radars van het Nederlandse bedrijf Robin Radar, ooit ontwikkeld door TNO om vogels te herkennen, kunnen de kleinste drones waarnemen. Defensie doneerde onlangs nog 51 van deze systemen aan Oekraïne.

Om drones uit te schakelen hoef je ze niet per se neer te schieten. ‘Jammen’ met stoorzenders is een gangbare strategie. De draagbare stoorzenders kun je enigszins nauwkeurig richten en hebben een reikwijdte van ongeveer twee kilometer. Ze drukken het controlesignaal van de dronepiloot weg met een krachtiger signaal, op de wifi-frequenties. Dan krijgt de drone geen instructies meer, blijft stil hangen of keert terug naar de thuisbasis.

De andere optie is verstoring van het GPS-signaal, maar dat is gevaarlijk in gebieden waar luchtvaartverkeer is.

Drones hacken kan ook: je verstoort dan de geplande route en dwingt de drone te landen op een veilige plek. Hacken is lastiger nu de drones hun datacommunicatie versleutelen. Volgens de wet is het bovendien computervredebreuk, dus niet toegestaan. Maar dat is je laatste zorg als er een drone met een granaat op je afkomt. Moderne drones zijn al ‘storingsproof’: als het signaal verstoord wordt, navigeren ze verder op basis van beeldherkenning of gebruiken lidar, een combinatie van radar en laser die in het donker werkt. Zo vinden ze zelf hun doel, in een tevoren aangegeven gebied. Kunstmatige intelligentie doet de rest.

Illustratie Roel Venderbosch

Paraplu

Nijkamp gaat voor in het magazijn van de voormalige hondenkennel, daar ligt materiaal waar de C-UAS-unit mee oefent. De meeste antidrone-apparatuur is mobiel; ze past ook op het dak van een gebouw, om tijdens de Dodenherdenking een beschermende ‘paraplu’ boven de menigte op De Dam te creëren. Die keer dat het C-UAS-team ingreep, ging het om iemand die de regels overtrad, maar geen kwaad in de zin had.

Als storen niet werkt, dan zijn de tragere drones te ‘pakken’ door een vangnet af te schieten met een andere drone, zoals de Dronecatcher van het Nederlandse Delft Dynamics. Neerschieten met kogels is lastig – zeker bij de nieuwste generatie FPV-drones (first person view); die halen 300 kilometer per uur, sneller dan een racewagen.

De filmpjes uit Oekraïne openden bij het grote publiek de ogen voor gevaar uit de lucht en antidronemaatregelen hebben in Europa hoge prioriteit. De EU benadrukt tegelijkertijd hoe nuttig drones kunnen zijn, bijvoorbeeld voor snel hulptransport met medicijnen en medische hulpmiddelen – niet alleen voor makelaarsvideo’s.

Maar bij evenementen moeten ze wegblijven. De Franse politie haalde tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs vijftig drones uit de lucht. „Die detectie is nog niet waterdicht. Je zit er eigenlijk op te wachten dat het een keertje mis gaat”, zegt Wiebe de Jager.

Hij is een ervaren dronepiloot en houdt op dronewatch.nl het nieuws bij – ook dat over de snelgroeiende anti-dronemarkt. Er is strenge regulering voor waar en hoe je met drones mag vliegen, en waar je je moet registreren. Regels beschermen echter niet tegen terreuraanslagen.

Zijn eerste drone kocht De Jager tien jaar geleden: een DJI Phantom 2 Vision Plus. Hij betaalde destijds 1.100 euro voor een drone van anderhalve kilo waar hij een kwartiertje mee kon vliegen. Tegenwoordig heb je voor de helft een drone die zes keer lichter is en drie keer zo lang vliegt, met een veel betere camera en sensoren om botsingen te mijden. „De dronetechniek gaat knetterhard en is bijna niet te reguleren.”

If it flies…

De politie organiseerde in het verleden droneclashes, wedstrijdjes om te oefenen tegen goede dronevliegers. In de militaire wereld is het allang geen spelletje meer. Het front verandert in Star Wars. Drones die vechten tegen drones, of je schiet ze met lasers uit de lucht, zoals Israëls Iron Beam, die met 100 kilowatt vermogen een euromunt op tien kilometer afstand kan raken. Het kost alleen stroom, geen kogels.

Over vijf jaar hebben we dat ook in Nederland, denkt luitenant-kolonel Nijkamp. Het past ook in zijn ‘toolbox’ maar is niet het meest handige wapen voor inzet in Nederland: schiet je een drone uit de lucht boven een menigte, dan raken er toch mensen gewond.

Een andere variant is high power microwave, een elektromagnetische golf die een onzichtbare mokerslag uitdeelt aan de elektrische motors in een drone. Je mept er in één keer een zwerm drones mee uit de lucht. Zoals leverancier Epirus zegt: „If it flies, it dies.”

Dat is een oude slogan uit het Amerikaanse leger, zegt Nijkamp. „In dit dronetijdperk moet je het aanpassen. If it flies, you die.”


Rechtse meerderheid in Europees Parlement wil de anti-boskapwet afzwakken

In Brussel wordt opnieuw gesnoeid in groene Europese plannen. Een meerderheid van het Europees Parlement wil de invoering van de omvangrijke ontbossingswet niet alleen uitstellen, maar ook afzwakken. Om dat te bereiken, sloegen centrumrechtse Europarlementariërs donderdag de handen ineen met de radicaalrechtse flank, een unicum.

De ontbossingswet, bedoeld om boskap tegen te gaan, werd gezien als een historische mijlpaal in het Europese natuur- en klimaatbeleid. Bedrijven die zich bezighouden met de import van hout, papier, palmolie, rubber, soja, koffie en vlees moeten voortaan aantonen dat hun producten niet afkomstig zijn van land dat illegaal is ontbost. Het parlement had al ingestemd, de lidstaten waren akkoord, de Europese Commissie was aan de uitvoering begonnen en bedrijven bereidden zich voor.

De kanteling rond de ontbossingswet tekent de verschuivende machtsbalans in het parlement

Na een stevige lobby vanuit de landbouw, de industrie en het buitenland stelde de Commissie vorige maand al voor de invoering met één jaar uit te stellen, naar 2026. Donderdag deed een rechtse meerderheid in het Europese Parlement daar nog een schep bovenop: de wet moet niet alleen worden uitgesteld, maar ook op punten worden versoepeld.

De kanteling rond de ontbossingswet tekent de verschuivende machtsbalans in het parlement. De drie grote fracties van christendemocraten (EVP), sociaal-democraten (S&D) en liberalen (Renew) vormen nog altijd de coalitie waar de Europese Commissie op leunt. Maar de verhoudingen beginnen te verzuren, omdat de grootste fractie, de EVP, sinds de verkiezingen in juni desgewenst ook naar rechts kan buigen. Woensdag bleek al dat de benoeming van de nieuwe Eurocommisssarissen in een moddergevecht is ontaard waarbij links en rechts elkaar in een wurggreep houden.

Donderdag zocht de EVP steun van radicaalrechts om de belangrijke natuurverordening aan te passen en uit te stellen. Dat lukte. Een aantal bedrijven reageerde opgelucht, natuurorganisaties zijn juist bezorgd. „Een schandelijk moment voor de EVP en een verraad van haar toezeggingen aan Europese burgers, vooruitstrevende bedrijven, de bossen van de wereld en ons klimaat”, stelde het Wereld Natuur Fonds.

Onzekerheid

Van de Ontbossingswet, die twee jaar geleden door het Europees Parlement was aangenomen, was twee maanden geleden al duidelijk dat die zou worden uitgesteld. Toen adviseerde de Europese Commissie daartoe.

Met name vanuit Duitsland kwam de klacht dat bedrijven nog niet klaar waren om een goed registratiesysteem in te voeren. Vooral kleine bedrijven zouden moeite hebben om de ingewikkelde productieketens in kaart te brengen. Een van de sectoren die met de wet te maken krijgt is de Duitse autoindustrie: het leer voor autostoelen komt uit het Amazonegebied.

Er was ook verzet uit andere landen, bijvoorbeeld uit Brazilië, waarvan 30 procent van de export onder de wet zou vallen. De Braziliaanse overheid noemde de regels onlangs „eenzijdig en bestraffend”. De regering van Indonesië deed de wet af als een vorm van imperialisme. Ze kregen dit najaar bijval van de baas van de Wereldhandelsorganisatie WTO.

Tegelijkertijd waarschuwden meer dan vijftig grote bedrijven, waaronder Nestlé en Michelin, juist tegen uitstel. Nu de wet eenmaal was aangekondigd, zeiden zij, zou uitstel onzekerheid veroorzaken en investeringen op het spel zetten.

Omdat het parlement zich mocht uitspreken over het voorstel van de Commissie, kwamen nieuwe onderhandelingen op gang. De EVP kwam daarin twee weken geleden onverwachts met voorstellen om de wet ook te versoepelen. De EVP was voor de verkiezingen nog een groot voorstander van de wet, maar spreekt sinds kort van „een bureaucratisch monster”. „Deze wet was zo’n gedrocht geworden met zoveel rompslomp dat we hebben gezegd: dit is niet de bedoeling”, zegt CDA-Europarlementariër Ingeborg ter Laak, aangesloten bij de EVP. De huidige wet dreigt volgens haar te ingewikkeld uit te pakken, met name voor kleine boeren buiten Europa. „We zijn voor de wet, maar het moet werkbaar zijn.”

Op een aantal belangrijke punten kreeg de EVP donderdag steun van radicaalrechtse partijen. Daardoor ging een meerderheid akkoord met een voorstel om landen met minimale risico’s op illegale boskap uit te zonderen. Landen die sinds 1990 in totaal geen bosareaal verloren, krijgen in dit voorstel een ‘zonder risico’-label: producten uit die landen worden vrijgesteld. Milieuorganisaties hebben hier kritiek op, omdat soms oud bos is vervangen voor nieuw bos en producenten de wet makkelijker kunnen omzeilen.

Het uitstel is nu een feit. De voorstellen om de wet te versoepelen zullen eerst door de Europese Commissie en de EU-landen worden bestudeerd. Daar viel de afgelopen tijd bereidheid te horen om de wet aan te passen, maar ook de angst dat de hele wet dan weer ter discussie komt te staan.


Duits topeconoom: ‘De relatie tussen politiek en economie in Duitsland is ongezond’

Het Duitse businessmodel berustte op goedkoop gas uit Rusland en een schijnbaar onverzadigbare afzetmarkt in China. En de VS bekostigden de Duitse defensie.

Maar aan de goedkope energie uit Rusland kwam in februari 2022 een abrupt einde, de economische groei in China stagneert, en sinds de oorlog in Oekraïne steekt Duitsland weer meer geld in defensie – hoewel de afhankelijkheid van de VS nog altijd enorm is.

Ziehier de korte samenvatting van de grote problemen waarmee Duitsland kampt. Over de vraag hoe de Duitse business nieuw leven in te blazen is – de economie krimpt in 2024 voor het tweede jaar op rij – viel vorige week de regering onder kanselier Olaf Scholz (SPD). De coalitie van zijn sociaal-democraten, de Groenen en de liberale FDP werd het niet eens over welke weg ze moest inslaan. De FDP wilde ondanks alles vasthouden aan de roemruchte Schuldenbremse, die de overheid streng beperkt schulden aan te gaan. SPD en Groenen wilden wel extra ruimte.

Hoe nu verder? Marcel Fratzscher, hoofd van het gerenommeerde economisch onderzoeksinstituut Deutsche Institut für Wirtschaftsforschung, evalueert de politieke en economische situatie.

Veel commentatoren stellen nu dat de coalitie van SPD, Groenen en FDP gedoemd was te mislukken. Ziet u dat ook zo?

„Nee. Het akkoord tussen de drie partijen was goed, het stelde de juiste prioriteiten. Maar enkele maanden na het aantreden van de regering begon de oorlog in Oekraïne en dit zette alles op zijn kop. Voor defensie bleek veel meer geld nodig, net als voor inzakkende economie. De coalitie wilde zich richten op een concurrerende economie, de energietransitie, vergroening en hervorming van sociale voorzieningen, maar stond plotseling voor geheel andere uitdagingen. Ze reageerde eigenlijk goed op de crisis en kon in 2022 snel de energieprijzen stabiliseren. Maar de partijen hebben zich onvoldoende aangepast aan de nieuwe realiteit en hielden – met name de FDP – te veel vast aan ideologische dogma’s.”

FDP-voorzitter en oud-minister van Financiën Christian Lindner lijkt teruggekeerd naar klassieke FDP-waarden als de Schuldenbremse. In 2021 noemde hij de zwarte nul [een begroting die in evenwicht is of een overschot vertoont] immers nog een ‘conservatieve fetisj’.

„Ja. Ik denk alleen niet dat hij ooit echt anders over die Schuldenbremse dacht, maar dat hij zich met die uitspraak een beetje boven de partijen wilde verheffen. De FDP staat sceptisch tegenover de overheid, een beetje zoals de Republikeinen in de VS. Hoe kleiner de overheid, hoe beter. Dat sluit hogere schulden en belastingverhoging uit, want de overheid doet in die optiek niet per se iets goeds met dat geld. Een rem op schuld is dus absolute prioriteit. Maar in een situatie als in de afgelopen jaren is het onmogelijk zo politiek te bedrijven.”

Lees ook

‘Eigenlijk zouden nu ook aan Duitsland sancties moeten worden opgelegd’

Christian Lindner (FDP), de Duitse minister van Financiën, eind mei bij het Duitse parlement in Berlijn.

De opvattingen binnen partijen over wat goed economisch en financieel beleid is, lopen erg uiteen. Uw collega-econoom Lars Feld [belangrijkste adviseur van Lindner en hoogleraar in Freiburg] wijst deze week in een interview met Wirtschaftswoche in zo’n beetje ieder antwoord op de grondwet waarin de Schuldenbremse is vastgelegd.

„Ten eerste: een econoom die het over het recht heeft, moet je wantrouwen. Wat weet die er nou van? Ten tweede kun je de wet met politieke wil veranderen. De Schuldenbremse werd in 2009 ingevoerd. Je kan ’m ook weer afschaffen.”

CDU-voorzitter Friedrich Merz maakt veel kans de nieuwe kanselier te worden. Hij staat qua economisch beleid dicht bij Lindner. Ziet de Duitse burger die koers dus misschien wel zitten?

„Het is duidelijk dat het electoraat opschuift naar rechts. CDU/CSU stijgt in de peilingen naar ruim 30 procent, en ook de [radicaal-rechtse] AfD staat op winst. Midden en links lijken sterk te verliezen. Maar juist veel AfD-kiezers zouden lijden onder een politiek die op sociale voorzieningen en investeringen kort, die belastingen verlaagt voor topverdieners. We zien veel protest en veel populisme, ook omdat de regering de afgelopen twee jaar geen goed werk heeft geleverd.”

Vindt u de CDU onder Merz populistisch?

„Ik vrees dat we een populistische verkiezingstijd tegemoetgaan, die qua thema’s erg veel zal lijken op die in de VS: economie en migratie.”

Lindner legde een bommetje onder de coalitie met zijn eisen om de economie weer vlot te trekken, zoals belastingverlagingen en minder bureaucratie. Hadden zijn voorstellen kunnen werken in de huidige situatie?

„Absoluut. Ook de SPD en Groenen willen belastingverlaging. De vraag is hoe je het financiert. Wat ik Lindner kwalijk neem, is dat hij ook verlaging eist voor topverdieners en dat wil financieren met kortingen op sociale voorzieningen, zoals bijstandsuitkeringen, pensioenen, geld voor vluchtelingen. Het is onrealistisch de benodigde grote bedragen binnen een jaar te besparen, en bovendien is het populistisch omdat het kwetsbare groepen tegen elkaar uitspeelt.”

Lees ook

Het Duitse businessmodel is in groot gevaar

De elektriciteitscentrale van autofabrikant Volkswagen in de Duitse stad Wolfsburg. De problemen binnen de Duitse economie zijn het duidelijkst in de auto-industrie.Foto Annegret Hilse/Reuters

U liet zich kritisch uit over de grote subsidies voor chipfabrieken die in Saksen-Anhalt en in het Saarland moeten komen. Hoe moet je dan investeren?

„Wat dat betreft zit ik meer aan de kant van FDP en CDU. SPD en Groenen zetten in op een sterk interventionistische industriepolitiek: specifieke hulp voor een specifiek bedrijf of specifieke branche. Dat vind ik principieel verkeerd, omdat de staat daarmee meent beter te weten welk bedrijf steun nodig heeft en welk niet, en welk bedrijf goeie toekomstperspectieven zou hebben. De overheid kan dat niet weten. Ik vind dat de staat beduidend meer moet investeren in betere infrastructuur voor álle bedrijven, dus in verkeers- en digitale infrastructuur. Ook moet hij geld steken in duurzame energie, en beduidend meer uittrekken voor onderzoek en wetenschap.”

Hebben Groenen en SPD voor hun interventionistische politiek naar de VS gekeken?

„Niet per se. We hebben in Duitsland een ongezond nauwe relatie tussen economie en politiek. Als de kanselier naar China reist, is dat meestal om nieuwe handelsverdragen voor Duitse bedrijven uit te onderhandelen. Ik zou willen dat de politiek zich meer boven de economie plaatst. Neem Volkswagen: de deelstaat Nedersaksen heeft 20 procent van het stemrecht, 12,5 procent van de aandelen. En nu wil de politiek Volkswagen voorschrijven wat voor personeelsbeleid het moet voeren? Dat werkt niet.”

Oud-ECB-voorzitter Draghi adviseerde de EU onlangs enorm te investeren in technologieën van de toekomst. Moet je dan ook minder investeren in oude Duitse industrieën?

„Het is in Duitsland altijd moeilijk te verkopen dat economische transformatie betekent dat bedrijven krimpen en soms helemaal omvallen, zodat nieuwe bedrijven op kunnen komen. Je kan niet al het oude behouden. We hebben meer start-ups nodig, meer jonge bedrijven.”

Hoe denkt u over het ‘investeringsgat’ dat [de in 2021 opgestapte bondskanselier] Merkel heeft achtergelaten?

„In 2013 stelde ons instituut als eerste dit gat vast. We kregen toen heel veel kritiek, want de Duitse economie bloeide en alles was in orde, aldus de critici. Destijds concludeerden we: Duitsland heeft per jaar 100 miljard euro meer aan investeringen nodig. Nu is er in politiek en wetenschap consensus over dat we twee- tot driemaal zoveel nodig hebben.”

Is dat denkbaar onder een kanselier Merz?

„Niet echt. Omdat onder Merz ook de Schuldenbremse blijft bestaan en er geen belastingverhogingen komen.”

Betekent dat meer stagnatie?

„Ja. Maar als er met Donald Trump een handelsconflict ontstaat, als er conflicten ontstaan met China, als de deïndustrialisering doorzet, dan kan het ook goed zijn dat de Duitse economie volgend jaar opnieuw in een recessie belandt.”

Uw collega-econoom Moritz Schularick sprak zelfs van het ‘mogelijk moeilijkste moment in de geschiedenis van de Bondsrepubliek’. Hoe ziet u dat?

„Dat weten we niet. Tweeënhalf jaar geleden was een moeilijk moment, 35 jaar geleden was een heel moeilijk moment, en twintig jaar geleden was Duitsland met meer dan 5 miljoen werklozen de ‘zieke man’ van Europa. Economisch ging het destijds veel slechter dan nu.”

U schreef onlangs dat u de Duitsers in de huidige situatie té pessimistisch vindt.

„Ja, wij hebben altijd de neiging om in extremen te vervallen: Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt. Tien jaar geleden waren we nog de sterke man van Europa – en in de Europese schuldencrisis hebben we ons ook wel arrogant gedragen. Nu overdrijven we het in de andere richting. We zijn nu niet de zieke man van Europa. Duitsland heeft enorm concurrerende en innovatieve bedrijven, juist ook in het middensegment. Maar we moeten de uitdagingen die we nu hebben wél aangaan.”

<dmt-util-bar article="4873148" headline="Duits topeconoom: ‘De relatie tussen politiek en economie in Duitsland is ongezond’ ” url=”https://www.nrc.nl/nieuws/2024/11/14/duits-topeconoom-de-relatie-tussen-politiek-en-economie-in-duitsland-is-ongezond-a4873148″>

Vandaag gepind, morgen in een economisch onderzoek

Wat doen jonge vaders en moeders met hun financiën als ze een kind hebben gekregen? Gaan ze minder of meer uitgeven, gaan ze sparen of trekken ze spaarpotten open? En vooral, vertonen vrouwen en mannen ander gedrag?

De IJslandse Arna Olafsson, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Kopenhagen, doet al jaren onderzoek naar verschil in gedrag tussen vrouwen en mannen bij persoonlijke financiële beslissingen. Ze was ontevreden over resultaten uit enquêtes, omdat ze die als onbetrouwbaar beschouwde. . Al in 2012 begon ze als pionier met onderzoek op basis van transactiegegevens. Bij banken kon ze nog niet terecht voor deze data. Die zagen het toen nog niet zitten om gegevens te delen over betalingen van klanten zoals PIN-betalingen, digitale overboekingen en opnames van contant geld.

Daarom zocht ze haar toevlucht bij jonge fintechbedrijven die veel betaaldata verzamelden en in de samenwerking met de wetenschapper een mogelijkheid zagen hun naamsbekendheid te vergroten. „Met de resultaten van dat onderzoek kon ik banken overtuigen dat deze onderzoeksmethode echt werkt”, zegt ze.

Mannen blijven sparen

Het verschil in de manier waarop mannen en vrouwen financiële beslissingen nemen tussen vrouwen en mannen is vrij groot, zo blijkt uit haar lopende onderzoek waarvoor ze de data kreeg van een van de drie grootste IJslandse banken. Zo doen vrouwen na de geboorte van hun kind meer een beroep op hun spaargeld, terwijl mannen blijven sparen. Ook hebben vrouwen tot de geboorte vaak lagere consumentenkredieten dan mannen, maar verhogen ze die nadat er een kind is gekomen. Mannen doen dat niet.

Onderzoek naar financieel consumentengedrag was altijd lastig, vertelt Olafsson. „Enquêtes zijn niet betrouwbaar, omdat de herinneringen van mensen heel anders kunnen zijn dan wat ze in werkelijkheid hebben gedaan. En ze kunnen vooral de wenselijke antwoorden geven. Door de [geanonimiseerde] data van banktransacties krijgen we eindelijk informatie over het feitelijke consumptiegedrag, dat anders zo moeilijk te meten is.”

Bij het CBS of andere statistiekbureaus duurt het een paar maanden of zelfs een jaar voor zij met de data over consumentengedrag komen

Sandra Phlippen
hoofdeconoom ABN Amro

Coronapandemie

De coronapandemie heeft voor een doorbraak gezorgd in het gebruik van data van banktransacties voor economisch onderzoek. Consumenten gingen zich door de pandemie op een radicaal andere manier gedragen. Het gedrag paste op geen enkele manier in de bestaande economische modellen.

Economen op de onderzoeksafdelingen van banken gingen aan ‘nowcasting’ doen, voorspellingen zo dicht mogelijk op de snel veranderende actualiteit. „Bij het CBS of andere statistiekbureaus duurt het een paar maanden of zelfs een jaar voor zij met de data over consumentengedrag komen. De data van miljoenen rekeninghouders heb je direct de volgende dag”, zegt hoofdeconoom Sandra Phlippen van ABN Amro.

Bankeconomen ontdekten zo op welke rijke bron van gegevens ze eigenlijk zaten. „Er is veel meer economisch onderzoek op basis van de data uit betalingstransacties mogelijk dan de snelle ramingen uit de Covidtijd. We kunnen de effecten van beleidsmaatregelen directer meten”, zegt ze. Ze noemt als voorbeeld een onderzoek naar hoe snel de energietoeslagen tijdens de energiecrisis in de weken na ontvangst door consumenten werden uitgegeven. Of een onderzoek dat bekijkt of mensen die werkloos worden hun uitgaven al voor hun ontslag aanpassen, omdat ze het voelen aankomen.

Phlippen weekte binnen ABN Amro de investeringen los om een goede data-infrastructuur op te bouwen. Ze keek naar voorbeelden van banken in het buitenland zoals de grote Spaanse bank BBVA, het Franse BNP Paribas en het J.P. Morgan Institute, het onderzoeksinstituut van de grootste Amerikaanse bank. Ze zocht samenwerking met wetenschappers van onder meer het Tinbergen Instituut, de Universiteit Groningen en Rotterdam School of Management.

We kunnen met deze data veel sneller de effectiviteit van beleid evalueren, zeker als dat invloed heeft op inkomens en consumptie

José Garcia-Montalvo
Universitat Pompeu Fabra in Barcelona

Vorige week organiseerde ze een symposium in Amsterdam, waar onderzoekers uit Europa en de VS hun ervaringen en resultaten deelden over onderzoek op basis van banktransacties. Olafsson was een van hen. De Spaanse hoogleraar José Garcia-Montalvo van de Universitat Pompeu Fabra in Barcelona heeft samen met de Catalaanse Caixabank een reeks onderzoeken gedaan om de impact van nieuw beleid op inkomens en werkgelegenheid te onderzoeken. „We kunnen met deze data veel sneller de effectiviteit van beleid evalueren, zeker als dat invloed heeft op inkomens en consumptie.”

Pionier

Onder de Europese banken geldt BBVA als pionier. . „Wij begonnen er twee jaar voor corona serieus mee”, zegt Alvaro Ortiz. Hij toonde op het symposium hoe BBVA samen met universitaire wetenschappers onderzoekt hoe snel bedrijven en consumenten reageren op monetaire maatregelen zoals aanpassingen van de rente. Daaruit blijkt onder andere dat consumenten veel sneller op dergelijke ‘monetaire schokken’ reageren dan vaak wordt aangenomen in de economische theorie.

„We kunnen met deze data veel fijnmaziger onderzoek doen”, zegt Ortiz. „We kunnen veel meer conclusies trekken dan alleen maar over gemiddelde huishoudens en meer zeggen over verschillende type huishoudens. Zo kan beleid slimmer en efficiënter gemaakt worden..”

Ortiz, Olafsson en Montalvo denken dat het economisch onderzoek op basis van transactiedata zich steeds verder zal uitstrekken. „Het groeit nu exponentieel”, zegt Ortiz.

Privacy

Kan de bankenklant zich wel veilig achten? Spelen er geen privacy-issues bij het delen van deze gegevens? Er is een hoge mate van bescherming van de gegevens, stellen de onderzoekers. Je moet wel vijftig of zestig pagina’s ondertekenen, geven universitaire wetenschappers Olafsson en Montalvo aan. „Alles is geanonimiseerd. Wij mogen ook zelf de data niet bewerken en kunnen nergens individuele gegevens uit halen.”

Phlippen vertelt dat ze veel met de juridische afdeling van ABN Amro heeft overlegd over afscherming van gegevens en anonimisering. Ze benadrukt dat er geen commerciële doeleinden aan het onderzoek verbonden zijn. „En we denken wel drie keer na of we iets kunnen doen. Als we ook maar twijfelen of we achteraf het schaamrood op de kaken kunnen krijgen, doen we een onderzoek niet.”

Lees ook

Pinbetalingen zijn een goudmijn voor economen

Pinbetalingen zijn een goudmijn voor economen


Minder warmtepompen verkocht, seksspeeltjes te krijgen via Thuisbezorgd

Welkom in dit liveblog! De economieredactie van NRC houdt je hier vandaag op de hoogte van het belangrijkste economische en financiële nieuws.

De dag begint met de kwartaalcijfers van ABN Amro en Spotify. Ook is er pikant nieuws over Thuisbezorgd en zakt na de zonnepanelen de verkoop van warmtepompen in. Dit viel ons op vanochtend:

  • ABN Amro had een goed kwartaal. Het deed onder meer goede zaken met het aan de man brengen van hypotheken. Ook de rente-inkomsten stegen met 7 procent tot ruim 1,6 miljard euro. De bank maakte 690 miljoen euro winst.
  • Klanten van Thuisbezorgd in Groningen en Den Haag kunnen niet alleen een warme maaltijd bestellen bij Thuisbezorgd, maar ook condooms, glijmiddel of seksspeeltjes. Dat komt door een eerder aangekondigde samenwerking met EasyToys. De bestellingen worden discreet verpakt, schrijft persbureau ANP, en mocht de ontvanger niet thuis zijn, dan gaat het pakketje niet naar de buren – maar retour naar de winkel.
  • CATL, ’s werelds grootste batterijproducent, overweegt een Amerikaanse fabriek te bouwen, meldt persbureau Reuters. Althans, als bijna-president Donald Trump het zou toestaan. Volgens de topman wilde hij al eerder in de VS bouwen, maar zou de overheid het niet hebben toegestaan. De markt voor batterijen en elektrische auto’s heeft te maken met importtarieven van 100 procent.
  • Nadat de vraag van zonnepanelen al kelderde, zakt ook de vraag naar warmtepompen in. Na recordjaar 2023, waarin 154.000 warmtepompen werden verkocht, zakt de verkoop in 2024 naar 103.000 stuks, staat in het nieuwe Nationaal Warmtepomp Trendrapport. Het kabinet-Schoof schrapte de verplichting om vanaf 2026 bij vervanging van de cv-ketel een hybride warmtepomp te nemen.
  • Spotify had een goed kwartaal. In totaal hebben nu 252 miljoen mensen een betaald abonnement op de muziekstreamingsdienst. Dat is 12 procent meer dan een jaar eerder. In totaal luisteren 640 miljoen mensen maandelijks naar muziek via het platform.

Liveblog
Economieblog


Minder warmtepompen verkocht en seksspeeltjes via Thuisbezorgd