Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?
U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.
Om dit formulier te kunnen verzenden moet Javascript aan staan in uw browser.
Opmerkelijk positief. Zo zou je de stemming onder het hoger management van de grotere bedrijven in Nederland misschien wel kunnen noemen. Negen op de tien managers gaven aan positief tot zeer positief te zijn over 2025. Bijna 80 procent verwacht dat het kabinet-Schoof een positieve invloed zal hebben op het Nederlandse ondernemingsklimaat. Dit alles blijkt uit onderzoek van ING onder 263 financieel, operationeel en algemeen directeuren van bedrijven met een omzet van minimaal 250 miljoen euro.
Ook over de nieuwe termijn van Donald Trump overheerst tevredenheid. Want ondanks krantenpagina’s vol zorgen over mogelijke handelstarieven en andere grillige geopolitieke besluiten vanuit Washington heeft een overgrote meerderheid van de topmanagers veel vertrouwen in 2025
“Men verwacht onder Trump meer economische stabiliteit en dat er kansen komen voor Nederlandse bedrijven door duidelijker internationale regelgeving. Dit optimisme staat enigszins haaks op hun belangrijkste zorg over Trump 2.0; dat de kans op handelsoorlogen vergroot is, plus de kans op stijgende inflatie, rente en een sterkere dollar”, legt ING-directeur wholesale banking Mark Milders uit aan persbureau ANP. „Wellicht is de duidelijkheid die de verkiezingsuitslag brengt belangrijker.”
Natuurlijk bestaan er ook zorgen, met name over de snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI). Bijna een op de vijf topmanagers verwacht dat AI banen gaat vervangen. In het onderzoek van vorig jaar dacht nog 6 procent daar zo over. Met name klantenservice, IT en onderzoeksafdelingen worden getroffen. Toch schept AI ook kansen voor innovatie, zien de managers. AI staat bovenaan de prioriteitenlijstjes van innovatiemanagers.
Zo stil waren haar fabrieken nog nooit. Normaal ronken de maalmolens en metershoge shredders en ruisen de wassers. Nu is juist de stilte oorverdovend. „Heel onwerkelijk. Ineens is het een soort spookfabriek.”
Acht jaar lang recyclede Eline Stiphout (37) met haar bedrijf Stiphout Plastics in het Limburgse Montfort plastic uit pmd-afval (pmd staat voor plastic, metaal en drankkartons). In twee naast elkaar gelegen fabrieken van samen 3.000 vierkante meter waste, sorteerde en vermaalde ze plastic zodat er buizen, gieters, emmers of bloempotten van gemaakt konden worden. In 2023 kocht chemiereus LyondellBasell de helft van de aandelen in de fabriek. Maar nu staan de machines stil en is haar personeel – 25 man in totaal – naar huis. Vrijdag werd het faillissement uitgesproken door de rechtbank in Maastricht.
Al lang voor dit faillissement werd duidelijk dat 2024 een rampjaar zou worden voor de Nederlandse plasticrecyclingsector. In februari ging Umincorp failliet, met fabrieken in Amsterdam en Rotterdam, waardoor 120 mensen hun werk verloren. In de maanden daarna vielen de veel kleinere bedrijven Ecocircle en TRH Emmen om. Het Eindhovense innovatieve bedrijf Ioniqa met circa 60 werknemers, een paar jaar eerder door het ministerie Economische Zaken bekroond tot ‘nationaal icoon’, ging in oktober failliet. Ioniqa deed afstand van z’n fabriek en de helft van het personeel, en kon zo doorstarten. Het bedrijf Vinylrecycling uit Lelystad viel in november om en hoopt nog op een doorstart.
Andere Nederlandse plasticrecyclers zoals het Limburgse Healix hebben hun productie afgeschaald om een bankroet te voorkomen. De branche wordt met name geplaagd door concurrentie van goedkope plastics gemaakt van olie en gas uit megafabrieken in Azië en de VS. Nieuw plastic wordt daardoor aantrekkelijker en concurreert recyclaat (gerecycled plastic) de markt uit.
Hoe gaat het met u?
„Het gaat een beetje heen en weer. Het is een gevoel van balen en falen, maar ook het besef dat ik er echt alles aan gedaan heb. En dat het iemand anders ook niet was gelukt in deze situatie. Ik ben financieel veel kwijt: ik heb weinig uit het bedrijf kunnen halen, ik ging altijd voor groei.
„Er gebeurt nu heel veel tegelijk. Ook veel mensen benaderen me van: dit kan toch niet? En: wat heb je nodig, kunnen we er niet toch mee door?”
Kunt u ermee door?
„Ik moet het eerst rustig laten bezinken. Een doorstart vind ik spannend op dit moment. Het is altijd al een moeilijke industrie geweest: de investeringen zijn hoog en de marges klein. Ook als het even moeilijk was, geloofde ik altijd wel dat er betere tijden op komst waren. Maar nu zijn die betere tijden wel heel ver weg, vanwege de lage prijzen van nieuw plastic. Als ik om me heen kijk, zie ik dat iedereen het zwaar heeft.”
Wanneer besloot u te gaan ondernemen in de plasticrecycling?
„Bij mijn master strategic management bij de Universiteit van Tilburg ging het vaak over circulariteit en duurzaamheid. Dat had de toekomst. Meteen na mijn studie begon ik te handelen in plastic maalgoed: dat kocht ik op en verkocht ik weer. Later kocht ik balen plastic, liet die bij een fabriek verwerken en verkocht het weer als maalgoed. Met het geld dat ik daarmee verdiende heb ik voor 60.000 euro een eerste shreddermachine gekocht.”
Anderen stonden in de kroeg als twintiger, u kocht een shreddermachine.
„Ja, maar ik vond het fantastisch. Ik ging antikraak wonen en stond met mijn masterdiploma op zak zeven dagen per week plastic van cd-hoesjes te shredderen voor de recyclingmarkt. Het was leuk, maar met één shredder kom je niet ver. Ik wist dat ik een echte productielijn nodig had. De terrein-eigenaar waar ik een ruimte huurde zag me elke dag bezig met die shredder en besloot te investeren in een eerste productielijn om plastic te verwerken tot maalgoed. Toen die er eenmaal stond, hebben we ons aangeboden als loonbedrijf bij verschillende recyclers. Later hebben we de lijn ook uitgebreid om pmd-afval te kunnen verwerken voor recycling. Dat was veel pittiger dan gedacht. Ik stond in de weekenden urenlang tot diep in de nacht kunststoffen uit te sorteren en tanks schoon te maken. Ik heb er echt mijn leven aan gewijd.”
Wat komt er kijken bij het recyclen van plastic uit Nederlands afval?
„Bij ons werd het gewassen, gescheiden op dichtheid, en verwerkt tot maalgoed. Veel mensen realiseren zich niet hoe vervuild ons plasticafval is. Hoe goed dat nog gewassen moet worden. Dat er altijd een restfractie is, en dat het geld kost die te laten verbranden. Ik had een complete waterzuivering nodig. Het water dat ik gebruikte moest ik namelijk zelf weer hergebruiken. We snijden onszelf in Nederland soms in de vingers met strengere milieu-eisen. Duitse recyclers mogen het water op het riool loodsen, omdat voedingsresten bij mensen thuis ook via de kraan in het riool komen. Maar in Nederland moet het water gezuiverd, gefilterd en hergebruikt worden. Zo hebben we altijd een nadeel op onze buren.”
Wat vindt u ervan dat gerecycled plastic dat wordt gemaakt uit ons afval concurreert met fossiel plastic uit enorme Aziatische fabrieken?
„Het is vreemd dat de inzameling en sortering van pmd-afval wordt gesubsidieerd, maar dat recycling veel meer op eigen benen moet staan en juist moet betalen voor het afval dat het binnenkrijgt. Wij moeten concurreren met goedkoop plastic uit China en de rest van de wereld. Ook hebben we last van concurrentie van gerecycled plastic uit Azië. Waarvan iedereen weet dat het soms niet daadwerkelijk gerecycled is, maar gewoon nieuw plastic dat zo wordt verkocht. Ik maak me heel veel zorgen over de Nederlandse recyclingindustrie. Ik vrees dat we die nu echt kapot maken. Werken met plastic uit pmd is heel bewerkelijk, het is steeds vervuilder, verpakkingen zijn steeds dunner. We lopen tegen veel technische uitdagingen aan. Terwijl de energieprijzen, personeelsprijzen, de afvalkosten – al dat soort prijzen stijgen.”
Wanneer daalde het besef in dat u het niet zou halen?
„Pas een paar weken geleden. We werkten deels als loonbedrijf voor andere bedrijven en verder had ik veel hoop dat ik om de marges te verhogen zelf de markt op kon gaan om pmd te recyclen. Producentenorganisatie Verpact gaat over de verdeling van pmd-afval in Nederland. Ik bleek 2.000 ton pmd-afval voor ze te mogen verwerken, terwijl ik had berekend dat ik ongeveer 6.000 ton nodig zou hebben om ons in deze moeilijke markt overeind te houden. Voor de verwerking van pmd-afval concurreer ik ook met Duitse recyclers, waar ze meer schaalvoordelen hebben.”
Wat moet er gebeuren om de Nederlandse recyclingindustrie te helpen?
„Er zou absoluut een importheffing moeten komen op fossiel plastic. En een Europese bijmengverplichting, waardoor plasticverwerkers gedwongen worden deels gerecycled plastic te gebruiken. Die staat gepland voor 2030, maar voor de Nederlandse plastic-industrie komt dat veel te laat.”
U heeft twee dochters van zes. Wat zegt u tegen hen?
„Ik wil mijn dochters nog beschermen. Liefst heb ik dat ze blijven denken dat recycling heel normaal is. Vroeger zeiden we: wat doen we met plastic? „Recyclen!”, riepen ze dan. En wie recyclet het? „Mama!” Mijn dochters zijn nog te jong om een woord als failliet te hoeven begrijpen, voor hen ben ik gewoon even met pensioen.”
‘Albert Heijn ontvangt de gerenommeerde B Corp-certificering”, meldde de supermarktketen begin december trots. Een mijlpaal, noemen ze het, die de missie van het bedrijf onderstreept: „Samen beter eten bereikbaar maken. Voor iedereen.”
Diezelfde week een whatsappje van online vleeswinkel Grutto met dezelfde boodschap: „Als eerste vleesbedrijf in Nederland. Een bijzondere prestatie, vooral omdat de vleesindustrie kampt met een negatief imago. De certificering benadrukt dat wij actief werken aan een positieve impact op mens, milieu en maatschappij.” Een vleesbedrijf met een positieve impact op het milieu? Kan dat?
Voordat we de wenkbrauwen optrekken eerst even: wat is B Corp eigenlijk? En waarin is het anders dan keurmerken die je op de verpakking ziet?
B Lab, de non-profitorganisatie achter B Corp, streeft naar een economisch systeem dat inclusief en eerlijk is en natuur en milieu herstelt in plaats van kapotmaakt. De ‘b’ staat voor benefit for all, in plaats van winst voor weinigen. B Lab bevraagt en evalueert bedrijven op vijf terreinen, waaronder milieu, werknemers en bestuur, en duikt daarvoor diep in de boekhouding van bedrijven. „Het biedt een holistische standaard waaraan bedrijven zich kunnen optrekken”, zegt directeur Tessa van Soest van B Lab Benelux.
Er zijn punten te verdienen met vinkjes bij honderden deelvragen, waarvoor bedrijven de onderbouwing moeten aanleveren, van ‘hoe lang werk je gemiddeld met je leveranciers?’ en ‘wat was je energieverbruik de laatste twaalf maanden?’ tot ‘hoe hou je verspilling bij?’. Zo kijkt B Lab hoe diep „impactmanagement” in de haarvaten van bedrijven zit, en of ze vooruitgang boeken. Daarin verschilt het van keurmerken als biologisch of Fair Trade, die aan de hand van strikte criteria naar één onderdeel kijken.
Crisp, Tony en Hak
Bedrijven betalen als ze B Corp worden, en gaan verplicht elke drie jaar opnieuw door de molen om hun certificering te behouden. In Nederland zijn nu 361 B Corps, ruim twee keer zoveel als in 2022. Van de 200 punten die te vergeven zijn, moeten bedrijven er minimaal 80 halen om B Corp te worden. „Een voorwaarde is bovendien dat je je missie vastlegt in je statuten”, zegt Van Soest. Online supermarkt Crips haalde 109,3 punten, Tony Chocolonely 125, Grutto 98,7, Albert Heijn 97,9, Danone 96,7, Bonduelle 93,7, en Hak 84,2.
Aan die scores is meteen te zien dat de duurzaamheid geen absoluut begrip is. Op welke onderdelen ze het goed doen, hoeven alleen de grote jongens openbaar te maken. Van kleine bedrijven – zo’n 95 procent van de B Corps – is wél de score, maar niet de hele beoordeling te zien.
De rapportages tonen hoe bedrijven hun organisatie inrichten om duurzamer te worden, niet hoe duurzaam ze zijn. Dat is dan ook het voornaamste bezwaar van organisaties zoals Milieudefensie tegen B Corp. „De doelen zijn niet gekwantificeerd, hoe veel en hoe snel bedrijven moeten verbeteren en of ze de juiste reductiepaden volgen, blijft onduidelijk”, vindt Peer de Rijk van Milieudefensie. „Zo kunnen bedrijven toch weer een rookgordijn optrekken. Het is best opmerkelijk dat een bedrijf dat wij op de korrel hebben, zoals Albert Heijn, wél een B Corp-certificering krijgt.”
Albert Heijn kan dan wel B Corp zijn, moederbedrijf Ahold Delhaize blijft gewoon in de top 30 van grote vervuilers van Milieudefensie staan.
Kinderarbeid
Kritiek op B Corp klinkt al langer. Kleine B Corp-koffiebedrijven uitten hun ongenoegen toen Nespresso (84,3 punten) bij de club kwam. Nespresso? De multinational die zijn winst te danken had aan kinderarbeid, onderbetaling en uitbuiting? Echt waar?
In Nederland kwamen de duurzaamheidsmanagers van bol slecht uit hun woorden toen een journalist van Follow the Money vroeg hoe een bedrijf dat voor miljarden per jaar aan spullen verkoopt, waarvan de herkomst niet altijd even transparant is, een ‘positieve impact’ kan hebben.
Van de Britse bierbrouwer Brewdog trok B Lab de certificering in nadat werknemers hadden geklaagd over een angstcultuur. Ook reclamebureaus van Havas, die met Shell in zee gingen, mochten zich geen B Corp meer noemen. Dat zijn de organisaties waarvan het bekend werd. B Lab publiceert „niet actief” welke B Corps van de lijst vallen.
Goed dat B Lab bedrijven blijft checken, kun je zeggen, maar het neemt een belangrijke zorg niet weg. Zolang bedrijven zelf kunnen bepalen welke prioriteiten ze stellen, roepen ze makkelijk het verwijt van greenwashing over zich af.
Duurzame bedrijven bestaan niet
Volmaakt duurzame bedrijven bestaan niet, volgens Wim Bartels, die als adviseur bij accountantsbureau Deloitte bedrijven al tientallen jaren adviseert over duurzaamheid. „Je kunt niet zeggen dat je duurzaam bent omdát je B Corp bent. Het doel is nul, maar niemand is daar al, het gaat om de weg ernaartoe. B Corp is een instrument om de hele organisatie de goede kant op te krijgen.”
Ook Bartels noemt Nespresso als voorbeeld: „Er zijn koffiebedrijven zónder B Corp die het beter doen.” Die maken composteerbare cupjes, betalen betere lonen, of werken CO2-neutraal. Maar B Lab kijkt niet of Nespresso beter presteert dan anderen, rangschikken is niet hun doel. Het gaat om wat Nespresso zelf doet. Bartels: „Als Nespresso werkt aan verbetering, waarom zou je ze dan uitsluiten?”
Lees ook
Is een keurmerk de beste weg naar een betere wereld?
Dat verbetering voor elk bedrijf iets anders is, blijft ingewikkeld voor bedrijven die vinden dat zij de lat hoger leggen. „Toen ik zag dat Albert Heijn ook B Corp werd, wist ik het ook even niet meer”, zegt Berend te Voortwis, oprichter van Grutto, het vleesbedrijf dat „gelooft in een regeneratief voedselsysteem”. Grutto gaat verder dan AH met het programma Beter voor Natuur en Boer, zegt Te Voortwis. „De boeren met wie wij werken, gebruiken bijvoorbeeld geen kunstmest. Aan de andere kant: als AH een klein stukje de goede kant opschuift, heeft dat voor de aarde waarschijnlijk meer impact dan wanneer wij een grote stap zetten.”
Terzijde: voor Beter voor Natuur en Boer – soms ten onrechte aangezien voor een keurmerk – krijgt AH geen punten. Die krijgen ze alleen voor échte keurmerken.
Tessa van Soest begrijpt dat sommige kleintjes zich verbazen dat multinationals met hetzelfde certificaat pronken als waarvoor zij veel verder hun nek uitsteken. „Maar de kleine bedrijven zijn nodig voor innovatie, en de grote voor schaal. Je kunt zeggen: doet AH genoeg? Is dat wel een B Corp? Maar de kleine B Corps kunnen AH daar scherp op houden. Zonder die grote koplopers krijg je de economie niet de goede kant op.”
Goedemorgen op deze maandagochtend, met in ons blog de start van een belangrijke week voor staalfabriek Tata Steel vanwege een grote rechtszaak, een Amsterdamse beursgang voor het Franse marketingbedrijf Havas, een teleurstellende boodschap voor 6.000 onterechte prijswinnaars van een winactie van NS, en nog meer opvallends wat wij vanochtend lazen:
Een grote beursgang dus vanochtend aan Euronext in Amsterdam. Havas is actief op het gebied van reclamebureaus, mediaplanning en public relations en bestiert allerlei grote reclamecampagnes van bedrijven als Burger King en Dove. De Franse onderneming is met een omzet van 2,8 miljard euro (2023) het vijfde grootste bedrijf in de marketingsector. Bij Havas werken wereldwijd meer dan 23.000 mensen. Lees hier het profiel dat collega Jorg Leijten maakte van Havas, dat eigendom is van een omstreden Franse miljardairsfamilie.
Lees ook
Reclamebureau van omstreden Franse miljardairsfamilie maakt entree op Amsterdamse beurs
Het is ook een spannende dag bij de staalgigant Tata Steel. Vandaag leggen de advocaten en juridische afdeling de allerlaatste hand aan hun pleidooi voor een cruciale rechtszaak die morgen dient. De staalfabriek in IJmuiden vecht dinsdag bij de rechter een maatregel van de toezichthouder aan die tot sluiting kan leiden van een belangrijke cokesfabriek op het terrein. De rechterlijke uitspraak bepaalt volgens Tata zelf in belangrijke mate de toekomst van de staalproducent. Het Financieele Dagblad blikt vooruit.
Veel klachten aan het adres van de NS, en dit keer eens niet vanwege stilstaande of overvolle treinen. Door een knullige fout kregen duizenden mensen dit weekend onterecht een mailtje waarin stond dat ze een vijfgangendiner hadden gewonnen, geheel verzorgd door een privéchef aan huis. Door een vergissing werd deze mail aan 6.000 mensen gestuurd in plaats van aan één winnaar. NS erkent de „uitermate vervelende” fout in het AD, maar is niet van plan om de teleurgestelde mensen te compenseren.
Veruit de meeste Nederlanders geven weleens geld aan goede doelen,blijkt uit nieuwe CBS-cijfers. In 2023 gaf 76 procent van de Nederlanders van 15 jaar of ouder aan dat hun huishouden in het voorgaande jaar een donatie heeft gedaan aan een goed doel, een stijging ten opzichte van 68 procent in 2021 en 73 procent in 2022. Mensen met hogere inkomens of een groter vermogen doneren aanzienlijk vaker: 82 procent van de huishoudens in de hoogste inkomensgroep doneerde, tegenover 57 procent in de laagste inkomensgroep. Bij miljonairs ligt dit percentage zelfs op 86 procent. (Dat betekent trouwens dus ook dat 14 procent van de miljonairs niet aan goede doelen doneert).
En nog een CBS-onderzoekje: Nederlandse vakantiegangers, dagjesmensen en zakenreizigers gaven in het derde kwartaal van 2024 meer dan 8,7 miljard euro uit aan goederen en diensten in het buitenland, waarvan 92 procent privébestedingen waren. Nederlandse reizigers gaven in de zomermaanden van 2024 het meeste geld uit in Duitsland, dat is al jaren de nummer 1 van deze statistiek. Frankrijk en Spanje staan respectievelijk op de tweede en derde plek.
Een Amerikaans verbod op TikTok is weer een grote stap dichterbij gekomen dit weekend. Een beroep om dit verbod tijdelijk op te schorten is dit weekend afgewezen door het DC Circuit Court of Appeals. Het verbod volgt op een wet, ondertekend door president Joe Biden in april, die TikTok verplicht om zijn Chinese eigenaar ByteDance af te stoten vanwege zorgen over nationale veiligheid. De zaak kan nu naar het Hooggerechtshof gaan, dat wellicht snel een uitspraak zal doen. TikTok blijft vechten tegen het verbod en beroept zich op het recht op vrijheid van meningsuiting. Zowel TikTok als de Amerikaanse regering hebben gevraagd om een versnelde behandeling van de zaak, zodat het Hooggerechtshof de kwestie vóór de ingangsdatum van het verbod op 19 januari kan beoordelen. Lees bij CNN een korte uitleg van de zaak.
Een activist tussen de Franse ME bij een anti-Bolloré-demonstratie in Parijs. De miljardairsfamilie heeft veel macht in onder andere de Franse media. Foto Abdul Saboor / Reuters
Ceo Frank van Gool en vice-ceo Karolina Swoboda vertrekken bij uitzendbureau OTTO Work Force. Dat hebben zij vrijdagavond aangekondigd tijdens het jaarlijkse kerstdiner voor werknemers. Van Gool zegt dit een goed moment te vinden om te stoppen nu het bedrijf er volgens hem beter voor staat „dan ooit”.
Oprichter Van Gool verkocht OTTO Work Force in 2018 voor ruim 66 miljoen euro aan de Japanse uitzendgroep OSI. Hij sprak toen af minstens vijf jaar aan te blijven als topbestuurder. De nieuwe bestuurder van het bedrijf wordt waarschijnlijk in het eerste kwartaal van volgend jaar bekendgemaakt. Van Gool vertrekt naar eigen zeggen op zijn initiatief. OSI had liever gewild dat hij „nog vijf jaar” was gebleven, zegt hij.
OTTO Work Force is het grootste Europese uitzendbureau voor arbeidsmigranten. Het bedrijf heeft ruim vijftig kantoren in onder meer Duitsland, Polen, Bulgarije, Roemenie en Oekraïne. In totaal telt OTTO 1.000 stafmedewerkers en werken er zo’n 25.000 flexkrachten via het bedrijf. Volgend jaar haalt het bedrijf naar eigen zeggen een omzet van 1 miljard. Tegenwoordig is OTTO indirect in handen van private-equityinvesteerders. Deze zomer nam het Amerikaanse Bain Capital een belang in het beursgenoteerde OSI.
Lees ook
De succesformule van uitzendbaas Frank van Gool: altijd vooraan, luidruchtig, machtig en braaf
Swoboda en Van Gool gaan als aandeelhouders nu meer tijd besteden aan hun samen opgerichte onderneming KaFra Housing, dat tijdelijke woonruimten voor arbeidsmigranten bouwt. Ze zeggen op die manier „gelukkig” wel betrokken te blijven bij „arbeidsmigratie in ons land”. Bovendien zullen ze zich blijven mengen in het debat over arbeidsmigratie, aldus Van Gool. „En we gaan het ook gewoon wat rustiger aan doen. De afgelopen tijd was het heel druk.” Swoboda en Van Gool zijn voormalige geliefden. Na hun relatiebreuk bleven ze zakelijk met elkaar verbonden.
Van Gool geldt als de ondernemer die arbeidsmigratie in Nederland groot maakte. Inmiddels telt Nederland zo’n miljoen arbeidsmigranten. Sinds de oprichting werkten er wel honderdduizenden arbeidsmigranten via OTTO in Nederland. OTTO levert vooral uitzendkrachten aan bedrijven in de logistieke sector, zoals Jumbo, DHL en Albert Heijn.
Alexander de Carvalho zal vanaf april 2025 plaatsnemen in de raad van commissarissen (RvC) van de Amsterdamse bierbrouwer Heineken. De kleinzoon van Freddy Heineken was sinds 2013 niet-uitvoerend bestuurder van de Heineken Holding, een ander bedrijf dat het familiebelang in de brouwerij beheert. Hij is de vijfde generatie Heineken die toetreedt tot het bestuur van de brouwerij.
De veertigjarige De Carvalho is de oudste zoon van Charlene de Carvalho-Heineken, de rijkste vrouw van Nederland. Zijn medestudenten aan de Amerikaanse topuniversiteit Harvard, waar hij van 2004 tot 2008 studeerde, omschreven hem als ‘extreem flamboyant’, aldus Quote. Ook was hij lid van een prestigieuze studentenclub waar zelfs de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt in zijn jonge jaren niet in kwam.
Na zijn studententijd ging De Carvalho aan de slag bij Gutmann, een kleine Weense bank, om in 2011 over te stappen naar het Britse Lion Capital, een investeringsmaatschappij die onder meer eigenaar was van snackbedrijf Mora en winkelketen Hema. Sinds 2015 is hij ook actief als investeerder in start-ups. „Ik vind het enorm belangrijk om onafhankelijk beoordeeld te worden”, zei hij eerder tegen Quote over zijn keuze om niet bij Heineken aan de slag te gaan. Omdat hij het grootste gedeelte van zijn leven in Londen doorbracht, moest hij zijn Nederlands bijspijkeren bij de nonnen van Vught voor hij toetrad tot Heineken Holding in 2013.
Andere rol
Na elf jaar toekijken vanaf de zijlijn, komt Freddy Heinekens favoriete kleinzoon nu een stuk dichter bij de bal te staan. In 2014 vroeg Quote hem al of hij ooit in de RvC van de bierbrouwer zou plaatsnemen. „Onze familie is in het verleden zowel zeer actief betrokken als meer ondersteunend geweest, en dat laatste werkt op dit moment prima. Maar stel dat de situatie over twintig jaar anders is, tja, dan misschien wel.” Die twintig jaar blijkt nu een overschatting.
De Carvalho lijkt geen ambitie te hebben om zich te bemoeien met de dagelijkse leiding, zegt Het Financieele Dagblad naar aanleiding van een interview met die krant in 2013. Heineken heeft een „prima management”, zei de Carvalho toen.
Moeder Charlene nam nooit plaats in de RvC van de bierbrouwer. Alexander wordt de eerste ‘Heineken’ die direct betrokken is bij het bestuur van de brouwer sinds zijn opa Freddy in 2002 overleed. „Met de voorgestelde benoeming van Alexander de Carvalho zet de Heineken-familie de traditie voort van hun persoonlijke betrokkenheid in het bedrijf”, verklaart de bierbrouwer in een persbericht.
De overstap van De Carvalho is niet de enige verandering in de RvC van Heineken. Peter Wennink, oud-topman van techbedrijf ASML, wordt president-commissaris. Sinds zijn vertrek bij ASML in april 2024 was hij al vicevoorzitter van de raad. Wennink neemt het stokje over van Jean-Marc Huët, die naar Heineken Holding verkast.
„Heineken is altijd onderdeel van mij geweest”, zei Alexander in 2014 tegen Quote. Vanaf april is hij ook onderdeel van Heineken.
ProRail gaat vanaf winter volgend jaar veel minder wissels verwarmen. Zo bespaart de spoorbeheerder 17 miljoen euro per jaar. Bovendien verlaagt ProRail zijn gasverbruik en CO2 -uitstoot. De maatregel kent ook risico’s: bij extreem winterweer kunnen er meer verstoringen optreden.
Het Nederlandse spoor telt zesduizend wissels. Driekwart heeft verwarming op gas of elektriciteit. Daardoor vriezen wissels niet vast en kunnen treinen blijven rijden in geval van ijs, sneeuw en ijzel. Wisselverwarming klinkt als een luxe, maar kent ook veel nadelen, zegt financieel directeur Mirjam van Velthuizen van ProRail. „Dit is een goed voorbeeld van geld dat niet zo effectief wordt besteed.”
Vooral gasverwarmers raken geregeld verstopt; bij een calamiteit moet dan alsnog een onderhoudsploeg op pad. De verwarmers staan ook vaak voor niks aan. Als de kans op winterweer nog klein is, gaan ze al aan. In de praktijk zo’n vijf maanden per jaar.
‘Scherper aan de wind’
Nu het klimaat opwarmt en het aantal ijskoude dagen daalt, is verwarming van alle wissels niet langer nodig. „Sinds 1960 is het aantal dagen met extreem winterweer gehalveerd”, zegt Van Velthuizen.
ProRail schakelt pakweg de helft van alle verwarmingssystemen uit, zegt Van Velthuizen. „Wissels die essentieel zijn voor de dienstregeling – en voor de uitgedunde dienstregeling bij extreem weer – blijven we wel verwarmen.”
Minder wisselverwarmers zou kunnen leiden tot meer verstoringen in het treinverkeer. ProRail zeilt „scherper aan de wind”, stelde het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in juni. Volgens Van Velthuizen valt dat mee. „We denken dat het risico op verstoringen net zo groot zal zijn als vandaag.”
Het uitzetten van de verwarming is deel van een groter bezuinigingsprogramma bij ProRail. De organisatie moet de komende jaren veel meer kosten maken: personeel en materieel zijn duurder, en veel spoor in Nederland is hard toe aan onderhoud.
Kan het minder?
ProRail krijgt nu ruim 2 miljard per jaar van het Rijk voor beheer, onderhoud en treinverkeersleiding en becijferde vorig jaar dat het voor de komende jaren 600 miljoen extra nodig heeft. Zoveel extra geld heeft het kabinet niet.
Kan het ook voor minder, vroeg het ministerie eerder dit jaar, zonder de ‘basiskwaliteit’ van het Nederlandse spoor te schaden? Om die vraag te beantwoorden hebben het ministerie en ProRail daarop samen het Basiskwaliteitsniveau (BKN) Spoor opgesteld. Eerder maakten ministerie en Rijkswaterstaat al een dergelijke BKN voor de weg.
De conclusie in het BKN Spoor-rapport luidt dat ProRail tussen 2026 en 2030 1,2 miljard euro minder kan uitgeven door te schrappen in zijn wensenlijstje.
Lees ook
Nieuw spoorboekje; NS noemt het de grootste wijziging van de dienstregeling in jaren
ProRail moet vooral efficiënter omgaan met zijn budget. De organisatie gaat onder meer bezuinigen in eigen huis, met name bij ondersteunende afdelingen. Treinverkeersleiders worden ontzien. De organisatie moet ook slimmer gaan werken (meer spooronderhoud uitvoeren overdag bijvoorbeeld, dat is in principe goedkoper).
Zaken als weinig gebruikte fietsenstallingen en wachtruimten op stations worden minder vaak opgeknapt. Ook het nieuwe beleid voor wisselverwarming valt onder dit ‘slimmer werken’.
Het nieuwe kabinet beloofde eerder dit jaar meer steun aan middeninkomens, en het lijkt woord te houden. Dit komt vooral door de invoering van een nieuwe belastingschijf. Hierdoor daalt het belastingtarief voor inkomens tot 38.441 euro per jaar naar 35,82 procent. Dat was 36,97 procent. Dit is goed nieuws voor werknemers met een modaal inkomen. Iemand met een brutomaandloon van 3.588 euro gaat er 56 euro netto op vooruit, becijfert ADP.
Het minimumloon stijgt van 13,68 naar 14,06 euro per uur. Minimumloners met een 36-urige werkweek ontvangen hierdoor 41 euro extra per maand. Een 40-urige werkweek levert 58 euro extra op.
Verkapte verhoging
Van het verlaagde belastingtarief profiteren niet alle lage inkomens. Dit komt doordat de algemene heffingskorting kleiner wordt. Die zakt met 294 euro, van 3.362 naar 3.068 euro per jaar. Deze verlaging doet voor mensen met bruto-inkomens tussen 1.000 en 2.000 euro per maand – veel parttimers en minimumloners onder 21 jaar – een deel van het voordeel van het lagere belastingtarief teniet.
Zo daalt het nettoloon van een werknemer met een brutomaandinkomen van 1.000 euro volgende maand met 22 euro, in geval van 1.500 euro bruto is dat 31 euro, en bij 2.000 euro bruto 32 euro. Het is de derde verlaging van de algemene heffingskorting sinds de invoering ervan in 2001. ADP-medewerker Dik van Leeuwerden: „Een daling van de heffingskorting is eigenlijk een verkapte belastingverhoging.”
Lees ook
De rente wordt lager dan goed voor ons is
Voor werknemers en werkgevers die willen vergroenen, is 2025 het laatste jaar om te profiteren van een lage fiscale bijtelling voor elektrische auto’s. Komt zo’n auto in 2025 op weg, dan geldt een bijtelling van 17 procent over de eerste 30.000 euro die de auto waard is. Daarvan valt dan vijf jaar te profiteren. Vanaf 2026 verdwijnt deze korting volledig en geldt een bijtelling van 22 procent.
Gepensioneerden gaan er volgens ADP iets op vooruit. Door het lagere belastingtarief stijgt komend jaar het aanvullend pensioen. Mensen met 1.000 euro aanvullend pensioen per maand ontvangen dan netto 12 euro meer. Bij 1.500 euro aanvullend pensioen gaat het om 18 euro.
Goedemorgen allemaal en welkom in een nieuw economieblog! Het belooft een cijferdagje te worden. De ECB neemt een rentebesluit (naar verwachting een kleine verhoging) en de energieprijzen pieken, waarover later vandaag meer. Verder viel vanochtend op:
Volgens bronnen van de Financial Times gaat de ‘NAVO-norm’ voor uitgaven aan defensie waarschijnlijk van 2 naar 3 procent van het bbp van elke lidstaat.
Het CBS meldt een aantal faillissementen dat nu al het totaal van 2023 overtreft.
Politievakbond ACP sluit zich aan bij het CNV, en verlaat dus de veel kleinere Vakcentrale voor Professionals (VCP), meldt De Telegraaf.
Verder vond ik saillant dat Meta, moederbedrijf van Facebook, WhatsApp en Instagram, een miljoen dollar heeft gedoneerd aan het inauguratiefonds van Donald Trump. Dat meldt The Wall Street Journal. Meta willen graag snel af van zijn ‘woke’ imago.
Lees hier het blog van gisteren terug:
Liveblog Economieblog
Dure energie vandaag en vermoedelijke een lagere rente