Autobouwer Stellantis belooft Italiaanse productie nieuw leven in te blazen

Autobouwer Stellantis, die onder meer Fiat produceert, heeft dinsdag aan een delegatie van de Italiaanse regering en vakbonden uit de autosector een optimistisch plan voorgelegd. Daarmee lijkt de gespannen relatie tussen de autofabrikant en de regering een nieuwe weg in te slaan na het plotselinge ontslag van ceo Carlos Tavares op 1 december.

Het hoofd van de Europese tak van Stellantis, Jean-Philippe Imparato, beloofde dat Stellantis flink in zijn productie in Italië gaat investeren, nieuwe modellen gaat produceren en geen fabrieken wil sluiten of banen schrappen. Tegelijk koestert niemand de illusie dat ook 2025 geen moeilijk jaar wordt voor de autosector.

In heel Europa gaat de auto-industrie immers door zwaar weer. Vooral de vraag naar elektrische auto’s is gedaald, omdat consumenten onzeker zijn over de Europese regelgeving. Daarnaast blijven elektrische auto’s ook prijzig, zeker vergeleken met goedkopere concurrentie vanuit China.

Hybride modellen

Wat Stellantis beslist, is in Italië ook een regeringszaak. Bij het overleg in Rome waren drie ministers aanwezig. Het bedrijf is in Italië met zo’n veertigduizend werknemers de enige grote autoproducent. In totaal is de productie van auto’s en onderdelen in Italië goed voor zo’n 270.000 banen. Via de export is de sector ook zeer nauw verbonden met Duitsland, waar de auto-industrie in grote moeilijkheden verkeert. Zo wil Volkswagen in Duitsland mogelijk drie fabrieken sluiten.

Dat is Stellantis in Italië dus niet van plan, verzekerde Imparato. Hij gaf ook garanties voor Mirafiori, de historische fabriekswijk in Turijn die onlosmakelijk is verbonden met het merk Fiat. Vanaf november 2025 wordt daar de hybride versie van de Fiat 500 geproduceerd, en vermoedelijk tegen 2027 ook een minder dure versie van de elektrische Fiat 500, die nu in Italië zelf niet goed verkoopt wegens de hoge prijs voor een relatief kleine auto. Stellantis zal van Turijn ook het hoofdkwartier van zijn Europese operaties maken.

Lees ook

Autosector Italië kreunt: ‘Iedereen vraagt zich af wanneer de fabriekspoort voorgoed op slot gaat

Autosector Italië kreunt: 'Iedereen vraagt zich af wanneer de fabriekspoort voorgoed op slot gaat’

Imparato had ook goed nieuws voor de fabrieksvestigingen in Zuid-Italië. De fabriek in Pomigliano d’Arco, nabij Napels, krijgt een nieuw productieplatform waar vanaf 2028 twee nieuwe compacte modellen worden gemaakt. In Melfi, eveneens in Zuid-Italië, wil Stellantis de productie verdrievoudigen door behalve een elektrische ook een hybride uitvoering van de Jeep Compass, Lancia Gamma en de DS7 te produceren.

Stellantis belooft volgend jaar twee miljard euro te investeren in Italië. De Italiaanse regering stelt daar 1,6 miljard euro aan investeringen tegenover voor de toeleveringsketen van de auto-industrie, waarvan meer dan 1 miljard volgend jaar al beschikbaar wordt gesteld.

Losse eindjes

De vakbonden uit de sector spreken van een flinke stap vooruit, al blijven er nog losse eindjes. „Op twee weken tijd, sinds het vertrek van Tavares, is veel vooruitgang geboekt”, zegt Ferdinando Uliano, vakbondsleider bij Fim-Cisl, een syndicaat van metaalarbeiders. „Stellantis belooft een nieuw platform voor compacte wagens en om alle voertuigen ook in een hybride uitvoering te produceren.”

Tegelijk is er de zorg dat de steunmaatregelen van de overheid binnenkort opdrogen. Met zulke sociale maatregelen worden arbeiders in Italië door de overheid tijdelijk doorbetaald als een bedrijf niet genoeg orders heeft, zodat het personeel wel in dienst kan blijven. En omdat er pas vanaf 2026 dankzij de investeringen beduidend meer voertuigen zullen worden geproduceerd, kondigt ook 2025 zich aan als een moeilijk jaar voor de Italiaanse autosector, verwacht de vakbondsman. „De volumes zullen het komende jaar nog niet meteen stijgen.”

Ook gaf Stellantis nog geen duidelijkheid over het plan om een oude Fiat-fabriek in het Zuid-Italiaanse Termoli om te vormen tot een fabriek voor batterijen. De overeenkomst met de Italiaanse overheid, die hierin geld van het Europese coronaherstelfonds Next Generation EU zou investeren, was al gesloten. Maar het consortium, met daarin ook Stellantis, vroeg meer tijd. Een beslissing over die fabriek, die een miljardeninvestering zou betekenen op het vlak van de energietransitie, wordt in 2025 verwacht.

Lees ook

Emden wil niet denken aan sluiting van grote Volkswagen-fabriek: ‘Iedereen is ervan afhankelijk’

De fabriek gezien vanuit de autohaven in Emden. Indirect levert de Volkswagen-fabriek ook duizenden banen op in de haven of bij toeleveranciers.


Werkgevers voeren charmeoffensief om ‘schijnzelfstandige’ te verleiden in dienst te komen

Op de kerstmarkt van Gelre Ziekenhuizen in Apeldoorn zijn zelfstandig ondernemers dit jaar niet meer welkom. Op het teamuitje evenmin. Ook een kerstpakket krijgen ze niet. „Een aantal jaar geleden was dat nog wel zo”, zegt hr-manager Astrid van den Eikhof. „Maar door de regels van de Belastingdienst doen we dat nu niet meer. Als je ondernemer wil zijn, weet je dat je die extra’s niet krijgt.”

Het gaat om de regels voor schijnzelfstandigheid. Die bestaan eigenlijk al negen jaar, maar werden niet gehandhaafd omdat dat te ingewikkeld bleek. Nu de Belastingdienst vanaf 1 januari wel gaat handhaven, zijn werkgevers druk bezig hun samenwerking met zzp’ers tegen het licht te houden. Werkgevers die medewerkers ten onrechte als zelfstandige laten werken waar de wet loondienst voorschrijft, lopen dan risico op naheffingen en boetes. Ook schijnzelfstandigen lopen risico: belastingvoordelen die ze hebben gekregen als zelfstandige zouden ze moeten terugbetalen.

De Belastingdienst maakte woensdag bekend het komende jaar nog geen boetes uit te delen. Eerder zou de Belastingdienst alleen werkgevers ontzien die kunnen aantonen dat ze proberen het aantal schijnzelfstandigen te verminderen. Nu heeft de fiscus besloten geen enkele werkgever te beboeten. Wel zal de Belastingdienst naheffingen vorderen.

De afgelopen jaren nam het aantal zelfstandig ondernemers in Nederland flink toe, registreerde de Kamer van Koophandel: van 875.000 in 2014 naar ruim 1,6 miljoen dit jaar. ABN Amro schatte in recent onderzoek dat zo’n 250.000 zzp’ers als schijnzelfstandige werken. Door iemand ten onrechte als zzp’er te laten werken, betalen werkgevers veel minder premies en belastingen. De medewerker kan veel makkelijker zijn of haar werk verliezen, en is vaak niet verzekerd bij ziekte. Vaak genoemde redenen om voor het zelfstandig ondernemerschap te kiezen zijn meer flexibiliteit en een hoger maandbedrag op de bankrekening, hoewel het verschil doorgaans niet zo groot is als daar belastingen, pensioen en verzekeringen af zijn getrokken.

De Belastingdienst baseert zich bij de aanpak van schijnzelfstandigheid onder meer op jurisprudentie zoals het Deliveroo-arrest. Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat bezorgers van bezorgplatform Deliveroo ten onrechte als zzp’er werkten. Als je onder ‘gezag’ van een werkgever werkt, dan ben je werknemer en geen zelfstandig ondernemer, oordeelde de hoogste rechter.

Hoe bereiden werkgevers in uiteenlopende sectoren zich voor op de nieuwe situatie? NRC maakte een rondgang langs werkgevers en brancheorganisaties in de zorg, de bouw, kinderopvang, onderwijs en media; bedrijfstakken waar schijnzelfstandigheid vaak voorkomt.

Zorgsector

„We hebben bij onze inventarisatie gezien dat het volgens de regels van de Belastingdienst niet meer mogelijk is zorgpersoneel in te huren als zzp’er”, zegt Astrid van den Eikhof, die de personeelszaken van Gelre Ziekenhuizen behartigt. De onder zelfstandigen populaire functie van verpleegkundige is volledig ingebed in haar organisatie. Verpleegkundigen draaien mee in roosters en maken gebruik van de middelen van de werkgever, zoals werkkleding. In zulke gevallen is volgens de Belastingdienst sprake van werknemerschap.

Sinds de zomer heeft Gelre het aantal zelfstandigen teruggebracht van zestig naar dertig, tegenover ruim drieduizend werknemers in loondienst. Het ziekenhuis gaat vanaf januari zorgverleners die niet in dienst willen komen via detacheringsbureaus inhuren. „Dat is een manier voor de mensen die graag flexibel willen zijn, om toch voor ons te kunnen werken”, zegt de hr-manager.

Daarnaast probeert het ziekenhuis zzp’ers te verleiden in dienst te komen. Tot dusver willen de meesten dat nog niet. Ze denken dat het ziekenhuis vanwege een tekort aan personeel toch wel freelancers zal willen inhuren. Van den Eikhof: „We zullen misschien voor de keuze komen te staan toch een zzp’er in te huren als we het rooster niet rond krijgen. Alleen als het echt nodig is, zullen we dat risico nemen. Het belangrijkste is voor ons dat we continuïteit van zorg kunnen leveren.”

Onderwijs

Grofweg de helft van de zzp’ers met wie de Amsterdamse scholenkoepel AMOS werkt, wil wel in dienst komen, zegt bestuurder Arie van Loon. Maar net als in de zorg hebben de scholen concurrentie van uitzendbureaus en detacheerders die zzp’ers beloven dat ze hun werk met dezelfde vrijheid en flexibiliteit kunnen blijven doen. Die wens leeft met name bij jongere leerkrachten.

„Maar er is een tussenvorm”, zegt Dave Ensberg-Kleijkers, bestuurder bij onderwijskoepel Zonova. „Daarbij zijn de leerkrachten formeel in dienst van schoolbesturen, maar hebben ze de flexibiliteit van iemand die invaller is”, zegt hij. Leerkrachten werken dan vanuit een gezamenlijke invalpoule van de scholen. „We willen voorkomen dat belastinggeld naar bureaus met een winstoogmerk gaat, terwijl dat eigenlijk gewoon voor het onderwijs bedoeld is.”

Het gaat ons helpen meer mensen in loondienst te krijgen, en dat is goed voor het teamgevoel op scholen

Arie van Loon
bestuurder scholenkoepel AMOS

Ensberg-Kleijkers en Van Loon zijn positief over de aanpak van schijnzelfstandigheid. „Het gaat ons helpen meer mensen in loondienst te krijgen, en dat is goed voor het teamgevoel op scholen”, zegt Van Loon. „Je kan meerjarig bouwen. Vergelijk het met een voetbalteam dat langer samenspeelt, dan ga je automatismen inslijpen. Dat is in het onderwijs net zo.”

Kinderopvang

Kinderopvangorganisatie Kinderrijk, met veertig locaties in Amstelveen en Amsterdam, voerde afgelopen jaar campagne om zzp’ers over te halen in dienst te komen. „We hebben hen onder andere persoonlijk benaderd met een filmpje met vrolijke pedagogisch medewerkers”, zegt bestuurder Margreet Hellemons.

Kinderrijk heeft nu zo’n veertig tot vijftig zelfstandigen aan het werk, naast zeshonderd werknemers in loondienst. De oogst van de campagne is tot dusverre mager: vijf zelfstandigen kwamen in dienst; de rest is terughoudend. Hellemons: „Ze zeggen liever zzp’er te blijven omdat ze dan maandelijks een hoger bedrag op hun rekening ontvangen. Maar als je daar belastingen, pensioenen en een arbeidsongeschiktheidsverzekering van aftrekt, verschilt dat bedrag helemaal niet zo.”

Sommige zzp’ers wachten januari af, zegt de bestuurder. Ze zien het probleem nog niet, want ze worden in december nog wel ingeroosterd. „Daardoor voelt het misschien nog niet urgent.” Toch stopt Kinderrijk in januari met zelfstandige pedagogisch medewerkers inhuren. „Hopelijk komen zzp’ers toch bij ons in dienst als ze merken dat we ze echt niet meer inhuren.”

Bouw

In de bouw communiceren ondernemers „heel stellig” dat ze vanaf 1 januari niet meer met zelfstandigen samenwerken die volgens de kaders van de Belastingdienst in vaste dienst zouden moeten zijn. Dat adviseert althans Riek Siertsema, voorzitter van de Aannemersfederatie Nederland, aan haar achterban.

Het aantal zzp’ers in de bouw is de afgelopen tien jaar verdubbeld, naar meer dan 230.000. Siertsema vindt dat de verhouding tussen vast en flexibel werk is scheefgegroeid en heeft daarom ‘operatie waterpas’ opgetuigd om de boel weer in balans te brengen. „Ik denk dat we met z’n allen een beetje wakker zijn geworden”, zegt Siertsema, die de afgelopen maanden uitgebreid overleg voerde met werkgevers, werknemers, de Belastingdienst en andere betrokkenen.

De volgende stap is ook met intermediairs in gesprek te gaan over de voorwaarden waaronder iemand als zelfstandige werkt. Want net als in andere sectoren zeggen deze bemiddelaars in de bouw een uitkomst te bieden voor zelfstandigen die niet in dienst willen.

Payrollers, uitzenders en detacheerders willen zzp’ers wel op dezelfde manier laten werken als nu. „Dat is eigenlijk geen oplossing”, stelt Siertsema. „Want je bent als inlener verantwoordelijk voor wat er op je eigen bouwplaats rondloopt. Dus je moet toch controleren wat voor contract is afgesloten met diegene die voor jou werkt.”

Media

Niet overal haastten werkgevers zich om zzp’ers in vaste dienst te nemen. Paul Passchier, secretaris sociale zaken van de Mediafederatie, spreekt van een „paniekreactie” in andere sectoren. Volgens de vertegenwoordiger van uitgeverijbedrijven als DPG en Mediahuis is het voor werkgevers in de sector niet nodig massaal afscheid te nemen van zelfstandigen. Hun opdracht beter formuleren kan al helpen, zegt hij: „Als iemand twee dagen per week als freelance redacteur voor je werkt, moet je misschien zeggen: jij werkt mee aan tien uitgaves per jaar.”

Voor uitgeverijen en mediabedrijven zullen onder andere de uurtarieven van zzp’ers de komende tijd onderwerp van gesprek worden, verwacht Passchier. Als een werkgever met zzp’ers doorgaat, betekent dit dat hij wellicht hogere uurtarieven moet betalen. Het zou daarom goed kunnen, denkt Passchier, dat voor uitgeverijen de kosten in het nieuwe jaar oplopen.

Zelf laat de Belastingdienst de verantwoordelijkheid om het aantal schijnzelfstandigen in te perken nog even liggen. In september maakte – de inmiddels opgestapte – staatssecretaris Folkert Idsinga (Financiën, NSC) bekend volgend jaar met zzp’ers te blijven werken. De overheid zegt de afhandeling van het Toeslagenschandaal niet in gevaar te willen brengen. In theorie zou de Belastingdienst zichzelf dus een waarschuwing kunnen geven voor het overtreden van de wet.

Bouwvoorvrouw Siertsema verwacht coulance van de fiscus: „De Belastingdienst snapt ook wel dat niet alles op 1 januari strak geregeld kan zijn. Maar je moet wel laten zien dat je ermee aan de slag bent – en dat zijn we.”


Verpakkingsvrije supermarkt Pieter Pot boekt jaar na faillissement voor het eerst winst

Een jaar geleden was Pieter Pot nog failliet, na een doorstart begin dit jaar zegt de verpakkingsvrije online supermarkt nu zijn eerste winstgevende maand achter de rug te hebben. Hoe is het bedrijf daar zo snel in geslaagd?

Om met de winst te beginnen: die is vooralsnog bescheiden, een paar duizend euro op een maandomzet van circa vier ton. „Dat is niet de wereld”, erkent directeur en medeoprichter Jouri Schoemaker. „Maar het is wel de eerste winstgevende maand sinds we zijn opgericht.” Uit contacten met vergelijkbare ondernemingen in Europa weet hij dat Pieter Pot de eerste verpakkingsvrije supermarkt met landelijke dekking is die dat winstgevend weet te doen.

Het bedrijf zegt dat sinds de herstart 12.000 klanten terug zijn gekeerd. „In onze hoogtijdagen lag het aantal vaste klanten rond de 15.000 à 20.000”, zegt de directeur. „Komend jaar willen we weer richting dat aantal. We zien wekelijks klanten terugkomen.”

Bij Pieter Pot 1.0 hadden we ingezet op enorme schaal. Daar kwamen enorme vaste kosten bij kijken

Jouri Schoemaker
directeur Pieter Pot

Meer zaken uitbesteed

Om rendabel te worden, opereert het doorgestarte bedrijf anders dan voor het faillissement. „Bij Pieter Pot 1.0 hadden we ingezet op enorme schaal”, zegt Schoemaker. „Daar kwamen enorme vaste kosten bij kijken.” Waar eerder veel operationele zaken werden gedaan door meer dan honderd eigen werknemer, zijn er nu slechts zeven voltijdsbanen. „Vroeger hadden we een enorm warehouse en werden de bestelde producten door onszelf bij elkaar gezocht. Teruggebrachte potten wasten we zelf af. Nu besteden we die operationele zaken uit.”

Schoemaker denkt dat die constructie beter past bij de schaal waarop het bedrijf nu opereert. „We kunnen nu niet in één maand twee keer zoveel bestellingen verwerken, maar onze partners groeien graag met ons mee.” Hij ziet dat andere internetsupermarkten zoals Picnic hun operationele tak wel in eigen beheer hebben. „Met het soort investeringen dat nodig is om dat zelf te ontwikkelen, heb je hele andere schaal nodig. Wij gaan die schaal niet bereiken.”

Niet alleen glas

Vanaf de oprichting stond Pieter Pot bekend om zijn hervulbare glazen weckpotten en flessen, gevuld met producten zoals havervlokken, spaghetti, olijfolie en limonadesiroop. Maar die vorm is niet langer heilig voor de supermarkt. Zo zijn er nu koffiebonen in een biologisch afbreekbare zak te koop. „Die zakken worden snel na het branden gevuld en verkocht. Als we ze eerst zouden overhevelen naar een pot, zou dat tijd kosten en komen de bonen in aanraking met zuurstof wat ten koste gaat van de kwaliteit. Voor dit product is een zak dus beter, terwijl we nog steeds plastic besparen.”

Ook wordt er getest met een roestvrijstalen navulpot. „Het idee is dat mensen thuis nog steeds een glazen pot hebben en de navulling met rijst of havermout daarin overgieten. Die stalen potten zijn lichter en nemen minder ruimte in, want leeg kunnen ze in elkaar geschoven worden. Dat verlaagt de uitstoot tijdens het transport.”

Bestelritme verhogen

Schoemaker denkt dat de lichtgewicht potten ook zullen bijdragen aan een ander doel: mensen vaker laten bestellen. „Klanten hoeven niet meer te wachten tot hun pot leeg is en ze hem kunnen omruilen voor een volle.” Dat bestelritme is belangrijk voor de winstgevendheid van Pieter Pot, dat zijn klanten nu gemiddeld eens in de acht weken terugziet. „Als alle huidige klanten twee keer zo snel een nieuwe bestelling plaatsen, zorgt dat voor meer omzet. Daarvoor zijn we ook ons assortiment aan het uitbreiden.” Nu zijn er 350 producten in de online schappen te vinden, terwijl dat er eerder tegen de 600 waren. Volgens Schoemaker duurt het even voor zowel oude als nieuwe leveranciers hun spullen zonder verpakking kunnen leveren. „Producten zoals chips en snoep zijn nu nergens plasticvrij te krijgen. Daar werken we hard aan.”

Sinds kort staan Pieter Pots hervulbare weckpotten ook in de schappen van een paar fysieke winkels. Daarvoor werkt de internetsupermarkt samen met lokale winkeliers die zich op verpakkingsvrije producten richten. Schoemaker hoopt maandelijks een of twee nieuwe winkelpunten toe te voegen. „Dan kunnen mensen hun grote bestellingen bij ons online doen, en kleine bestellingen om de hoek aanvullen.” Ook moeten nieuwe klanten zo in aanraking met het bedrijf komen.


Zakenkranten: Japanse autofabrikanten Honda en Nissan in gesprek over fusie

Goedemorgen! Volgens de Japanse zakenkrant Nikkei (ja, ook bekend van de belangrijkste beursindex van het land) en de Britse evenknie Financial Times zijn Honda en Nissan met elkaar in gesprek over een mogelijke fusie. Een samengaan zou de Japanse autofabrikanten een betere positie geven op de markt voor elektrische auto’s, waar het Amerikaanse Tesla en verschillende Chinese merken nu de show stelen bij consumenten.

Een eventuele fusie zou een behemoth met een gecombineerde waarde van 52 miljard dollar opleveren, aldus de FT, verwijzend naar dit Bijbelse dier. Of een huwelijk ook echt van de grond komt, is nog wel een groot vraagteken. Alleen al de mogelijke weerstand in Japan tegen een fusie, die waarschijnlijk gepaard zal gaan veel ontslagen, kan het samengaan tegenhouden.

Op de Japanse beurs wordt verheugd gereageerd – althans door aandeelhouder van Nissan. Dat aandeel won bijna een kwart (terwijl het aandeel de afgelopen maanden juist in een glijvlucht zat). Honda’s koers zakte daarentegen met ruim 3 procent.

Verder in het nieuws:

  • De Nederlands industrie vraagt Brussel om hulp om de verduurzaming op gang te helpen. Een coalitie van zeventig bedrijven en brancheverenigingen wil dat eurocommissaris Wopke Hoekstra, verantwoordelijk voor klimaatbeleid, bedrijven in Europa verplicht of stimuleert om groene producten te kopen. Volgens bedrijven als Shell, Chemelot en Eneco en koepel VNO-NCW is dat „essentieel” om de Europese industrie te redden. Als voorbeeld halen de partijen de regel aan dat benzineleveranciers 10 procent duurzame brandstoffen moeten bijmengen.
  • De huur in de middensector is sinds 1 juli gereguleerd, maar dat betekent niet dat de huren niet flink mogen stijgen. Omdat de maximale verhoging is gekoppeld aan de cao-loonontwikkeling plus 1 procentpunt, mogen middenhuurlonen volgend jaar 7,7 procent hoger zijn, schrijft NRC. In de vrije sector mag de verhoging maximaal 4,1 procent zijn (de inflatie). Wat de verhoging in de sociale sector mag worden, is onderdeel van verhitte onderhandelingen.
  • Minister Mona Keijzer is teruggefloten in de inmiddels beruchte kwestie rond de verplichting voor bouwbedrijven om nestkasten in te bouwen voor vogels en vleermuizen. Een nipte meerderheid van de Tweede Kamer wil vasthouden aan de regel. Keijzer, die op een missie is om ‘overbodige’ regels te schrappen, noemde de motie „bizar”, aldus het Financieele Dagblad.
  • Microsoft investeert flink om de voorsprong in de ontwikkeling van AI vast te houden. Volgens de Financial Times heeft het bedrijf, grootaandeelhouder van pionier OpenAI, twee keer zo veel voor AI geschikte chips gekocht van fabrikant Nvidia als ieder van zijn rivalen in de VS en China.

We kijken verder vandaag naar de Tweede Kamer, waar in de middag gestemd zal worden over verschillende moties over de toekomst van staatsbank Volksbank. Ook komen bankentoezichthouder ECB en verzekeraarsevenknie EIOPA met een statement over de onverzekerbaarheid van klimaatschade. Vanavond komt de Federal Reserve tot slot met het nieuwste rentebesluit in de VS.

Wil je het econonomieblog van gisteren teruglezen, met onder meer nieuws over Conimex en de (gestopte) strafzaak tegen BAM? Dat kan hier:

Lees ook

D66 wil ruzie over toekomst Volksbank beslechten

Makoto Uchida, president van Nissan Motor en Toshihiro Mibe, zijn colleg bij Honda Motor tijdens een gezamenlijke persconferentie afgelopen maart
Foto Kyodo via Reuters

KPMG-topvrouw: ‘Ik ben mijn onbevangenheid totaal kwijtgeraakt’

KPMG Nederland kreeg in april een boete van 25 miljoen dollar van de Amerikaanse toezichthouder PCAOB, vanwege de examenfraude die circa vijfhonderd medewerkers tussen 2017 en 2022 hadden gepleegd. Het was de hoogste boete die de PCAOB ooit heeft opgelegd. De Amerikaanse toezichthouder trok tijdens het onderzoek samen op met de Nederlandse, de AFM.

„Beschamend”, noemde topvrouw Stephanie Hottenhuis die straf toen al. De PCAOB was ook kritisch op haar rol: volgens de toezichthouder had de leiding van KPMG Nederland „gefaald” bij het promoten van een ethische bedrijfscultuur.

Aan het eind van dit bewogen jaar wil Hottenhuis in gesprek met NRC voor het eerst uitgebreid vertellen hoe haar organisatie en zijzelf de kwestie hebben beleefd, wat er intern allemaal overhoop werd gehaald en hoe KPMG nu probeert de bedrijfscultuur te verbeteren. Over de schikking met de toezichthouders zélf mag ze weinig zeggen, heeft ze tevoren gezegd. KPMG zou daar een nieuwe rechtszaak of boete mee riskeren.

Ze heeft „een harde les moeten leren”, zegt Hottenhuis tijdens het interview op het hoofdkantoor van KPMG in Amstelveen. Van een bestuurder die in de eerste plaats handelt op basis van vertrouwen, veranderde ze in een bestuurder die haar eigen medewerkers óók kritisch controleert. „Ik ben sadder and wiser geworden.”

Dat honderden KPMG-medewerkers zich schuldig maakten aan het delen van antwoorden bij verplichte toetsen, kwam voor haar in de zomer van 2022 als een grote schok. „Dat is zwaar. Maar uiteindelijk is het belangrijk dat we de misstand zelf hebben ontdekt. Hoe pijnlijk het oplossen ervan ook is, en in wat voor bizarre werkelijkheid je er ook mee terechtkomt.”

Tijdens de affaire stapte president-commissaris Roger van Boxtel op, nadat was gebleken dat hij een toets gedeeltelijk door een medewerker had laten invullen. Bestuurslid en hoofd audit Marc Hogeboom moest vertrekken omdat hij jarenlang niets tegen de examenfraude had gedaan en zich er volgens de PCAOB zelf meermaals aan schuldig had gemaakt. Hogeboom kreeg een boete van 150.000 dollar en mag nooit meer voor een groot accountantskantoor werken. Hottenhuis: „Over hen wil ik me voorzichtig uitdrukken, want zij hebben ook hun persoonlijke drama.”

Klokkenluidersmelding

De toezichthouders deden vanaf februari 2022 onderzoek naar examenfraude bij KPMG, maar de zaak kwam aan het rollen toen een klokkenluider zich in augustus van dat jaar meldde bij de compliance officer van het bedrijf. Die lichtte vervolgens Hottenhuis in. „Ik schrok enorm”, vertelt ze. Na die melding stelde KPMG een intern onderzoek in. Vanaf 2019 had de accountantsorganisatie in de Verenigde Staten, Australië en het Verenigd Koninkrijk al boetes gekregen vanwege examenfraude, maar Hottenhuis was er lang van overtuigd dat het in Nederland niet voorkwam.

„Elke keer stel je de vraag: kan het ook hier bij ons gebeuren? We hebben die vraag intern zeker drie of vier keer gesteld. Als bestuur kregen we steeds vertrouwenwekkende antwoorden. Er waren echt geen signalen. Bovendien kwamen er vanuit de internationale organisatie gestaag nieuwe maatregelen bij. Medewerkers kregen voorafgaand aan een toets de waarschuwing dat ze hem zelf moesten maken. Vanaf 2021 moesten ze daar na afloop ook voor tekenen.”

Toch bleek het ook hier misgegaan.

„Ja. Achteraf gezien misten wij de maatregel die wel echt werkt: de pakkans vergroten door actief te monitoren. En medewerkers laten weten dat de tolerantie echt nul is. Nul! Dat er anders sancties volgen, sancties die niet mals zijn. Je zag een enorme verandering in gedrag toen medewerkers dat eenmaal beseften.”

Welke verklaring gaven de frauderende medewerkers voor hun gedrag?

„Dat was echt van alles. ‘Ik wilde helpen’. Of: ‘ik dacht dat een collega in tijdnood kwam’, ‘Ik dacht dat ik loyaal was naar mijn team’, ‘De trainingen waren voor mij niet relevant’, ‘Ik ben het Engels niet machtig genoeg om die toetsen in het Engels te maken’, ‘Ik woonde met iemand samen en we maakten ze aan de keukentafel’. Mensen rationaliseerden het heel mooi voor zichzelf, niemand zei: ik ben niet integer geweest.”

Dat is toch pijnlijk?

„De schok was voor iedereen groot. Zeker voor de duizenden collega’s die er op geen enkele manier bij betrokken waren. Die stelden ook de vraag waarom wij het niet gezien hadden. Maar ik wil wel benadrukken dat ons systeem uiteindelijk heeft gewerkt. We hebben een klokkenluider gehad, die zich heeft durven melden. We zijn die persoon heel dankbaar. Je hebt mensen nodig die durven op te staan.”

Hoe wordt zo’n onderzoek aangepakt?

„We hebben kort na de melding een extern bureau ingeschakeld met ervaring op dit gebied, dat ging samenwerken met KPMG Forensic. We hebben ook gelijk een melding bij de toezichthouders gedaan, zowel bij de AFM als de PCAOB. Dat externe bureau begon met het ondervragen van het team waarover de melding was gedaan. Het werkte als een olievlek, we kwamen erachter dat het ging om meer dan één team. Toen hebben we besloten een zogeheten ‘legal hold’ te plaatsen, waarmee je het onderzoek kunt opschalen en zo e-mailverkeer en andere vormen van communicatie kunt inzien. Dat mag je niet zomaar als werkgever, je moet voldoende gerechtvaardigd belang hebben en eerst de ondernemingsraad geraadpleegd hebben.”

Wat dacht u toen?

„Als je erachter komt dat het niet om vijf mensen gaat, maar om zeker dertig, dan denk je: hell, hoe kan dit? Binnen twee maanden wisten we dat het wijdverbreid was. We hebben toen in december in ons jaarverslag gemeld dat er een onderzoek liep. In mei 2023 hadden we ontdekt dat over een periode van vijf jaar gemiddeld honderd medewerkers per jaar gefraudeerd hadden. We hadden het onderzoek klaar, dachten we. Toen kwam er een tweede klokkenluider, die een melding deed over iemand aan de top. En daarmee begon alles opnieuw.”

Dat het hoofd audit ook betrokken was kwam dus pas later aan het licht en niet bij het eerste onderzoek?

„Ja, dat was in juni 2023. Toen is er een persoonsgericht onderzoek ingesteld naar iedereen in de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Op dat moment dacht ik nog dat het onmogelijk was, dat het niet waar kon zijn. Maar ook dat ik het onderzoek moest afwachten. Niemand is schuldig totdat het tegendeel is bewezen.”

Hoe snel werd duidelijk dat u belazerd was?

„Niet heel snel. Het was een zeer uitgebreid onderzoek, door een ander bureau dan het eerste. Dat is een tijdrovend proces. Van alle bestuurders werden echt alle communicatiemiddelen en apparaten binnenstebuiten gekeerd. E-mails, appverkeer, foto’s; alles werd onderzocht. Er werden meerdere interviews gehouden, want wederhoor is noodzakelijk. Dat duurde een paar maanden.”

De PCAOB schreef in het schikkingsbesluit dat Hogeboom in december 2022 aan u meldde dat hij betrokken was geweest bij een incident met het delen van antwoorden en vindt dat u dat toen al had moeten melden bij de toezichthouder. Waarom ging er bij u toen geen alarmbel af?

„Als ik die vraag beantwoord, dan zou ik toch iets over de schikking zeggen. Daarom kan ik hier geen commentaar op geven.”

Hoe lastig is het om een team bij elkaar te houden, als het hele bestuur onderwerp van onderzoek is?

„Dat was absoluut een heel moeilijke periode. We waren nog bezig met het bestraffen van het laatste groepje medewerkers. We wilden ook duidelijk maken dat we collectief gefaald hadden: dit hadden we met zijn allen moeten voorkomen. En dan blijkt de raad van bestuur ineens zelf onderwerp van onderzoek. Dan moet je mensen wel het gevoel geven dat er rechtvaardigheid heerst, dat ook wij goed en onafhankelijk worden onderzocht. Als dan vervolgens de voorzitter van de raad van commissarissen en een collega uit de raad van bestuur moeten aftreden, dan zorgt dat voor een enorme spanning.”

Hoe ging u met die spanning om?

„Ik had een mantra: op de business blijven focussen en kalm blijven.”

Hoe deed u dat? Reageerde u zich af door te sporten, of keihard muziek te draaien?

„Ik was die zomer aan het morren thuis. We zouden gaan wandelen in Schotland. Ik zei tegen mijn man dat ik daar geen zin in had, mijn hoofd zat vol en ik wilde niet weg. Hij hielp mij enorm door op dat moment zijn been te breken. Dat was natuurlijk heel naar, maar het hielp mij dat we niet hoefden te gaan. En ik voelde uitgebreid steun van klanten, van partners, van medewerkers. Ik kreeg heel veel appjes en mailtjes.”

Roger van Boxtel zei na zijn aftreden als president-commissaris in juni 2023 tegen de Volkskrant dat hij uit tijdnood iemand anders zijn toets had laten invullen. Wat vindt u van die uitleg?

„We hebben dat allemaal kunnen lezen. Daar moet ik het bij houden.”

Accountants klagen wel vaker over tijdsdruk. Zou dat hierbij een rol mogen spelen?

„Nee, natuurlijk niet. Nul is nul. Maar nogmaals, ook voor hem is het een persoonlijk drama. Hij heeft zijn consequenties getrokken. Wat moet daar nog meer over gezegd worden?”

Hoeveel van de vijfhonderd accountants die gefraudeerd hebben, moesten vertrekken of zijn op andere manieren gestraft?

„Iedereen is bestraft, maar het varieert hoe. Bij de hele lichte gevallen zijn er norm-overdragende gesprekken gevoerd. Er zijn mensen berispt, sommigen kregen financiële boetes. Anderen is promotie ontzegd. En we hebben een handvol mensen gevraagd om te vertrekken, door het vertrouwen in ze op te zeggen. Dat zijn mensen die een actievere rol hebben gespeeld [bij het uitwisselen van antwoorden]. Hun dienstverband is tot een einde gekomen via een vaststellingsovereenkomst.”

Hottenhuis kijkt inmiddels weer vooruit. Ze wijst op de goede resultaten die KPMG Nederland dit jaar heeft geboekt, en deze woensdag in zijn jaarverslag publiceert. De omzet is met ruim 8 procent gegroeid naar 771 miljoen euro, de nettowinst komt op 118 miljoen uit. „Dat is het grootste bewijs dat we met zijn allen onze schouders eronder hebben gezet. Als jullie de resultaten vergelijken met die van de rest van de sector, zul je zien dat wij het hardste groeien. Ondanks deze affaire.”

Bij het bekendmaken van de schikking in april hekelde de AFM de „cultuur waarin examenfraude kon ontstaan en lang onopgemerkt kon blijven”. Wat doet u eraan om die te veranderen?

„We hebben de hele zomer gesprekken gevoerd, in kleine teams. Dialogen over onze waarden. Welke aspecten vind je goed? Welke wil je veranderd zien? Dat heeft een maand of vier gelopen, intussen deed ook een extern bureau onderzoek naar de cultuur. Nu voeren we het gesprek op basis van twee elementen: integriteit en aanspreekcultuur. Herken de situaties wanneer je integriteit op de proef wordt gesteld. En leer elkaar op een ontspannen manier over dingen aan te spreken. Weg van het idee van: ik ben aan het verklikken, of wat dan ook. Als we eerder klokkenluiders hadden gehad, waren er ook eerder maatregelen genomen. En dan hadden we deze beschamende situatie niet gehad.”

Durft u te garanderen dat er binnen KPMG Nederland geen antwoorden op toetsen meer gedeeld worden?

„Het antwoord daarop is: ja. Voor nu, want we zijn nooit klaar. We monitoren nu met zichtbare en onzichtbare middelen of toetsen goed worden uitgevoerd. Ik krijg ieder kwartaal te horen wat daaruit is gekomen. We moeten het blijven ontwikkelen, want de manieren om te kunnen frauderen veranderen, bijvoorbeeld door de komst van AI. We moeten de hele tijd screenen wat er aan nieuwe ontwikkelingen in de wereld opduikt.”

KPMG staat niet alleen. Bij alle grote advies- en accountantskantoren zijn gevallen van examenfraude geconstateerd en lopen er onderzoeken. Wat zegt dat over de cultuur in de hele sector?

„Die andere kantoren moeten hun onderzoeken nog afronden, ik kan daar niets over zeggen. Maar ik kan wel zeggen dat mijn onbevangenheid over het onderwerp volledig weg is. Dit gebeurde gewoon. We moeten het mensen die van de universiteit komen echt uitleggen. Ze komen hier te werken in een omgeving waar je op geen enkele manier de schijn van misstanden kan laten bestaan. We zijn er ook nooit klaar mee, we kunnen niet achteroverleunen met de maatregelen die we nu hebben getroffen. Je moet continu opletten, dat is wat ik heb geleerd.”


Rechtbank: boetes voor Tata Steel niet helder onderbouwd

De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied moet opnieuw kijken naar zeven boetes van 100.000 euro die sinds maart 2023 aan staalproducent Tata Steel zijn opgelegd wegens overtreding van de milieuregels. Dat heeft de bestuursrechter in Haarlem dinsdag besloten. Volgens de rechter zijn de besluiten niet helder genoeg onderbouwd.

De Omgevingsdienst en Tata Steel stonden in Haarlem tegenover elkaar in de rechtszaal vanwege een al langer lopend conflict. Dat draait om de uitstoot van ‘rauwe’ of ‘ongare’ kooks, gassen die kunnen vrijkomen in de twee fabrieken die ruwe steenkool tot kooks verwerken, essentieel voor de productie van staal.

Rauwe kooks ontstaat als de steenkool niet heet genoeg (boven de 1.000 graden) of lang genoeg (twintig uur) is gegaard, waardoor bepaalde gassen niet verbrand zijn en vrijkomen in de lucht. Boven het terrein van de voormalige Hoogovens tussen Velsen-Noord en Wijk aan Zee is dan een zwarte rookwolk te zien.

Volgens de milieuvergunning uit 2004 dient Tata uitstoot van rauwe kooks te „vermijden”. Maar over de betekenis van dat laatste woord liggen de partijen in de clinch. De Omgevingsdienst meent dat vermijden betekent: nul uitstoot van rauwe kooks. De overheidsdienst legde Tata daarom in 2020 en 2021 al een last onder dwangsom op, omdat het staalbedrijf de milieuregels overtrad.

In september 2022 volgde de derde last onder dwangsom, nu met een forse boete eraan gekoppeld: elke keer dat vanuit de twee kooksfabrieken van Tata nog rauwe kooks vrijkomt, kan het bedrijf rekenen op 100.000 euro boete. Bij vijftien van die overtredingen dreigt de Omgevingsdienst met zwaardere sancties. Tata vreest dan gedwongen sluiting van de beide cruciale fabrieken.

Voorkomen lukt niet altijd

Tata Steel verzet zich tegen de opgelegde last onder dwangsom én tegen de zeven boetes die het bedrijf inmiddels heeft ontvangen. Volgens de advocaten van het bedrijf heeft het woord ‘vermijden’ uit de milieuvergunning een heel andere betekenis: je probeert iets te voorkomen, wat nog niet wil zeggen dat het altijd lukt. „Ik probeerde op weg naar de rechtbank ook de file te vermijden”, zei een van Tata’s advocaten in de rechtszaal.

Het staalconcern zegt er alles aan te doen om vrijkomen van rauwe kooks te vermijden – en dus de regels niet te overtreden. Zo wordt de oventemperatuur sinds kort gemeten met nieuwere technologie, wordt de hitte op meer punten in de ovens gemeten en is personeel beter getraind om het productieproces te begeleiden. Dat er toch nog soms nog rauwe kooks vrijkomt, is volgens Tata simpelweg niet te vermijden.

„Wij zien niet in welke perfecties er nog mogelijk zijn”, aldus een van de advocaten. „Het gaat erom dat er maatregelen worden getroffen met een bepaald doel. Volgens ons zou dat de focus moeten zijn.” In 2020 kwam er volgens Tata bijna tweehonderd keer rauwe kooks vrij, vorig jaar nog slechts drie keer.

De Omgevingsdienst, een uitvoeringsorgaan van de provincie Noord-Holland, gaat niet met die uitleg mee. „Wij denken dat je op nul uit kunt komen”, zei een jurist van de dienst. Hij wees erop dat al in 1972 in de milieuvergunning stond dat elke uitstoot van rauwe kooks diende te worden voorkomen. Op de vraag van de rechter waarom de Omgevingsdienst dan pas in 2020 voor het eerst ingreep, antwoordde de jurist dat er tot dat moment „geen focus op” lag.

Gaten en kieren

Milieuorganisaties en omwonenden van het fabrieksterrein wezen er in de Haarlemse rechtbank op dat vergelijkbare kooksfabrieken in Duitsland en Italië uitstoot van rauwe kooks wél volledig zouden voorkomen. Dat Tata Steel het in Noord-Holland niet uitgebannen krijgt, komt volgens hen doordat de kooksfabrieken op het terrein voorbij hun levensduur zijn – beide fabrieken zijn meer dan vijftig jaar oud. „Dit proces is bedoeld voor een installatie die in goede staat is. Je hebt er een oven voor nodig waar geen gaten en kieren in zitten. Dit zijn ovens die telkens in reparatie zijn.”

De advocaten van Tata noemden het „zorgelijk dat dit beeld überhaupt wordt geschetst. Dat de fabriek lang geleden is gebouwd, zegt niets over de kwaliteit. De bedrijfsvoering is zorgvuldig. Dit heeft onze allerhoogste prioriteit.”

Dat de rechter de zeven opgelegde boetes terugverwees naar de Omgevingsdienst, was voor Tata een onverwachte meevaller. De hoor- en adviescommissie van de provincie gaat er nu opnieuw naar kijken. Over het bezwaar van Tata tegen de last onder dwangsom uit 2022 doet de rechtbank binnen zes weken uitspraak.


Unilever verkoopt Conimex aan Finse branchegenoot

Unilever verkoopt het Nederlandse Conimex aan het Finse voedingsmiddelenbedrijf Paulig. Naar verwachting is de overname volgend voorjaar afgerond, voor welk bedrag is niet bekendgemaakt.

Conimex specialiseert zich in Aziatische producten als mie, kruidenpasta’s en kruidenmixen, sambal en andere sauzen. Het bedrijf werd in 1932 opgericht, de bedrijfsnaam is een samentrekking van Conserven Import Export maatschappij. Unilever lijfde Conimex in 2000 in.

Dat Conimex nu weer wordt afgestoten, komt niet als een complete verrassing. Vorige maand lekte via persbureau Reuters uit dat Unilever de verkoop van enkele van zijn Nederlandse merken voorbereidde. Naast Unilever zou ook Unox in de uitverkoop gaan.

Paulig, dat een succesvol bod uitbracht op Conimex, is een kleinere Finse branchegenoot van Unilever. De groep behaalde vorig jaar een omzet van 1,2 miljard euro.

Lees ook

Hoe Unilever langzaam afscheid neemt van zijn voedingstak

Hoe Unilever langzaam afscheid neemt van zijn voedingstak

Liveblog
Economieblog


D66 wil ruzie over toekomst Volksbank beslechten


Fraude-onderzoek bij BAM gesloten, zaak geseponeerd

Het Openbaar Ministerie heeft ruim twee jaar onderzoek naar corruptie door bouwbedrijf BAM afgesloten. Conclusie: onvoldoende bewijs voor valsheid in geschrift en omkoping. De zaak is geseponeerd.

Eind 2022 was het onderzoek naar BAM groot nieuws in de bouwwereld. Op zoek naar bewijs van “mogelijke onregelmatigheden” viel justitie in Gouda een kantoor binnen van BAM International, de divisie voor niet-Europese activiteiten van ’s lands grootste bouwbedrijf.

Details over de verdenkingen – wanneer, waar, hoe groot – bleven uit.
Wie informatie wilde, stuitte op stilte bij zowel BAM als OM. Aandeelhouders en analisten werden weinig wijzer van de summiere mededeling die topman Ruud Joosten elke aandeelhoudersvergadering en in kwartaalverslagen gaf: BAM kon en mocht niets zeggen over de zaak, hangende het onderzoek. Het enige houvast voor hen was dat het concern geen financiële voorziening trof voor een eventuele hoge boete.

Wel begon het bedrijf na de inval eigen onderzoek. Daarbij vond het bij een volgens BAM ‘geheel ander project’ betalingen die niet door de beugel konden. Volgens het OM betrof het “geringe betalingen om ambtenaren aan te sporen verplichtingen na te komen” in een belastinggeschil. BAM meldde dit zelf, waarop het OM 30.000 euro boete oplegde en de zaak sloot.

BAM laat in een verklaring weten altijd volledig aan het onderzoek van het OM te hebben meegewerkt en dat het de afronding “verwelkomt”.

Liveblog
Economieblog


D66 wil ruzie over toekomst Volksbank beslechten


D66 wil ruzie over toekomst Volksbank beslechten

De toekomst van de Volksbank blijft groot punt van discussie in Den Haag. Waar minister Heinen (Financiën, VVD) aanstuurt op privatisering zonder voorwaarden, stemt morgen een Kamermeerderheid waarschijnlijk in met een motie om de Volksbank juist in staatshanden te houden. Nu komt er een derde optie: een motie van Joost Sneller (D66) om de Volksbank wél te privatiseren, maar het ‘maatschappelijke profiel’ van de bank te waarborgen voordat ze wordt verkocht.

Sneller wil dat doen door de bank steward owned te maken. In die bedrijfsvorm is het stemrecht (de zeggenschap over de strategie van het bedrijf) ontkoppeld van het winstrecht (het aandeelhouderschap). Dit voorjaar heeft de Kamer gevraagd om een onderzoek naar deze bedrijfsvorm.

Lees ook

Mark Vletter deed afstand van zijn bedrijf: ‘Waarom zou al dat geld míj toekomen? Omdat ik toevallig de oprichter ben?’

Impactstrateeg Pollien van Keulen (links) en Mark Vletter werkten samen de plannen uit om van Voys een ‘steward owned' bedrijf te maken.

Volgens Sneller lopen Heinen én de partijen achter de staatsbankmotie „beide op een muur af”. Privatiseren met het oog op een maximale opbrengst voor de schatkist, zoals Heinen wil, is tegen de wens van de Kamer. Sneller wijst daarbij op een motie uit 2019 die opriep de Volksbank mét behoud van het maatschappelijke karakter naar ‘de markt’ te brengen.

De bank in staatshanden houden is volgens Sneller evenmin een optie, door juridische en praktische bezwaren. „Ik ben ervan overtuigd dat de optie steward owned deze partijen bij elkaar kan brengen.”

De Volksbank zelf liet eerder al weten dat ze de eigen maatschappelijke waarden graag vastgelegd ziet voordat verkoop plaatsheeft. De beheerder van de aandelen namens de staat, het NLFI, deed onderzoek naar opties voor de Volksbank, maar niet naar steward owned. Daarbij stelde het NLFI dat vooraf speciale governance vastleggen de onderhandse verkoop zou belemmeren. Wel zou met een koper over voorwaarden kunnen worden gepraat, schreef het NLFI dit voorjaar.

Liveblog
Economieblog


Nederlandse concerns zien 2025 wel zitten


‘Ruim 10 procent Europeanen werkt door na pensioen’

De een telt zijn laatste werkdagen af, de ander moet er niet aan denken: de pensioengerechtigde leeftijd bereiken is voor lang niet iedereen reden te stoppen met werken. Bovengemiddeld veel Nederlanders horen tot die laatste categorie, blijkt uit data van Eurostat die de Volkskrant analyseerde.

Gemiddeld 13 procent van de werkenden in de EU stopt na de eerste pensioenuitkering niet met werken. In Nederland gaat het om 17 procent. Over het algemeen werken deze mensen niet door omdat het moet, maar omdat het kan; bijna 60 procent van de Nederlandse ‘pensioen-uitstellers’ vindt z’n werk te leuk om ermee te stoppen. Alleen in Denemarken ligt dit percentage nog iets hoger.

In sommige EU-landen is dat heel anders. Zo geldt voor de meeste Bulgaren, Roemenen en Cyprioten die na hun pensioen doorwerken dat zij dat doen uit financiële noodzaak. Zij komen ook met hun pensioen niet rond.

Gemiddeld is minder dan de helft van de 62-jarigen in de EU nog aan het werk, met of zonder pensioen. Van de ‘pensioen-uitstellers’ is gemiddeld 7,2 procent op zijn of haar zeventigste nog aan het werk.

Liveblog
Economieblog


Nederlandse concerns zien 2025 wel zitten