Ga bij het Zeeuwse Ossenisse op de Zeedijk staan en je ziet ze voorbijkomen: de enorme containerschepen op weg naar de haven van Antwerpen. De vaargeul zit vlak bij de kust, bijna alsof je de schepen kunt aanraken.
Hier, in de vaargeul, wil Rijkswaterstaat zogenoemde ‘staalslakken’ neerleggen. Dat zwarte, steenachtige materiaal, een restproduct van de staalindustrie, is handig om de vaargeul mee te verstevigen. Het is vaak toegepast in wegen- en waterbouw.
Een heel slecht idee, denkt Eric Mahieu van de Zeeuwse Milieufederatie (ZMf). Staalslakken zijn de afgelopen jaren onderwerp geweest van een aantal milieuschandalen, waarbij veel zware metalen weglekten in de grond, met grote gevolgen voor het bodemleven én gevaar voor de mens. Mahieu: „We maken ons grote zorgen.” De Westerschelde is Natura 2000-gebied, merkt hij op. „We kunnen niet uitsluiten dat er een negatief ecologisch effect is.”
Net als Mahieu zijn ook de provincie en de gemeente Terneuzen fel tegen. In de raad is een motie aangenomen tegen het gebruik van het materiaal, in de provinciale staten gebeurde dat zelfs unaniem. De ZMf diende afgelopen week formeel bezwaar in bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). En, dat is het opvallendst: ook Rijkswaterstaat zelf heeft twijfels, maar kan door juridische belemmeringen niet zomaar kiezen voor ander materiaal.
De vaargeulkwestie is niet het eerste hoofdstuk in een van de vreemdste dossiers van het Nederlandse milieu. Hoe om te gaan met de staalslak, een materiaal waar bijna niemand fan van is, maar waar je maar moeilijk aan kunt ontsnappen?
Ideaal materiaal
Staalslak ontstaat in een staalfabriek wanneer vloeibaar ruwijzer wordt omgezet in vloeibaar staal. In Nederland gebeurt dat alleen bij Tata Steel. Het materiaal wordt verwerkt door Harsco, een bedrijf dat op het terrein van de staalfabrikant zit. Het is ideaal voor klussen zoals die bij Ossenisse. Een vaargeul kan verdwijnen onder de invloed van stroming, en dat wil Rijkswaterstaat voorkomen. „In de Westerschelde is dat van belang voor Nederland en België”, legt een woordvoerder uit. Alle schepen naar Antwerpen komen hierlangs.
De staalslak is makkelijk beschikbaar, kent gunstige prijzen en kan de wanden van de vaargeul versterken. Het wordt vaker toegepast bij infrastructuurwerken, bijvoorbeeld als fundament voor wegen of bij dijkversterking. Ook in particuliere projecten speelt de staalslak vaak een rol, als bodemophoging bijvoorbeeld, of om grondlagen af te dekken. Het wordt vaak gezien als circulair: gebruik van een stof die toch al vrijkomt bij staalproductie.
De afgelopen jaren kwam de staalslak meerdere keren naar voren als boosdoener bij grote milieuproblemen – vooral bij particuliere projecten. Het bekendste voorbeeld is golfbaan The Dutch in het Gelderse Spijk. Daar bleek de grond flink verontreinigd doordat staalslakken in contact waren gekomen met het grondwater. Er wordt nu al jaren gebakkeleid over een goede aanpak voor een grondsanering.
In het Friese Dokkum gebeurde hetzelfde en moest vorig jaar een hele weg opnieuw worden aangelegd, om 7.000 ton staalslakken weg te halen die als fundament waren gebruikt en waar zware metalen uit weglekten. En ook in het Gelderse Eerbeek kwamen gevaarlijke stoffen in de bodem terecht.
In het voorjaar van 2023 concludeerde het RIVM dat het risico van grootschalig staalslakgebruik veel groter is dan gedacht. Als staalslakken in contact komen met regen- of grondwater kunnen „vrijwel alle denkbare zware metalen” weglekken, aldus het RIVM. Dit kan leiden tot vissterfte en het afsterven van water- en bodemleven. Het vermoeden is bovendien dat opwaaiend stof van staalslakken klachten kan veroorzaken bij omwonenden, zoals bloedneuzen, brandwonden en irritatie van de huid. Vooral in Eerbeek zijn deze gezondheidsklachten gemeld, die het gevolg zouden zijn van zogenoemde ‘ongebluste kalk’ die in het materiaal zit.
De ILT zag ook dat de markt voor het materiaal op z’n zachtst gezegd gek functioneert. Aannemers krijgen soms geld toe; Pelt & Hooykaas, de leverancier die staalslakken op de markt brengt, wil er doorgaans graag vanaf. De inspectie concludeert dat dit een prikkel geeft „om meer staalslakken op een locatie te gebruiken dan nodig is of om staalslakken toe te passen terwijl dat niet noodzakelijk is”. Je zou dit kunnen zien als verkapte lozing, en dat is volgens het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat niet toegestaan.
En daarmee is de reeks verontrustende rapporten nog niet af. Eind mei concludeerde de Algemene Rekenkamer op Verantwoordingsdag dat bij het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat elk overzicht ontbreekt over waar staalslakken zijn toegepast. „Het is onduidelijk of deze incidenten [op de plekken waar problemen optraden met staalslakken] uitzonderingen zijn of dat (naleving van) regels en toezicht tekortschieten. Niemand registreert namelijk waar en hoeveel hergebruikte bouwstoffen worden toegepast, zelfs niet als het om miljarden kilo’s gaat.”
Met andere woorden: in potentie zijn er nog veel meer plekken met vervuiling – maar niemand weet waar. Volgens de Rekenkamer stammen de eerste signalen over problemen bij staalslakken al uit 2002, toen een kritische analyse uitkwam. Daar lijkt toen weinig mee te zijn gebeurd.
Verbod is ingewikkeld
Wie het scala aan kritische rapporten ziet, kan zich afvragen waarom de staalslakken in de Westerschelde überhaupt nog overwogen worden. Moeten staalslakken niet gewoon verboden worden?
De staatssecretaris zag daar de afgelopen tijd geen aanleiding voor. Als ze veilig worden toegepast, is er geen gevaar, zei Vivianne Heijnen (Infrastructuur & Waterstaat, CDA, inmiddels met verlof) tijdens een bezoek aan Zeeland in maart -– op uitnodiging van de ZMf.
Het ministerie wijst erop dat voor zover bekend de risico’s ontstaan wanneer staalslakken in contact komen met stilstaand water, iets wat in principe niet mag gebeuren. Anders gezegd: als het misgaat, ligt dat aan de toepassing en niet aan het materiaal. Voor problemen in bewegend water – zoals de Westerschelde – bestaat nauwelijks bewijs, bevestigde recent onderzoek van Wageningen University & Research.
De ILT heeft vorig jaar op eigen initiatief wel uitgebreid gekeken naar de juridische opties voor een verbod, zo zeggen betrokkenen tegen NRC. Uiteindelijk kwam het niet zover.
De regels worden binnenkort wel aangescherpt: er komt in 2026 een ‘informatieplicht’. Wie het materiaal gebruikt, moet dat doorgeven aan het lokale bevoegde gezag. Zo kunnen omgevingsdiensten toezicht houden. Ook werkt het ministerie aan specifiekere omschrijvingen van wat wel en niet kan met staalslakken.
Maar voorlopig kan Rijkswaterstaat de staalslak gewoon toepassen in de Westerschelde: daar ververst het water zich immers de hele tijd. Toch zit het de organisatie niet lekker. „Wij zien de maatschappelijke onrust”, zegt een woordvoerder, refererend aan de weerstand vanuit de provincie, gemeente en de Zeeuwse Milieufederatie. Het zou best ander materiaal willen toepassen, alleen dat kan niet zomaar.
Volgens het officiële beleid van Rijkswaterstaat, waar het ministerie voor verantwoordelijk is, moet het aan aannemers overlaten welk bouwmateriaal ze gebruiken, als het maar legaal is – zoals staalslakken. Voorwaarden stellen mag Rijkswaterstaat in principe niet.
De woordvoerder bevestigt dat aan de staatssecretaris is gevraagd of hier niet een uitzondering gemaakt kan worden door een ander materiaal voor te schrijven. Dat wordt nu bestudeerd.
„Je mag het toepassen, maar niemand wil het”, vat Eric Mahieu van de ZMf het samen. „Wij zeggen: zolang er geen onderzoeken zijn die negatieve effecten helemaal uitsluiten, zien wij geen reden om deze stortingen te doen.”