‘Wat we in Gaza zien is het opzettelijk uit de weg ruimen van het internationaal recht’

Al ruim twee decennia volgt Yehuda Shaul (42) het Israëlische leger kritisch. En tot zijn niet geringe frustratie is dat leger door de jaren heen steeds minder terughoudend geworden met het gebruik van geweld, ook tegen burgers. Pijnlijk duidelijk werd dit het afgelopen jaar tijdens de Gaza-oorlog, waarbij inmiddels al ruim 40.000 Palestijnen zijn gedood, merendeels vrouwen en kinderen.

„We herschrijven de regels van de moderne oorlogvoering”, zegt Shaul, zelf oud-militair, tijdens een bezoek aan Amsterdam. Shaul, een rijzige man met een forse baard en een diepe stem, spreekt meestal nog over ‘wij’ als hij over het leger spreekt. „De doctrine die nu geldt is die van nul risico nemen en alles doen wat de eigen troepen kan beschermen. Een hele stad kan nu als legitiem doelwit gelden, waardoor de essentiële beginselen van proportionaliteit en onderscheid van alle betekenis zijn ontdaan. Vaak wordt een heel gebouw, waar één strijder van Hamas woont, met de grond gelijkgemaakt. Wat we in Gaza zien is het opzettelijk uit de weg ruimen van het internationaal recht.”

Dikwijls maakt het Israëlische leger in Gaza gebruik van folders die vanuit de lucht worden afgeworpen om bewoners te waarschuwen dat ze voor een bepaalde tijd moeten zijn vertrokken. „En dan nemen we na die deadline simpelweg aan dat er dus geen burgers meer zijn achtergebleven, al weten we dat dit niet klopt”, zegt Shaul. „Maar zulke feiten negeren we. Het patroon is dat we het doelwit met bommen murw maken voor de troepen erin trekken en we halen elk hoger gebouw dat in de weg staat neer. En wat die achtergebleven burgers betreft: we hebben toch folders met waarschuwingen verspreid? Daarmee hadden we onze plicht gedaan.”

Lees ook

Israël grijpt in deze Gaza-oorlog vaak naar de zwaarste bommen

Bomkrater in Khan Younis in Zuid-Gaza na een Israëlisch bombardement, 12 november 2023.

Is dit nu de standaardpraktijk van het Israëlische leger?

„In Gaza zeker. Alleen gevoelige doelwitten, zoals ziekenhuizen of complexen van de Verenigde Naties die speciaal op de kaart zijn gemarkeerd, vormen hierop uitzonderingen. Het is ook al de praktijk sinds eind 2008, begin 2009. Maar we weten niet precies wat op dit moment de regels zijn over het aantal burgerslachtoffers dat er bij een aanval mag vallen, als bijkomende schade (collateral damage). Maar door technologische ontwikkelingen, met name kunstmatige intelligentie, worden er veel sneller nieuwe doelwitten geïdentificeerd dan vroeger. Waar mensen honderden doelwitten konden aangeven, geeft AI er duizenden aan. Het gaat nu allemaal veel sneller en de grens voor het aantal burgerslachtoffers is versoepeld. Elk Hamaslid, of het een commandant is of een conciërge, kan nu doelwit worden, ook al bevinden zich er veel meer burgers in zijn nabijheid dan vroeger acceptabel zou zijn geacht bij een aanval.”

Komt dit ook doordat veel van de besluitvorming hierover is gedecentraliseerd?

„Er zijn veel zogeheten aanvalscellen, die autonoom opereren. Vroeger bepaalden de allerhoogste officieren of zelfs de opperbevelhebber of doelwitten mochten worden aangevallen waarbij veel burgers gedood konden worden. Nu doen al militairen met de rang van majoor of luitenant-kolonel dat. Na 7 oktober vorig jaar voelde het leger bovendien dat het was tekortgeschoten in zijn taak en daarom zijn veel militairen psychisch minder geremd om zulke aanvallen goed te keuren. Ook als de regels je in theorie toestaan om een Hamas-strijder of zelfs een vrachtwagenchauffeur van Hamas te doden, waarbij wel tien burgers kunnen omkomen, kun je als commandant van zo’n aanvalscel natuurlijk ook besluiten om dat niét te doen. Maar het màg nu wel, ook al negeer je het proportionaliteitsbeginsel bij zo’n aanval. Het is niet zo dat de regering met opzet zoveel mogelijk Palestijnse burgers doodt, maar er is veel meer speelruimte en velen maken daarvan gebruik.”

Lees ook

Om het Hezbollah-netwerk te vernietigen richt Israël zich ook op burgerdoelen

Rookwolken boven de Libanese havenstad Tyrus na de nieuwe Israëlische bombardementen woensdag.

Heeft het leger zelf daar geen problemen mee?

„Het leger is er juist trots op. Er zijn door de jaren heen verhalen in de Israëlische media geweest waarin bevelhebbers van het leger opschepten over het efficiënte systeem dat ze hadden opgebouwd. Ook in deze oorlog, weten we uit publicaties, dat er soms aanvallen zijn goedgekeurd op doelwitten waarbij van te voren duidelijk was dat er meer dan honderd burgers zouden sterven. En dat waren lang niet allemaal aanvallen op de hoogste leiders zoals Yayha Sinwar, waarbij je er nog over zou kunnen twisten of het die tol waard was.”

Golden er vroeger andere normen?

„Zo’n twintig jaar geleden, tijdens de tweede Intifada, doodde Israël de militaire leider van Hamas, Salah Shehade, waarbij ook elf kinderen en drie vrouwen om het leven kwamen. Dat veroorzaakte toen een grote rel en leidde tot een petitie bij het Hooggerechtshof en een intern militair onderzoek. De conclusie daarvan was dat er sprake was geweest van een fout bij de inlichtingendienst en dat de aanval niet zou zijn goedgekeurd als ze hadden geweten dat er zoveel burgers bij om het leven zouden komen.

„Wat er nu gebeurt, wijkt ook af van ‘De geest van de IDF’ [Israel Defense Forces, het Israëlische leger, red.], dat een aantal filosofen en ethici aan het begin van de Tweede Intifada [2000-2005, red.] samenstelden als ethische richtlijn voor de militairen. Daarin stonden zaken als: militairen moeten alles doen om onnodige schade aan burgers te vermijden.”

Is de mentaliteit van Israëlische militairen ook veranderd?

„Het leger is sterk van samenstelling veranderd en geradicaliseerd. Bij de infanterie was in 1990 maar 2,5 procent van de officieren religieus, in 2017-2018 was dat al 38 procent. Die transformatie hebben we ook elders in het leger gezien. Dit heeft zeker zijn weerslag op de manier waarop het leger functioneert. Het stelt zich doorgaans harder op tegenover de Palestijnen.”

U wist samen met andere Israëlische veteranen twintig jaar geleden kwalijke praktijken van het leger in het openbaar aan de kaak te stellen via uw organisatie Breaking the Silence. Is zoiets ook na de Gaza-oorlog mogelijk?

„Nu nog niet, maar als je 100.000 militairen in de Gazastrook hebt gehad, zullen er zeker velen zijn die de stilte ook willen doorbreken, bijvoorbeeld mensen die bij die aanvalscellen hebben gewerkt. Dat is slechts een kwestie van tijd. In elke eenheid zal er iemand zijn die terugkijkt en tot de conclusie komt dat zulke zaken openbaar moeten worden gemaakt, juist ook door de intensiteit van het geweld daar. Dat geldt voor deze generatie net zozeer als voor de onze.”

Het kamp dat aanstuurt op annexatie van de hele Westoever bij Israël voelt zich sterker dan ooit

Niet alleen in de Gazastrook, ook op de bezette Westelijke Jordaanoever treedt het Israëlische leger steeds harder op.

„Het leger treedt nu veel harder op in operaties in plaatsen als Jenin en Tulkarem. Daarnaast is er onder deze regering allerlei land geannexeerd en zijn veel onwettige buitenposten van kolonisten gelegaliseerd, waardoor er ook overheidsfondsen naartoe kunnen worden gesluisd. Alle aandacht gaat nu naar Gaza, Libanon en Iran en daarom voelen politici en kolonisten dat ze op de Westelijke Jordaanoever hun gang kunnen gaan. De minister voor nederzettingen, Orit Strook, zei nog onlangs dat het wonderbaarlijk is: overal waar we heen willen, krijgen we groen licht. Het kamp dat aanstuurt op annexatie van de hele Westoever bij Israël voelt zich sterker dan ooit.”

Kunnen de Palestijnen hier iets tegen doen?

„Nee, en dat heeft ook te maken met de manier waarop het Israëlische leger opereert. De beter getrainde militairen, gewoonlijk dienstplichtigen, worden naar de frontlinie gestuurd, in Gaza en nu in Libanon. De veiligheid op de Westelijke Jordaanoever wordt goeddeels overgelaten aan reservisten en aan zogenoemde regionale defensie-eenheden. Een stuk of zes, zeven. In die laatste zitten vooral lokale kolonisten, die soms zelfs wegens geweld tegen Palestijnen zijn veroordeeld. Wat je dan ziet, zijn gewelddadige kolonisten die bijvoorbeeld twee jaar geleden naburige Palestijnse dorpen aanvielen die nu in uniform en met wapens hun omgeving beheersen. En die tegen jou als Palestijn met hun uniform en geweer in de aanslag zeggen: je bent binnen 24 uur vertrokken uit je dorp, anders schiet ik je neer.”

Is het moeilijk voor vredesactivisten zoals u om nog in Israël te werken?

„Zelf verschijn ik de laatste tijd niet meer zo vaak in het openbaar, maar ik heb vrienden die het vooral de eerste weken na 7 oktober heel zwaar hebben gehad. Via sociale media werden hun namen, foto’s en adressen op websites en app-groepen verspreid. Sommige activisten moesten daarom verhuizen of, al dan niet met hun familie of partners, naar het buitenland vluchten. Nu is dat wel iets minder. Maar ik moet er nog iets aan toevoegen. Een jaar of acht geleden, toen wij ook veel kritiek kregen en voor spionnen en verraders werden uitgemaakt, kregen we tijdelijk politiebescherming bij het kantoor van onze beweging, Breaking the Silence. Nu roepen we de hulp van de Israëlische politie niet meer in, omdat we die niet meer vertrouwen. De politie is verworden tot een militie in handen van de extreemrechtse minister Ben-Gvir.”

Heeft Europa volgens u genoeg gedaan om Israël te matigen?

„Kijk, ook voor mijzelf waren de slachtpartijen die Hamas op 7 oktober aanrichtte afschuwelijk. Ik had een goede vriend die erbij is vermoord. Hij vocht met anderen zeven uur lang in een kibboets tot ze geen kogels meer hadden en Hamas hen te pakken kreeg. Ik was toen ook woedend en nog steeds grijpt het me aan. Maar na verloop van tijd krijgt dan toch het gezonde verstand de overhand en besef je dat het probleem niet wordt opgelost door Gaza naar het Stenen Tijdperk te bombarderen. Dat is precies het punt waarop Europa tegenover Israël tekort is geschoten, vind ik. In zo’n situatie moeten je beste vrienden je tegen jezelf beschermen en voorkomen dat je aan haat en woede ten onder gaat. Je laat een goede vriend toch ook niet dronken in de auto stappen? Europa had ons moeten afremmen en zowel Israël als de Palestijnen zullen er nog jaren een hoge prijs voor betalen.”


De linkse schatkistbewaarder die de hand op de knip houdt en ‘ouderen in de kou zet’

Gordon Brown was eind jaren negentig geen bijster voor de hand liggend idool voor jongeren. Toch had de jonge Rachel Reeves in die tijd een foto van de toenmalige minister van Financiën op het bureau van haar studentenkamer staan. Een cadeautje van haar studiegenoten, die wisten van haar ambities. Reeves wilde minister van Financiën van het Verenigd Koninkrijk worden.

Dat is haar gelukt. Komende week, op woensdag, presenteert Reeves (Labour) haar eerste begroting, als eerste vrouwelijke Chancellor of the Exchequer. Ze begon in juli als minister van Financiën in het kabinet van premier Keir Starmer, na de grote verkiezingswinst van Labour bij de Lagerhuisverkiezingen. Het wordt de eerste Labour-begroting in vijftien jaar tijd en de verwachtingen zijn hoog: de partij staat onder grote druk om de publieke voorzieningen in het VK snel te verbeteren en de economie te laten groeien.

Reeves bewondert Gordon Brown vooral, vertelt ze later in interviews, omdat hij het wettelijk minimumloon heeft ingevoerd in het VK. „Hij heeft mensen uit armoede getrokken.” Reeves’ eerste maanden als minister hebben ook wel wat weg van die van Brown, die onder premier Tony Blair op het ministerie van Financiën aantrad in 1997. Allebei begonnen ze nadat de Conservatieve Partij meerdere periodes achter elkaar had geregeerd. En allebei waarschuwden ze de Britten bij hun aantreden dat „financiële discipline” nodig was om weer te kunnen investeren in gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur.

Winnen met schaken

Reeves wordt in 1979 geboren in Lewisham, een wijk in het zuidoosten van Londen. Haar ouders Graham en Sally geven allebei les in het basisonderwijs. Ze stemmen Labour, maar zijn niet al te fanatiek en geen lid van de partij. Als Reeves een jaar of acht is, kletsen haar vriendinnetjes over de verkiezingen en heeft zij geen idee waar ze het over hebben. „Die avond zette mijn vader het zesuurjournaal aan en wees naar Neil Kinnock. ‘Op hem stemmen wij’, zei hij.” Kinnock was in de jaren tachtig de partijleider van Labour.

Reeves gaat naar een basisschool waar de hoofdonderwijzer goed kan schaken. Na schooltijd geeft hij een clubje leerlingen les. Reeves is er goed in en doet als tiener mee aan nationale schaaktoernooien. Daar is ze vaak een dubbele uitzondering: als meisje én omdat ze naar een staatsschool gaat en geen privé-onderwijs volgt.

In 2021 vertelt ze aan de BBC hoe bij één van die toernooien een jongen tegenover haar komt zitten: „Een vriendje staat ernaast en zegt tegen hem dat hij geluk heeft omdat hij tegen een meisje moet. Toen wilde ik hem natuurlijk inmaken.” Ze wint. Schaken is een goede voorbereiding op haar latere werk als politicus, zegt ze ook: „Het gaat erom dat je vooruit kijkt en strategisch denkt. Niet alleen over je eigen zetten, maar ook over die van je tegenstander.”

Vaak haalt Reeves voorbeelden aan van vrouwen die haar geïnspireerd hebben – zelfs haar universitaire opleiding heeft ze min of meer aan een andere vrouw te danken. Van haar middelbare school waren Rachel en haar zusje Ellie de derde en vierde meisjes die naar de universiteit in Oxford gingen. Reeves meldde zich aan voor dezelfde faculteit als een van de eerste twee, dan had ze een grotere kans om aangenomen te worden, dacht ze. Minder bijzonder is de studie die ze kiest: Philosophy, Politics and Economics, de opleiding die zoveel Britse premiers en andere politici hebben gedaan.

Buiten haar comfortzone

In 2010 komt Reeves voor Labour in het Lagerhuis. Ze wordt verkozen voor een ‘rood’, Labourgezind, kiesdistrict in haar woonplaats Leeds. Mark Law helpt Reeves in aanloop naar haar kandidatuur om haar zoveel mogelijk bekend te maken met de lokale gemeenschap. Law is in die jaren bestuursvoorzitter van de non-gouvernementele organisatie Barca-Leeds, een club die inwoners helpt met problemen rond huisvesting, financiën of verslavingen. „Ons werk was buiten haar comfortzone, maar ze leerde snel”, herinnert hij zich.

Law regelt veel vrijwilligerswerk voor haar bij naschoolse clubjes voor kinderen, vrouwengroepen en activiteiten voor pubers. „Zette je Rachel in een kamer vol bankiers, dan was ze vol zelfvertrouwen, maar dit was nieuw voor haar en een beetje ongemakkelijk.” Reeves werkt in die tijd als econoom bij de hypotheekafdeling van Halifax, onderdeel van de Royal Bank of Scotland. Tijdens de internationale financiële crisis in 2008 stort de bank in en krijgen bankiers het te verduren omdat ze zich onverantwoord zouden hebben gedragen. Reeves grapt als ze net in het Lagerhuis zit dat zij één van de weinige nieuwe politici is die naar een populairdere sector is overgestapt.

Labour moet eerlijk zijn, hoe vaak heeft de partij nou een verschil gemaakt? Te weinig

Rachel Reeves
in 2021 toen ze in het Lagerhuis in de oppositie zat

Rachel Reeves is altijd „van het grotere plaatje” geweest, zegt Mark Law. „Niet zozeer gericht op het individu, maar op het beleid dat gevolgen heeft voor dat individu. Ze denkt strategisch.” Daarom zijn Reeves’ eerste veertien jaar als Lagerhuislid nogal frustrerend, want al die jaren zit Labour in de oppositie. „Dat zat haar enorm dwars en dat sprak ze constant uit. Zoals wij allemaal trouwens”, zegt partijgenoot Law.

Natuurlijk zet Reeves zich in het Lagerhuislid in voor de lokale belangen van haar kiesdistrict. Ze zorgt ervoor dat een historisch zwembad in het westen van Leeds open blijft, is vertegenwoordiger van een club die schaken op staatsscholen promoot, bezoekt allerlei kleine ondernemingen en scholen. Maar veel liever zou ze regeren. „Labour moet eerlijk zijn, hoe vaak heeft de partij nou een verschil gemaakt? Te weinig”, zegt ze in 2021 tegen lokaal dagblad The Yorkshire Post.

Rachel Reeves bezocht samen met premier Keir Starmer en minister Ed Milliband (Energietransitie) deze maand een fabriek in Chester.
De nieuwe minister van Financiën had eind juli een lastig debat in het Lagerhuis toen ze haar besluit moest verdedigen om de energiesubsidie voor gepensioneerden inkomensafhankelijk te maken.
In 2015 voerde Rachel Reeves samen met de toenmalige Labour-leider Ed Milliband campagne in het Noord-Engelse Huddersfield.

Foto’s: Darren Staples / AP, Jessica Taylor/Reuters, Paul Ellis / AFP

Een Red Tory

Voor Reeves zijn de jaren dat de radicaal-linkse Jeremy Corbyn de leiding heeft bij Labour – van september 2015 tot april 2020 – extra moeilijk. Ze staat bekend als gematigd links en kan zich niet vinden in de socialistische kant die Labour op beweegt. Partijgenoten die Corbyn steunen noemen haar een Red Tory, een rode Conservatief. Ze proberen om haar en een paar andere Lagerhuisleden die naar het politieke midden van het spectrum neigen de fractie uit te werken. Het kwetst haar, vertelt Reeves achteraf. In maart dit jaar zegt ze tegen The Daily Telegraph: „Ik dacht: ik zit langer bij Labour dan jullie! Ik vond het vreselijk.”

Na het tijdperk-Corbyn wil huidig partijleider en premier Keir Starmer de partij terug naar het midden brengen. Eén van zijn belangrijkste doelen is dat de Britse kiezers Labour weer moeten gaan vertrouwen met hun belastinggeld en de economie, nadat de partij in 2010 door de gevolgen van de kredietcrisis de regeringsmacht had verloren.

De typering ‘boring snoring’ komt haar wel goed uit

Deze opdracht past precies bij Reeves: als schaduwminister – de grootste oppositiepartij stelt altijd een schaduwkabinet op – verkoopt ze steeds ‘nee’ aan haar collega’s die in de media met plannen willen komen waar geen financiële dekking voor is. Een paar jaar eerder heeft een redacteur van een nieuwsprogramma Reeves „boring snoring” genoemd op sociale media, vrij vertaald: snurkend saai. Die typering komt haar wel goed uit, want ze kan zich ermee onderscheiden van de Conservatieven waar de financiële markten onder premier Liz Truss de zenuwen van krijgen.

Haar visie op overheidsfinanciën baseert Reeves onder meer op ideeën van de progressieve Amerikaanse econoom Janet Yellen, zij begon in 2021 als de eerste vrouwelijke minister van Financiën van de Verenigde Staten en is voorstander van overheidsingrijpen om de economie te stimuleren. Reeves noemt haar denken Securonomics. Het komt neer op actieve inmenging van de staat, met investeringen in sectoren die inwoners en de samenleving meer veiligheid bieden. Bijvoorbeeld duurzame energie, huisvesting en infrastructuur. En in nauwe samenwerking met bedrijven: „Ik ben niet zo’n politicus die vies is van de private sector, of die denkt dat de markt het kwaad is”, zegt Reeves dit voorjaar in een toespraak voor ondernemers.

Einde energiesubsidie ouderen

Een fundamenteel probleem dat Reeves nu als minister heeft is dat het Verenigd Koninkrijk bijna geen extra geld heeft om te investeren. „Rachel Reeves heeft financiële plannen geërfd van de Conservatieve Partij waarvan iedereen wist dat ze niet houdbaar waren op de langere termijn”, zegt Gemma Tetlow, hoofdeconoom van denktank Institute for Government. De Conservatieven hebben bijvoorbeeld de staatsschuld laten oplopen van 40 procent in 2007 tot bijna 100 procent van het bruto binnenlands product nu, waardoor weinig ruimte overblijft om financiële schokken op te vangen. „Terwijl ze tegelijk maar weinig in de publieke sector hebben geïnvesteerd.”

Het is Reeves menens om die overheidsuitgaven op orde te brengen, en daarin stuit ze snel op grote weerstand. Eind juli kondigt ze aan dat de subsidie die alle gepensioneerden krijgen als tegemoetkoming voor hun energierekeningen in de winter, een paar honderd pond per jaar, inkomensafhankelijk wordt. Britse media laten uitgebreid Labour-stemmers aan het woord. Die vertellen dat ze zich in de kou gezet voelen en nu al spijt hebben van hun stem op de partij. Ook binnen de Labour-fractie is er veel kritiek, maar Reeves houdt vol en de wet komt erdoor.

„Reeves zei dat ze dat besluit toen moest nemen, omdat anders de subsidie niet deze winter al kon stoppen. Maar als het haar echt om langdurige financiële stabiliteit ging, had één extra jaar van die subsidie niet veel uitgemaakt”, zegt Gemma Tetlow. „Dit leek vooral een verlangen om snel te laten zien dat ze echt moeilijke besluiten gaat nemen. Als ze het als onderdeel van een pakket aan maatregelen had gepresenteerd, was het veel minder opgevallen.” Reeves verdedigt de maatregel ook niet echt op de inhoud – dat het misschien best logisch is dat de rijkste gepensioneerden geen subsidie meer krijgen. Ze benadrukt alleen dat dit soort harde besluiten nodig zijn.

Lees ook

Labour gedraagt zich weer helemaal als een partij met macht – en met schandaaltjes

Betogers zondag in Liverpool  bij het gebouw waar Labour zijn partijcongres houdt.

Goede verhoudingen

Haar grote uitdaging is om de Britse economie beter te laten presteren dan het gesukkel van de laatste jaren. Onder Reeves „is nu al meer aandacht voor groei op de lange termijn” dan bij de afgelopen regeringen, zegt Tetlow. Afgelopen donderdag maakte Reeves bekend dat ze de begrotingsregels rond de staatsschuld aanpast, zodat de regering meer kan lenen om nu te investeren. Tegelijk verhoogt ze waarschijnlijk sommige belastingen om enkele tientallen miljard pond extra op te halen en moet een handvol ministeries bezuinigen, om andere juist meer budget te kunnen geven.

In aanloop naar de presentatie van de begrotingsplannen klagen enkele vakministers achter Reeves’ rug om bij premier Starmer over haar verzoeken om te bezuinigen. Op zich is zulk gemopper normaal, elke minister wil immers geld voor mooie plannen, maar om de minister van Financiën te passeren is minder gebruikelijk.

Ze heeft een groot gevoel voor sociaal onrecht, maar dat pikken mensen er niet altijd uit. Ze gebruikt economentaal.

Mark Law
oprichter ngo Barca-Leeds

Reeves kan goed tegen kritiek, zegt haar stadgenoot Mark Law, maar ze verandert er niet zomaar door van mening. „Ze heeft haar acties altijd doordacht en is vastbesloten in het bereiken van haar doelen.” Een risico is wel dat ze makkelijk verkeerd begrepen wordt, zegt hij: „Rachel heeft een groot gevoel voor sociaal onrecht, maar dat pikken mensen er niet altijd uit. Dat komt door hoe ze praat. Ze gebruikt economentaal.”

Starmer en Reeves hebben zich rond de begroting niet uit elkaar laten spelen. Volgens dagblad Financial Times zijn ze het onderling eens over hun aanpak, hoe moeilijk het ook is om als net begonnen kabinet bezuinigingen door te voeren. Anders dan bijvoorbeeld hun voorgangers Tony Blair en Gordon Brown, die elkaar flink het leven zuur konden maken. Reeves zei eens over haar goede verstandhouding met Starmer: „Misschien helpt het dat ik geen leider wil worden.”

Levensloop
Jane Reeves

Rachel Jane Reeves wordt op 13 februari 1979 geboren in Lewisham. Ze studeert filosofie, politiek en economie in Oxford, daarna volgt ze nog een master economie in Londen. Haar eerste baan is bij de Bank of England, de Britse centrale bank.
In 2010 wordt Reeves verkozen voor het Lagerhuis, voor het district Leeds-West. Ze zit veertien jaar in de oppositie tot Labour dit jaar weer gaat regeren. Reeves wordt minister van Financiën. Haar jongere zus Ellie Reeves zit ook in het Lagerhuis voor Labour.
Rachel Reeves is getrouwd met een hoge ambtenaar, Nick Joicey, die op het ministerie van Milieu, Voedsel en Plattelandszaken werkt. Ze hebben twee kinderen.


Opinie | Er zit weinig beweging in de smog boven Dehli

We zitten nog vroeg in de meteorologische herfst, in New Delhi is een ander seizoen aangebroken: het luchtvervuilingsseizoen. Het voelt voor de inwoners van de Indiase hoofdstad, „als elke dag dertig sigaretten roken”, zoals ze in de dagen voorafgaand aan het lichtjesfeest Diwali aan elkaar verzuchten. En dan komt daar straks nog een schepje viezigheid bovenop, door het vuurwerk dat feestvierders zullen afsteken als symbool van de overwinning van het goede in de strijd tegen het kwaad.

Wie het aandurft, opent de luchtkwaliteits-app op haar telefoon, om te controleren of die een angstaanjagende AQI-meting aangeeft: de concentratie van gevaarlijke, kankerverwekkende deeltjes in de lucht tot aan 50 is ‘gezond’, de afgelopen dagen zat het consequent boven de 300. Screenshot van maken, op je social media delen, en een sneer geven richting de autoriteiten van de stad: „Het is weer zover, zoals elk jaar.”

Elk jaar, inderdaad. Dit debat is dan ook geen plotsklapse uitspatting van opinies, maar een slepende, vermoeiende discussie. Er is geen onduidelijkheid over hoe het komt dat de Indiase hoofdstad jaarlijks wordt toegedekt door een grauwe laag. Dit is de riedel: Delhi, gelegen in een kom, is dankzij druk verkeer, industrie en constante bouwwerkzaamheden, sowieso niet echt schoon. Dat wordt verergerd door weersomstandigheden, en door de activiteiten rondom de stad. In deelstaten Punjab en Haryana verbranden boeren de resten van hun oogst en afval. De dikke rookwolken daarvan worden over Delhi gedreven, en blijven daar hangen. Het Diwali-vuurwerk is de laatste ‘toevoeging’.

Afval opbranden

Wat wél voor discussie zorgt: wie heeft de mééste schuld in deze giftige cocktail, en wie moet zijn gedrag het meeste aanpassen om de hoofdstedelingen te laten ademen? De onafhankelijke milieu-journalist Shailendra Yashwant doet in een opinieartikel voor The Deccan Herald geen moeite zijn ergenis te verbergen, in zijn samenvatting van het vingerwijzen dat standaard begint zodra de AQI-waarden stijgen. De hoofdstad mag in oktober graag de boeren verwijten maken – maar de autoriteiten van New Delhi hebben geen gezag in de andere deelstaten, en de federale overheid en de leiders in Punjab en Haryana wilden tot voor kort ook niet veel samenwerken. Dit jaar wordt in de deelstaten gepatrouilleerd door politie, en zijn enkele arrestaties gepleegd onder boeren die ongeoorloofd afval opbranden. Yashwant gelooft er niet in dat dit hét probleem gaat oplossen: de beleidsmakers bieden de boeren geen alternatief, stelt hij. Bovendien hebben boeren in de deelstaten last van luchtvervuiling van élders – immers, die lucht kent geen grenzen. „New Delhi moet verder kijken dan de kortzichtige blik op de eigen grenzen en aangrenzende gebieden, om de luchtvervuilingscrisis te begrijpen. Misschien is het toch ook tijd om met buurlanden afspraken te gaan maken”, schrijft hij fijntjes.

Uit de meeste redactionele en opiniestukken in de landelijke kranten wordt wel duidelijk: men ziet weinig beweging in dit probleem en de onderlinge verwijten. De routineuze afhandeling van enkele kleine maatregelen die de dagelijkse cijfers iets naar beneden moeten krijgen – het instellen van rijverbod, tijdelijk stilleggen van bouwwerkzaamheden – is geen structurele oplossing. Het online platform The Quint gaat voor ‘servicejournalistiek’ en helpt lezers liever aan oplossingen die in het dagelijks leven van toepassing zijn: in een video wordt uitgelegd welke mondmaskers de meeste schadelijke stoffen filteren.

Oh! En het vuurwerk? Dat wordt dus óók routinematig verbannen, rond Diwali. Dat beleid is al helemaal een afleidingsmanoeuvre, stelt Yahswant. Iedereen die het festival viert, weet gewoon aan de ‘firecrackers’ te komen.


Opinie | Er zit weinig beweging in de smog boven Delhi

We zitten nog vroeg in de meteorologische herfst, in New Delhi is een ander seizoen aangebroken: het luchtvervuilingsseizoen. Het voelt voor de inwoners van de Indiase hoofdstad, „als elke dag dertig sigaretten roken”, zoals ze in de dagen voorafgaand aan het lichtjesfeest Diwali aan elkaar verzuchten. En dan komt daar straks nog een schepje viezigheid bovenop, door het vuurwerk dat feestvierders zullen afsteken als symbool van de overwinning van het goede in de strijd tegen het kwaad.

Wie het aandurft, opent de luchtkwaliteits-app op haar telefoon, om te controleren of die een angstaanjagende AQI-meting aangeeft: de concentratie van gevaarlijke, kankerverwekkende deeltjes in de lucht tot aan 50 is ‘gezond’, de afgelopen dagen zat het consequent boven de 300. Screenshot van maken, op je social media delen, en een sneer geven richting de autoriteiten van de stad: „Het is weer zover, zoals elk jaar.”

Elk jaar, inderdaad. Dit debat is dan ook geen plotsklapse uitspatting van opinies, maar een slepende, vermoeiende discussie. Er is geen onduidelijkheid over hoe het komt dat de Indiase hoofdstad jaarlijks wordt toegedekt door een grauwe laag. Dit is de riedel: Delhi, gelegen in een kom, is dankzij druk verkeer, industrie en constante bouwwerkzaamheden, sowieso niet echt schoon. Dat wordt verergerd door weersomstandigheden, en door de activiteiten rondom de stad. In deelstaten Punjab en Haryana verbranden boeren de resten van hun oogst en afval. De dikke rookwolken daarvan worden over Delhi gedreven, en blijven daar hangen. Het Diwali-vuurwerk is de laatste ‘toevoeging’.

Afval opbranden

Wat wél voor discussie zorgt: wie heeft de mééste schuld in deze giftige cocktail, en wie moet zijn gedrag het meeste aanpassen om de hoofdstedelingen te laten ademen? De onafhankelijke milieu-journalist Shailendra Yashwant doet in een opinieartikel voor The Deccan Herald geen moeite zijn ergenis te verbergen, in zijn samenvatting van het vingerwijzen dat standaard begint zodra de AQI-waarden stijgen. De hoofdstad mag in oktober graag de boeren verwijten maken – maar de autoriteiten van New Delhi hebben geen gezag in de andere deelstaten, en de federale overheid en de leiders in Punjab en Haryana wilden tot voor kort ook niet veel samenwerken. Dit jaar wordt in de deelstaten gepatrouilleerd door politie, en zijn enkele arrestaties gepleegd onder boeren die ongeoorloofd afval opbranden. Yashwant gelooft er niet in dat dit hét probleem gaat oplossen: de beleidsmakers bieden de boeren geen alternatief, stelt hij. Bovendien hebben boeren in de deelstaten last van luchtvervuiling van élders – immers, die lucht kent geen grenzen. „New Delhi moet verder kijken dan de kortzichtige blik op de eigen grenzen en aangrenzende gebieden, om de luchtvervuilingscrisis te begrijpen. Misschien is het toch ook tijd om met buurlanden afspraken te gaan maken”, schrijft hij fijntjes.

Uit de meeste redactionele en opiniestukken in de landelijke kranten wordt wel duidelijk: men ziet weinig beweging in dit probleem en de onderlinge verwijten. De routineuze afhandeling van enkele kleine maatregelen die de dagelijkse cijfers iets naar beneden moeten krijgen – het instellen van rijverbod, tijdelijk stilleggen van bouwwerkzaamheden – is geen structurele oplossing. Het online platform The Quint gaat voor ‘servicejournalistiek’ en helpt lezers liever aan oplossingen die in het dagelijks leven van toepassing zijn: in een video wordt uitgelegd welke mondmaskers de meeste schadelijke stoffen filteren.

Oh! En het vuurwerk? Dat wordt dus óók routinematig verbannen, rond Diwali. Dat beleid is al helemaal een afleidingsmanoeuvre, stelt Yahswant. Iedereen die het festival viert, weet gewoon aan de ‘firecrackers’ te komen.


Persoonlijke aanvallen, verdraaide citaten en desinformatie: de reclameoorlog tussen de Amerikaanse presidentskandidaten

„Als hij wint, zal hij alle checks and balances negeren die de macht van een president moeten beperken.” Een campagne-advertentie van presidentskandidaat Kamala Harris waarschuwt voor mogelijke gevolgen van een tweede presidentschap voor Donald Trump, verwijzend naar het omstreden conservatieve plan Project 2025.

Attack ads, advertenties die een presidentskandidaat niet zozeer aanprijzen maar de tegenkandidaat aanvallen, bestaan al sinds de jaren zestig. Het reclamespotje Peace, little girl van toenmalig Democratisch presidentskandidaat Lyndon B. Johnson – die in 1964 uiteindelijk met ruim verschil het Witte Huis won – suggereerde dat zijn Republikeinse tegenstander Barry Goldwater een nucleaire oorlog zou ontketenen.

https://www.youtube.com/watch?v=MEcdRWHiU_Y

https://www.youtube.com/watch?v=riDypP1KfOU&ab_channel=LibraryofCongress

Bewoners van de swing states worden in aanloop van de presidentsverkiezingen gebombardeerd met dit soort reclamespotjes op kabeltelevisie, radio en sociale media. Niet eerder gaven kandidaten zo veel uit aan advertenties. Volgens een analyse van advertentiebureau AdImpact was dat in oktober 1,3 miljard dollar (1,2 miljard euro), en werd daarnaast nog voor 444,9 miljoen dollar (411 miljoen euro) aan advertentieruimte gereserveerd.

De Democraten hebben deze verkiezingen de diepste zakken: per oktober gaven die minstens 456 miljoen dollar (421 miljoen euro) aan advertenties uit. Harris’ meest uitgezonden reclamespot is 34.000 keer getoond, vooral in Pennsylvania, Michigan en Georgia.

Harris bespotten

De Republikeinen geven weliswaar minder geld uit aan advertenties, ze gaan niet minder fel in de aanval. In het meest verspreide https://www.youtube.com/watch?v=7hFGapPNGTI&ab_channel=TheJimHeathChannel”>advertentiespotje van de campagne van Donald Trump zijn fragmenten van Harris’ speeches zo geknipt dat het lijkt alsof ze een debat voert met zichzelf. Het drijft de spot met Bidenomics, het economische beleid van president Joe Biden dat Harris wil voortzetten. De spot is 27.000 keer uitgezonden in vooral Georgia, North Carolina en Michigan.

Negatieve advertenties werken niet beter dan positieve campagneboodschappen, concludeerden onderzoekers al in 1999. Recent onderzoek van Columbia Business school en Stanford University suggereert dat aanvallende advertenties ook averechts kunnen werken: kiezers zouden hierdoor onder meer de presidentskandidaat zelf minder sympathiek en betrouwbaar vinden.

Politieke actiecomités van de Democraten lijken dit jaar voor het eerst van de negatieve boodschap te zijn afgestapt en zetten in reclames vooral Harris in het zonnetje, volgens Politico. De actiecomités zamelen onafhankelijk van een kandidaat geld in ten gunste van politieke campagnes.

De actiecomités die Trump steunen, zetten wel in op attack ads. De boodschap van deze advertenties wijkt ook het meest af van de officiële campagne: de meeste spotjes gaan volgens AdImpact over (illegale) immigratie, misdaad en drugs, terwijl die van de Trump-campagne zelf vooral gaan over inflatie, economie en de woningmarkt.

Het actiecomité MAGA Inc. verspreidde enkele uren nadat Joe Biden zich terugtrok uit de presidentsrace een spot waarin ze Harris ervan beschuldigen van een „illegale drugscrimineel” te hebben vrijgelaten, toespelend op desinformatie over drugscriminaliteit onder illegale migranten.

https://www.youtube.com/watch?v=7hFGapPNGTI&ab_channel=TheJimHeathChannel

https://www.youtube.com/watch?v=T-m9A2HP2J4

Verdraaide boodschap

Een vrouw uit Philadelphia beklaagde zich begin oktober over hoe haar boodschap uit een interviewfragment werd verdraaid in de wijdverspreide Trump-advertentie over Bidenomics. Een drag-artiest overwoog gerechtelijke stappen nadat ze zonder toestemming figureerde in een anti-transgender advertentie van de Trumpcampagne. Als reguliere adverteerders dat doen, kunnen die daarvoor worden aangeklaagd.

Maar politieke advertenties krijgen veel meer speelruimte dan reguliere reclame, zei Mark McKenna, rechtenprofessor aan de Universiteit van California, daarover tegen NBC news. „We geven mensen doorgaans geen claims die vrije politieke uitingen tegengaan, tenzij dat het niveau van smaad bereikt.”

De Amerikaanse marktautoriteit handhaaft daarnaast regels voor waarheidsgetrouwheid in doorsnee-reclames, maar politieke campagnes zijn daarvan op grond van de vrijheid van meningsuiting vrijgesteld. Ook het zonder vermelding gebruiken van door AI bewerkt beeld in campagnereclames is op dit moment toegestaan. Kabelnetwerken hebben wel eigen normen ontwikkeld en wijzen politieke advertenties soms af, maar dat is uitzonderlijk.

Wilde Westen

Wat betreft desinformatie bevinden de politieke advertenties online zich al helemaal in het ongereguleerde Wilde Westen, schrijft marketingexpert Steven Caplan voor wetenschappelijk nieuwsmedium The Conversation. Online geldt bijvoorbeeld geen plicht om te vermelden wie er betaald heeft voor de advertentie.

Online advertenties zijn aantrekkelijk omdat door microtargeting reclames op een hele specifieke doelgroep kunnen worden gericht. Zo richtten de Democraten in september een advertentie op Arabische Amerikanen in Detroit via Google en op Snapchat, een foto-app die vooral populair is onder jongeren. De advertentie zoomt in op een uitspraak van Harris dat ze „niet zal zwijgen over het menselijk lijden in Gaza”. Hoewel Harris zich op dit vlak in sterkere bewoordingen uitspreekt dan Biden heeft ze niet beloofd te breken met het beleid van de huidige president.

Video: Kamala Harris Campagne

Op Snapchat voeren de Republikeinen helemaal geen campagne. De Democraten zijn op bijna alle sociale media de grootste politieke adverteerder. Op het platform van Trump-supporter Elon Musk, X, schittert de Democratische campagne door afwezigheid.

Wel adverteren de Democraten in de reclametijd van het pro-Republikeinse Fox News Channel. Trump zei in oktober dat hij Fox-eigenaar Rupert Murdoch zou vragen om daar geen ‘negatieve’ Democratische advertenties meer uit te zenden – voorlopig zonder succes.

Geluid uit tijdens reclame

Al deze gerichte advertenties worden door de kiezer niet met enthousiasme begroet, suggereert een peiling van onderzoeksbureau Pew Research uit 2020. Daaruit bleek dat driekwart van de stemmers er tegenstander van is dat sociale media hun persoonlijke data delen voor toegespitste politieke advertenties. Recent zeiden kiezers tegen The New York Times en de BBC tijdens het reclameblok het geluid uit te zetten.

De vraag of adverteren uiteindelijk werkt, of niet, duikt bij elke Amerikaanse verkiezingen weer op. „Reclame is in essentie overtuigen, en overtuigen is toevallig geen wetenschap maar een kunst”, zei Bill Bernach, eigenaar van het reclamebureau achter de eerste attack ad, in 1947. Het effect op stemgedrag is volgens wetenschappers hoogstens marginaal, schrijft de BBC, maar ook een marginale winst is bij spannende verkiezingen mooi meegenomen.


Nieuwe president van Mozambique: symbool van vernieuwing of pion van de oude macht?

Onder de brandende Mozambikaanse zon schuifelt Daniel Chapo over het podium. Hij doet dat met de energie van iemand die de geschiedenis in wil gaan. Het is eind september, twee weken voor de stembusgang, en zijn pleidooi tegenover zijn aanhang in de hoofdstad Maputo klinkt ambitieus: corruptiebestrijding, nieuwe wegen, beter onderwijs en lucratieve grondstofdeals.

De 51-jarige presidentskandidaat voor Frelimo, de partij die bijna een halve eeuw aan de macht is, spreekt over verzoening. Hij heeft het over een Mozambique waarin iedereen gehoord wordt, waarin de jeugd een centrale plaats krijgt, waarin de kloof tussen arm en rijk, tussen noord en zuid, eindelijk zal worden gedicht. Het zijn beloftes die de Mozambikaan eerder heeft gehoord. Want elke stap die hij zet, elke zin die hij uitspreekt, blijft doordrongen van de vraag: is Chapo iemand die de status quo werkelijk zal uitdagen of wordt hij de zoveelste bewaker van een oude macht?

Donderdag werd Chapo – zoon van een huishoudster en een spoorwegarbeider – geheel volgens verwachting officieel aangewezen als de winnaar van de landelijke verkiezingen van 9 oktober en opvolger van zijn partijgenoot Filipe Nyusi. Maar de verkiezingsuitslag wordt, net als voorgaande jaren, fel bestreden. Met name Chapo’s grootste uitdager Venâncio Mondlane wordt door velen gezien als de werkelijke winnaar. Hij verzet zich dan ook met man en macht tegen de uitslag, en riep al op tot grootschalige demonstraties en landelijke stakingen vanwege de „valse verkiezingsresultaten”.

De aantijgingen van stembusfraude werden ondersteund door EU-waarnemers die maandag bekendmaakten onregelmatigheden te hebben vastgesteld. Op welke schaal vervalsingen plaatsvonden en of deze breed werden georkestreerd is onduidelijk. Afgelopen weekend werden bovendien de advocaat én een politiek medewerker van Mondlane vermoord. Net als bij de vermeende verkiezingsfraude wijzen oppositiepartijen naar (aanhangers van) Frelimo.

Autocratie

De partij van Chapo, die kort na de onafhankelijkheid in 1974 met een marxistisch stempel aan de macht kwam, heeft volgens Elisio Macamo, hoogleraar African Studies aan de Universiteit van Basel, historisch steeds geworsteld om zich te verzoenen met democratische principes.

De lijnen tussen staat en partij zijn al decennia vervaagd, zegt hij. „Maar de verwoestende burgeroorlog dwong de partij begin jaren negentig tot democratische hervormingen en het openstellen van het politieke systeem en de invoering van meerpartijenverkiezingen.”

Hoewel de democratische hervormingen uit de jaren negentig de schijn van verandering wekten, veranderde er in essentie weinig. Freedom House, dat wereldwijd democratie en vrijheid monitort, meldt in zijn jaarrapporten terugkerende verkiezingsfraude, overheidscorruptie en beperkt politiek pluralisme. Journalisten ervaren daarnaast censuur en intimidatie. Volgens de Democracy Index van de Economist Intelligence Unit bungelt Mozambique tussen autoritair en gebrekkig democratisch in wat het omschrijft als een ‘hybride regime’.

Volgens Egídio Chaimite, onderzoeker van het Institute of Developlement Studies behield de partij Frelimo de controle over belangrijke instellingen zoals het leger, de politie en de rechterlijke macht. Democratische verworvenheden uit de jaren negentig werden de afgelopen jaren geleidelijk weer uitgehold. „Frelimo’s controle over de media, manipulatie van verkiezingsprocessen en onderdrukking van het maatschappelijk middenveld hebben allemaal bijgedragen aan deze autoritaire context. De burgeroorlog mag dan zijn geëindigd, de erfenis van eenpartijbestuur blijft bestaan.”

Frelimo’s controle over de media, manipulatie van verkiezingen en onderdrukking van het maatschappelijk middenveld hebben bijgedragen aan deze autoritaire context

Egídio Chaimite
onderzoeker

Nadat de vurige wens van zijn voorganger Nyusi – tevens partijleider – voor een derde termijn intern werd geblokkeerd kwam Frelimo verrassend bij Chapo uit. En dat was geen keuze vanwege zijn duidelijke politieke visie – de kandidaten hoefden geen beleid of programma’s te presenteren. Met name interne partijpolitiek – gekonkel om macht en eigen belang – bleek doorslaggevend.

Hoogleraar Macamo laat de term ‘electorale autocratie’ vallen. „Dezelfde mensen blijven aan de macht, met grotendeels dezelfde opvattingen en een diepgeworteld wantrouwen tegenover de waarde van democratie”.

Een wat onbekende figuur als Chapo past precies in dat plaatje. De van opleiding advocaat viel niet bepaald op in de bestuurlijke functies die hij vervulde – onder meer als gouverneur van zijn eigen landelijke provincie Inhambane. Toch brengt hij nu de belofte van vernieuwing. En dat heeft met zijn leeftijd te maken. Chapo staat op het punt om de jongste president van Mozambique te worden, de eerste zonder directe link met de onafhankelijkheidsstrijd. Chapo is geen voormalige guerrillastrijder zoals zijn voorgangers, geen veteraan van de uitputtende oorlog tegen de Portugese kolonisator of de bloedige burgeroorlog die Mozambique midden jaren negentig heeft verscheurd. Frelimo maakt daar gretig gebruik van door hem neer te zetten als symbool voor verandering.

Opkomst van de oppositie

Tegelijk teert de partij op haar historische legitimiteit als bevrijdingspartij, zegt Chaimite. „Een verhaal dat vooral in landelijke gebieden resoneert. In steden probeert Chapo een manier om een beeld van modernisering en vernieuwing te projecteren. Met zijn vermeende afstand tot de oude garde wordt Chapo gepresenteerd als iemand die de kloof kon overbruggen tussen Frelimo’s erfenis en de eisen van het moderne Mozambique.”

De verkiezingsperikelen stortten Mozambique in een landelijke crisis die mogelijk een breuk in het politieke landschap markeert: de machtsconsolidatie van Frelimo staat onder druk. De opkomst van Venâncio Mondlane heeft daar veel mee te maken. Vooral jongeren voelen zich aangetrokken tot zijn discours van transparantie, verantwoording en concrete beleidsvoorstellen. Volgens Chaimite mobiliseert Mondlane mensen die zich eerder politiek afzijdig hielden.

De machtsconsolidatie van Frelimo staat onder druk, oppositieleider Venâncio Mondlane is populair bij jongeren

De echte uitdaging voor Chapo ligt in de onmiskenbare crises die zijn partijgenoot Nyusi achterlaat. Naast dalende armoede en corruptie komt de Mozambikaanse economie – ondanks haar potentie door onder meer enorme gasreserves – maar niet op gang. Van het ‘Qatar van Afrika’, die ECB-voorzitter Christine Lagarde ooit in Mozambique zag, is nog lang geen sprake.

Chapo’s aanstaande presidentschap kan een manier zijn om zich te onttrekken van Nyusi’s greep over de partij, zegt Macamo. „Anderen binnen de partij willen hun ‘beurt’ voor toegang tot het staatsapparaat. Het schetst precies het probleem: het grootste obstakel voor de verandering in Mozambique, is Frelimo zelf. En zonder de kernstructuren van de partij aan te pakken, zal dat niet veranderen.”


Zittende macht in Japan onder druk door corruptie en economische tegenslag

Slechts enkele weken na zijn aanstelling als premier wordt de kersverse Japanse leider Shigeru Ishiba geconfronteerd met een dieptepunt in de steun voor zijn partij. De peilingen voorspellen een historische nederlaag voor zijn Liberaal Democratische Partij (LDP) bij de verkiezingen zondag. Het zou de eerste nederlaag in tien jaar zijn. Ondanks zijn recente overwinning in de leiderschapsrace van de LDP is Ishiba er niet in geslaagd het imago van de partij op te schonen na een opeenstapeling van corruptieschandalen.

Sinds 2012 heeft de LDP bij vier opeenvolgende verkiezingen een meerderheid gehaald. In totaal zijn er 465 zetels te winnen, waarvan de LDP er 233 nodig heeft om aan de macht te blijven. Momenteel hebben ze er 256, maar volgens een recente peiling van de kranten Nikkei en Yomiuri Shimbun staan ze op het punt bijna eenderde in te leveren en te blijven steken op 159 zetels. Bovendien wordt verwacht dat Komeito, de coalitiepartner van de LDP, óók flinke klappen zal krijgen.

Wispelturig

Aanvankelijk leek Ishiba’s leiderschap zo veelbelovend. Hij profileert zich als een man van het volk met een scherpe mening, en heeft zich in het verleden kritisch uitgelaten over de corruptie binnen zijn eigen partij. Hij beloofde schoon schip te maken, maar toonde zich een wispelturige stuurman. Populaire standpunten zoals zijn progressieve houding tegenover het homohuwelijk en vrouwenparticipatie in de politiek, lijken plotseling verleden tijd.

Voor de gemiddelde Japanse kiezer is economisch beleid het belangrijkste onderwerp tijdens de verkiezingen. De inflatie stijgt terwijl lonen achterblijven. Daarom kondigde premier Ishiba eerder deze maand aan dat hij het minimumloon geleidelijk gaat verhogen, met als doel het voor 2030 naar 9,12 euro te krijgen. De grootste oppositiepartij, de Constitutionele Democratische Partij (CDP), belooft dit sneller te doen. Daarbovenop willen zij de btw-tarieven en de kosten voor pensioen en nationale zorgverzekering verlagen.

Ook bij de andere grote oppositiepartij, de Japanse Innovatie Partij (JIP), staan economisch beloftes centraal in de campagne. „Al meer dan dertig jaar groeit onze economie niet meer”, zegt Taisuke Ono, JIP-kandidaat in Tokio. „Voor de meeste Japanners is rondkomen het belangrijkste. Daar vertrouwen ze de LDP niet meer mee: het is onder het bewind van die partij dat we steeds armer zijn geworden.”

Oppositiekandidaat Taisuke Ono spreekt met kiezers op het Shinagawa-station in Tokio.
Foto Anoma van der Veere

Daarbij heeft Ishiba’s aanpak van een groot corruptieschandaal, waarbij tientallen LDP-vertegenwoordigers betrokken zijn, geleid tot publieke verontwaardiging. Eerder deze week werd bekend dat lokale partijafdelingen van bij het schandaal betrokken politici nog steeds financiële steun ontvangen van de LPD. Ishiba reageerde verontwaardigd op de onthulling. Volgens hem is er geen sprake van steun aan individuele politici, maar is het geld „bedoeld om de invloed van de partij uit te breiden”.

De oppositie is niet overtuigd: „In feite is het een steunbetuiging”, zegt Yoshihiko Noda, leider van de CDP, tegen verslaggevers. „Ze zijn helemaal niet veranderd en tonen geen spijt van hun acties.” Op de verkiezingsbrochures van de JIP staat inmiddels: ‘Weg met corruptie! Weg met de LDP!’

De premier probeert nu afstand te nemen van zijn controversiële partijgenoten. Dit maakt hem kwetsbaar: zonder interne steun wordt het vrijwel onmogelijk om beleid door te voeren na de verkiezingen. Inmiddels maken zijn grootste rivalen, zoals de populaire Sanae Takaichi en politiek veteraan Taro Aso, zich klaar om hem te vervangen.

Lage opkomst

Ondanks de peilingen is er toch nog een kans dat de LDP winst gaat behalen, vooral vanwege de lage opkomst in Japan. Deze is bij de laatste drie verkiezingen niet boven de 60 procent uitgekomen. Onder jongeren is dit nog lager: in 2014 kwam slechts één op de drie twintigers opdagen. De opdeling van de kiesdistricten is al decennia ongewijzigd en daardoor is een stem in de grote steden, waar meer jongeren wonen, minder waard dan een stem op het sterk vergrijsde platteland. De premier, die zelf uit een afgelegen provincie komt, geniet juist hier veel steun.

De regeringspartij profiteert ook van het gebrek aan een sterke oppositie. Noda, de CDP-leider, is populair onder progressieve stemmers. Maar hij is vooral bekend als de oud-premier onder wiens leiding de – inmiddels opgeheven – Democratische Partij van Japan in 2012 een dramatisch verlies leed tegen de LDP. Sindsdien is het geen enkele oppositiepartij gelukt om een meerderheid te behalen. Hoewel de CDP naar verwachting zetels gaat winnen, is het onwaarschijnlijk dat de partij aan de macht komt.

Als de LDP inderdaad zijn meerderheid verliest, zal Ishiba gedwongen worden de coalitie uit te breiden. Veel opties voor bondgenoten heeft hij echter niet: de CDP en JIP hebben beide aangegeven niet te willen samenwerken met hem. „Onze grootste missie bij deze verkiezingen is de macht van de LDP opbreken”, zegt JIP-kandidaat Ono. „Het is tijd voor een nieuw soort politiek, en niet voor nog meer van hetzelfde.”


Het wil maar niet lukken met een stabiele regering in Bulgarije – en de pro-Kremlin partij profiteert

Zuchtend, puffend en schouderophalend. Zo reageert Todor -Petrov (27) op de vraag hoe hij de voorbijgangers op het Cultuurpaleis-plein in Sofia probeert te overtuigen om te gaan stemmen op zijn partij voor de parlementsverkiezingen van zondag. Maar een antwoord heeft hij niet. „We proberen de mensen te overtuigen om überhaupt te gaan stemmen”, zegt -Petrov, die de lokale afdeling van de pro-Europese PP-DB-partij in Sofia runt. „Mensen zijn verkiezingsmoe, teleurgesteld en ze zien het nut van stemmen niet meer in.”

En dat is niet gek. Bulgarije staat voor de zevende parlementsverkiezingen in drie jaar. En voor de tiende verkiezingen in veertig maanden tijd, met de presidentsverkiezingen, lokale verkiezingen en Europese verkiezingen erbij geteld. Ongeveer elke vier maanden moeten de Bulgaren dus naar de stembus. En dat doen ze in steeds minder grote aantallen.

Het opkomstpercentage is tijdens de laatste verkiezingen in juni gedaald naar net 30 procent, terwijl dat in 2021 nog bijna 50 procent was. Grote anticorruptie-protesten leiden toen tot het einde van jarenlange hegemonie van de conservatief-populistische Gerb-partij. Die partij staat onder leiding van ex-bodyguard en oud-brandweerman Boyko Borisov. Sinds 2009 was hij twaalf jaar lang de premier van het land. Maar hij kwam in opspraak nadat er foto’s opdoken van zijn slaapkamer met een nachtkastje vol 500-eurobiljetten en een pistool.

Sindsdien is er een verkiezingscarrousel gaande in Bulgarije. Partijen willen niet met elkaar regeren en als ze dat al doen, houden ze het slechts enkele maanden vol. Ondertussen lopen hervormingen in Bulgarije vertragingen op. Zo wilde het land aanvankelijk volgend jaar de euro implementeren, maar dat lijkt er niet van te komen.

De enige partij die lijkt te profiteren van de politieke crisis in Bulgarije is de uitgesproken pro-Kremlin partij Revival (Vazrajzdane). Jarenlang haalde de partij nét de kiesdrempel, maar zondag kan Revival de tweede partij worden van EU- en NAVO-land Bulgarije. En met die pro-Russische partij lijkt geen andere partij te willen regeren. „Lukt regeren niet, dan kijken wij uit naar de achtste verkiezingen volgend jaar”, zegt Revival-partijleider Kostadin Kostadinov tegen NRC.

Sprankje hoop

Op de bovenste verdieping van een modern winkelcentrum in Sofia verzamelen zich ruim duizend mensen voor een bijeenkomst van de prodemocratische en anticorruptie-partij PP-DB. Dat de zaal bijna vol zit, mag toch wel een verrassing heten. Het geeft een sprankje hoop, zegt Aleks Dorohin (26) van de jongerentak van PP-DB: „De politieke situatie in Bulgarije lijkt uitzichtloos, maar deze bijeenkomst geeft energie.”

Op het podium worden geen verkiezingsbeloftes gedaan, geen debatten gevoerd of campagneleuzen gescandeerd. PP-DB probeert op een andere manier stemmen te winnen: ze laten bekende Bulgaren hun steun uitspreken. Zo spreekt een bankier de zaal streng toe: „Hoezo moe om te gaan stemmen? Het is geen gewichtheffen”. Een academicus waarschuwt dat „een dictatuur dichterbij is dan jullie denken”. En een acteur houdt het positief: „Al deze verkiezingen waren repetities, nu komt pas de première”.

Toch weet Dorohin van de jongerentak na afloop nog steeds niet hoe hij mensen om zich heen moet overtuigen om toch te gaan stemmen. „Mensen zijn klaar met de politiek.” Ook de 59-jarige Stefka Dafova uit Lovetsj ziet de opkomst van de komende verkiezingen somber in. „Hoe moet ik mensen aansporen om te gaan stemmen? Ik heb nauwelijks invloed in mijn woonplaats.”

Volgens PP-leider en voormalig premier Kiril Petkov zit de Bulgaarse politiek in een wurggreep. „Het is simpel”, vertelt hij tussen een selfiesessie door. „We hebben te maken met een autocratische leider, Boyko Borisov, en zijn pro-maffiapartner Delyan Peevski. Peevski heeft Borisov onder controle vanwege oude corruptieschandalen. Deze twee mannen willen de macht niet opgeven en wij zijn nog niet sterk genoeg om de macht over te nemen. Pas als Peevski en Borisov uit de politiek stappen is er toekomst voor een politiek stabiel Bulgarije.”

En dat lijkt vooralsnog niet te gebeuren. De partij van Borisov, Gerb, is de laatste verkiezingen steeds de grootste, maar het lukt hem niet om een stabiele coalitie te vormen. Dat komt mede door oligarch-Peevski, die door de VS en het VK is gesanctioneerd vanwege corruptie en omkoping van ambtenaren.

Peevski, zelf ook politicus, houdt de Bulgaarse politiek in de tang, omdat hij de controle heeft over het justitieapparaat, zegt politicoloog Boris Popivanov van de Universiteit van Sofia. „De politieke leiders vrezen Peevski omdat hij waarschijnlijk compromitterend materiaal van hen heeft.” De verschenen foto van Borisov met de 500-eurobiljetten op zijn nachtkastje waren een eerste waarschuwing.

Nikolai Denkov, die dit jaar tijdelijk premier was namens PP-DB, beschreef Peevski recentelijk als „het grootste kwaad” dat het Balkanland met 6,5 miljoen inwoners is overkomen. Hij waarschuwde dat de corruptie in het land hand in hand gaat met Russische inmenging.

„Bulgarije zit in een patstelling”, zegt Popivanov. „Geen partij is sterk genoeg om een regering te vormen, maar bijna alle partijen zijn groot genoeg om een regering met andere partijen tegen te houden. Elke partij denkt dat wéér nieuwe verkiezingen een betere positie kan opleveren.”

Kostadin Kostadinov (midden) tijdens de ‘vredesmars’ van zijn partij Revival, afgelopen maandag in Sofa. Revival scoort hoog in de peilingen voor de Bulgaarse verkiezingen van zondag.
Foto NIKOLAY DOYCHINOV/AFP

Klaar met de corruptie

Voor het Cultuurpaleis in Sofia staat Georgi Notev met een Bulgaarse vlag om zijn lichaam gewikkeld. De 35-jarige Bulgaar, eigenaar van een transportbedrijf, stemde de afgelopen vijftien jaar niet maar is nu fervent aanhanger van Revival. Hij loopt deze maandagavond voor de verkiezingen mee in de ‘Mars voor de vrede’, georganiseerd door Revival, als reactie op alle oorlogen in de wereld. Waarom hij gaat stemmen? „Ik ben klaar met de corruptie, maffia en buitenlandse invloeden en wil een partij die er is voor de Bulgaren”, zegt Notev.

In de peilingen strijdt Revival samen met het prodemocratische PP-DB om de tweede plaats in de parlementsverkiezing, die waarschijnlijk gewonnen gaat worden door Gerb van Borisov. Revival is de enige partij in Bulgarije die in de verkiezingscarrousel blijft groeien. De partij lijkt te profiteren van de verkiezingsapathie en het lage vertrouwen in Bulgarije: slechts 27 procent van de Bulgaren vertrouwt hun regering, blijkt uit een jaarlijkse peiling van denktank Globsec.

Bovendien lukt het Revival, die nog nooit heeft meegeregeerd, om invloed te winnen in het parlement. Zo stemde een meerderheid van het parlement voor een anti-lhbti wet, die vermeende homopropaganda op scholen verbiedt. Dat was een initiatief van Revival. Ook deed de partij een poging om een ‘buitenlandse agenten’-wet te introduceren. Zo’n wet kan ngo’s, media en andere organisaties die (deels) met buitenlands geld worden gefinancierd sanctioneren. Tot zover strandde de poging. Beide wetten zijn afgekeken van het Kremlin.

Lees ook

over Nederlandse straaljagers in Bulgarije

Nederlandse F-35’s worden ingezet vanaf de Bulgaarse vliegbasis.

Leider Kostadin Kostadinov (45), historicus met een voorheen bekend eigen YouTube-geschiedeniskanaal, zegt te midden van ‘Mars voor de vrede’ dat de „mensen wanhopig zijn” en dat „de eigen politici de Bulgaarse samenleving vernietigen”. Hij wijst op het hoge aantal Bulgaren dat de afgelopen jaren is vertrokken uit het land – de bevolking kelderde met bijna een kwart, van bijna 9 miljoen inwoners in de jaren negentig naar nog geen 6,5 miljoen nu – voornamelijk vanwege economische redenen. „Het is een genocide op de Bulgaren”, zegt Kostadinov en dat wijt hij aan zijn collega’s in het parlement.

‘Geregelde stemmen’

Opmerkelijk genoeg heeft zijn partij in de laatste verkiezingen van juni ruim zestigduizend stemmen verloren, terwijl hij procentueel gelijk bleef staan. Doordat steeds minder mensen gaan stemmen, telt elke stem zwaarder in Bulgarije. Dus kan Revival met veel minder stemmen, toch even groot blijven of zelfs groeien zoals de verwachting is voor de komende verkiezingen zondag.

Bovendien heeft Bulgarije te maken met een ‘geregelde stemmen’, zegt verkiezingswaarnemer Stoil Tsitselkov: „Veel Bulgaren zijn van hun baan of van projecten in hun woonplaats afhankelijk van de regering of een politieke partij.” Uit zijn verkiezingsdata blijkt bijvoorbeeld dat één dorp massaal op de ene partij stemde en een paar maanden later even massaal op een ideologisch tegenovergestelde partij. Tsistelkov: „In Bulgarije zijn zeker 200.000 stemmen ‘geregelde stemmen’”. Genoeg voor zo’n 20 van de in totaal 240 parlementszetels. „Alle partijen doen het in meer of mindere mate”, zegt Tsistelkov. En dat zorgt ervoor dat de politieke verschuivingen in het parlement na elke verkiezing beperkt zijn.

De 66-jarige Lubljana Kristova stemde de afgelopen zes verkiezingen áltijd – op de socialisten, maar gaat nu waarschijnlijk voor Revival, zegt ze tijdens de mars. „Na al deze verkiezingen is een sterke leider nodig met een harde hand voor een soeverein land.”

Maar wie je het ook vraagt, iedereen gaat er vanuit dat de Bulgaren zich volgend jaar kunnen opmaken voor de achtste parlementsverkiezingen.

Lees ook

Bulgaarse corruptie te lijf in een rubberbootje

Een demonstrant houdt een Bulgaarse vlag omhoog tijdens een anti-regeringsdemonstratie in de Bulgaarse hoofdstad Sofia op 13 juli, waarbij het aftreden van premier Bojko Borissov werd geëist.


Van een proeftuin voor kernbommen werd Nevada een paradijs voor de energietransitie

Dat klimaatverandering een ernstige kwestie is, gaat ook aan Amargosa Valley niet voorbij. Deze zomer werd de afgelegen nederzetting van 1.500 inwoners in de bergwoestijn van Nevada geroosterd door een hittegolf die drie maanden aanhield. Vorig jaar dumpte een orkaan zeldzaam veel regen in deze gortdroge uithoek van de westelijke Amerikaanse staat. En toen deze nazomer in het aanpalende Californië weer grote bosbranden uitbraken, moesten ramen dagenlang dichtblijven en grepen astmapatiënten onophoudelijk naar hun inhalers.

„We liggen in een vallei en alles komt hier samen”, klaagt Carolyn Allen in haar kantoortje in het gemeenschapscentrum van het dorp. „Het was hier in de zomer dagen achter elkaar 48 graden [Celsius] en ook oktober blijft ongewoon heet. Er zijn de harde winden. Er zijn de bosbranden, waarvan de rook blijft hangen. We konden hier niet eens ademhalen.”

Dat de opwarming van de planeet gevaarlijk begint te worden, beseffen dus ook de inwoners van Amargosa Valley wel, zegt Allen. Het is een beeld dat in landelijk opinieonderzoek steeds terugkomt: in groeiende meerderheden zeggen Amerikanen zich zorgen te maken over het klimaat en maatregelen te verlangen – ook Republikeinse kiezers.

Atoombommen

Toch gaat het in de campagne voor de presidents- en Congresverkiezingen van begin november amper over klimaatbeleid. Tekenend was de wijze waarop het thema aan de orde kwam in het tv-debat tussen de Democratische kandidaat Kamala Harris en haar Republikeinse rivaal Donald Trump. Toen zij hem verweet klimaatverandering „een hoax te noemen, terwijl deze heel echt is”, negeerde hij dit en begon hij over autofabrieken die massaal naar Mexico zouden verhuizen.

Het illustreerde hoe Trump en zijn Republikeinen niet langer zozeer klimaatverandering ontkennen, als wel de energietransitie aanvallen die de zittende Democratische regering-Biden de afgelopen jaren inzette. Die overschakeling van fossiele brandstoffen naar duurzamere energiebronnen zet Trump weg als Green New Scam (een variatie op de door Biden gemunte term Green New Deal). Trump belooft deze terug te draaien als hij in november het Witte Huis herovert.

Die retoriek is bovenal gericht op het overwegend conservatief stemmende Amerikaanse platteland – zoals dat van het dunbevolkte, maar electoraal belangrijke Nevada. Veel Amerikanen zien die staat vooral als wasteland, een onontgonnen woestenij waar amper iemand zou wonen. Ruim driekwart van het land is er in handen van de federale overheid en die gebruikte de ‘lege’ staat vorige eeuw daarom al voor proeven met atoombommen. Het Amerikaanse leger heeft er zijn grootste munitieopslagplaats, evenals streng afgegrendelde militaire bases. Een ervan is Area 51, de mysterieuze basis bekend van de complottheorieën dat er buitenaardse wezens en ufo’s verborgen worden.

De afgelopen jaren werd Nevada ook een van de staten waar Washington het meest investeerde in de energietransitie. Er liggen al uitgestrekte zonne- en windparken en er lopen tientallen aanvragen voor de winning van mineralen die onmisbaar zijn in accu’s van elektrische auto’s. Die projecten stuiten regelmatig op grote lokale weerstand.

Nevada is een van de staten waarin Washington het meest investeerde in de energietransitie

Zo meldt het gemeenschapshuis van Amargosa Valley op zijn digitale mededelingenbord in kapitalen: „Nee tegen lithium”. De nederzetting loopt al maanden te hoop tegen de plannen van een mijnbouwbedrijf om even verderop lithium te gaan delven. Dit ‘witte goud’ is de belangrijkste grondstof voor de accu’s van stekkerauto’s. De bodem van Nevada bevat enorme voorraden, maar de winning kost veel water en inwoners vrezen dat hun leefomgeving er onomkeerbaar door verandert. Allen: „Voor ons is het een kwestie van overleven.”

Zeldzame pupvisjes

„Wetenschappers weten nog steeds niet precies hoe onze ondergrondse waterreservoirs erbij liggen en met elkaar in contact staan”, zegt Dave Pall. De gepensioneerde hydroloog is aangeschoven in Allens kantoor en noemt het onverantwoord hier zomaar grote hoeveelheden water op te pompen. Een dalend grondwaterpeil kan onder andere de unieke draslanden van het nabijgelegen Ash Meadows-natuurpark laten droogvallen en de inheemse zeldzame ‘pupvisjes’ (Cyprinodon nevadensis mionectes) doen uitsterven, waarschuwen de inwoners, gesteund door milieu-activisten.

Een andere lokale zorg is dat de mijnbouw en andere economische activiteiten de bovenste bodemkorst van de bergwoestijn beschadigt. „Deze is al miljoenen jaren onaangeroerd gebleven en we weten niet wat er allemaal aan bijvoorbeeld bacteriën vrijkomt, als we hem overhoop halen”, zegt Allen. Volgens haar maken inwoners al vaker melding van buikgriep sinds in een desolaat stuk woestijn een groot zonnepark is gekomen. „En we zien nu vogels zich te pletter vliegen op die panelen, omdat ze denken dat het een waterplas is.”

Het natuurpark Ash Meadows bij Amargosa Valley in Nevada. Een mijnbedrijf wil in het naastgelegen gebied lithium delven, wat de waterhuishouding in het park in gevaar kan brengen.
Foto Las Vegas Review-Journal

De grootste vrees van de bewoners is echter dat hun dorp binnen enkele jaren ontvolkt raakt. De belangrijkste werkgever is nu een melkveehouderij met duizenden koeien, waarvoor de alfalfa verbouwd wordt door een legertje – vooral Latijns-Amerikaanse – landarbeiders. Een producent van zonne-energie wil de grond van de boer echter opkopen, wordt beweerd. „Dan zou al dat personeel vertrekken, inclusief hun kinderen, en kan de school wel sluiten.” En zodra een dorp zijn school kwijtraakt, weten plattelanders, verliest het zijn toekomst.

De opgewekte elektriciteit gaat bovendien vooral naar de grote steden of stroomslurpende datacentra van de techindustrie uit buurstaat Californië. Daar rijden ze al toenemend elektrisch, terwijl hier nog nagenoeg iedereen zweert bij een pick-uptruck op benzine. „Ik snap dat we een ideale omgeving bieden: het is hier relatief vlak en de zon schijnt bijna altijd”, zegt Allen over de zonneparken die er gepland staan. „Maar voor ons voelt het alsof wij plattelanders eruitgewerkt worden.”

Eén operationele lithiummijn

Nu de Amerikaanse auto-industrie de verbrandingsmotor uitfaseert, moet meer elektriciteit worden opgewekt en meer lithium worden gedolven. Tegelijkertijd produceren de VS zelf amper lithium. Vooralsnog is er in het hele land maar één lithiummijn operationeel: die van Silverpeak in Nevada – en die bestaat al decennia.

De vraag is hoe snel er mijnen bij komen: Amargosa Valley is lang niet de enige plek waar milieu-activisten, bewoners of inheemse volkeren zich verzetten tegen de opening van mijnen.

De wens om onafhankelijker te worden van China – de grote geopolitieke concurrent, die veruit de meeste lithium delft – leeft breed in Washington. De regering-Biden strooit daarom met miljarden om de zogeheten lithium loop te dichten. Over enkele jaren gaat de eerste generatie elektrische voertuigen met pensioen, waarna de kostbare materialen uit hun accu’s gerecycled kunnen worden. Nu al belanden tonnen aan apparatuur op de schroothoop, waaruit allerlei mineralen en metalen gewonnen kunnen worden, wat bekendstaat als urban mining.

Lithiumschaarste

Vooral Reno, in het noorden van Nevada, moet die lithiumambitie gaan waarmaken. Na een autorit van zeven uur door een spectaculair landschap van afwisselend pikzwarte vulkaanvalleien, desolate bergen en helblauwe bergmeren, en langs plaatsen als Silverpeak, Goldfield en Mina die Nevada’s lange geschiedenis van mijnbouw verraden, dient deze nieuwe boom-regio zich aan. Reno – dat zichzelf van oudsher de biggest little city in the world noemt – heeft door de energietransitie een groeispurt ingezet. Het wegennet is er de afgelopen jaren uitgebreid met onder meer Terabyte Drive, Innovation Road en Superloop Circle.

Van alle klimaatdollars die de regering-Biden investeert, zijn – per hoofd van de bevolking – de meeste in de aanpalende Storey County neergeslagen, berekende denktank Brookings Metro. In deze gemeente ligt het snelgroeiende bedrijvenpark Tahoe-Reno Industrial Center, waar onder meer techgiganten Google, Switch en Apple enorme datacentra laten draaien. Tesla opende er onlangs een ‘Gigafactory’ waar zijn nieuwe semi-trucks grotendeels in elkaar gesleuteld zullen worden.

Op een paar minuten rijden van die enorme fabriek zit Redwood Materials. Dit recyclingsbedrijf is opgericht door J.B. Straubel, die vijftien jaar lang Tesla’s hoogste technologie-directeur (cto) was. Bij deze fabrikant zag hij aankomen dat de grootschalige productie van e-autobatterijen kon vastlopen op een mondiale lithiumschaarste. In 2017 richtte Straubel daarom Redwood op, al blijft hij verbonden met Tesla: na enkele jaren afwezigheid zit hij als medeoprichter in de raad van bestuur van Elon Musks autobedrijf.

In de open lucht, langs de toegangsweg naar het hoofdgebouw van Redwood, staan honderden pallets e-schroot om verwerkt te worden. Het droge woestijnklimaat is hier redelijk ideaal voor, legt Redwood-voorlichter Adam Kirby uit tijdens een rondleiding. „Hier ligt van alles opgeslagen. Vaak afgekeurde partijen, van elektrische tandenborstels tot tondeuses, en van powerbanks tot e-stepjes. Die laatste gaan heel snel kapot en leveren veel op.”

In 2020 werd Redwood operationeel en kon het beginnen met de winning van ‘zwarte massa’, de waardevolle mix van lithium, nikkel, ijzer, titanium en andere metalen. Kirby toont enorme shredders, die de afgedankte apparatuur verpulveren, en de nog grotere verhittingsovens waar de black mass daarna wordt gescheiden van de bekisting en bedrading van de batterij. Even verderop is de eerste van vijf fabrieken in aanbouw, waar Redwood de zwarte massa gaat omzetten in nieuwe accu’s, bestemd voor onder meer Tesla en Panasonic.

Patriottisme

Ook Redwood krijgt miljarden subsidie uit Bidens klimaatwet, de Inflation Reduction Act (IRA) van 2022. Aan die steun wil Trump een einde maken, mocht hij winnen. Toch benadrukt Alexis Georgeson, bij Redwood als vicepresident verantwoordelijk voor overheidsrelaties, dat het bedrijf al bestond voor de regering-Biden aantrad. „Ik laat altijd graag weten dat wij onder de regering-Trump opgericht werden”, zegt ze in videogesprek vanuit San Francisco.

Terwijl Harris en de Democraten de energietransitie bij kiezers aan de man brengen als ‘patriottische’ noodzaak om de American way of life te beschermen, blijft Trump de Green New Deal afkraken. Daarbij krijgt hij deze campagne volop financiële en publicitaire steun van Tesla-topman Elon Musk, aan wie hij al een economische adviesrol heeft beloofd in zijn volgende regering. Menig Tesla-rijder besluit Elon Musk dit verkiezingsjaar maar te negeren

Op de rol die Musk speelt in de campagne gaat Georgeson liever niet in. Maar ze wijst er op dat voor het terugdraaien van IRA-maatregelen, zoals de belastingkorting van 7.500 dollar op de aanschaf van elektrische voertuigen (EV’s), Trump behalve het Witte Huis ook het Congres (ruim) moet winnen. „Hij moet dan zowel het Huis als de Senaat veroveren, wat wij niet als heel waarschijnlijk scenario zien. We verwachten eerdere enkele kleine wetswijzigingen.”

Lees ook

Wat zijn de gevolgen van orkaan Helene voor de Amerikaanse verkiezingen?

Wat zijn de gevolgen van orkaan Helene voor de Amerikaanse verkiezingen?

In weerwil van Trumps retoriek ziet Georgeson dat de wens om minder afhankelijk te worden van buitenlandse grondstofleveranciers bij beide partijen in Washington heeft postgevat. „Je hoeft niet van EV’s te houden om in te zien dat onze aanvoerketens duurzamer en weerbaarder moeten worden.”


Harris haalt meer geld op dan Trump: wint ze daarmee ook het Witte Huis?

Of hij er juridisch mee wegkomt, moet nog blijken, maar opnieuw is Elon Musk erin geslaagd veel gratis media-aandacht te genereren voor zijn persoonlijke favoriet voor het Witte Huis: Donald Trump. De techmiljardair kondigde zaterdag aan om tot verkiezingsdag (5 november) elke dag 1 miljoen dollar weg te geven aan één geregistreerde kiezer in de electoraal cruciale staat Pennsylvania.

Voor de campagne van de Republikeinse kandidaat lijkt het vooral een gewiekste manier om namen, telefoonnummers en e-mailadressen van potentiële kiezers binnen te harken. Volgens sommige experts is het echter ook een overtreding van de kieswet, die het verbiedt mensen te betalen om te gaan stemmen. Musk zou echter een maas in de wet hebben gevonden: hij verloot het geld alleen onder mensen die een petitie ondertekenen waarin ze trouw beloven aan de eerste twee amendementen van de grondwet (die respectievelijk de vrijheid van meningsuiting en vrij wapenbezit schragen).

Musks miljoenenstunt toont hoe Trump in zijn derde gooi naar het presidentschap sterk leunt op de financiële steun van enkele steenrijke donateurs. Meer nog dan zijn Democratische rivaal Kamala Harris, profiteert de ex-president van het vonnis waarmee het federale Hooggerechtshof in 2010 de maximumlimieten op donaties door bedrijven en burgers schrapte (Citizens United v. FEC). Die baanbrekende uitspraak leidde tot een exponentiële stijging van campagnedonaties – ook dit jaar worden weer alle records gebroken.

Reclame-start-up

Een presidentscampagne is een bijzondere onderneming. Enerzijds is het een reclamebedrijf dat hoogstens anderhalf jaar bestaat, met één opdrachtgever, één keiharde deadline en één taak: tot verkiezingsdag zoveel mogelijk Amerikanen overtuigen dat ze op kandidaat X van partij Y moeten stemmen. Anderzijds is het een start-up die in zijn ultrakorte bestaan vele honderden miljoenen dollars aan investeringen moet ophalen, om dat geld net zo snel weer uit te geven. Aan een lawine aan tv- en radiospotjes en online advertenties, aan de salarissen van duizenden werknemers en aan de huur van tientallen kantoren door het hele land.

De afgelopen decennia won de opdrachtgever met de diepste zakken ook het Witte Huis. Maar sinds 2016 bieden die resultaten uit het verleden geen garanties meer. Zakenman en reality-tv-ster Donald Trump liet dat jaar tot veler verrassing zien dat het machtigste ambt niet altijd naar de meest kapitaalkrachtige kandidaat hoeft te gaan.

De afgelopen decennia won de opdrachtgever met de diepste zakken ook het Witte Huis, maar sinds 2016 bieden die resultaten uit het verleden geen garanties meer

Zijn eerste campagne kostte acht jaar geleden ‘slechts’ 270 miljoen dollar. Dit was de helft van de campagnekas waarover zijn Democratische rivaal Hillary Clinton beschikte en een derde van het bedrag waarmee zijn voorganger Barack Obama in 2012 zijn herverkiezing zeker had gesteld.

Ook in 2020 beschikte Trump over fors minder geld dan zijn Democratische uitdager Joe Biden. En hoewel Biden, net als Clinton vier jaar eerder, miljoenen stemmen meer haalde dan Trump, was zijn winst door het getrapte kiesstelsel toch uiterst nipt. Trump verloor het presidentschap uiteindelijk in een handvol sleutelstaten met steeds slechts enkele tienduizenden verschil. Een nek-aan-nek-race die zich dit jaar, volgens de peilingen, lijkt te gaan herhalen.

Hand op de knip

Ook bij zijn derde gooi naar het presidentschap is Trump financieel weer de underdog. Volgens de meest recente officiële cijfers van de Federale Kiescommissie (FEC) haalde hij tussen begin 2023, toen hij zich wederom meldde als kandidaat, en eind september dit jaar 372 miljoen dollar op. Bidens campagnekas – later overgenomen door Kamala Harris – haalde in diezelfde periode veel meer op: 900 miljoen.

Aanvankelijk hielden veel Democratische donateurs hun hand nog op de knip, toen een steeds fragieler ogende Biden dit voorjaar wegzakte in de peilingen. Donaties voor Trump piekten juist in de lente. In mei met name, toen hij veel in de rechtbank zat voor zijn zwijggeldproces, en in juni, na zijn debatoptreden tegen een opzichtig haperende Biden. Eind juni had Trump daardoor kortstondig meer cash in kas dan Biden.

Lees ook

Kamala Harris’ optreden bij het debat met Trump werd geprezen. Schiet ze daar iets mee op?

T-shirts van Harris op een campagnebijeenkomst in Charlotte, North Carolina. Foto Erik S. Lesser/EPA

Maar sinds de late wissel voor Harris, eind juli, is de afgelopen drie maanden alsnog een grote geldstroom richting de Democraten op gang gekomen. Dit zijn vooral veel kleine donaties (onder de tweehonderd dollar) van individuele kiezers, die plots weer geloven in de overwinning. In de eerste achtenveertig uur van haar kandidatuur kreeg Harris bijvoorbeeld elke dag meer dan 600.000 microgiften binnen. De dag dat ze Tim Walz nomineerde als haar running mate een half miljoen. En na haar sterke tv-debat met Trump, op 10 september, kwam er in een etmaal 47 miljoen dollar aan donaties binnen bij het Harris Victory Fund.

Zulke kleine donaties worden gezien als belangrijke graadmeter voor het electorale enthousiasme dat een kandidaat genereert. En Harris blijkt hard op weg om meer kleine donaties aan te trekken dan Biden in 2020 deed.

Minder kleine donateurs

Bij Trump is het beeld anders. Zeker bij tegenslagen (een nieuwe rechtszaak, een mugshot, een mislukte moordaanslag) trekken zijn meest trouwe aanhangers met honderdduizenden de creditcard. Maar de ex-president slaagt er dit jaar minder goed dan in 2020 in om kleine giften te oogsten. Volgens data van de Republikeinse doneerwebsite WinRed verleidde hij tot op heden 2,7 miljoen kleine donateurs. Vier jaar geleden waren dat er op dit moment reeds 3 miljoen.

In 2016 compenseerde Trump zijn kleinere financiële armslag door heel veel media-aandacht te genereren. Die ‘gratis’ publiciteit was volgens data-analist mediaQuant die verkiezingscyclus circa 5 miljard dollar waard, twee keer zoveel als Clinton kreeg. Acht jaar later worden zijn rally’s en persconferenties echter allang niet meer live uitgezonden door alle tv-zenders. Daarnaast was Trump dit jaar tientallen miljoenen kwijt aan advocatenrekeningen, dollars die hij niet kon uitgeven aan tv-spotjes.

Ook financieel gezien is de strijd om het Witte Huis een nek-aan-nek-race

Dit jaar wordt Trump echter te hulp geschoten door enkele mede-miljardairs – sommigen al jaren vaste sponsors van de Republikeinen, anderen pas recenter bekeerd tot het trumpisme. Sinds het ‘Citizens United’-vonnis kunnen zij onbeperkt doneren via eigen ‘politieke actiecomités’, zogenoemde ‘superpacs’.

Ook Harris heeft zulke steenrijke sympathisanten, in onder meer Silicon Valley en Hollywood. Zo haalde de vicepresident in het laatste weekeinde van september alleen al met twee luxueuze fondsenwervenevenementen in Los Angeles en San Francisco in totaal 55 miljoen dollar op.

Maar voor Trump zijn deze aan hem gelieerde financiële vehikels een nog belangrijkere bron van inkomsten: ze vormen ongeveer 40 procent van zijn totale campagnekas, tegen 20 procent voor Harris. Als deze megadonaties worden meegeteld staat de ex-president er al beduidend minder slecht voor. Haalde de Biden/Harris-campagne inclusief superspac-geld sinds begin 2023 in totaal 1,68 miljard op, Trump komt op 1,44 miljard, berekende de Britse zakenkrant Financial Times vorige week. Ook financieel gezien blijft de strijd om het Witte Huis daarmee een nek-aan-nek-race.

Geldschieters Trump

Timothy Mellon

Deze erfgenaam van een steenrijke bankiersfamilie en spoorwegmagnaat is een veelvuldig donateur aan de Republikeinen en Trumps grootste donor. De miljardair doneerde minstens 125 miljoen dollar aan een superpac dat Trump steunt.

Forbes schat zijn nettovermogen op 14,1 miljard dollar. Naast de Trumpcampagne stak hij 25 miljoen in de campagne van Robert F. Kennedy Jr, die zich in augustus terugtrok uit de race en zich bij Trump aansloot.

Mellon, inmiddels 81, is met de tijd steeds rechtser geworden. In de jaren zeventig doneerde hij nog aan instellingen voor feminisme, ecologie en inheemse Amerikanen; in 2014 liet hij zich online uit als ontkenner van klimaatverandering. In 2020 zei hij in een zeldzaam interview aan Bloomberg dat hij Trumps houding tegenover China en internationale handel waardeert.

Elon Musk

Tesla-oprichter en X-eigenaar Elon Musk is met een geschat vermogen van bijna 250 miljard dollar de rijkste man op aarde.

Eerder heeft Musk Democratisch gestemd, maar hij schaart zich deze verkiezingen vol overtuiging achter Trump. Musk stak in oktober minstens 75 miljoen dollar in Trumps campagne en houdt daarnaast zelf een reeks bijeenkomsten voor Trump in swing state Pennsylvania.

Musk was samen met andere techmagnaten geldschieter van Trumps running mate J.D. Vance, en heeft volgens The New York Times Vance ook bij Trump voorgesteld als een geschikte vicepresidentskandidaat.

Peter Thiel

Thiel is met Musk mede-oprichter van de betalingsdienst PayPal en actief als durfinvesteerder in Silicon Valley. Net als Musk is Thiel een oude bekende van J.D. Vance. Hij steunt Trumps campagnes al sinds 2016.

Thiel staat bekend om zijn controversiële maar in Silicon Valley invloedrijke gedachtegoed over de rol van de staat en technologie. Hij noemt zichzelf een conservatieve libertariër, wat hem vooral lijkt te gaan om een zo klein mogelijke staat en zo min mogelijk overheidsbemoeienis – zo min mogelijk belastingen. Hij wil met technologie de dood overstijgen: hij verkondigde in 2023 dat hij zich aan het eind van zijn leven wil laten invriezen.

Miriam Adelson

Miriam Adelson staat op plek tweeëndertig op de Forbes-ranglijst van rijkste Amerikanen, de zevende vrouw op de lijst, met een geschat nettovermogen van 30 miljard dollar. Ze steunt Trump al sinds 2016. Deze verkiezingen doneerde ze 100 miljoen dollar om zijn campagne te helpen. De 78-jarige psychiater erfde in 2021 het casino-imperium Las Vegas Sands nadat haar man, Sheldon Adelson, overleed.

Adelson staat net als haar man tijdens zijn leven faliekant achter de regering van Israël. Ze heeft zowel een Israëlisch als Amerikaans paspoort en heeft gediend als officier in het Israëlische leger. Ze gelooft dat een Trump-regering Israël de meeste steun zal bieden.

Richard ‘Dick’ en Elisabeth Uihlein

Richard en Elizabeth Uihlein richtten in de jaren 80 verpakkingsbedrijf Uline op, wat uitgroeide tot een van de grootste ondernemingen van de Verenigde Staten. De twee hebben een lange reeks aan donaties aan conservatieve en Republikeinse doelen op hun naam staan, en steunen Trumps campagne sinds 2016.

Toch zijn het geen onvoorwaardelijke Trump-aanhangers: de Uihleins waren onder de grootste donateurs achter Ron DeSantis’ campagne toen die het begin 2024 tegen Trump opnam als Republikeinse kandidaat. In oktober hebben de Uihleins Trumps presidentiële campagne volgens Forbes met bijna 59 miljoen dollar gesteund.

Familie Koch

Charles Koch is eigenaar van Koch Industries, een producent van fossiele energie en grondstoffen. Na Uline is dat het grootste Amerikaanse familiebedrijf . Charles Koch is, naast zijn in 2019 overleden broer David, de meest politiek actieve nazaat van het Koch-fortuin. Hij is inmiddels ruim in de tachtig, en doneert al ruim veertig jaar aan conservatieve doelen en denktanks. Verschillende daarvan ontkennen klimaatverandering of bestrijden vakbonden. Forbes schat hun gezamenlijk vermogen op 67,5 miljard dollar.

Ook de Koch-familie steunde Trump voorheen niet in al zijn ideeën, zeker wat zijn meer protectionistische visie op handel betreft. In 2018 lanceerden de broers David en Charles een campagne tegen de onder Trump ingevoerde handelstarieven op staal en aluminium.

Geldschieters Harris

Reid Hoffman

Reid Hofmann richtte in 2003 zakelijk platform LinkedIn op en was een van de eerste werknemers van Paypal. Forbes schat zijn vermogen op 2,5 miljard dollar.

„Oud-president Donald Trump is het soort verkoper dat geen enkele succesvolle zakenman kan uitstaan”, schreef Hoffman in een opiniestuk op Bloomberg: Trump is volgens hem slecht nieuws voor de Amerikaanse economie.

Hij doneerde in juli 7 miljoen dollar, maar gaf wel de boodschap mee dat Harris in haar presidentschap een nieuwe voorzitter zou moeten aanstellen van de Federal Trade Commission, de Amerikaanse mededingingsautoriteit. Hoffman botste als bestuurslid van Microsoft eerder met de huidige voorzitter Lina Khan.

Dustin Moskovitz

Moskovitz is mede-oprichter van Facebook en eigenaar van projectmanagament-programma Asana.

Samen met zijn vrouw richtte hij in 2012 Good Ventures op, dat miljardenbeurzen uitdeelt aan startups die bezig zijn met gezondheid en welzijn. Hij is een voorstander van ‘effectief altruïsme’: een sociale beweging die grote wereldproblemen zo efficiënt mogelijk probeert aan te pakken, vaak door gerichte investeringen en filantropie.

Moskovitz heeft een geschat vermogen van 15,3 miljard dollar en heeft zo’n 3 miljoen gedoneerd aan Harris’ campagne. Moskovitz en Elon Musk hebben al jaren een vete die zich publiekelijk afspeelt op sociale media. Moskovitz vergeleek Tesla in april nog met het frauduleuze en nu failliete bedrijf Enron.

George en Alexander Soros

George Soros verdiende tot 2011 tientallen miljarden met beursspeculatie in New York. Inmiddels heeft hij het overgrote deel via fondsen aan liefdadigheid beschikbaar gesteld, zijn huidige vermogen wordt geschat op 7 miljard. In 2023 droeg hij zijn miljardenimperium over aan zijn zoon Alexander, die zegt zich meer in te willen zetten voor abortusrechten en gendergelijkheid.

Soros, inmiddels vierennegentig, heeft als Joodse jongen de nazi-bezetting in Hongarije meegemaakt, en is in radicaal-rechtse kringen vaak onderwerp van antisemitische complottheorieën. Nadat Joe Biden zich terugtrok uit de race schaarden de Sorossen zich vrijwel direct achter Harris.

Michael ‘Mike’ Bloomberg

Oud Wall Street-ondernemer en politicus Michael Bloomberg is oprichter van het gelijknamige financiële dienstverleningsbedrijf en oud-burgemeester van New York. Hij heeft een geschat vermogen van zo’n 105 miljard dollar. Al schakelde hij van 2001 tot 2018 over naar de Republikeinse partij, is hij ook geruime tijd donateur van de Democraten.

In 2020 stelde Bloomberg zich zelf beschikbaar als Democratische presidentskandidaat, Kamala Harris moest het toen tegen hem afleggen. In haar afscheidsmail schreef ze wat leek op een steek naar Bloomberg: „Ik ben geen miljardair. Ik kan mijn campagne niet zelf betalen.”

Bloomberg steunde Harris na de terugtrekking van Joe Biden niet direct. De beslissing was „te belangrijk om te haasten”, schreef hij in juni op X. In augustus doneerde hij toch 10 miljoen dollar aan Harris’ campagne.

Jeffrey Katzenberg

Jeffrey Katzenberg is als Hollywood-producent met ‘slechts’ een vermogen van 1 miljard een uitschieter naar beneden. Maar grote Hollywoodfiguren als hij gelden als belangrijke fondsenwervers. Tot 1994 leidde Katzenberg Disney Studios, nu is hij in de filmindustrie actief als belegger.

Toen Joe Bidens ouderdomskwalen steeds zichtbaarder werden, bleef Katzenberg Biden aanvankelijk steunen. Maar toen Biden zich terugtrok moedigde hij die keuze direct aan, hij noemde het een „dappere beslissing”.

George Clooney

Anders dan Katzenberg verloor Joe Biden wel vroeg de steun van acteur George Clooney. Clooney en Biden kennen elkaar al lang persoonlijk en Clooney zette zich actief in voor fondsenwerven voor Bidens campagne. Maar begin juli schreef de acteur in een opiniestuk in The New York Times dat de Democraten een andere kandidaat nodig hadden, gezien Bidens zichtbare achteruitgang. Biden bleef daarna nog zo’n twintig dagen in de race. Twee dagen nadat Biden zich terugtrok sprak George Clooney zijn steun uit voor Harris.