Arbeidsmigranten bewerken de Californische akkers. Nu vrezen ze een klop op de deur

Onthutst kijkt Alonso Alejandro Peraza uit over de uitgestrekte akkers achter de Camarillo Nursery, een plantenkwekerij in het zuiden van de Amerikaanse staat Californië, even buiten Los Angeles. Rijen en rijen selderij worden verbouwd op de vruchtbare landbouwgrond, omgeven door heuvels en onder een warme zon. Maar de planten ogen droog en de akker is verlaten, ziet Peraza.

„Kijk, de planten gaan dood, want er zijn geen werkers om ze te onderhouden”, zegt Peraza, een forse man van tegen de vijftig met een strohoed met het opschrift ‘California’. „Ze zijn bang, sommige bedrijven zijn binnengevallen. Het is onvoorstelbaar wat de regering ons aandoet, het breekt mijn hart om te zien wat er in Amerika gebeurt. Als dit zo doorgaat, gaan landbouwbedrijven dicht.”

Het platteland van Californië, een cruciale leverancier van landbouwproducten in de Verenigde Staten, is in de greep van angst en onzekerheid. De federale immigratiepolitie ICE voerde vorige week, naast omstreden, uitvoerige operaties in Los Angeles, ook acties buiten de miljoenenstad uit om ongedocumenteerde migranten op te sporen en te arresteren, met als doel hen uit te zetten. Dat gebeurt onder druk van de regering van president Donald Trump, die het aantal uitzettingen van illegale migranten sterk wil opvoeren.

Onmisbaar

Arbeidsmigranten zijn al sinds jaar en dag onmisbaar voor de sector: landelijk zijn meer dan 40 procent van agrarische arbeiders ongedocumenteerde migranten; in Californië geldt dat voor meer dan 75 procent van de ruim 255.000 plattelandsarbeiders, blijkt uit onderzoek van de University of California Merced. Velen van hen wonen al jarenlang in de staat en hebben er gezinnen. De landbouwsector van Californië is bovendien onmisbaar voor de voedselvoorziening van de VS: de zuidwestelijke staat is verantwoordelijk voor ruim een derde van de nationale productie van groenten, en meer dan driekwart van die van fruit en noten.

In Californië is meer dan 75 procent van de ruim 255.000 plattelandsarbeiders een ongedocumenteerde migrant

In Ventura County, ten noordwesten van Los Angeles, verschenen agenten van ICE onaangekondigd bij zeker vijf agrarische bedrijven en vijf verpakkingsfabrieken. Ze doken op bij een akker waar arbeiders blauwe bessen aan het plukken waren. Sommige werkers sloegen op de vlucht. Er kwamen videobeelden naar buiten van een arbeider die in de ochtendmist over een akker rent, achtervolgd door een agent te voet, terwijl een voertuig van de grenspatrouille meerijdt op een onverharde weg. De man kwam ten val en werd opgepakt, evenals zeker 35 anderen.

Peraza schiet er vol van. „Ik had nooit gedacht dat dat in onze mooie agrarische gemeenschap zou kunnen gebeuren”, zegt hij. Hij vindt het onbegrijpelijk dat agenten van ICE achter harde werkers aan gaan. „Ja, pak criminelen aan, maar ga niet achter boeren aan, achter hardwerkende landbouwarbeiders.”

Alonso Alejandro Peraza vreest voor een mislukte oogst nu arbeidsmigranten het land niet durven te bewerken uit angst voor de vreemdelingenpolitie.
Foto Frank Kuin

Zijn eigen ouders immigreerden vanuit Mexico en werkten jarenlang op het land, vertelt Peraza. „Ik zat vaak in de auto terwijl mijn moeder op het land werkte, slopend werk op de akkers, want ze kon geen oppas betalen. Mijn ouders deden alles: citroenen, avocado’s, selderij, koriander, paprika’s, spinazie, boerenkool. Het maakt deel uit van de geschiedenis van Californië, we hebben zuidelijk Californië helpen opbouwen.”

‘No Kings’

Veel inwoners van het progressieve Californië delen dat besef. In Los Angeles leidden de controversiële operaties van ICE-agenten in de stad tot rumoerige protesten, waarop Trump reageerde door de Nationale Garde in te zetten – volgens critici een onnodige stap die erop was gericht de situatie te escaleren. Maar ook in het politiek meer gemengde Ventura County heeft de aanpak van landbouwwerkers en andere migranten geleid verontwaardiging.

„Dit is niet mijn land”, zegt Martha Moran, een inwoonster van Ventura, zaterdag bij een drukbezochte demonstratie onder de noemer ‘No Kings’. Ze draagt een bord met de tekst ‘Californië is niet de vierde economie van de wereld geworden zonder immigranten’, een verwijzing naar het bbp van de staat. „Ons land is opgebouwd door immigranten, golf na golf. Dit is schandalig en afschuwelijk. Iedereen is bang om naar zijn werk te gaan.”

De opkomst bij de ‘No Kings’-betoging is fors en luidruchtig. Veel deelnemers dragen borden, met allerlei slogans, van ‘Dump Trump’ tot ‘Fight fascism’ tot ‘Immigrants make America Great’ en ‘Fuck ICE!’. Betogers staan aan weerszijden van Victoria Avenue, waar het gebouw van het regiobestuur staat. Auto’s rijden toeterend langs, er wordt muziek gemaakt. De sfeer is energiek, deelnemers lijken opgetogen om eindelijk stoom af te blazen na bijna vijf maanden onder president Trump.

„Ik ben hier om mijn walging over deze regering te delen”, zegt Heather Gray, een jonge inwoonster van Ventura. Ze draagt een bordje met de tekst ‘Protect immigrant families’. „De overgrote meerderheid van de bevolking van Californië wil ICE niet in onze gemeenschappen, bedankt. Het kan mij niet schelen wie hier legaal is of illegaal. Als iemand een crimineel is, pak hem dan op. Maar laat mensen anders werken en voor hun gezinnen zorgen en voor de gemeenschap, zoals ze al tientallen jaren doen.”

Verandering van toon

Betogers weten dat een deel van de bevolking van hun regio Trump wel steunt: hoewel Californië overwegend Democratisch is, zeker in de grote steden van de staat, is er een aanzienlijke Republikeinse minderheid, vooral in het binnenland. Bij een evenement met motorfietsen aan de rand van Camarillo zegt Wanda Allison dat ze het uitzettingsbeleid van Trump steunt. „Ik vind het prima”, zegt zij, terwijl ze haar helm op zet om ronkend weg te rijden. „Als je niet volgens het juiste proces binnenkwam, hoef je ook geen eerlijk proces te krijgen bij de uitgang.”

Toch lijkt Trump gevoelig voor de scherpe kritiek op de arrestaties van arbeiders in de landbouw. Die brengen agrarische bedrijven in moeilijkheden: zij kunnen zonder genoeg arbeidskrachten deze zomer hun gewassen niet oogsten. Dat kan leiden tot schaarste en oplopende voedselprijzen – terwijl Trump tijdens de verkiezingscampagne juist beloofde de inflatie te beteugelen. Hij lijkt te vrezen dat de nadrukkelijke aanpak van arbeidsmigranten in de landbouw hem steun kan kosten.

Links: Demonstrant Heather Gray ‘walgt’ van het regeringsbeleid. Rechts: ‘Ons land is opgebouwd door immigranten, golf na golf’, zegt Martha Moran tijdens een betoging in Ventura.

Foto’s Frank Kuin

Zo liet de agrarische sector zijn ongenoegen blijken. „We willen heel duidelijk zijn: de Californische landbouw is afhankelijk van en waardeert zijn personeel”, zei Bryan Little van het California Farm Bureau, een organisatie die opkomt voor de landbouwbelangen in Californië, in een verklaring. „We zitten nog in het begin van het seizoen, met een beperkte oogstactiviteit, maar die zal snel toenemen. Als de federale immigratiehandhaving in deze richting blijft gaan, zal het steeds moeilijker worden om voedsel te produceren, te verwerken en in de schappen van de supermarkt te krijgen.”

Donderdag stuurde Trump zijn beleid dan ook bij: ICE kreeg de opdracht om de aanpak van ongedocumenteerde arbeiders in de landbouw te staken, evenals ongedocumenteerde werknemers in de hotelbranche. „Onze geweldige boeren en mensen in de horeca hebben verklaard dat ons zeer agressieve immigratiebeleid hen zeer goede, langdurige werknemers afpakt, en dat die banen bijna onmogelijk te vervangen zijn”, schreef hij op sociale media – een opmerkelijke verandering van toon over illegale migranten.

Niet opendoen

Voor Leonardo Martinez maakt het weinig verschil. Hij is een leider van VC Defensa, een organisatie in Ventura County die de latino gemeenschap helpt om te gaan met de dreiging van ICE. „Voor ons is het niet alleen een cruciale groep werknemers, maar onze gemeenschap”, zegt hij bij een informatie-avond voor vrijwilligers in een kerkruimte in Fillmore, een plaats in de regio. Ongeveer vijftig mensen zijn erop af gekomen om te leren wat je moet doen als je wordt geconfronteerd met agenten van ICE.

Leonardo Martinez geeft workshops waarin hij mensen uit de latino gemeenschap hun rechten uitlegt.
Foto Frank Kuin

Je kunt veel doen, blijkt tijdens de workshop, met onder meer een onderdeel ‘ken je rechten’. Zo hoef je geen vragen van ICE-agenten te beantwoorden, en niet voor ze open te doen, legt Martinez uit. Agenten kunnen geen toegang eisen tot privéterrein zonder bevelschrift van een rechter, wat ze meestal niet hebben. „Mensen zijn eerlijk en weten niet dat ze geen antwoord hoeven te geven, daarom doen ze dat wel en dan worden ze gearresteerd”, zegt hij. Bij de bezoeken van ICE aan agrarische bedrijven in de regio bleef het aantal arrestaties beperkt omdat de meeste bedrijven wisten dat ze ICE-agenten de toegang konden weigeren. Ongedocumenteerde werknemers zijn daarom op het bedrijfsterrein relatief veilig; ze lopen meer risico op de openbare weg.

Lees ook

Latino’s in Los Angeles houden zich gedeisd. ‘Wat de migratiepolitie doet is terrorisme’

Een uitgebrande auto bij confrontaties tussen politie en demonstranten tegen aanhoudingen door immigratiedienst ICE, afgelopen zaterdag in voorstad Paramount. Foto Daniel Cole/Reuters

VC Defensa beschikt over een groeiend netwerk van vrijwilligers die de activiteiten van ICE in de gaten houden en rapporteren; wanneer agenten worden gesignaleerd, worden leden van de gemeenschap gewaarschuwd via sms-berichten. Mensen wordt geadviseerd om niet open te doen wanneer een ICE-agent langskomt. In heel de regio wordt gevreesd voor een klop op de deur. „Mensen durven niet naar de winkel te gaan of hun kinderen naar school te sturen”, zegt Luana Barajas, een deelnemer aan de workshop. „Iedereen is doodsbang.”


‘Té succesvol’ – hoe de bescherming van de krokodil in Australië voor problemen zorgt

Iedere dag wordt krokodillenvanger Tom Nichols herinnerd aan zijn grootste inschattingsfout, nu 22 jaar geleden. Met een grote glimlach houdt hij zijn hand omhoog om zijn ‘oorlogswond’ te laten zien.

Vraag een kind een tekening te maken van een hand met een hap eruit, en de rechterhand van de 72-jarige Nichols is waarschijnlijk het resultaat.

Nichols is er nog steeds triomfantelijk over, want niet veel mensen kunnen een confrontatie met een zoutwaterkrokodil navertellen. Al ruim dertig jaar is de fitte Nichols – gemillimeterd zilver haar met een kort wit snorretje – parkwachter in het Noordelijk Territorium in Australië. Zijn taak: de krokodillenpopulatie onder controle houden.

In zijn beginjaren was hij een van de weinigen. „In die tijd nam ik vaak vrijwilligers mee op patrouille. De bewuste keer waren mijn zwager en een vriend uit Canada mee op de boot.” Nichols was op pad om vallen te controleren in de haven rondom Darwin, de hoofdstad van de regio. Als er een krokodil in zat, werd die meegenomen naar het vasteland. „Ik had al honderden krokodillen gevangen, maar deze was anders. Zoals gewoonlijk wikkelde ik eerst een touw om zijn bovenste kaak. Op het moment dat ik een tweede stuk touw om zijn snuit probeerde vast te maken, beet hij.”

Zijn Canadese vriend legde het moment vast dat Nichols twee vingers verloor. Die heeft de foto altijd bewaard. „Hij hapte zich vast en begon hard rond te tollen. Met een stok hebben we mijn losse vingers uit zijn bek gevist.”

Het tropische ‘Top End’ van Australië is krokodillenland. Jaarlijks komen duizenden toeristen om in het decor van de iconische film Crocodile Dundee rond te lopen. Ondanks de vele waarschuwingsborden, die vooral bij bruggen en langs de kust staan, zijn de meeste mensen zich niet bewust van het gevaar. Beelden van toeristen die vlak bij het water met hun telefoons krokodillen filmen, ook op plekken waar eerder doden zijn gevallen, komen met regelmaat in het Australische nieuws. „Mensen denken dat ze op een soort filmset zijn.”

Niet alle krokodillen in Australië zijn even gevaarlijk. Er leven twee soorten: een kleine krokodil die vooral in zoet water leeft en in de volksmond ‘freshie’ heet, en de enorme zoutwaterkrokodil, ook zeekrokodil of ‘salty’ genoemd. De ‘freshies’ zijn schuw en relatief ongevaarlijk. De zoutwaterkrokodil is juist zeer territoriaal en agressief. Het is de grootste soort onder de krokodilachtigen, met de krachtigste beet van alle dieren op aarde. Zijn kaken bestaan bijna volledig uit spieren, waardoor zijn kaken loeihard dicht kunnen klappen. Hij kan zich bovendien heel snel verplaatsen, zowel in het water als op het land.

Krokodillenvanger Tom Nichols.
Foto Meike Wijers

Geliefd vanwege de huid

Toch waren aanvaringen met mensen tot een aantal jaar geleden zeer uitzonderlijk. Lang werd er namelijk intensief op het dier gejaagd. Zeker in de periode net na de Tweede Wereldoorlog was de commerciële krokodillenjacht booming, vooral vanwege de huid van de beesten, waar leer van wordt gemaakt. Met name de huid van de grote zoutwaterkrokodil is geliefd. In een kleine twintig jaar tijd werden zo veel zoutwaterkrokodillen gevangen, dat ze begin jaren zeventig met uitsterven bedreigd werden. Er waren op dat moment minder dan drieduizend wilde krokodillen over.

In 1971 kreeg de zoutwaterkrokodil een beschermde status en werd commerciële jacht verboden. Met groot succes; het dier is nog steeds beschermd, maar al lang niet meer bedreigd. Het programma was zelfs zo geslaagd, dat de populatie zoutwaterkrokodillen sinds de jaren zeventig is geëxplodeerd. Inmiddels leven hier in het Noordelijk Territorium naar schatting ruim 100.000 wilde krokodillen, meer dan waar dan ook ter wereld. Dat stelt de mensen in het noorden van Australië voor een nieuw dilemma. „Er zijn veel te veel krokodillen. En dat is een gevaar voor de bevolking”, zegt Nichols.

Hoewel hun naam anders doet vermoeden, leven zoutwaterkrokodillen zowel in zout als in zoet water. „Overal waar water is kunnen krokodillen zijn, of het nu de oceaan of een klein riviertje is”, zegt Kelly Ewin (41), een collega van Nichols. Ze zijn net terug op de basis na een ochtendpatrouille in de haven. Het kleine kantoor grenst aan een grote barak met gietijzeren dak, dat loeiheet is in de middagzon. Boven de weg zindert de lucht van de hitte.

De krokodil is hier zeer geliefd. Sommige mensen houden ze zelfs als huisdier

Ewin is tevreden met de dagvangst. Twee krokodillen, ieder ruim drie meter lang, liggen in de grote rubberen motorboot die op een trailer achter een jeep staat. Dik touw om hun nek, ducttape om hun kaken.

In één soepel, nonchalant gebaar gooit hij een van de krokodillen over zijn schouder en draagt die naar een grote kooi. Daar bindt hij het dier met een touw aan een ijzeren stang. Zodra hij de krokodil neerlegt, begint die hevig te spartelen. Ewin is niet onder de indruk. „Dit is nog maar een kleintje.”

Ondanks de risico’s is dit zijn droombaan. „Ik ben iedere dag buiten, en iedere dag is anders.” Sinds twee jaar hoort hij bij het krokodillenteam, daarvoor was hij politieagent. Zeker drie keer per week gaat het team het water op rondom de haven van Darwin om de vallen te controleren. Buiten staan een aantal lege: grote ijzeren vallen met dikke stangen. „We hebben een zerotolerancebeleid in de haven”, legt hij uit. „Dat betekent dat we alle krokodillen die we hier vangen, verwijderen.”

Toch gebeurt het tegenwoordig steeds vaker dat mensen met krokodillen in aanraking komen. „Als mensen gaan vissen bijvoorbeeld, of de hond uitlaten langs de waterkant.” Eens in de zoveel tijd gaat het écht mis. Afgelopen jaar kwamen in Australië drie mensen om het leven door een aanval van een krokodil. Een 12-jarig meisje werd gegrepen door een krokodil terwijl ze aan het zwemmen was in een beek. Een maand later kwam een 40-jarige man om het leven nadat hij in het water viel en werd aangevallen, en begin dit jaar werd een dag vissen een 60-jarige man fataal.

Desondanks blijft de krokodil zeer geliefd in Australië. Sommige mensen houden ze zelfs als huisdier. Dat is in het Noordelijk Territorium sinds begin dit jaar onder strenge voorwaarden toegestaan. Dat vereist toewijding: de krokodillen worden gemiddeld zeventig jaar oud.

Kelly Ewin
Foto Meike Wijers

Tijd van de dinosauriërs

Toeristen gaan vaak de rivieren op om krokodillen te spotten. Maar ze kunnen ook terecht op een plek als Crocodylus Park, aan de rand van Darwin. Het drukbezochte park werd in 1994 opgericht door krokodillenexpert Grahame Webb, die sinds de jaren zestig onderzoek doet naar de reptielen. In de felle middagzon rennen groepjes kinderen enthousiast naar de met hekken omgeven plassen, waar krokodillen liggen te zonnen. „Wat ik zo cool aan ze vindt is dat ze zo snel zijn, enorm sterk en dat ze al leefden in de tijd van de dinosauriërs”, zegt de 10-jarige Abbey Johnson. Ze heeft een roze hoed op met witte stippen en een brede rand. In het park liggen de krokodillen veilig achter een groot hek, maar ze heeft de dieren ook in het wild gezien. „Ze kunnen je binnen tien seconden doden. Toen ik ze zag, was ik heel stil en liep ik langzaam naar achteren, weg van het water”, zegt ze.

Zowel van haar vader, maar ook op school heeft Abbey geleerd om ‘croc-wise’ te zijn. „We moeten altijd wegblijven van de waterkant, zowel op het strand als in meren en riviertjes.” De regionale regering heeft een bewustwordingscampagne gelanceerd, inclusief animatiefilmpje en lied. Die moet zowel kinderen als volwassenen van het gevaar doordringen. Want inmiddels is in het Noordelijk Territoriumer op iedere twee mensen één wilde krokodil. Ook toeristen worden gewaarschuwd, overal staan waarschuwingsborden langs het water, bij hotels en tourbedrijven wordt voorlichting gegeven.

Een ‘Crocodile Cruise’ op de Adelaide-rivier.
Foto Stefica Nicol Bikes/Reuters

De overheid in de regio heeft daarom onlangs een nieuw tienjarenplan gepresenteerd. Het aantal krokodillen dat jaarlijks gedood mag worden, is verhoogd van driehonderd naar twaalfhonderd. Het team van Ewin en Nichols vángt de krokodillen slechts. Ze reageren ontwijkend op de vraag wat er na de vangst met de dieren gebeurt. „Dat weet ik niet precies”, zegt Ewin. „Ze worden opgehaald door een commerciële partij, die ermee doet wat ze willen.” Meestal gaan ze naar een krokodillenboerderij, waar ook krokodillen worden gefokt voor hun huid en vlees. De huid levert het meeste geld op. Ook het vlees is populair. In veel pubs en cafés in het Noordelijk Territorium is een krokodillenburger vaste prik.

De commerciële krokodillenhandel is niet onomstreden, al levert het de lokale economie veel geld op. De krokodillenhuidhandel alleen is goed voor ruim 56 miljoen euro per jaar. De huiden gaan vooral naar Frankrijk, Singapore, Italië en Japan, waar er onder meer handtassen en schoenen van worden gemaakt voor luxemerken zoals Hermès.

Dierenwelzijnsorganisaties zijn kritisch. Voor de fokkerij worden krokodilleneieren geroofd uit het wild en vervolgens in de krokodillenboerderijen uitgebroed. Ook zijn er zorgen om de leefomstandigheden van de krokodillen op de boerderijen; daar worden ze soms gedrogeerd of krijgen ze elektrische schokken. Naar schatting leven er zo’n 150.000 krokodillen in gevangenschap in het Noordelijk Territorium.

Vanwege zijn beschermde status blijft de zoutwaterkrokodil voorlopig een reëel gevaar in de Australische bush. Het krokodillenmanagementteam van de regionale regering wordt komende jaren uitgebreid. Sinds Nichols’ ongeluk zijn de veiligheidsvoorschriften aangescherpt. Nu gaat het team met minimaal twee getrainde parkwachters op pad.

Nichols is bezig met het overdragen van zijn taken, want over een paar maanden gaat hij met pensioen. Hij gaat het werk missen, want in ruim dertig jaar heeft hij zich nog geen dag verveeld. „Krokodillen zijn net als mensen. Je weet waar ze toe in staat zijn, maar toch zijn ze enorm onvoorspelbaar.”


De Syrische economie komt sputterend op gang: ‘De mensen in Aleppo werken altijd door’

Uitzicht over Aleppo. De stad geldt vanouds als het industriële en commerciële hart van Syrië. Video Arthur Larie

‘Hier heb ik nog een kleine verrassing”, zegt Muataz Ayoubi (36), nadat hij een rondleiding heeft gegeven door de fabriek voor aluminiumstaven waarvan hij samen met zijn vader eigenaar is. Hij duwt een buitendeur open. Daarachter ligt aan een terras een keurig onderhouden zwembadje, waarin net korte baantjes getrokken kunnen worden. In de verte zijn andere, deels verwoeste fabrieken van het uitgestrekte industrieterrein buiten Aleppo te zien. „Tijdens de oorlogsjaren heb ik tweeënhalf jaar permanent op de fabriek gepast”, legt Ayoubi lachend uit, „maar er is hier natuurlijk geen enkel vertier, dus toen heb ik dit badje laten aanleggen.”

Het gevaar kon sinds het begin van de Syrische oorlog in 2011 van alle kanten komen. Om te beginnen van het bewind van president Assad, dat eind vorig jaar eindelijk viel. „Enkele jaren geleden werd ik zomaar gearresteerd en ervan beschuldigd een terrorist te zijn. Onzin natuurlijk, maar mijn familie heeft toen ons huis moeten verkopen en mijn BMW 5-serie, waarop ik altijd zo trots was, om me vrij te krijgen.” Ook stonden leden van de gevreesde Vierde Divisie, een elite-legereenheid geleid door Assads jongere broer Maher, steevast bij de poort van het industrieterrein om geld te eisen als er aluminiumstaven en andere producten naar buiten werden vervoerd.

Maar het gevaar kon ook van elders komen. Hezbollah, de pro-Iraanse Libanese militie die meevocht met Assad, legde uitgerekend naast de fabriek van Ayoubi een depot aan. Wat ze daar precies opsloegen was niet duidelijk, maar de Ayoubi’s beseften dat het riskant was zo’n buurman te hebben. Daarom schakelden ze een rechtbank in om het depot weg te krijgen. Maar het regime negeerde het gerechtelijke bevel. In maart 2019 bombardeerde Israël het depot. Nourredin al-Muslim, manager in het bedrijf, laat een video zien van het vuurwerk dat hiermee gepaard ging. Ayoubi’s fabriek liep schade op, maar kon de aluminiumproductie voortzetten. Van het depot zijn nog slechts wat betonnen muren en een hoop verwrongen staal over.


Altijd doorwerken

„De mensen in Aleppo werken altijd door”, zegt een medewerker van Ayoubi, „zelfs tijdens bombardementen of een aardbeving, zoals een paar jaar geleden [in 2023].” De stad en haar bewoners zijn er trots op dat Aleppo vanouds geldt als het industriële en commerciële hart van Syrië. Geen stad van ambtenaren, zoals de hoofdstad Damascus, maar van ondernemers en arbeiders, die de handen uit de mouwen steken.

Maar ook Muataz Ayoubi erkent dat het bedrijf, mede door de jarenlange verlammende Amerikaanse en Europese economische sancties tegen Syrië, nog lang niet maximaal presteert. Op dit moment werken er zo’n honderd mensen, onder wie twaalf vrouwen, terwijl hij voordat de oorlog in 2011 begon twee keer zoveel mensen in dienst had. Zijn machines, twintig jaar geleden door de Chinese fabrikant geïnstalleerd, zijn verouderd.

Beschermende kleding voor de werknemers ontbreekt eveneens bijna volledig, ook bij de roodgloeiende oven waarin oud aluminium wordt gesmolten voor hergebruik. Bij de afdeling waar de nieuwe staven met witte verf worden bespoten, dragen werknemers ondanks een doordringende chemische damp slechts maskertjes die uit de coronatijd lijken te stemmen, sommigen zelfs dat niet.

Door de sancties is Ayoubi nog voornamelijk aangewezen op binnenlandse afnemers. Want Syrië is als gevolg van de sancties nog altijd uitgesloten van het SWIFT-betalingssysteem, dat vrijwel onmisbaar is voor buitenlandse transacties. „We hebben nu wel een klant uit Nigeria”, vertelt al-Muslim. „Maar die betaalde gewoon cash.”

visualization

Lange weg

Weinigen ontkennen dat Syrië nog een lange weg heeft te gaan om weer tot bloei te komen. Al jaren kromp de economie onder Assads corrupte bewind, deels door de oorlog maar ook door de buitenlandse sancties. Volgens schattingen van de Verenigde Naties leeft negentig procent van de bevolking onder het bestaansminimum van 2,15 dollar per dag. De VN vermoeden dat zeker een op de vier Syriërs werkloos is, en veel mensen die een baantje hebben verdienen daar haast niets mee. Miljoenen Syriërs hielden de afgelopen jaren het hoofd mede boven water dankzij voedselhulp van de VN, maar die hulp droogt door Amerikaanse bezuinigingen nu snel op.

Een van de mensen die de grootste moeite hebben de eindjes aan elkaar te knopen is Fadi (45 jaar), een automonteur die bijna vijftien jaar lang met zijn gezin in Turkije verbleef. De stevig gebouwde man met een grijs baardje wil niet met zijn achternaam in de krant. Hij ontvangt zijn bezoek in een vrijwel leeg kantoortje, direct aan de straat, even buiten het centrum van de hoofdstad Damascus.

Het uitgestrekte industrieterrein buiten Aleppo.

Foto’s Arthur Larie

Na de aardbeving in 2023 moesten Fadi en zijn gezin van de zwaar getroffen Turkse stad Antakya uitwijken naar Mersin, waar ze naar eigen zeggen te maken kregen met meer beperkingen en discriminatie. Daarom besloot hij twee maanden geleden naar Damascus terug te keren. Vroeger woonde hij in de buitenwijk Oost-Ghouta, maar zijn huis daar is tijdens de oorlog verwoest. Nu huurt hij een tweekamerflatje voor zijn vrouw, twee kinderen en zichzelf. Zijn zoon Ghassem, een magere man van 21 jaar met een vlassig baardje, is pas een week geleden aangekomen. „Ik ben nog in shock”, erkent de jongeman, die zijn vader een beetje helpt bij de autoreparaties, al zijn er nog niet veel klanten. „Het was zoveel comfortabeler in Turkije.”

Per maand verdient Fadi sinds zijn terugkeer omgerekend vaak amper honderd dollar, zegt hij. Dat is niet genoeg om de huur en de noodzakelijke boodschappen te betalen. „Ik leen daarom bij familie en vrienden”, zegt hij. „Ik hoop dat het snel beter zal gaan, wanneer de sancties eenmaal zijn opgeheven en de Syrische economie beter op gang komt.”

De Europese landen hebben hun sancties inmiddels opgeheven, maar de Amerikaanse sancties zijn ondanks de aankondiging van president Trump vorige maand dat hij de sancties zou stoppen nog deels van kracht. Ook het Congres in Washington moet instemmen met opheffing van een deel van de sancties en dat kan nog even duren.

Een van de soeks in het oude centrum van Aleppo.
Foto Arthur Larie

Eén los ei

Yasan Dabbas, die een kruidenierswinkeltje drijft in de nog altijd met ruïnes bezaaide wijk Jobar in het noordoosten van Damascus, merkt dat zijn klanten minder te besteden hebben dan vroeger. „Vroeger kochten mensen bijvoorbeeld meestal een hele doos eieren tegelijk”, vertelt hij, „nu willen ze vaak maar één los ei. Veel mensen hebben bij gebrek aan werk gewoon geen geld.” Meer dan omgerekend twaalf dollar verdient Dabbas naar eigen zeggen niet per dag.

Toch heerst er alom optimisme dat Syrië onder de nieuwe voorlopige regering van president Al-Sharaa betere tijden tegemoet gaat. „Iedereen is nu optimistisch”, bevestigt ook Ghassan Souccar, vicevoorzitter van de Kamer van Koophandel in Damascus, dicht bij de beroemde Omajjaden-moskee. „Als de situatie wat stabiliseert en we weer worden aangesloten op SWIFT, zul je snel meer geld zien vloeien naar Syrië. Dat zal dan werken als bloed voor het lichaam.” De nieuwe gouverneur van de Centrale Bank van Syrië, Abdulkader Husrieh, zei deze maandag in de Financial Times dat de volledige aansluiting van Syrië op SWIFT „een zaak van enkele weken” is.

Vroeger kochten mensen een hele doos eieren tegelijk, nu willen ze vaak maar één los ei

Yasan Dabbas
kruidenier

Vooral uit de Golfstaten, andere Arabische staten en Turkije melden zich nu steeds meer delegaties, iets minder uit Europa, zegt Souccar. „Op allerlei terreinen, uiteenlopend van olie en gas tot de bouw en infrastructuur. Maar ze kijken vaak nog even de kat uit de boom. Eerst willen ze weten hoe het hier gaat en wat voor nieuwe wetten en regels er van kracht worden.”

Trumps aankondiging in mei zorgde voor een opleving van de interesse in zakelijke kansen in Syrië. „Maar op de grond zien we nog weinig verschil”, zegt Souccar. „Het zal ook nog wel even duren voor in de VS alle bureaucratische procedures voor de opheffing zijn afgerond en de regels hier zijn aangepast.” En vervolgens zal het nog geruime tijd kosten voor dat in Syrië tot meer welvaart leidt, erkent hij.

Zoals veel organisaties die dicht bij de regering stonden, heeft de Kamer van Koophandel sinds de val van het Assad-regime in december een zuivering achter de rug. „Sommige mensen zijn met vervroegd pensioen gestuurd”, zegt hij met een veelbetekenende glimlach.

Muataz Ayoubi is samen met zijn vader eigenaar van een fabriek voor aluminiumstaven in Aleppo.
Vrouwen aan het werk in de aluminiumfabriek van Muataz Ayoubi aan de rand van Aleppo.

Foto’s Arthur Larie

Hoopvol is Souccar over de samenwerking met de nieuwe regering. „Ze nemen ons veel serieuzer dan het bewind van Assad deed, hoewel het particuliere bedrijfsleven ook toen al goed was voor 65 procent van het bbp. Ze luisteren goed naar ons en we hebben het gevoel dat ze bereid zijn ons als partner te zien.”

De nieuwe machthebbers hebben al aangekondigd dat ze sommige staatsbedrijven, onder meer in de sectoren olie, katoen en meubels, willen privatiseren. Daarnaast willen ze buitenlandse investeringen ruim baan geven. Ook de aandelenbeurs van Damascus, die in december was gesloten, heropende vorige week.

Een cruciale sector is die van de elektriciteit. Sinds het plotselinge wegvallen van Assads bondgenoot Iran, dat Syrië van olie voorzag om zijn elektriciteitscentrales ten minste dagelijks een uur of vier, vijf aan de praat te houden, is de stroomvoorziening een acuut probleem geworden. De meeste huishoudens ontvangen nu hooguit twee uur stroom per dag. Voor meer zijn ze op dure generatoren aangewezen. Alleen drinkwaterbedrijven, ziekenhuizen en industriële bedrijven kunnen op meer stroom rekenen.

Koper gestolen

Eind mei tekenden de Syrische autoriteiten een akkoord met een Qatarees-Turks-Amerikaans consortium ter waarde van zeven miljard dollar om de elektriciteitsvoorziening verder op gang te brengen. De deelnemende partijen staan daarbij voor een reusachtige opgave. Door de oorlog is ongeveer tweederde van het net verwoest. De laatste twintig jaar heeft er ook nauwelijks onderhoud plaatsgevonden. Tot overmaat van ramp worden nieuw aangelegde leidingen vaak gestolen door bendes die het koper verkopen op de zwarte markt.

Souccar heeft intussen alle vertrouwen in de nieuwe ministers van Financiën en Economische Zaken en de nieuwe gouverneur van de centrale bank van Syrië, zegt hij.

Een paar kilometer verderop kan het Art House, een familiebedrijfje dat videoproducties van geluid, muziek en ondertiteling voorziet, allemaal niet snel genoeg gaan. „Kijk”, zegt co-directeur Zaher Kosaibaty (34), wijzend op de monitors waarop hij de verschillende zaaltjes van zijn bedrijf vanachter zijn bureau kan zien. „Het is nog maar half vijf ’s middags maar er zijn overal al lege stoelen, omdat er geen werk meer is. Voor de val van het regime van Assad was iedereen rond deze tijd nog druk aan het werk.”

Kosaibaty vertelt dat hij nu nog twintig mensen in dienst heeft, tegen 45 voor december. Dat hangt er ook mee samen dat Art House onder het oude regime veel werk deed voor de staatstelevisie. Desondanks had ook hij last van de buitenlandse sancties, die het moeilijk maakten om orders uit het buitenland te verwerven. Daarom overwogen hij en zijn vader, de oprichter van het bedrijf, hun onderneming naar de Verenigde Arabische Emiraten te verplaatsen, maar na de plotselinge val van Assad lieten zij die plannen varen.

Art House is gevestigd in de zogeheten Vrije Zone, een bedrijventerrein in de hoofdstad. Anders dan in veel woonwijken is de stroomvoorziening er beter. Maar ook hier valt de elektriciteit vaak uit en zijn bedrijven aangewezen op dure generatoren. „Ik vrees het ergste nu de zomer aanbreekt”, zegt Kosaibaty. „Dat wordt zweten.”

In Damascus nemen veel ondernemers nog een enigszins afwachtende houding aan. In Aleppo daarentegen worden al meer concrete plannen gesmeed voor de toekomst. „Als die sancties eenmaal echt zijn opgeheven, wil ik een farmaceutische fabriek laten bouwen”, vertelt aluminiumfabrikant Ayoubi. „Ik heb al een stuk grond gekocht”, zegt hij lachend. „En als ik geen krediet kan krijgen, verkoop ik gewoon weer mijn huis om investeringskapitaal te hebben.”

Lees ook

Lees ook: Syriërs vieren plotselinge opheffing van sancties door Trump, maar het land is nog lang niet gered

Syriërs vieren dinsdagavond feest in Damascus na de aankondiging van de Amerikaanse president Donald Trump dat hij sancties tegen het land wil opheffen. Foto Yamam Al Shaar / Reuters

Geruïneerde gebouwen aan de oostkant van Aleppo.
Foto Arthur Larie


Indiaas passagiersvliegtuig stort onderweg naar Londen neer op gebouw met studenten

Reddingswerkers op de locatie van de vliegtuigcrash.
Video Reuters

Bomen vol blusschuim, uitgebrande gevels: de woonwijk in de Indiase stad Ahmedabad waar donderdagmiddag een passagierstoestel neerstortte, is zwaar gehavend, zo is te zien op videobeelden van persbureaus en sociale media-gebruikers. Reddingswerkers waren daar snel ter plaatse vanwege de ligging dichtbij het centrum van de westelijke stad. De Boeing 787-8 was begin van de middag opgestegen vanaf het Sardar Vallabhbhai Patel-vliegveld, maar kort daarna liet de piloot een noodoproep uitgaan, daarna reageerde de crew niet meer op de verkeerstoren. Het toestel bereikte niet meer dan 300 meter hoogte.

Het vliegtuig had om 17.15 uur (Nederlandse tijd) moeten arriveren op Londen Gatwick, met 242 inzittenden aan boord. Van hen hadden er 169 de Indiase nationaliteit, 53 de Britse, 1 de Canadese en 7 de Portugese. De Britse premier Keir Starmer noemde de ramp in een eerste reactie „verschrikkelijk”. Ook de Indiase president Modi sprak zijn afschuw uit. „De tragedie in Ahmedabad heeft ons verbijsterd en ontzet.”

De chef van de politie van Ahmedabad vertelde aan Reuters dat reddingswerkers ongeveer zes uur na de ramp 204 lichamen hadden geborgen op de plek van de ramp – dat kon gaan om passagiers van het vliegtuig maar ook mensen die op de grond waren omgekomen. Volgens Indiase bronnen heeft vermoedelijk één inzittende het ongeluk overleefd.

Het toestel stortte neer kwam terecht op een campus voor geneeskunde-opleidingen. Artsen van de nationale artsenfederatie FAIMA delen met journalisten foto’s die door studenten van het BJ Medical College zijn doorgestuurd. Daarop is te zien hoe de staart van het vliegtuig uit het gebouw van het ‘studentenhostel’ steekt, de neus lijkt zich tussen het dak en de bovenste verdieping te hebben geboord. Andere brokstukken kwamen verspreid op de campus terecht, er zijn meerdere gebouwen beschadigd geraakt.

Een slachtoffer van de vliegtuigramp in India donderdag.
De staart van het vliegtuig dat donderdag neerstortte, steekt uit een gebouw.
Foto’s Ajit Solanki/AP

Lunchtijd

Na de crash brak een grote brand uit op het terrein, in de wijde omtrek was een explosie te horen. Vanuit de miljoenenstad was ook een grote zwarte rookpluim te zien. ,,Door de duizenden liters brandstof in het vliegtuig was de brand enorm en de temperatuur verschroeiend”,  vertelde de Indiase minister van Binnenlandse Zaken Amit Shah ’s avonds in een persconferentie na zijn bezoek aan de rampplek. In die omstandigheden konden reddingsdiensten in eerste instantie moeilijk werken. 

In de studentenvertrekken brak paniek uit. De vliegtuigramp gebeurde net rond het Indiase middaguur, een moment waarop veel studenten even terugkeren naar hun kamer of in de kantine samenkomen om te lunchen. Daardoor zouden niet alleen in het vliegtuig, maar ook op de grond veel slachtoffers zijn gevallen. Andere studenten, die in meerdere ziekenhuizen in Ahmedabad werken, vertellen aan Indiase media hoe hun telefoons en pagers vollopen met berichten – oproepen van de nooddiensten om te komen helpen, of van klasgenoten die naarstig informatie vragen over het lot van bekenden.

De enorme zwarte rookpluim na de vliegtuigcrash was in de wijde omtrek in de miljoenenstad te zien. Video Reuters

Ramila is naar het ziekenhuis gesneld waar haar zoon stage loopt, vertelde zij aan het Indiase persbureau ANI. Hij is er nu opgenomen met lichte verwondingen. „Mijn zoon wilde naar de kantine voor de lunch. Toen het vliegtuig op het gebouw neerkwam is hij vanaf de tweede verdieping uit een raam gesprongen”, vertelt Ramila. Ze wist haar zoon per telefoon te bereiken.

In WhatsApp-groepen en op Instagram roepen artsen op om bloed te doneren dat gebruikt kan worden bij operaties. Volgens het FAIMA en de directeur van het prestigieuze opleidingsziekenhuis in Ahmedabas zijn zo’n vijftig inwonende studenten met verwondingen opgenomen. Ze verkeren in ‘stabiele’ toestand, stelt een woordvoerder namens de organisaties.

Personeel van het Civil Hospital in Ahmedabad staat klaar om de lichamen te ontvangen van slachtoffers van de vliegtuigcrash.
Foto Ajit Solanki/AP

Boeing

Het verongelukte toestel is een Boeing 787-8 Dreamliner. Het vliegtuig vloog sinds 2011 en werd in 2014 in gebruik genomen door Air India. Zowel piloot als co-piloot waren ervaren vliegers. Het is de eerste keer dat een Dreamliner is neergestort, meldt de onafhankelijke luchtvaartorganisatie Aviation Safety Network.

Een woordvoerder van Boeing zei tegen persbureau AP dat het „veel te vroeg” is om conclusies te trekken. Onderzoekers zullen proberen de ‘zwarte dozen’ te bergen om inzicht te krijgen in de toedracht. Hoewel de Dreamliner geldt als een modern en veilig toestel had Boeing de afgelopen jaren de nodige productieproblemen met het toestel. Met name tussen 2020 en 2022 lag de productie meerdere keren stil. Dat kwam door enkele gebreken aan de 787 die mogelijk van structurele aard waren.

Boeing kende onder meer problemen met het composietmateriaal waarvan het toestel deels is gemaakt en verkeerd geplaatste titanium onderdelen. De Amerikaanse luchtvaarttoezichthouder FAA legde Boeing destijds strenge veiligheidsnormen op bij de productie van de Dreamliner.

De fabrikant moest daardoor de levering van reeds bestelde 787’s maandenlang staken. KLM was een van de gedupeerde luchtvaartmaatschappijen. Het Nederlandse bedrijf vliegt overigens alleen met de 787-9 en de 787-10. De kleinere variant, de 787-8, die is gecrasht in Ahmedabad, heeft KLM niet in zijn vloot.

Op het vliegveld van Ahmedabad werden aan het begin van de Indiase avond weer enkele vluchten hervat.

Dit artikel is donderdagavond geactualiseerd.

Restanten van bagage en voedselresten liggen op straat in Ahmedabad.
Foto Siddharaj Solanki/EPA
Van bovenaf is te zien hoe mensen zich verzamelen bij de crashlocatie.
Foto Amit Dave/Reuters


Amerikaanse regering grijpt naar oorlogsretoriek tegen migranten zonder papieren

Oorlogssymboliek. In de beeldtaal van de Eerste Wereldoorlog-propaganda, vraagt het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Veiligheid burgers om vreemdelingen zonder verblijfspapieren aan te geven. Onder een tekening van nationaal icoon Uncle Sam die een plakkaat (‘Help je land en jezelf’) aan de muur spijkert, staat het telefoonnummer dat dinsdag werd geopend. Daarop kunnen Amerikanen de vreemdelingenpolitie bellen met informatie over landgenoten die geen Amerikaanse burgers zijn.

https://x.com/DHSgov/status/1932820723606958122

De ongedocumenteerde vreemdelingen worden in de overheidsboodschap aangeduid als ‘foreign invaders’, buitenlandse indringers. Die term ligt in lijn met de retoriek en de juridische argumentatie voor het vreemdelingenbeleid van de regering-Trump. De regering beschouwt illegale migratie als een invasie en heeft daarom de Alien Invasion Act van 1789 ingeroepen om buitengewone maatregelen te nemen, zoals het uitzetten van mensen zonder vorm van proces. Migranten worden naar landen uitgezet waar zij zelf niet vandaan komen, maar waarmee de regering-Trump een overeenkomst heeft gesloten, zoals El Salvador of Zuid-Soedan.

Rellen LA

In Los Angeles ontstonden vorige week rellen uit protest tegen willekeurige aanhoudingen van vreemdelingen zonder papieren. In reactie daarop heeft de federale regering militairen gestuurd.

In eerste reacties werd de boodschap van het Amerikaanse ministerie vergeleken met de periode van de ‘red scare‘, de naoorlogse heksenjacht op (vermeende) communisten in de Verenigde Staten. Ook zijn er echo’s van eerdere periodes waarin draconische maatregelen tegen migratie naar de VS werden genomen, zoals de anti-Chinese wetten aan het eind van de negentiende eeuw.

Liveblog
Amerikaanse politiek


Meer dan tweehonderd arrestaties in Los Angeles wegens schenden avondklok

Een demonstrant en leden van de Nationale Garde in het centrum van Los Angeles.


Wapenstilstand in handelsoorlog VS en China gered na gesprekken in Londen

De woordkeuze van de Amerikaanse en Chinese onderhandelaars verschilde een beetje – een ‘raamwerk’, of een ‘kader’. Maar duidelijk werd wel dat de handelsministers van beide landen na twee dagen intensieve onderhandelingen afspraken hebben gemaakt om hun vastgelopen handelsbesprekingen vlot te trekken.

Die afspraken, waarover ze geen verdere details bekendmaakten, moeten nog wel worden goedgekeurd door de leiders van beide landen, Xi Jinping en Donald Trump. Die laatste liet zich later op woensdag in minder ambtelijke termen uit. „ONZE DEAL MET CHINA IS ROND”, schreef hij in kapitalen op zijn favoriete platform Truth Social.

Volgens Trump zal China „alle benodigde zeldzame aardmetalen” beschikbaar stellen, en krijgt China in ruil daarvoor „wat we zijn overeengekomen”. Wat dat precies behelst, maakte hij niet helemaal duidelijk. Het gaat in ieder geval om toelating van Chinese studenten op Amerikaanse universiteiten, waar Trump naar eigen zeggen „altijd al geen probleem mee had”. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio had tot verontwaardiging van Beijing in mei aangekondigd de visa van Chinese studenten „agressief” te willen intrekken.

Ook over de wederzijdse importheffingen is volgens Trump een afspraak gemaakt. Op Chinese producten gaan de VS een tarief van 55 procent heffen, andersom geldt een heffing van 10 procent. Volgens Trump is de relatie tussen beide landen „uitstekend”.

Toch dienden de gesprekken, maandag en dinsdag in Lancaster House in Londen – waar in de kelder de 39.000 flessen tellende wijncollectie van de Britse overheid wordt bewaard – vooral om de handelsbesprekingen tussen China en de VS vlot te trekken. In mei hadden delegaties van Beijing en Washington in Genève een voorlopige wapenstilstand gesloten in hun onderlinge handelsoorlog.

Handelsembargo

De twee grootste economieën waren verwikkeld geraakt in een hevige strijd. Trump legde China hoge invoerheffingen op in de hoop het grote Chinese handelsoverschot met de VS te bestrijden. China beantwoordde iedere maatregel steeds met eenzelfde tarief. Begin mei was de invoerbelasting op Chinese producten in de VS opgelopen tot 145 procent, wat – zoals minister van Financiën Scott Bessent erkende – neerkwam op een handelsembargo. In Amerikaanse winkels dreigden tekorten, terwijl veel Chinese producenten noodgedwongen onder de kostprijs leverden in de hoop het hoofd boven water te houden tot de situatie verbeterde.

In Genève hadden beide landen afgesproken die heffingen voorlopig op te schorten, in afwachting van een structureel akkoord. Maar eind mei leek die détente te wankelen toen Trump China ervan beschuldigde zijn toezeggingen niet na te komen.

Trump was met name ontstemd over de Chinese beperkingen op de uitvoer van zeldzame aardmetalen en van de sterke magneten waarin die worden gebruikt. China is verreweg de grootste producent van zulke materialen, die cruciaal zijn in veel industrieën. In mei moesten verschillende westerse autofabrikanten hun productie bijvoorbeeld beperken of stilleggen vanwege acute tekorten.

China was op zijn beurt boos over Rubio’s maatregelen tegen studenten en over nieuwe Amerikaanse uitvoerbeperkingen. Zo werd de verkoop van onder meer vliegtuigmotoren, hydraulische vloeistoffen en software voor de halfgeleiderindustrie nog verder aan banden gelegd. Ook waarschuwde Washington bedrijven wereldwijd dat ze beboet kunnen worden als ze bepaalde chips van het Chinese Huawei gebruiken.

Effectief wapen

De afgelopen weken was er veel aandacht voor het grote belang van zeldzame aardmetalen voor de wereldeconomie. China domineert die markt, en heeft daarmee een machtig geopolitiek wapen in handen, dat het steeds meer inzet in de strijd met de Verenigde Staten – onder meer als vergelding voor Amerikaanse beperkingen op de uitvoer van hoogwaardige technologie naar China. Nu het wapen effectief is gebleken zal China het ongetwijfeld vaker inzetten, zeggen analisten. Volgens ingewijden heeft China de exportlicenties voor zeldzame metalen aan Amerikaanse autofabrikanten beperkt tot zes maanden, zo meldde The Wall Street Journal.

Rond de gesprekken in Londen heerste vooraf al wel enig optimisme. Vorige week belden Trump en Xi met elkaar, hun eerste officiële telefoongesprek sinds de inauguratie van Trump in januari. Toen liet Trump naderhand al weten dat er „geen vragen meer zijn over de complexiteit van zeldzame aardmetalen”.

De afspraken waar Trump woensdag kond van deed, zijn van Chinese zijde nog niet bevestigd. Eerder die dag liet de Chinese vicepremier He Lifeng, een van de onderhandelaars in Londen, tegenover Chinese staatsmedia weten dat de gesprekken „openhartig” waren geweest en dat China aandrong op verder contact om „consensus te bouwen, misverstanden tegen te gaan en samenwerking te verstevigen”. Beide landen hadden volgens He gesproken over de uitvoering van de afspraken die Xi en Trump aan de telefoon hadden gemaakt.

Het Chinese bedrijf JL Mag Rare-Earth Co., dat magneten produceert waar zeldzame aardmetalen in zitten, maakte woensdag bekend dat het uitvoerpapieren had gekregen om zijn producten te leveren aan de VS, Europa en Zuidoost-Azië.


VS en Iran blijven om elkaar heen draaien, hoe graag ze ook een atoomdeal willen

Na meer dan drie maanden onderhandelen tussen de Verenigde Staten en Iran over het beperken van het Iraanse atoomprogramma is er nog altijd geen zicht op een doorbraak. Maandag bevestigde de Amerikaanse president Donald Trump dat Iran ook het laatste Amerikaanse voorstel lijkt af te wijzen. Wel schuiven de twee partijen naar eigen zeggen dit weekend aan voor een nieuwe ronde gesprekken in Oman.

Inzet van de onderhandelingen is de vraag of Iran op eigen bodem uranium mag blijven verrijken, zoals dat was toegestaan onder de vorige deal die het land sloot met de Obama-regering in 2015. Trump trok de VS in 2018 terug uit dat akkoord, dat volgens hem voortkwam uit „de slechtste deal uit de geschiedenis”.

Nu de Amerikaanse president zeven jaar later zelf zijn zinnen heeft gezet op een akkoord met de Iraniërs, dreigt er na vijf gespreksrondes een impasse. Volgens Trump zouden de Iraniërs „het onmogelijke vragen” door vast te houden aan uraniumverrijking. Aan de andere kant stelde de Iraanse leider, ayatollah Ali Khamenei, dat het opgeven van verrijking „100 procent” tegen de belangen van Teheran zou ingaan.

Hoewel Iran volgens het Amerikaanse voorstel voorlopig door zou mogen gaan met het verrijken van uranium op een laag niveau, aldus verschillende Amerikaanse media, zou het land op de langere termijn hun eigen productie moeten staken. In plaats daarvan zou Iran de nodige brandstof voor kerncentrales krijgen van een nieuw regionaal consortium van landen dat samen uranium verrijkt. Die samenwerking zou nog moeten worden uitonderhandeld bij een tweede, grotere deal.

Nationale trots

Iran investeerde de afgelopen twintig jaar miljarden in de bouw van zijn ondergrondse atoom-installaties in Natanz en Fordow – voor een deel van de Iraniërs een bron van nationale trots. Het is belachelijk om die faciliteiten nu te laten verstoffen, vindt Khamenei, die vorige week sprak op de sterfdag van zijn voorganger ayatollah Ruhollah Khomeini. Toegeven aan de eis van de „onbeschofte en arrogante leiders van Amerika” zou volgens hem ook helemaal niet in lijn zijn met de revolutionaire onafhankelijkheid die de in 1989 overleden Khomeini nastreefde.

De bombastische retoriek van beide leiders is volgens Iran-analist Ali Vaez van de denktank International Crisis Group onderdeel van de onderhandelingen: „Belangrijker is dat Khamenei in zijn toespraak geen woord repte over het daadwerkelijke idee van een consortium.” Dat zou betekenen dat hij er niet negatief tegenover staat.

Sattelietbeeld van de Natanz nucleaire installatie in Iran op 20 mei 2025. Natanz is de belangrijkste verrijkingslocatie van het land. Een deel van de faciliteit op het Centrale Plateau van Iran ligt ondergronds ter bescherming tegen mogelijke luchtaanvallen.
Sattelietbeeld van de Fordo-verrijkingsfaciliteit in Iran op 1 april 2025. Fordo, begraven onder een berg en beschermd door luchtafweerbatterijen, lijkt ontworpen om luchtaanvallen te weerstaan.
Foto’s Planet Labs PBC/AP

Dat is niet zo gek: het idee van een Iraans-Arabisch nucleair samenwerkingsverband komt namelijk van Iran zelf. Volgens Iraanse media opperde buitenlandminister Abbas Araghchi het idee halverwege mei tijdens onderhandelingen met de Amerikaanse gezant Steve Witkoff in Oman.

Teheran wil alleen graag dat het internationale consortium binnen Iran opereert, zeggen Iraanse overheidsbronnen tegen onder meer The New York Times. Op die manier kan het land volhouden dat het de verrijking van uranium op eigen bodem niet heeft opgegeven. Tijdens de gesprekken zondag zal Iran mogelijk een Iraans eiland in de Perzische Golf voorstellen als locatie voor een toekomstig consortium om een atoominstallatie te bouwen. Zowel het eiland Qishm als het kleinere Kish worden genoemd als opties. Beide plekken zijn een stuk beter in de gaten te houden door de internationale gemeenschap dan de huidige Iraanse stoominstallaties.

Sattelietbeeld van de Teheran onderzoeksreactor in Iran op 22 april 2025. De onderzoeksreactor in Teheran bevindt zich in het hoofdkwartier van de Iraanse Organisatie voor Atoomenergie, het civiele orgaan dat toezicht houdt op het atoomprogramma van het land.
Foto Planet Labs PBC/AP

Diplomatiek succes

Het feit dat de VS en Iran ondanks de moeilijkheden door blijven onderhandelen, toont het belang dat beide landen hechten aan het sluiten van een overeenkomst. Voor Trump bieden de gesprekken met Iran een mogelijkheid voor diplomatiek succes, nadat de pogingen van zijn regering om een bestand in zowel Gaza als Oekraïne te bereiken voorlopig vastgelopen lijken.

Iran wil daarbij af van het strenge Amerikaanse sanctiebeleid. Ook is het land strategisch verzwakt doordat zijn netwerk van bondgenoten in de regio de afgelopen anderhalve jaar zware averij opliep: zowel Hamas in Gaza als Hezbollah in Libanon zijn vleugellam door hun oorlog met Israël, in Syrië is het Assad-regime gevallen en de Houthi’s in Jemen waren tot vorige maand doelwit van een Amerikaanse bombardementencampagne.

Het mislukken van onderhandelingen zou grote gevolgen hebben. Israël lobbyt al maanden in Washington voor een gezamenlijke Israëlisch-Amerikaanse aanval op Iraanse nucleaire faciliteiten. Ook Trump zelf dreigde meermaals met militair ingrijpen als het niet lukt een deal te sluiten.

Sattelietbeeld van de zwaarwaterreactor bij de stad Arak op 20 maart 2025. Zwaar water helpt onder meer bij de koeling van reactoren. Ook produceren zwaar waterreactoren plutonium als bijproduct – dat in atoomwapens kan worden gebruikt.
Sattelietbeeld van de Bushehr nucleaire reactor in Iran op 1 mei 2025. De enige commerciële kerncentrale van Iran wordt aangedreven door uranium dat wordt geproduceerd in Rusland, niet in Iran. De reactor staat onder toezicht van de VN-atoomwaakhond.
Foto’s Planet Labs PBC/AP

Daarnaast voert Iran het tempo van zijn uraniumverrijking fors op. In de afgelopen maanden verrijkte het land volgens de atoomwaakhond van de Verenigde Naties meer dan 400 kilo uranium tot een zuiverheid van 60 procent – dicht in de buurt van het niveau dat nodig is voor de productie van kernwapens.

De vijfendertig landen die het bestuur vormen van de atoomwaakhond komen deze week samen in Wenen. Mogelijk besluiten ze dat Iran formeel in overtreding is van internationale afspraken. Zo’n oordeel zou de weg vrijmaken voor hernieuwde sancties van de Verenigde Naties tegen het land. Deze sancties waren in 2015 gepauzeerd bij de eerste nucleaire deal, maar kunnen door Europese deelnemers van dat akkoord worden geheractiveerd.

Iran waarschuwt dat ze bij een negatief oordeel van de atoomwaakhond met een „krachtig antwoord” komen. Mogelijk betekent het ook dat ze hun atoomprogramma verder zullen afschermen van controles door VN-inspecteurs.


De vrouw die eigenhandig de democratie van Guatemala saboteert

Een verwachte economische groei van 4 procent. Verbetering van de bedroevende infrastructuur in het land. Een historisch laag moordcijfer. De pluspunten in het eerste jaar van de centrumlinkse Guatemalteekse president Bernardo Arévalo zijn talrijk. Toch is ruim 60 procent van de stemmers, die hem in 2023 aan een verrassende verkiezingswinst hielpen, ontevreden. Arévalo weet namelijk andere campagnebeloftes, met name op het gebied van corruptiebestrijding en goed bestuur, niet waar te maken.

Dat komt met name door één vrouw: Consuelo Porras, de hoogste openbaar aanklager in het land, die een juridische klopjacht op de president en zijn partij leidt. Sinds Arévalo als anti-establishment-kandidaat de presidentsverkiezingen won, is hij doelwit. Hij wil de corrupte, steenrijke zakelijke en bestuurlijke elite aanpakken die Porras juist verdedigt.

Na de verkiezing van Arévalo probeerde het kantoor van Porras met juridische aanvallen te voorkomen dat hij geïnstalleerd werd. Dat leidde tot binnenlandse protesten en enorme diplomatieke druk, onder meer vanuit Europa en de VS, om te zorgen dat de democratisch gekozen president aan de macht zou komen.

Strijd voortgezet

Na het aantreden van Arévalo heeft Porras haar strijd geïntensiveerd, met dertien aanklachten en zes pogingen zijn presidentiële immuniteit op te heffen. Dat Porras ondanks haar ramkoers nog in het zadel zit, is mede omdat Arévalo alles volgens het boekje wil doen, teneinde een politieke crisis in het instabiele land te voorkomen. Een president in Guatemala mag niet zomaar de procureur-generaal ontslaan. Twee verzoeken aan het Hooggerechtshof om haar immuniteit op te heffen zijn tot dusver nog zonder succes: Porras heeft zowel in dit hof als in het Constitutionele Hof bondgenoten.

Hoewel het haar nog niet is gelukt de president te laten afzetten, is de positie van Arévalo en zijn partij wel verzwakt door de constante reeks juridische aanvallen. De oppositie in Guatemala grijpt die aan om Arévalo’s hervormingen te dwarsbomen. De geloofwaardigheid van de regering raakt beschadigd bij de gewone stemmer. En de loyale, inheemse leiders, die altijd achter Arévalo stonden, beginnen zich te beklagen over zijn gebrek aan daadkracht.

Een ijzeren houdgreep

Porras hoort bij een groep rechtse magistraten die carrière maakten dankzij goede connecties. Ondanks een gebrek aan ervaring werd ze rechter in het Constitutioneel Hof van Guatemala.

Haar loyaliteit werd in 2018 beloond toen de toenmalige president Morales, wiens presidentschap geplaagd werd door beschuldigingen van corruptie, haar benoemde tot de hoogste openbaar aanklager van het land. Ze hief vrijwel meteen een VN-missie tegen corruptie op, die belangrijke resultaten had geboekt bij de bestrijding van criminaliteit. Haar termijn werd in 2024 verlengd, door de eveneens wegens corruptie onderzochte president Alejandro Giammatei.

„Tijdens haar ambtsperiode heeft Porras herhaaldelijk anticorruptieonderzoeken in Guatemala belemmerd om haar politieke bondgenoten te beschermen en ongepaste politieke gunsten te verkrijgen”, schreef het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in een felle reactie op de verlenging van haar termijn. Rechters, andere aanklagers, advocaten: wie corruptie onderzocht van prominenten uit het kamp van Porras, werd zelf doelwit.

De positie van Consuelo Porras is ijzersterk. Juist omdat ze lijkt te vervolgen wie ze maar wil, met op weinig gebaseerde aanklachten, durven politici van buiten de partij van Arévalo hun vingers niet aan het OM te branden.

Lees ook

Hij won de verkiezingen overtuigend, maar mag hij ook aantreden? ‘Guatemala is gekaapt’, zegt aankomend president

Bernardo Arévalo, de in augustus gekozen volgende president van Guatemala, in zijn kantoor in Guatemala-Stad.

Voor de president lijkt er weinig anders op te zitten dan wachten tot Porras’ termijn verloopt, in 2026. Alleen heeft de president geen zeggenschap over de opvolging. Verder moet Arévalo hopen dat de druk van buitenaf op Porras groot blijft, in de hoop dat ze aan macht inboet. Eerder dit jaar hekelden mensenrechtenorganisaties de politieke vervolgingen door Porras, met name van activistische leiders die meededen aan anti-regeringsprotesten in 2023. Die protesten hielpen Arévalo in zijn politieke loopbaan.

„Politieke opsluiting wordt gebruikt om sociale organisaties, inheemse leiders, journalisten en rechters te terroriseren, zodat ze bang zijn om de misstanden die in het land plaatsvinden aan te klagen”, zei een inheemse advocaat. Zeker tachtig journalisten, activisten en aanklagers zijn Guatemala ontvlucht uit angst te worden opgesloten. Tientallen anderen worden met vage aanklachten vastgehouden.

Lees ook

De onaantastbare elite van Guatemala neemt wraak via de stembus

Presidentskandidaat Zury Ríos, dochter van voormalig dictator Efraín Ríos Montt, bij een verkiezingsbijeenkomst.

Corrupt Persoon van het Jaar

De ngo Organized Crime and Corruption Reporting Project (OCCRP) riep Porras in 2023 uit tot Corrupt Person of the Year, een titel die eerder was toegekend aan onder meer de presidenten Vladimir Poetin (Rusland) en Rodrigo Duterte (Filippijnen). „Porras heeft een rechtse politieke elite beschermd die fortuin heeft gemaakt door wijdverspreide corruptie en banden met drugskartels”, schreef de organisatie.

Arévalo lijkt steun in het buitenland te zoeken om zijn machtspositie te versterken. De centrumlinkse president kan goed overweg met de regering-Trump, mede door eisen op het gebied van migratie en Amerikaanse uitzettingsvluchten in te willigen. Dat Porras in de VS op de sanctielijst staat vanwege corruptie, zal hem verder helpen. Arévalo zal buitenlandse bondgenoten de komende jaren hard nodig hebben, want in eigen land heeft hij vijanden genoeg.


Het politieke midden moet migratiebeleid maken, vindt de bedenker van de Turkijedeal, voordat radicaal-rechts het doet

Een glazen bol heeft Gerald Knaus niet, maar hij kan al uittekenen hoe de Nederlandse verkiezingscampagne over migratie zal verlopen. Aan de ene kant zal de oproep klinken om het aantal asielzoekers naar nul te brengen door Europese regels en internationale verdragen te verscheuren. Aan de andere kant zul je horen dat er niets aan de hand is.

En daartussen: het politieke midden, dat zich geen raad weet in deze discussie. „Hulpeloos, incompetent en cynisch”, verzucht Knaus. Met zijn European Stability Initiative werd hij voornamelijk bekend als de architect van de Turkijedeal. Die deal vormde de basis voor het Europese antwoord op de vluchtelingencrisis van 2015. De Oostenrijker kent het migratiedebat als geen ander.

Na tien jaar lijken politici overal in Europa opnieuw in de greep van immigratie. Knaus, die kort op bezoek in Brussel is om de laatste hand te leggen aan een boek over Europa, ziet het met lede ogen aan. Hij ergert zich aan het gebrek aan detail waarmee de discussie gevoerd wordt. En misschien nog wel meer: aan het gebrek aan ernst waarmee veel mainstreampartijen het onderwerp migratie behandelen. „De democratie en de rechtsstaat staan op het spel als ze dit overlaten aan radicaal-rechts.”

Je kunt ook zeggen: de Europese asielcijfers zijn lager dan tien jaar geleden. Waarom moeten middenpartijen het debat over migratie dan voeren, als vooral Wilders daarvan profiteert?

Die neiging tot bagatelliseren is misleidend en het werkt niet. Als je kijkt wanneer een land als Duitsland in de laatste decennia de meeste asielzoekers binnenkreeg, zitten de vijf piekjaren allemaal in de laatste tien jaar. En dan zijn de Oekraïners nog niet meegerekend. In Oostenrijk is het verhaal vergelijkbaar. Wenen, mijn geboortestad is onlangs in een jaar tijd met 50.000 inwoners gegroeid, grotendeels door migratie. Natuurlijk zet dat druk op de voorzieningen. Dat hoef je niet te ontkennen.

Oostenrijk heeft in maart een stop op gezinshereniging ingevoerd, net zoals Wilders voor Nederland in zijn tienpuntenplan bepleitte, wijzend op die druk op voorzieningen. Maar dat plan sneuvelt waarschijnlijk bij de Europese rechter.

Ja, en daarom is het plan onverstandig. Zo’n stop op gezinshereniging is vooral symbolisch, terwijl de schade groot is. Die stop zal namelijk maar tijdelijk gelden, want het druist overduidelijk in tegen het Europees recht en de Oostenrijkse regering bestaat uit partijen die uitspraken van de rechter respecteren. Zo maak je het voor de radicaal-rechtse flank wel heel gemakkelijk om te zeggen: zie je wel, de EU en de rechter zijn het probleem. Hun antwoord is dan ook simpel: stem op ons, wij stappen eruit of we negeren die uitspraak gewoon.

Er zijn wel meer landen die zich gedwarsboomd voelen, er lijkt heel weinig mogelijk. In Duitsland blijft de regering-Merz nu asielzoekers aan de grens weigeren, ondanks een uitspraak van de rechter.

Dat is een buitengewoon ineffectieve oplossing. Zolang je geen hekken aan de grens bouwt, blijven mensen toch wel binnenkomen en niemand wil een grens om Duitsland heen. Bovendien schuif je zo mensen alleen maar rond binnen de Europese Unie, terwijl je de problematiek niet aan de binnengrenzen maar aan de buitengrenzen moet oplossen. Het enige resultaat is dat je het verhaal bevestigt dat radicaal-rechtse partijen verkondigen: dat de rechter het probleem is. Daarmee zet je de deur open voor partijen die de rechtsstaat willen afbreken.

Die radicaal-rechtse politici hebben ook geen oplossing, zegt u.

Dat hebben ze wel, kijk maar naar de VS. Trump laat groepjes migranten vastzetten, deporteert ze naar El Salvador en laat ze daar in een gevangenis wegkwijnen waar ze misschien nooit meer uit komen. Het is pure terreur, maar wel effectief. Als je bereid bent mensen te terroriseren, blijven ze weg. De aantallen migranten die de grens van Mexico naar de VS oversteken, zijn gekelderd.

En als je dat niet wil doen?

Natuurlijk wil je dit niet, je wil de mensenrechten respecteren. Maar dat betekent wel dat je niet kan stilzitten. Je zal met oplossingen zal moeten komen die laten zien dat je grip op de aantallen hebt, zonder onze verdragen te schenden.

Of zijn de rechters simpelweg te strikt? Vorige maand nog klaagden negen Europese landen dat de rechters van het Europese Mensenrechtenhof hen geen ruimte bieden.

De Turkijedeal die we in 2016 bedachten deed de aantallen aan de Griekse buitengrens verschrompelen tot een fractie van wat ze daarvoor waren. Nooit heeft een rechter geoordeeld dat dat in strijd was met de Europese verdragen. Je kunt je bij veel van de plannen die nu stranden bij de rechter afvragen of de politici die ze aankondigen daadwerkelijk willen dat ze slagen. Of zoeken ze alleen naar iemand die ze de schuld kunnen geven van hun eigen falen?

Inmiddels worden vluchtelingen mishandeld in Turkse detentiecentra die met EU-geld zijn betaald en wordt er samengewerkt met Libië en Tunesië, ondanks bezwaren van ngo’s.

Dat is omdat de EU de hoop op een menselijke manier om grip te krijgen heeft opgegeven. Je zag het ook bij Joe Biden in de VS. Eerst doe je alsof er aan de grens geen probleem is. Dan nemen de aantallen toe, maar er is geen plan. En wat deed Biden een paar maanden voor de verkiezingen? Hij voerde een asielverbod in, precies wat Trump zou willen!

Welk beeld zet je dan neer bij de kiezer? Zo zie ik het ook in Europa gaan. Óf er wordt gedaan alsof er geen probleem is, óf men gaat samenwerken met de Tunesische regering, die migranten dumpt in de woestijn.

Waar zou u zich hard voor maken als u de migratieminister in Nederland kon adviseren?

We beginnen in Europa. Tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk steken nu elk jaar 40.000 mensen over via het Kanaal, die daar asiel aanvragen. Hoe kun je van andere landen verwachten dat ze hun migranten uit de EU terugnemen, als je weigert het goede voorbeeld te geven? Je zegt: voortaan neemt de EU die mensen terug, en in ruil neemt het VK jaarlijks een vooraf bepaald aantal asielzoekers over. De smokkel op het Kanaal zal vanzelf afnemen, want de oversteek wordt nutteloos.

Vervolgens ga je met dezelfde logica partnerlanden benaderen, bijvoorbeeld in West-Afrika. Als zij de migranten die aankomen op de Canarische eilanden terugnemen, krijgen zij daar ook iets voor terug: makkelijker reizen, studiebeurzen, geld, afspraken over een X-aantal asielzoekers en migranten. En ook daar zul je zien dat de aantallen terugvallen.

Zo kun je met dit model de smokkel en sterfte op de belangrijkste migratieroutes reduceren. Het liefst doe je dat in EU-verband, maar zelfs met en kopgroepje van landen kun je al een heel eind komen.

U was eerder positief over het Britse plan om asielzoekers naar Rwanda te brengen. De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR was zeer sceptisch over dat voorstel.

Maar ondertussen werkt diezelfde organisatie met Rwanda samen bij het evacueren van migranten in verschrikkelijke omstandigheden uit Libië. Dan is Rwanda ineens oké. Daarom hoop ik dat zo’n organisatie als UNHCR eens gaat nadenken over wat nu realistisch en haalbaar is. Er is een groot verschiltussen een schimmige deal met de Libische kustwacht en een goed afgestemde afspraak met Rwanda, Ghana of Senegal.

Een groot kritiekpunt is dat zo’n land vaak maar een paar duizend mensen kan opvangen. Is het dan geen politiek theater?

De effectiviteit zit in het feit dat je bij een geloofwaardig plan niet veel opvangcapaciteit nodig hebt. Dan stappen mensen niet meer in die gammele bootjes. Toen we de Turkijedeal voorlegden aan het hoofd van de Griekse asieldienst, vroeg zij zich ook af hoe ze dag in dag uit zoveel mensen moesten gaan opvangen en terugsturen. Ze kregen op dat moment, in februari 2016, tweeduizend mensen per dag binnen. In mei van dat jaar arriveerden er nog maar vijftienhonderd mensen in de hele maand. De smokkelaars hielden het voor gezien, hun model was gebroken.

En waarom zouden kiezers in Europa dit steunen, als die überhaupt geen zin hebben in immigratie?

Het eerste zichtbare verschil is dat er veel minder migranten zullen zijn van wie hun asielverzoek wordt afgewezen maar die niet vertrekken. Een tweede verschil is dat de groep gemêleerder zal zijn: minder mannen, meer vrouwen en kinderen. Ik wil mannelijke vluchtelingen niet demoniseren, maar op dit moment zijn de vluchtelingen die aankomen een afspiegeling van de hel die de overtocht is, niet van alle vluchtelingen.

Onderschat niet hoe belangrijk het is om dat gevoel van controle en regie te hebben. Kijk maar naar Canada en Australië, twee landen die grote aantallen immigranten kunnen opnemen omdat men het gevoel heeft de aantallen te beheersen.

U legt veel nadruk op het belang van een ander migratiebeleid om radicaal-rechts de wind uit de zeilen te nemen. Had u dit ook zo belangrijk gevonden als die partijen niet groot waren?

Zeker, zelf al zou radicaal-rechts geen zetel in een parlement hebben. Op dit moment hebben we een systeem waarbij elk jaar 3.000 mensen verdrinken op weg naar Europa. We hebben de dodelijkste grens ter wereld. Hoe valt dat te verdedigen? Het is niet zomaar een verkiezingsverhaal, het is een morele verplichting.


Trump zoekt met sturen van Nationale Garde naar Californië weer de confrontatie met de machtige en progressieve staat

De confrontatie tussen Donald Trump en de progressieve staat Californië bereikte zondag een nieuw hoogtepunt, nadat de president de Nationale Garde ongevraagd naar Los Angeles had gestuurd om verzet tegen uitzettingen uiteen te slaan. De Defensieminister dreigt met de inzet van mariniers tegen Amerikaanse demonstranten „als het geweld voortduurt”. Het is niet toevallig dat de eerste fysieke krachtmeting over Trumps deportatiebeleid nu in LA plaatsvindt.

Vrijdag viel de Amerikaanse federale immigratiepolitie ICE met grof geschut binnen bij verschillende bedrijven in het kledingdistrict van LA. Zwaargewapende, gemaskerde agenten in camouflagepakken waren daar niet op zoek naar criminelen, maar naar willekeurige migranten die er werken zonder verblijfsvergunning. Bij een bouwmarkt in het nabijgelegen stadje Paramount werden zaterdag ook mensen opgepakt. De acties werden gefilmd en trokken onmiddellijk demonstranten aan, van wie sommigen de confrontatie zochten met ICE en plaatselijke ordehandhavers.

Gemaskerde relschoppers gooiden later met stenen en flessen en staken geïmproviseerde brandbommen af bij het ICE-detentiecentrum in de binnenstad van Los Angeles. Er werden gebouwen en auto’s in de brand gestoken. De oproerpolitie gebruikte traangas, flitsgranaten en rubberen kogels tegen de demonstranten. Naast de ruim honderd migranten die ICE deze week oppakte, werd een onbekend aantal demonstranten gearresteerd voor geweld en obstructie, onder wie een prominente vakbondsleider. Hij en anderen raakten gewond bij de ongeregeldheden.

De politie van Los Angeles vormt een cordon om arrestanten af te schermen van demonstranten in Compton, een voorstadje van LA. Foto Barbara Davidson/Reuters

Trump heeft de onrust zaterdag aangegrepen om opnieuw de confrontatie te zoeken met Californië: de grootste, rijkste en progressiefste staat, die bovendien wordt geleid door een Democratische gouverneur met presidentiële ambities, Gavin Newsom. Beide politici scoren bij hun eigen achterban in een clash met de ander, zoals ze ook deden toen LA in januari geplaagd werd door verwoestende natuurbranden. Een conflict over migratie komt hen allebei goed uit.

Gewenst spektakel

Op sociale media beschuldigt president Trump gouverneur Newsom en de burgemeester van Los Angeles, Karen Bass, van incompetentie en kondigde aan tweeduizend man van de Nationale Garde naar LA te sturen. Deze reservisten worden wel vaker lokaal ingezet, maar de afgelopen zestig jaar exclusief op verzoek van gouverneurs die extra mankracht nodig hebben. De laatste keer dat ze federaal werden opgedrongen was in 1965, door president Lyndon Johnson, ter bescherming van de burgerrechtenbeweging in Alabama tegen wetshandhavers van de staat.

Volgens Newsom gooit Trump „opzettelijk olie op het vuur” en zal de militaire aanwezigheid „de spanning alleen maar doen escaleren”. Minister van Defensie Pete Hegseth dreigt zelfs mariniers op de demonstranten af te sturen: „Ze staan paraat”. Een suggestie die Newsom „gestoord” noemt. De Republikeinen doen dit volgens hem „niet omdat er een tekort aan wetshandhavers is, maar omdat ze spektakel willen”. De Democraat roept inwoners op geen geweld te gebruiken, omdat Trump dan zijn zin krijgt.

Zondag arriveren de eerste paar honderd reservisten. Of zij iets bijdragen aan ordehandhaving, is zondagavond niet duidelijk, maar de-escalerend werkt hun aanwezigheid in ieder geval niet. De politieke ophef aan beide kanten heeft de protesten alleen maar doen aanzwellen en onder de nieuwe aanwas van duizenden demonstranten zitten ook meer mensen die uit zijn op chaos. Beelden van barricades, in brand gestoken zelfrijdende taxi’s en een man die wapperend met een Mexicaanse vlag op een uitgebrande auto staat, gaan de wereld over. Het is de oproerpolitie van Los Angeles zelf die hen in het gareel probeert te houden.

Afleidingsmanoeuvre

Trump heeft tot nu toe weinig waar kunnen maken van zijn belofte van grootschalige deportaties. ICE arresteert bij lange na niet het aantal mensen dat hij wil. Een plan om de migratiepolitie meer menskracht, middelen en detentiecapaciteit te geven, is ondanks de Republikeinse meerderheid in het Congres nog niet aangenomen. Mede omdat de instroom van migranten wel drastisch teruggedrongen is, zet Trump de afgelopen maanden gemiddeld minder mensen uit dan er onder Joe Biden de grens overgezet werden.

Deportatievluchten met vermeende criminelen, die met veel tamtam werden opgesloten in een notoire gevangenis in El Salvador, zijn op last van de rechter gestaakt. Afgelopen week heeft de Trump-regering zich ook neergelegd bij een oordeel van het Hooggerechtshof en een man die onrechtmatig was uitgezet teruggehaald naar de VS. Zo haalt Trump telkens bakzeil voor de ogen van zijn kiezers.

Met dit gebrek aan succes en de openlijke ruzie met Elon Musk afgelopen week, zijn ongeregeldheden in Los Angeles en een conflict met Democraten daar ideaal voor Trump. Zeker omdat hij met zijn acties tegen migranten telkens de hele Democratische Partij klem kan zetten. Om op te komen voor de rechtsstaat en het recht op demonstratie, steunen oppositiepolitici in de beeldvorming vooral illegale immigranten, en nu relschoppers.

LA staat hoog op de lijst met zogeheten sanctuary cities die Trump sowieso wil aanpakken. Veel Democratisch geleide gemeenten, waaronder ‘schuilstad’ LA, werken niet samen met ICE om inwoners op te sporen en te arresteren. Trump wil gemeenten hun federale belastinggeld afnemen als ze zich niet conformeren.

Toeschouwers bij een protest in Compton op zaterdag.

Na Trumps aantreden richtte ICE zich eerst vooral op het arresteren van illegaal verblijvende mensen met een strafblad, een uitstaande straf of een verdenking. Recent valt de immigratiepolitie vaker binnen op plekken waar mensen werken die niets anders misdaan hebben dan zonder toestemming de grens oversteken en zonder vergunning werken. In grensstaat Californië, die veel legale en illegale immigratie kent, vooral uit Latijns-Amerika, doet ICE dat juist in Democratische steden waar mensen in de bouw en de horeca werken. Niet op het Republikeinse platteland waar zij de landbouw draaiende houden.

Na eerdere kleine protesten bij rechtbanken en detentiecentra is Los Angeles de eerste plek waar tegenstanders van Trumps beleid massaal de straat op gaan om zich te verzetten tegen ICE. Ze doen dat met bordjes met de tekst „ICE out of LA” en vlaggen van Latijns-Amerikaanse landen en Palestina. Wat voor de Trump-regering bewijst dat hun loyaliteit niet Amerikaans is.

Spanning

Trump had al vaker gedreigd met militaire inzet tegen Amerikaanse burgers. Tijdens zijn eerste termijn opperde Trump de Nationale Garde in te schakelen bij uit de hand gelopen protesten van de Black Lives Matter-beweging. Toen gouverneurs daar geen trek in hadden, wilde hij ze op eigen titel toch sturen. Maar hij liet zich weerhouden door zijn toenmalige minister van Defensie Mark Esper, die verklaarde dat dergelijke escalatie „alleen in de meest dringende en ernstige situaties” te verantwoorden is. Trump negeerde oproepen om de reservisten te sturen toen zijn eigen aanhangers op 6 januari 2021 het Capitool bestormden.

Van de huidige Defensieminister Hegseth is geen tempering te verwachten. Noch van de mensen die de protesten aangrijpen voor anarchistisch geweld. Gouverneur Newsom maakt zondag officieel bezwaar tegen de inzet van de Nationale Garde. „Voordat Trump zich ermee bemoeide, hadden we geen probleem”, schrijft hij. Of hij geen probleem had, is discutabel, maar inmiddels lijkt de situatie in Los Angeles zeker moeilijker te kalmeren dan eerder in het weekend.

Dit artikel is op maandagochtend Nederlandse tijd geactualiseerd. Daarnaast stond in een eerdere versie geschreven dat de Nationale Garde in 1965 werd ingezet tegen de burgerrechtenbeweging, terwijl die juist werd ingezet ter bescherming ervan. Dat is aangepast.

Kerkgangers ruimen de rommel op na de rellen in voorstad Paramount op zondagochtend.