Column | Het geloof als reden voor vertrek

Op het eerste gezicht lijken die twee activiteiten op elkaar: je land verraden en je land verlaten. Je bent dan een landverrader of een landverlater. Dat laatste woord kent Van Dale niet, die spreekt van ‘landverhuizer’ of ‘migrant.’ En je land verlaten betekent geen verraad, al kan het samengaan, bijvoorbeeld wanneer een Nederlands politicus besluit lid te worden van Verenigd Rusland, de partij van Poetin, en Nederland metterwoon verlaat.

Landverhuizers kunnen vrijelijk tot hun besluit komen, tenminste als het land in kwestie de burgerlijke vrijheden respecteert en niet in oorlog is (zie Oekraïne).

Op de NOS-site las ik het afgelopen weekend een artikel over een fenomeen dat ik niet kende, de zogenaamde hidjra: het zoeken van moslims naar een plek die overeenkomt met de beleden islamitische waarden. De profeet Mohammed vertrok in het jaar 622 van Mekka naar Medina, omdat hij in Mekka werd vervolgd voor het verspreiden van zijn islamitische boodschap.

Mekka en Medina liggen tegenwoordige in Saoedi-Arabië, en in welke van beide steden je ook woont, religieus is het lood om oud ijzer.

Maar Nederlandse moslims, hier geboren en getogen, vertrekken steeds vaker naar de herkomstlanden van hun (groot)ouders. De leukste reden voor migratie: ondernemingskansen. Er wacht daar een familiebedrijf op je, of jij gaat dat eigenhandig opzetten, bedrijf plus familie.

Maar volgens moslimorganisaties zien moslims in toenemende mate ook hun geloof als reden voor vertrek. De moslimhaat zou groeien, de PVV is zeker gegroeid en dat leverde reële Kamerzetels op.

Ik kan me een mix van redenen voorstellen. Misschien is het heerlijk leven in een land waar de overgrote meerderheid jouw godsdienstige overtuigingen deelt. Wat nogal eens zou kunnen tegenvallen: het verlies van een zekere religieuze exclusiviteit. Als iedereen moslim is, kijkt niemand er meer van op. Misschien ben je ineens te weinig moslim, of juist overdreven veel.

En meteen daarachteraan las ik het artikel in de Volkskrant over ‘de significante toename’ van antisemitisme na 7 oktober. Zes portretten van Joodse Nederlanders, die nooit om zoveel bedreigend bekijks hebben gevraagd. Een student die zijn kettinkje met davidster verbergt. Een vrouw die het ergste vreest, maar waarheen? „Ik hou van Nederland.” De man met keppeltje die wordt uitgescholden, in dit geval door „een meisje met een hoofddoek (…) een jaar of veertien”, voor „kankerjood”.

Want alleen in de sprookjes van Bij1 is de minderheidservaring een voortdurende bron van wederzijdse inspiratie.

Antisemitisme en moslimhaat zijn geen tegenpolen, ze kunnen naast elkaar bestaan en allebei groeien. Door de oorlog tussen Israël en Hamas zijn ze zelfs zwaar verknoopt geraakt.

Wel is er een verschil: moslims willen ‘voor vol’ aangezien worden, en Joodse Nederlanders iets minder vol voor Israëliërs.

Stephan Sanders schrijft elke maandag op deze plek een column.


Grootste strafzaak over hulp bij zelfdoding: absolute zelfbeschikking versus bescherming van het ‘recht op leven’

Wat mag een mens zelf bepalen als het gaat over zijn eigen levenseinde? Hoe ver mag zelfbeschikking gaan? Vraag het aan het de zeven mensen die de komende weken in de Arnhem terechtstaan en zij zullen zeggen: de mens mag zo ongeveer alles over het eigen sterven – het moment, de manier – zelf beslissen, en zelfbeschikking zou absoluut moeten zijn. De euthanasiewet, vinden zij, biedt onvoldoende ruimte voor mensen die het leven zelf voltooid vinden.

Onder meer twee oud-bestuursleden van Coöperatie Laatste Wil (CLW) worden vervolgd voor deelneming aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het „opzettelijk een ander behulpzaam zijn bij zelfdoding en/of de middelen daartoe verschaffen”. Twee anderen worden daar bovenop verdacht van hulp bij zelfdoding omdat bij hen volgens het OM is vast te stellen dat zij het zelfdodingsmiddel zelf leverden en dat enkele ontvangers zijn overleden. CLW is een verbindende factor tussen de zeven verdachten omdat ze daar lid of bestuurder van waren. Het OM vervolgt niet het CLW, maar de zeven verdachten die gezamenlijk opereerden.

De Coöperatie Laatste Wil werd in 2013 het opgericht met als specifieke doelstelling dat er een humaan ‘laatstewilmiddel’ op de markt moest komen. In de beginjaren zocht CLW met haar leden naar een middel dat op legale wijze te krijgen was, en kwam uit op een giftige stof die normaliter wordt gebruikt om laboratoriumvloeistoffen vrij van schimmels en bacteriën te houden. Dat middel is CLW later middel X gaan noemen. De coöperatie was van plan om het samen met leden in te slaan en tijdens bijeenkomsten te verdelen, zodat zij de juiste dodelijke proporties mee naar huis zouden nemen. Ze zouden daarbij ook kluisjes verstrekken, zodat mensen het veilig in hun huis zouden kunnen bewaren.

Lees ook
Coöperatie Laatste Wil: ‘Wij zijn geen zelfmoordclub’

Voorzitter Jos van Wijk en bestuurslid Petra de Jong (rechts) van de  Coöperatie Laatste Wil

Ingreep OM bij project CLW

Het Openbaar Ministerie stak een stokje voor het ambitieuze project, omdat het wordt gezien als hulp bij zelfdoding, en dat is strafbaar. Na die waarschuwing schortte CLW haar plannen op en verschaft de organisatie naar eigen zeggen in eerste plaats informatie. Over die periode heeft oud-voorzitter Jos van Wijk – tevens één van de bestuurders die vervolgd wordt – altijd gezegd dat zij „binnen de randen van de wet” willen blijven.

Tijdens de rechtszaak zal blijken of een groepje CLW-leden toch op eigen houtje verder is gegaan met dit project of een variant erop.

In het proces dat de komende weken in Arnhem dient, zullen de verdachten naar verwachting het recht op zelfbeschikking bepleiten. Het OM legt juist de nadruk op het recht om te leven, is te lezen in een uitleg over dit proces die zij in 2022 publiceerden. „Het is ieders goed recht om regie te voeren over het eigen levenseinde”, schrijft het OM. Maar: „Dit recht kan wettelijk worden begrensd. Die begrenzing is nodig om te voorkomen dat misbruik wordt gemaakt of dat mensen ondoordacht het leven beëindigen. In die gevallen is het recht op leven (…) in het geding”. Het recht op leven, schrijft het OM, is een van de „belangrijkste mensenrechten”. „Het is de wettelijke taak van het OM dit recht te beschermen. Vooral als het gaat om kwetsbare personen die hun doodswens niet goed hebben overdacht.”

Lees ook
Euthanasie werd afgewezen, dus was ‘middel X’ voor Lies de enige uitweg. Tot onvrede van haar omgeving

Euthanasie werd afgewezen, dus was ‘middel X’ voor Lies de enige uitweg. Tot onvrede van haar omgeving

Eerdere veroordeling tot 3,5 jaar

Vorig jaar werd Alex S. tot 3,5 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor het verhandelen van middel X, onder meer via Marktplaats, maar ook via bijeenkomsten van CLW. Sommige deals werden volgens de rechter in dat proces gesloten „in de informele sfeer”, na ‘huiskamerbijeenkomsten’ die de CLW houdt, waarin met een klein groepje leden wordt gesproken over het levenseinde.

De rechter zei dat S. met de verkoop van het zelfdodingsmiddel tegen de overheid protesteerde, die volgens hem zelfbeschikking van burgers beknot. Dat was volgens S. ook de reden dat hij geen voorwaarde stelde aan de mensen die het middel van hem kochten: iedereen kon bij hem aankloppen. Ten minste tien mensen zouden het middel dat hij verkocht hebben gebruikt om een einde aan het leven te maken. Zowel S. als het Openbaar Ministerie is in hoger beroep gegaan, dat moet nog dienen.

Het is onbekend hoeveel mensen tot dusver hun leven beëindigden met dit middel, dat wordt niet geregistreerd

Ook de overheid probeerde de invloed van CLW en middel X al eens in te perken. In 2019 stelde toenmalig minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een gedragscode op met fabrikanten, groothandelaars, winkeliers en webshops om chemische middelen die kunnen worden gebruikt voor zelfdoding niet meer aan particulieren te verkopen. In praktijk zijn die regels gemakkelijk te omzeilen: de koper kan bij aanschaf bijvoorbeeld liegen dat die het middel nodig heeft voor zijn bedrijf.

CLW heeft inmiddels ongeveer 30.000 leden, van wie het gros zich in 2017 aansloot toen de CLW bekendmaakte een geschikt middel gevonden te hebben. Op de website van de organisatie betuigen onder meer Cornald Maas en Hedy D’Ancona hun steun. De mensen die CLW steunen verwijzen in hun getuigenissen vaak naar eigen nare ervaringen met het sterven van een naaste, die hun ervan overtuigen dat de autonomie bij het levenseinde groot moet zijn. „Net iets te vaak heb ik meegemaakt dat dierbaren een en ander niet nadrukkelijk hadden vastgelegd”, schrijft Cornald Maas, „en – ondanks dat ze dat nooit zo gewild hadden – in een deplorabele laatste fase van hun leven belandden”.

Het is onbekend hoeveel mensen tot dusver hun leven beëindigden met dit middel, dat wordt niet geregistreerd. Wel zijn er de laatste jaren meer meldingen binnengekomen van sterfgevallen met dit middel bij het Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC), maar dat gaat om kleine aantallen en is onvolledig: In 2022 werd van twaalf meldingen bij NVIC vastgesteld dat ze fataal afliepen. In 2021 waren er vier meldingen van sterfgevallen na inname van middel X. Sinds het NVIC in 2014 met de registratie begon, zijn er tot 2021 in totaal 20 zelfdodingen met het middel gemeld.

‘Mars voor zelfbeschikking’

Het proces dat maandag begint en ruim twee weken zal duren, gaat over de vraag of de verdachten schuldig zijn aan deelname aan een criminele organisatie en of zij zich schuldig hebben gemaakt aan hulp bij zelfdoding. Maar mensen die willen beschikken over een laatsewilmiddel, zullen in de uitspraak iets anders aflezen: in hoeverre kan de rechtspraak de autonomie beperken. Als op maandag de zaak in de rechtbank van Arnhem begint, is er in die stad ook een ‘Mars voor de zelfbeschikking’, die wordt georganiseerd door de Steungroep Dappere Burgers (SDB) bij de eerste van acht rechtszittingen. CLW ziet de rechtszaken met vertrouwen tegemoet, zegt de huidige voorzitter Rob van Doorn. „We zijn teleurgesteld, maar zien met vertrouwen uit naar het proces om de integriteit van CLW te bewijzen.”


‘Welkom in mijn crib ! This is my mansion ’, zegt Rody terwijl hij een rondleiding geeft door de crisisnachtopvang voor jongeren

Bij de lunch mag iedereen één eitje. De twee stagiaires van de opleiding social work hebben een rij bakken op de balie gezet. Wie toch twee eitjes pakt, moet er één terugleggen. De vrouwen kiezen een broodje of boterhammen, krijgen van een stagiaire ham of kaas aangereikt en kunnen zelf hun broodje aanvullen met sla, komkommer, tomaat of mayonaise.

Dan nemen ze plaats aan een van de tafels in de huiskamer van het William Boothhuis in Rotterdam. Voor de 37 vrouwen in deze opvang is het leven helder en voorspelbaar. En dat is prettig, want in hun levens is al genoeg onzeker. Het huis wordt gerund door het Leger des Heils en biedt een tijdelijke plek om tot rust te komen, om het leven op orde te krijgen. Voor zover mogelijk.

Even verderop in Rotterdam is de sfeer uitbundiger in de opvanglocatie Bolkruid van Stichting Pameijer. Hier wonen dertien voorheen dakloze jongeren van tussen de 18 en 23 jaar. De leiding heeft veel moeite gedaan om de locatie huiselijk te maken. Bolkruid heeft twee woonkamers en twee ruime keukens, zodat de jongeren niet op een kluitje hoeven te zitten. Alle jongeren hebben een eigen kamer. Rody (20) laat die van hem zien. „Welkom in mijn crib! This is my mansion.”

Lees ook
Aantal daklozen in één jaar met 15 procent gestegen naar circa 30.600

De nachtopvang en soepbus van het Leger des Heils.

Het aantal daklozen neemt toe, bleek onlangs uit CBS-cijfers. 30.600 daklozen op 1 januari dit jaar, is de schatting, 15 procent meer dan in 2023. Vooral het aantal daklozen van Europese herkomst steeg. Binnen die groep na het aantal vrouwen en jongeren toe: ongeveer 20 procent is vrouw en 20 procent is tussen 18 en 27 jaar. NRC ging langs in de vrouwen- en de jongerenopvang in Rotterdam.

het William BoothhuisPrivacy is lastig met zes vrouwen op één kamer

De 37 bewoners van het William Boothhuis zijn allemaal vrouw en allemaal dakloos. Daarmee houden de overeenkomsten op. Hun achtergronden, leeftijden, verhalen en problematieken, verschillen sterk per persoon. De jongste is 23. De oudste van 83 is net verhuisd. Ze zijn gevlucht uit een gewelddadige relatie, hebben een verslaving, psychoses of angstaanvallen, een combinatie daarvan – of een ander verhaal.

Hoe het kan dat zo veel meer mannen dan vrouwen dakloos zijn? Mannen zoeken eerder hulp, zeg Gert Jan Freeke, regiodirecteur van het Leger des Heils in de regio Rijnmond Zuidwest. En vrouwen blijven ook langer onder de radar omdat ze, plat gezegd, vaker hun lichaam inzetten voor onderdak. Niet uit vrije wil, maar omdat ze geen andere uitweg zien. „Soms staan de pooiers nog voor de deur”, zegt Freeke. „Vandaar dat je dit huis niet zomaar binnenloopt.”

Freeke heeft als regiodirecteur zo’n zestig locaties onder zijn hoede. Alles zit „ramvol”. Er is altijd een wachtlijst voor het William Boothhuis. Dat is jammer want: „Hoe langer mensen op straat leven, hoe lastiger het wordt om het gewone leven weer op te pakken.”

De meeste bewoonsters hebben GGZ-problematiek, zegt teamleider Dieneke van de Werken. Dat is vooral te wijten aan wachtlijsten en krapte in GGZ-instellingen. Daardoor krijgen ze niet snel hulp en verslechtert de situatie waardoor zware hulp nodig is. Drugs- en alcoholverslavingen ziet ze ook veel. Of een combinatie.

Soms staan de pooiers nog voor de deurGert Jan Freeke regiodirecteur Leger des Heils regio Rijnmond Zuidwest

Er zijn ook vrouwen voor wie het leven spaak liep. Door schulden of andere problemen raakten ze hun huis kwijt. Ze zitten hier en hebben een baan, vertelt Van de Werken. Elke dag gaan ze naar hun werk. Voor de vrouwen zonder baan, is er dagbesteding. Dat is vrijwillig: ze kunnen ook in de stad gaan wandelen.

De oudste bewoonster is net een week weg, zegt Van de Werken. Voor de groep werkte dat wel goed, zo’n oudere dame. „Ze nam echt de oma-rol op zich. De jongere vrouwen luisterden naar haar.”

Vrouwen verblijven gemiddeld tussen de zes en negen maanden in het William Boothhuis, zegt Van de Werken. Woningen zijn schaars. „De gemeente heeft jaarlijks 650 woningen beschikbaar voor de kwetsbare doelgroep, waartoe de bewoners behoren, zegt Freeke. „Veel, maar niet voldoende.” Het langst zijn de wachtlijsten voor ‘beschermd wonen’ – op een eigen kamer mét toezicht.

Voor iedereen geldt dat passende hulp rust en privacy het beste werken, zegt teamleider Van de Werken. Maar privacy is lastig met zes vrouwen op één kamer. Om de bedden staan houten schotten. Het is verboden op de kamers te bellen, maar geluidsoverlast is onvermijdelijk. Het liefst heb ik voor iedereen een eenpersoonskamer, zegt Freeke.

Van de Werken knikt. Die rust is soms lastig te realiseren, zegt ze. „Soms krijgt een vrouw ’s nachts een psychose, gaat iemand keihard zingen of op de muur roffelen. Dan heb je de poppen aan het dansen.”

Elke nieuwe bewoner moet passende hulp krijgen. Een jonge vrouw die ernstig suïcidaal was, bleek niet gebaat bij aandacht na elke poging. Pas toen ze in overleg met behandelaars met haar afspraken dat ze zichzelf moest verbinden als ze zich had gesneden én zelf de rommel moest opruimen, ging het beter. Van de Werken: „Zoiets ga je niet op eigen houtje uitproberen.”

<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="De vrouwen hebben geen eigen kamer in het William Boothhuis.” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="De vrouwen hebben geen eigen kamer in het William Boothhuis.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161408/data113895372-15424d.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-12.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-10.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-11.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-12.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-13.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/bKJKwYtwFPQatVWTQ0TnWE5q3Og=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161408/data113895372-15424d.jpg 1920w”>

De vrouwen hebben geen eigen kamer in het William Boothhuis.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Elizabeth (links), in gesprek met begeleider Dieneke van der Werken, woont in het William Boothhuis. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Elizabeth (links), in gesprek met begeleider Dieneke van der Werken, woont in het William Boothhuis. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161406/data113895332-b0f0bf.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/3NfC3Oom09tVnO1ystZeSx7lGU8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161406/data113895332-b0f0bf.jpg 1920w”>

Elizabeth (links), in gesprek met begeleider Dieneke van der Werken, woont in het William Boothhuis.

Foto’s: Mona van den Berg

Een andere bewoonster kon geen afstand doen van spullen. Zelfs eten dat ze overhield, wilde ze bewaren. De leiding had samen met haar een streep om haar bed getrokken tot waar ze haar spullen mocht bewaren. De rest moest weg. „Dat was elke keer een drama”, zegt Van de Werken. „Een soort rouwen.”

We proberen zoveel mogelijk een dag-en-nachtritme erin te houden, zegt Van de Werken. Om negen uur moet iedereen uit bed. Overdag op bed liggen, is niet toegestaan. Een vrouw die met haar telefoon in een hoek op een fauteuil zit, zou het liefst even gaan liggen, zegt ze. Ze heeft hoofdpijn. In goed Engels vertelt ze in razend tempo haar ingewikkelde levensverhaal. Ze is studente international business uit Libanon, begon een studie in Rotterdam en belandde door allerlei verwikkelingen op straat. Ze sliep in de bosjes en op het station. Daarna ontdekte ze de noodopvang voor alleen de nacht, maar die vond ze verschrikkelijk en onveilig – een loods met bedden en mannen die langs de vrouwenruimte liepen. Vergeleken daarmee is het William Booth de hemel. Alleen jammer dat ze niet op bed mag liggen.

Elizabeth (42) zegt bijna niets en glimlacht verlegen. Ze is geboren in Gambia en al heel lang in Nederland. Net als Ashanti (54) die op Aruba werd geboren als man en net binnen sloft. Ze nemen allebei twee broodjes voor de lunch en flink beleg en gaan naast elkaar aan tafel zitten – een kuipje margarine tussen hen in. Waarom beiden dakloos zijn, wordt niet duidelijk. „Sommige vrouwen zijn laagbegaafd”, zegt Van de Werken. „Ze snappen de wereld om zich heen te weinig om volledig mee te kunnen doen.”

Pauline (51) is juist weer heel verbaal. Ze zit al een poos achter haar laptop met een mondkapje op. In sneltreinvaart vertelt ze haar hele levensverhaal, inclusief een gevangenisstraf die onterecht was, vertelt ze. „Mijn héle levensverhaal is erg lang”, zegt ze. „Ik kan het je wel mailen.” Ze is bang om ziek te worden, vandaar dat mondkapje. Wat ze op haar laptop doet? Zoeken naar een woning.

Lees ook
Dakloze jongeren hebben soms een iPhone, ze gaan naar school of werk

Kevin gaat graag naar dit basketbalveldje in Lelystad om te sporten.

jongerenopvang Bolkruid van PameijerWhat the fuck doe ik met mijn leven?

„Ja toch, net MTV Cribs”, zegt de twintigjarige Rody lachend, terwijl hij een rondleiding geeft in de crisisnachtopvang voor dak- en thuisloze jongeren in Rotterdam-Oost. Hij refereert aan het Amerikaanse tv-programma waarin sterren hun huizen laten zien. Een maand geleden hoorde hij dat hij hier terechtkon. Hij dacht: misschien lijkt het op een gevangenis. Rody is ongeveer anderhalf jaar dakloos en omschrijft meerdere opvanglocaties als kille cellencomplexen. De opvanglocatie Bolkruid van Stichting Pameijer vindt hij het tegenovergestelde. „Wat ik zo mooi vind, is dat het vanuit buiten op een normaal woonhuis lijkt”, zegt hij.

Rody is een spontane jongen met een vlotte babbel. Hij kwam in 2022 op straat te staan, nadat hij uit zijn huis werd gezet. „Ik heb een jaar ingeschreven gestaan in mijn huis door een fout van de gemeente, terwijl ik al dakloos was”, vertelt hij. Hierdoor kon hij niet terecht in een daklozenopvang, omdat hij telkens weer werd teruggestuurd naar dat oude huis, waar hij was uitgezet.

Een tijdje heeft Rody in een huis gewoond met arbeidsmigranten, terwijl hij productiewerk deed. Na een halfjaar werd zijn contract beëindigd en moest hij daar weg. „Weer dakloos, weer zwerven”, zegt hij met een zucht. „Afgelopen twee maanden waren heel koud.” Er was niemand die iets kon doen, zegt hij. „Ik ben niet verslaafd en ook niet gek. Ik heb ook niet met justitie te maken gehad, dus reclassering kan me ook niet helpen.” „Ik ging op gegeven moment van trein naar trein, ik sliep overal.”

Ik ben niet verslaafd of gek. Ik heb ook niet met justitie te maken gehad, dus reclassering kan me ook niet helpenRody (20) bewoner van Jongerenopvang Bolkruid

Voor Rody zijn de mensen die werken en verblijven in Bolkruid net familie. Aan de keukentafel tegenover hem zit een jongeman (22) die sinds twee maanden in de opvang zit. Hij is ingetogen en wil alleen anoniem in de krant, omwille van privacyredenen. Hij klinkt een beetje melancholiek als hij zegt dat alles goed gaat. „Er is minder stress, ik kan ergens slapen en mee-eten”, zegt hij. Hij vertelt dat hij in de opvang zit „door familieproblemen, met ouders en zo”. Een paar maanden sliep hij bij vrienden, kennissen en een paar nachten op straat voordat hij bij Bolkruid terechtkon. Hij had veel stress en angstgevoelens door die onregelmatigheid: „Je kunt nergens naartoe. Je hebt geen vaste plek. Elke dag moet je aan mensen vragen of je bij hen kunt komen slapen. Dan denk je: what the fuck doe ik met mijn leven?” Hij ademt diep in en gaat rechtop zitten: „Maar nu heb ik niet langer zulke gevoelens. Ik ben dankbaar dat ik hier ben.”

Overdag is hij meestal bij zijn alleenstaande moeder die alleen Somalisch spreekt en die hij helpt met brieven vertalen en door te tolken tijdens afspraken. Zijn droom is geneeskunde te studeren. „Je leeft maar één keer. Ik wil gewoon ergens wonen en hobby’s hebben. Een normaal leven leiden.” Een gitaar kopen staat ook op zijn wenslijstje. Enthousiast praat hij over zijn favoriete artiesten, de Arctic Monkeys en Red Hot Chili Peppers.

„Een jongere die uit een crisissituatie komt, heeft heel veel warmte en nabijheid nodig,” vertelt William Buijs, de manager van de opvang. „Je hebt een crisis meegemaakt, maar hier word je niet als een crisisjongere behandeld.” De jongeren zijn vanaf vijf uur ‘s avonds tot half negen ’s ochtends welkom op de opvang om te douchen, eten, slapen. Er wordt elke avond gekookt en er is ontbijt of lunch om mee te nemen. De islamitische jongeren die meedoen aan ramadan, kunnen op aangepaste tijden eten.

Woonkamer van Pameijer Bolkruid in Rotterdam. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”>Woonkamer van Pameijer Bolkruid in Rotterdam. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-6.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161406/data113895438-85995e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/3vz46H8nYDsVMsuOlT-MLFQL_9g=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161406/data113895438-85995e.jpg 1920w”>
Strong>Woonkamer van Pameijer Bolkruid in Rotterdam.

<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Interieur van de kamer van een jongere in de crisisopvang Bolkruid in Rotterdam.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Interieur van de kamer van een jongere in de crisisopvang Bolkruid in Rotterdam.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-7.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161404/data113895435-76d08c.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-24.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-22.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-23.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-24.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/04/welkom-in-mijn-crib-this-is-my-mansion-zegt-rody-terwijl-hij-een-rondleiding-geeft-door-de-crisisnachtopvang-voor-jongeren-25.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/hPUqPb40_teRuo6h6CzRGa-Q5Qw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/04/05161404/data113895435-76d08c.jpg 1920w”>

Interieur van de kamer van een jongere in de crisisopvang Bolkruid in Rotterdam.

Foto’s: Folkert Koelewijn

De pedagogisch medewerker Shirrina Jonathans kookt die avond een stoofschotel met rundvlees, aardappelen en rijst voor de jongeren. „Ik zeg altijd: naast mijn zoon heb ik dertien bonuskinderen”, vertelt ze.

Jongeren kunnen om meerdere redenen in de opvang belanden: als de ouder een nieuwe partner krijgt die het kind niet blieft en uit het huis gooit of als jonge vrouwen zwanger worden en worden verstoten door hun familie.

Telkens ziet Buijs hetzelfde probleem: de jeugdzorg stopt wanneer iemand achttien wordt, terwijl diegene dan nog niet op de eigen benen kan staan. Zonder die hulp van jeugdzorg raken sommige jongeren al na een halfjaar dak- en thuisloos. Familieproblemen in combinatie met het gebruik van softdrugs kunnen er dan voor zorgen dat jongeren dakloos worden, ziet Buijs.

Eenmaal op straat kunnen de jongens zich niet per se makkelijker staande houden, maar ze zijn iets minder kwetsbaar, ziet Shirrina. Wel ziet haar team dat de meiden die zich aanmelden vaak in de mensenhandel of prostitutie belanden, om toch maar onderdak te krijgen.

„De jongeren kunnen overal bij, behalve bij de voorraadruimte waar bijvoorbeeld het keukengerei ligt.” Ondanks dat de opvang niet hun thuis is, moeten ze zich hier wel veilig en welkom voelen, vertelt Shirrina. „Als je alles achter slot en grendel zet, creëer je direct een afstand. En de afstand die ze al vaak in andere situaties ervaren, hoeft hier binnen niet.”

Lees ook
Aiden kreeg een jaar lang elke maand 1.150 euro en heeft weer een toekomstbeeld

Aiden, die niet herkenbaar op de foto wilde, kon dankzij het Bouwdepot zijn huurachterstand inhalen.


Column | Verlangen naar helderheid

Duidelijkheid, het door NRC-collega Tom-Jan Meeus geschreven essay van de Maand van de Filosofie, heeft een duidelijke boodschap. De afgelopen twintig jaar zijn politici steeds simpeler en eenduidiger gaan communiceren, waarmee ze een duidelijkheid beloven die ze niet kunnen waarmaken. Neem Wilders, de verpersoonlijking van dit fenomeen: met ‘grenzen dicht’ en ‘Nederlanders eerst’ pretendeert hij complexe problemen in één handomdraai te kunnen oplossen.

Wat Meeus beschrijft is volgens mij deel van een breder fenomeen. Niet alleen in de politiek, maar ook daarbuiten is er weinig tolerantie voor complexiteit. Dit komt ook doordat de wereld de laatste decennia daadwerkelijk minder duidelijk is geworden. Door schaalvergroting en globalisering is vaak niet helder wie verantwoordelijk is voor, ik noem maar wat, stijgende prijzen en verdwijnende voorzieningen. En zoek je contact met de autoriteiten, dan strand je vaak in een keuzemenu dat onoverzichtelijker is dan Hoog Catharijne.

Het maakt dat de burger grip verliest, zowel op de wereld als op de eigen mogelijkheden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid waarschuwde afgelopen december nog dat een verlies aan grip kan leiden tot vijanddenken en een hang naar autoritaire leiders.

En inderdaad: terwijl de wereld onduidelijker werd, doken er figuren op die claimden die duidelijkheid wél te kunnen bieden. Politici, maar ook opiniemakers, lifestylegoeroes en andere influencers. Zo zijn er allemaal vormen van duidelijkheid ontstaan, van identiteitspolitiek tot complottheorieën, die geen ruimte laten voor twijfel. De witte man heeft het gedaan. De immigrant heeft het gedaan. De reptielen die kinderbloed drinken hebben het gedaan.

En zoals dat gaat: duidelijkheid vergroot de behoefte aan nog meer duidelijkheid. Als je gewend raakt aan zwart-witdenken, dan worden ambiguïteit en onzekerheid steeds moeilijker te verdragen. Ik dacht daaraan toen ik zondag een kijkje nam op het Museumplein, waar ruim duizend in het wit geklede mensen een ‘flashmob voor de vrede’ hielden. De bijeenkomst heette niet politiek te zijn, maar na afloop ontrolden enkelen alweer hun Russische vlaggen. Niet vreemd, want wie profiteert er als de wens van de demonstranten – geen wapens meer naar Oekraïne – in vervulling gaat?

Een paar weken eerder had ik zelf een column geschreven waarin ik opriep tot een beter debat over steun aan Oekraïne. Toen ik Meeus’ essay had gelezen dacht ik: ook mijn column ging over duidelijkheid. De Europese regeringsleiders suggereren een duidelijkheid over Oekraïne die ze amper toelichten en die ze bovendien niet ondersteunen in hun daden. De oorlog is existentieel voor Europa, zegt Macron. Met de oorlog in Oe-kraïne staat onze vrijheid op het spel, zegt Ollongren. Maar waarom? En als het zo is, waarom helpen we Oekraïne dan niet daadwerkelijk om te winnen? Er wordt duidelijkheid gesuggereerd, maar de praktijk toont juist twijfel en verdeeldheid.

„Als de politiek voortdurend duidelijkheid claimt te kunnen leveren, dan zal het verzet tegen de politiek ook steeds duidelijker worden”, zei Meeus naar aanleiding van zijn essay in Buitenhof. Dat was zondag te zien op het Museumplein. Ik zag er slogans als ‘Make love not war’ en ‘No weapons for peace’, en een spandoek met elkaar omhelzende poppetjes, vergezeld door de woorden ‘All the arms we need’.

Het klinkt goedbedoeld, wie kan er nou tegen vrede zijn? Maar daarin schuilt nu juist de crux. Als er inderdaad niemand tegen vrede was, dan was er nu wel vrede in Oekraïne. Er wás vrede in Oekraïne, totdat Poetin het land binnenviel. Nu tegen de Oe-kraïners zeggen dat ze moeten kiezen voor vrede is als naar een land gaan waar hongersnood heerst en tegen de mensen zeggen: „Welvaart. Hebben jullie daar weleens aan gedacht?”

Ik snap de frustratie van de vredesdemonstranten, maar hun duidelijkheid is losgezongen van de realiteit. Soms is er gewoon minder duidelijkheid voorhanden dan we zouden willen. Voor politici is dan de vraag: hoe moet je daarover communiceren? Ik snap ook wel dat Ollongren niet zegt: „Onze vrijheid staat niet per se op het spel, maar waarschijnlijk wel, of in elk geval deels.” Met zo’n kreet ben je weinig overtuigend.

Hoe kom je de roep om duidelijkheid tegemoet zonder de realiteit geweld aan te doen? Daarvoor moeten we denk ik onderscheid maken tussen verschillende vormen van duidelijkheid: eenduidigheid en helderheid. Eenduidigheid is de vorm van duidelijkheid waartegen Tom-Jan Meeus zich in zijn essay verzet. Maar dat is iets anders dan helderheid. Je kunt best in heldere taal spreken over meerduidigheid of onzekerheid. Volgens mij kun je prima uitleggen waarom het, ondanks alles wat we niet zeker weten, belangrijk is om wapens te sturen naar Oekraïne. Je moet mensen serieus nemen: zowel in hun verlangen naar helderheid als in hun tolerantie voor onzekerheid.

Floor Rusman ([email protected]) is redacteur van NRC


Lelieteelt verdeelt Diever: ‘Volgend jaar is het weer raak’

Eggy Wiltinge kan het niet geloven als ze begin maart een briefje in de brievenbus krijgt met de mededeling van een agrariër dat hij op het perceel achter haar huis in het Drentse Diever lelies gaat telen. Het perceel ligt recht achter een rij huizen, een basisschool en een sportveld. Tot vorig jaar teelde een andere boer er twee jaar lang pioenrozen, waar Wiltinge in de gemeenteraad al tegen in verweer was gekomen. Ze maakt zich zorgen over de effecten van bestrijdingsmiddelen die bij het telen van de bloemen worden gebruikt.

Meten = Weten, een Drents burgerinitiatief dat zelf onderzoek doet naar de verspreiding van pesticiden, registreerde met een op haar balkon geplaatste luchtfilter in een jaar tijd veertig verschillende bestrijdingsmiddelen, waaronder hoge concentraties glyfosaat en andere onkruid- en schimmelbestrijders. „Daar zijn we ons wild van geschrokken. We slapen aan de kant van het veld, het liefst met de ramen open. We leven hier niet achter gesloten deuren en ramen. Ik moet er niet aan denken dat daar lelies komen. Daarbij worden nog veel meer bestrijdingsmiddelen gebruikt dan bij pioenrozen”, zegt Wiltinge.

Woordvoerder Dick van Dijk van Meten = Weten.

Foto Sake Elzinga

Met 34 andere omwonenden, onder wie elf ouders van kinderen op de basisschool, spande ze een kort geding aan tegen de teler, om hem via de rechter te dwingen geen lelies op het veld te telen. De omwonenden vrezen voor hun eigen gezondheid en die van de kinderen. „Langjarige blootstelling aan bestrijdingsmiddelen brengt veel extra risico’s voor onze gezondheid met zich mee, vooral voor opgroeiende kinderen”, zegt Dick van Dijk, woordvoerder van de omwonenden en lid van Meten = Weten.

Landelijk groeit het verzet tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen uit angst voor gezondheidsschade, zeker nadat de ziekte van Parkinson in Frankrijk werd erkend als beroepsziekte voor landbouwers.

Dit jaar geen sierteelt

Tot een rechtszaak kwam het rond Diever niet. Een dag nadat de omwonenden en Meten = Weten de dagvaarding en het persbericht daarover verstuurden, maakte wethouder Renate Masselink van de gemeente Westerveld in de gemeenteraad bekend dat dit jaar achter de basisschool geen lelieteelt of andere sierteelt komt. Masselink vertelde dat de teler „na goed overleg met de gemeente vrijwillig voor een andere locatie heeft gezorgd”.

De dreigende rechtszaak leidde tot onrust in het dorp en op de basisschool. Want waar een groep omwonenden en ouders vreest voor de gezondheidsgevolgen van de bestrijdingsmiddelen die bij lelieteelt worden gebruikt, vinden andere ouders dat overdreven. Vier moeders die woensdagmiddag op het schoolplein wachten op hun kinderen, willen het er eigenlijk niet eens over hebben. Eentje loopt weg zodra het over de teelt gaat. Een andere vrouw wil toch wat kwijt. „Wij zijn hier geboren en getogen. Misschien zijn we nuchtere Drenten, maar wij hebben nergens last van. Ik woon hier al heel mijn leven en ik leef nog. Het is gezeur. Het maakt mij niet uit of ze daar wel of niet telen.”

We slapen aan de kant van het veld, het liefst met de ramen open. Ik moet er niet aan denken dat daar lelies komenEggy Wiltingeinwoonster Diever

Aan de andere kant van het schoolplein stapt een vrouw uit de auto om haar kinderen op te halen. Ze is vooral blij dat het niet tot een rechtszaak heeft hoeven komen. „Ik ben niet zozeer bang voor de gevolgen van de teelt. Ik denk dat het nu prima is opgelost door het ergens anders te doen. Het is vooral heel vervelend dat de gemoederen er hoog over oplopen. Er zijn ouders die zich veel zorgen maken en ouders die het onzin vinden. Dan is het soms beter om het er even niet over te hebben.”

In het Drentse Boterveen, zo’n tien minuten rijden van Diever, stonden omwonenden en een lelieteler vorig jaar wel tegenover elkaar in de rechtbank. De rechter in Assen besloot toen dat de gezondheidsrisico’s voor de omwonenden te groot zijn en legde de teler een spuitverbod op. Hij ging in hoger beroep. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat hij vier soorten bestrijdingsmiddelen mag blijven gebruiken.

De CBS Roosjenschool heeft een speelveld op tientallen meters van de landbouwgrond waar de lelies geteeld zouden worden.
Foto Sake Elzinga

‘Snap hectiek niet’

Teler Dirk Mestemaker weet dat de lelieteelt een gevoelig onderwerp is. Toen hij het perceel achter de school in Diever van een andere boer kon huren, deed hij daarom een briefje in de bus bij omwonenden om in gesprek te komen. „Heeft u vragen of wilt u gewoon een keer ons bedrijf bezoeken, dan kunt u altijd contact met ons opnemen”, schreef hij. Onderaan zette hij zijn telefoonnummer. „Het is jammer dat het nu zo escaleert”, zegt Mestemaker. Hij ziet af van de lelieteelt achter de school en heeft een ander perceel gehuurd om daar verder te gaan. „Voor dit jaar is de kous af.”

Mestemaker vindt dat hij genoeg doet om zijn lelies veilig te telen. „We gebruiken maar een klein beetje beschermingsmiddelen en die mengen we met veel water. Per keer dat we bespuiten gebruiken 400 liter water per hectare met daarin maximaal een liter per bestrijdingsmiddel. Hoeveel we gebruiken, verschilt per periode. In het voorjaar spuiten we bijvoorbeeld vaker met onkruidmiddel, omdat we dan meer last van onkruid hebben. In het najaar gebruiken we dat helemaal niet. We snappen de hectiek over het spuiten niet. Suiker, maïs, graan – het gaat over alles heen.”

Hij wijst op het convenant dat telers in 2020 met de gemeente Westerveld sloten. Daarin staat dat tussen het perceel waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt en een basisschool of kinderdagverblijf, twintig meter afstand moet zitten. „Wij moeten ons aan de regels houden. De regel is twintig meter afstand, we hebben hier veertig meter afstand gehouden. Wat kan je de agrariër dan nog verwijten?”

We snappen de hectiek over het spuiten niet. Suiker, maïs, graan, het gaat over alles heenDirk Mestemakerteler

Wat Mestemaker betreft moet de provincie bepalen welk gewas waar geteeld mag worden, om dit soort situaties te voorkomen. „De politiek moet duidelijke voorwaarden stellen. Waarom moet ik dat uitvechten? Ik wil dat gezeur niet. Ik wil gewoon lekker aan het werk.”

Dat is ook wat de gemeente samen met de provincie wil doen, zegt wethouder Masselink. „We wonen in een landelijk gebied met veel agrarische grond. Het is een ingewikkelde puzzel welke soort je waar teelt, maar we willen daar nu voor de zomer al met de telers mee beginnen.”

Ze zegt dat de gemeente de maatschappelijke onrust serieus wil nemen. „Tegelijkertijd houdt de teler zich aan de regels die de Nederlandse overheid bepaalt. Maar er zijn plekken te vinden waar je veel minder overlast hebt. In het buitengebied waar maar één woning staat, is het anders dan achter een basisschool.”

Van Dijk en Wiltinge zijn opgelucht dat dit jaar geen lelies achter de school en de huizen worden geteeld, maar zij hadden liever gezien dat de rechter dit besloten had. „ Nu kan het volgend jaar weer gebeuren. We overwegen daarom een bodemprocedure. Zodat het ook in de toekomst niet kan”, zegt Van Dijk. Wiltinge: „We hebben nu even rust. Maar dit is geen oplossing voor het lelieprobleem.”


Hoe één zorgondernemer telkens weer kon wegkomen met nepdeclaraties

Na vier weken in het ziekenhuis heeft Daniella maar één wens: terug naar huis. Nu haar blaas is verwijderd vanwege een tumor, wil de moeder uit Dordrecht snel naar haar kinderen. Met hulp van een verpleegster moet het lukken om thuis verder te herstellen, denkt de revalidatiearts.

Daniella kent via via al een verpleegster die haar thuis kan verzorgen. Deze vrouw had haar diensten al maanden geleden aangeboden, toen ze hoorde dat er bij Daniella blaaskanker was geconstateerd.

Omdat haar nieuwe blaas na de operatie droog moet blijven, krijgt ze een katheter mee naar huis. De verpleegster zal haar helpen bij de verzorging. Maar eenmaal thuis is Daniella op zichzelf aangewezen, vertelt ze. „Het enige wat de verpleegster deed, was mijn temperatuur opschrijven en een pleister vervangen. De katheterzak zat steeds overvol en het spoelen van de blaas moest ik zelf doen, met hulp van mijn zoontje.”

Haar blaas was niet goed gespoeld en de katheterzak te weinig geleegd

Binnen een week moet Daniella weer terug naar het ziekenhuis. Haar blaas kan niet genezen, omdat er niet goed is gespoeld en de katheterzak te weinig is geleegd. De situatie is zo ernstig, dat ze bijna opnieuw geopereerd moet worden. De vrouw, die vanwege haar specifieke medische gegevens niet met haar achternaam in NRC wil, zegt: „De artsen schrokken en vroegen me: waarom heeft de verpleegster dit niet beter in de gaten gehouden?”

De zorg van de verpleegster wordt geleverd via een klein zorgbureau uit Dordrecht. In de periode dat Daniella er zorg van ontvangt, zal het bureau meerdere keren wisselen van gedaante. Eerst heet het Diamond Zorg, daarna Ricardina Zorg, een jaar later heet het Confiar Zorg. Maar de eigenaar blijft steeds dezelfde: dat is wijkverpleegkundige en indicatiesteller Maria Furtado.

De afgelopen zeven jaar stelden meerdere verzekeraars vast dat deze zorgondernemer fraude pleegt, zo blijkt uit onderzoek van NRC op basis van gesprekken met betrokkenen, mails en interne documenten. Maar door telkens nieuwe bedrijven op te richten en door te wisselen van zorggebied en verzekeraar, kan Maria Furtado door blijven gaan. Zelfs nu de schade in de tonnen loopt, is de verpleegkundige niet te weren uit de zorg. Furtado is op dit moment nog steeds actief, als aanbieder van zorg voor patiënten met psychische problemen, gehandicapten en zieke ouderen.

Volgens directeur Aad de Groot van verzekeraar DSW staat het verhaal van Furtado symbool voor het gemak waarmee foute zorgaanbieders hun gang kunnen gaan. „Het is op dit moment vrijwel risicoloos om met een zorgbureau te frauderen. Het leidt ertoe dat steeds meer criminelen in de zorg actief worden.”

Jaarlijks wordt er voor tientallen miljoenen gefraudeerd in de zorg. Het leidt er niet alleen toe dat verzekeraars hogere zorgpremies gaan rekenen; clandestiene zorgaanbieders maken ook slachtoffers. In het geval van wijkverpleegkundige Furtado zijn dat kwetsbare patiënten die de ene keer werden verwaarloosd, de andere keer niet de juiste therapie kregen, en in een geval zelfs ten onrechte terminaal werden verklaard.

‘We zijn dicht’

Op de hoek van een straat in de Haagse Schilderswijk rammelt een kleine gedrongen vrouw aan een voordeur. Na lang wachten verschijnt er iemand in de deuropening. „Er is hier geen dagopvang meer”, zegt ze tegen de bezoekster. De gedrongen vrouw kijkt haar vragend aan. „Er. Is. Geen. Dagopvang”, zegt ze, nu hard en kort gearticuleerd. „We zijn dícht. Dat hebben we duidelijk gecommuniceerd.” Met trage pas druipt de vrouw af.

De vrouw rammelde aan de deur van het kantoor van Maria Furtado (47). Tot voor kort kwamen hier ouderen met psychiatrische problemen voor hun dagbesteding. In het kantoor staan alle spullen nog: het grote beeldscherm waarop de ouderen naar films keken, het aquarium met vissen erin, de grote alfabet-poster om letters mee te leren. Maar de locatie is nu dicht, vertelt Furtado aan de telefoon, omdat ze „in gevecht” is met een aantal verzekeraars. „Ze noemen mij een fraudeur”, zegt de verpleegster. „En daar ben ik absoluut niet van gediend. Ik heb altijd eerlijk gewerkt. Zo kent heel Den Haag mij.”

Illustratie Hanneke Rozemuller

Furtado is sinds 2010 verpleegster en werkte daarna in een ziekenhuis en een ggz-instelling. Vanaf 2017 wordt ze actief als zorgondernemer. Dat gebeurt na een belangrijke wetswijziging. Sinds 1 januari 2015 vallen verpleging en verzorging aan huis onder de basisverzekering. De wijkverpleegkundige is aangewezen als ‘poortwachter’ tot deze zorg. De verpleegkundige stelt vast of en hoeveel hulp iemand thuis nodig heeft, de verzekeraar moet die vergoeden.

Met haar diploma op zak wordt Furtado zo’n indicatiesteller, die dus bij mensen langs gaat om hun hulpbehoevendheid te beoordelen. Maar tegelijkertijd biedt ze zorg aan met eigen bedrijven. Zo kan Furtado zélf de zorg leveren waarvan ze als indicatiesteller heeft gezegd dat die vergoed zou moeten worden. Een dubbelrol die in het Nederlandse zorgsysteem, dat uitgaat van vertrouwen in de indicatiestellers, legaal is.

Haar zorgbedrijfjes houden vaak vliegensvlug weer op te bestaan. In 2016 wordt ze vennoot bij Qontinu Zorg in Natura, dat na haar komst snel snel van eigenaar verandert. Daarna wordt ze eigenaar van Diamond Thuiszorg. Maar zodra verzekeraars CZ en VGZ dit bedrijf in 2018 gaan onderzoeken vanwege onregelmatigheden in de declaraties, houdt Diamond er weer mee op – nog geen drie maanden na de start. Daarna is ze toezichthouder bij een zorgstichting waarvan de bestuurder inmiddels wordt verdacht van witwassen.

Gesjoemel met declaraties

In maart 2019 richt Furtado het Haagse bedrijf Ricardina Zorg op. De naam is een „eerbetoon aan haar moeder”, vermeldt de website. Het biedt allerlei vormen van thuiszorg aan, zoals hulp bij het wassen en het toedienen van medicijnen. In 2020 krijgt CZ wederom signalen van gesjoemel met declaraties. Volgens de verzekeraar worden vergoedingen aangevraagd voor zorg die in werkelijkheid niet wordt geleverd. Een aantal formulieren waarmee verpleging is aangevraagd, zijn volgens CZ vervalst. De verzekeraar stopt alle betalingen aan Ricardina en vraagt het onterecht ontvangen zorggeld terug.

Ricardina gaat direct failliet, met nog een half miljoen euro aan openstaande schulden. CZ meldt zich als een van de schuldeisers, en besluit geen declaraties van Ricardina meer in behandeling te nemen.

Zo gaat dat in het Nederlandse zorgsysteem: een verzekeraar die fraude vaststelt, kan zo’n bedrijf op een zwarte lijst plaatsen. Van dit zogeheten ‘extern verwijzingsregister’ kunnen andere verzekeraars vertrouwelijk kennis nemen. Op de lijst staan vooral bedrijfsnamen; de eigenaren blijven meestal buiten schot. „Het is juridisch gezien heel lastig een bestuurder aansprakelijk te stellen voor fraude”, zegt een woordvoerder van verzekeraar CZ, die vanwege een lopende rechtszaak tegen een van de bedrijven van Furtado alleen algemene vragen kan beantwoorden. „Daarom vertrouwen wij niet enkel op zulke procedures. Als we fraude vaststellen, sluiten we zo’n partij uit en doen er geen zaken meer mee.”

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het gevolg is wel, beseft CZ, „dat iemand bij een andere verzekeraar gewoon weer kan doorgaan met frauderen.” Een plaats op de zwarte lijst is niet genoeg om iemand te weren, verzekeraars moeten altijd zélf weer vaststellen dat er ook in hun geval sprake is van fraude. Pas dán kunnen betalingen worden stopgezet.

Nog lastiger wordt het als de foute zorgaanbieder een nieuw bedrijf opricht. „Dan kun je alleen maar afwachten”, zegt de woordvoerder van CZ, „tot je dezelfde bestuurder weer tegenkomt”.

En dat gebeurt ook. Vrijwel meteen na het faillissement van Ricardina, richt Furtado in 2020 een nieuw wijkverplegingsbedrijf op: Confiar Zorg, gevestigd in de Haagse Schilderswijk. „De #1 zorg van Nederland”, volgens de website, „al vertrouwd met meer dan 100 klanten”.

Nu CZ geen zaken meer met haar wil doen, maakt ze gebruik van andere verzekeraars. VGZ bijvoorbeeld, waar ze gealarmeerd raken als ze in 2021 worden gebeld door de vrouw uit Dordrecht, Daniella.

Zorg die ze nooit kreeg

Na terugkeer uit het ziekenhuis is Daniella zorg blijven ontvangen van de verpleegster die haar niet spoelde. De verpleegster had de schuld hiervan gelegd bij het ziekenhuis, dat haar verkeerde instructies zou hebben gegeven. Ze weet Daniella over te halen om haar zorgindicatie te behouden. „Ze zei: ‘je bent er nog niet, je kunt nog steeds niet plassen. Als je de vergoeding nu stopzet en je moet het straks weer opnieuw aanvragen, is er een kans dat je helemáál geen zorg meer krijgt.’ Dat wilde ik natuurlijk niet.” En dus blijft Daniella de verpleegster zien, die af en toe langskomt voor een controle of een praatje.

Zo leert de verpleegster ook de 75-jarige moeder van Daniella kennen. Ook met haar wil zij een zorgcontract afsluiten. „Eerst zei ze dat mijn moeder COPD heeft, omdat ze zo kortademig is als ze de trap oploopt. Ze zou daarom dringend meer zorg nodig hebben.” Maar als haar moeder met dit verhaal bezorgd naar de huisarts gaat, vertelt die haar dat er niks aan de hand is.

„Daarna zei ze dat ze mijn moeder wel heel vergeetachtig vond. Zou ze geen alzheimer hebben?” Ook dat verhaal wordt weersproken door een arts die haar komt testen. „Ze was inderdaad vergeetachtig, maar dat was gewoon ouderdom.”

Uiteindelijk sluit de moeder toch nog een contract af met Confiar: voor het aandoen van haar steunkousen. Maar op veel ochtenden komt er niemand opdagen. Dan moest Daniella komen helpen, of haar bejaarde vriendin van een flat verderop. In december 2020 is Daniella er zó klaar mee dat ze de verpleegster opbelt en zegt dat ze niks meer met haar te maken wil hebben. Kort daarna ontvangt ze een brief van VGZ: uw zorg voor het komende jaar is aangevraagd. Bij Confiar.

Dat is het moment dat Daniella VGZ opbelt en het hele verhaal vertelt. De medewerker van de klantenservice begrijpt haar in eerste instantie niet. „Mevrouw”, zegt ze, „u heeft deze zorg allemaal zelf aangevraagd. U doet al deze declaraties zélf.”

Daniella’s gebrekkige kennis van de administratieve kant van de zorg heeft haar opgebroken. Ze hoort van de telefoniste voor het eerst over MijnVGZ, de online omgeving waar bijvoorbeeld een overzicht van declaraties te zien is. Als ze inlogt, ziet ze hoeveel zorg er in haar naam maandelijks werd aangevraagd, voorzien van een handtekening die niet de hare is: voor hulp bij het wassen, douchen, kleden. Voor gebitsverzorging, voor het aanreiken van medicatie, voor katheterzorg.

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het is allemaal zorg die ze nooit kreeg, vertelt ze. Evenmin had ze een douchestoel, looprek, mobiel toilet of een hoog-laag bed, zoals in de zorgplannen stond. De vergoedingen die VGZ haar hiervoor maandelijks uitkeerde, maakte ze altijd direct over op de rekening die de verpleegster had opgegeven. „Zij had mij verteld dat dat zo moest”, zegt Daniella. „Zij zouden de declaraties regelen, het geld werd dan op mijn rekening gestort, ik moest hen daarmee betalen. Ik dacht: prima, als dat kennelijk zo gaat. Je gaat er niet vanuit dat een zorgverlener daarover liegt.”

Gealarmeerd door de melding van Daniella, stelt VGZ in 2021 onderzoek in naar Confiar Zorg. Er wordt gesproken met verzekerden en alle declaraties worden tegen het licht gehouden.

De vrouw die bij Daniella over de vloer kwam, heeft met haar man sinds 2020 een administratiekantoor, Calycare, dat op hetzelfde adres in Dordrecht staat geregistreerd als Confiar Zorg. Het echtpaar kent Furtado persoonlijk. Zo was de man in het verleden bestuurder bij stichting Ricardina en ontvangen ze samen, op papier, ook zorg van Confiar. Het echtpaar verwees meerdere cliënten door naar het bedrijf van Furtado.

Maar volgens het onderzoek van de verzekeraar haalden ze bij deze cliënten een truc uit. Ze zouden de rekeningnummers waarop de cliënten hun zorgvergoedingen ontvingen, hebben gewijzigd in die van hun eigen bedrijfje. Dit kan alleen via DigiD. Meerdere verzekerden verklaren dat ze hun DigiD aan het echtpaar hebben afgegeven. Op deze manier zou er bijna 300.000 euro onterecht naar het echtpaar zijn gestroomd.

Zorgplan

In de gesprekken die ze voeren met verzekerden blijkt dat een groot deel van de Confiar-zorg waarvoor is betaald, nooit is geleverd. De meeste mensen zeggen dat er wel iemand langskwam voor hulp in het huishouden, maar dat ze nooit hulp kregen bij bijvoorbeeld douchen, aanreiken van de medicatie, wassen en katheterzorg – terwijl dat wel zo in het zorgplan stond. Die zorgplannen blijken sowieso weinig waard: de handtekeningen van diverse zorgaanvragers zijn vervalst.

Soms wordt er op papier zorg geleverd terwijl mensen helemaal niet thuis zijn: ze liggen in het ziekenhuis, of ze zijn op vakantie. Ook zijn de schema’s van de zorgverleners onrealistisch: een specifieke medewerker zou 57 dagen achter elkaar hebben gewerkt, en bezoekt volgens de papieren veel meer cliënten dan praktisch mogelijk is vanwege onderlinge afstanden.

Illustratie Hanneke Rozemuller

Het niet-leveren van zorg heeft niet altijd directe gevolgen voor de cliënt. In zo’n geval werd meer hulp aangevraagd dan nodig was. Maar in andere gevallen wordt zorg onthouden die wél noodzakelijk is. Zoals een vrouw met psychische problemen uit Dordrecht, die zich niet verzorgt en duidelijk medische hulp nodig heeft, maar die van Confiar naar eigen zeggen niet kreeg.

Ook een bejaarde vrouw met longkanker wordt in haar laatste levensfase begeleid door Confiar. In mei 2021 komt Maria Furtado bij haar langs om de zorg te indiceren. Volgens Furtado is ze „in de eindfase van haar ziekte” beland en „hierdoor bedlegerig geworden”, noteert ze in het zorgplan. Voor Furtado reden om palliatieve zorg aan te vragen, bedoeld voor mensen die nog maar drie maanden te leven hebben. Vanaf dat moment wordt er volgens het onderzoek voor zeer intensieve hulp gedeclareerd – van hulp bij het wassen tot aan het toedienen van morfine: zo’n 4.000 euro per week. De zorg wordt een jaar later verantwoord met een ondertekende verklaring van de huisarts.

Alleen: de handtekening – en daarmee de verklaring – is vervalst, zo blijkt tijdens het onderzoek van de verzekeraar. De bejaarde vrouw was volgens de huisarts op dat moment helemaal niet bedlegerig. Ze kwam in mei 2021 op eigen gelegenheid naar de huisarts, en kon zichzelf nog douchen op de bovenverdieping van haar huis. Confiar Zorg had de vrouw een te vroeg doodvonnis gegeven. Pas eind 2022 verandert dat, stelt de arts. Het gaat slechter; ze spreken dan wél over een levenseinde en de palliatieve zorg die ze nodig heeft – zorg die Confiar dan al ruim een jaar declareert.

Als het eind 2022 daadwerkelijk zover is, geeft Confiar niet thuis. „Overal gingen ze tegenin”, schrijft de huisarts in een brief aan de verzekeraar over haar ervaringen met het zorgbureau. Zo volgt Confiar haar verzoek om een blaaskatheter te plaatsen niet op, en wordt de levering van een morfinepomp door het zorgbureau afgezegd. Ook worden haar doorligplekken niet goed behandeld. „Ik heb uiteindelijk mijn assistente deze wondzorg laten overnemen”, schrijft de huisarts. Ook wordt de patiënte steeds onnodig uit bed gehaald, terwijl zij hier „fysiek niet toe in staat was”. Ze komt begin 2023 te overlijden. De slechte zorgverlening heeft haar „onnodig ongemakken” bezorgd in haar laatste levensfase, schrijft de huisarts.

Confiar Zorg had de vrouw een te vroeg doodvonnis gegeven

Het verhaal staat niet op zichzelf: Confiar Zorg vervalst volgens de onderzoekers vaker handtekeningen en verklaringen van artsen. Die handtekeningen zijn nodig, omdat niet alle zorg zomaar wordt vergoed door een verzekeraar. Soms is er een handtekening nodig van bijvoorbeeld een arts of fysiotherapeut. Meerdere zorgprofessionals verklaren dat ze de ingediende verklaring – die op hun naam staat – niet hebben ondertekend en dat de kwalen erop verzonnen zijn.

In maart vorig jaar besluit VGZ de declaraties van Confiar Zorg op te schorten. Het zorgbureau wordt per brief op de hoogte gesteld van de bevindingen. De conclusie van de onderzoekers is dat er sprake is van frauduleus handelen en dat Confiar Zorg „onrechtmatig” zou hebben gehandeld ten opzichte van de verzekeraar en verzekerden. Bestuurder Maria Furtado is „ernstig tekortgeschoten”. In totaal heeft VGZ tussen februari 2022 en april 2023 ruim zes ton euro aan declaraties vergoed aan Confiar Zorg. Er wordt ruim 550.000 euro teruggevorderd.

Discriminatie

Maria Furtado wil NRC „heel graag” vertellen over de beschuldigingen aan haar adres. Maar op de afspraak in haar Confiar-kantoor in de Haagse Schilderswijk komt ze niet opdagen. Telefonisch laat ze weten toch geen interview te willen geven, en dat de beschuldigingen niet kloppen. Furtado ziet zichzelf als de gedupeerde in het verhaal. „Ik ben slachtoffer van discriminatie”, zegt de vrouw, die van Nederlands-Kaapverdiaanse afkomst is. „De verzekeraars kijken naar je achternaam. Als je geen Kees of Miep heet, ben je een fraudeur. Dat is de realiteit waar iedereen mee zit nu. Snap je? Je komt gelijk in de controlebank als je een andere achternaam hebt.” Later beantwoordt ze per e-mail een uitgebreide vragenlijst die NRC haar stuurde (zie kader).

Juist om te voorkomen dat foute aanbieders actief worden in de zorg, is in 2022 de Wet toetreding zorgaanbieders ingevoerd. Nieuwe bedrijven die zorg willen verlenen, moeten volgens deze wet aan extra eisen voldoen. Alleen gelden die eisen enkel voor grotere bedrijven, niet voor kleine aanbieders zoals Confiar. Die hoeven zich alleen maar te registreren. De Tweede Kamer kwam hier vorige week op terug, en wil nu ook de eisen gaan aanscherpen voor kleine zorgaanbieders, zoals DSW-directeur Aad de Groot eerder bepleitte.

Illustratie Hanneke Rozemuller

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is verantwoordelijk voor de controle. De inspectie is nooit langs geweest bij bedrijven van Furtado, bevestigt een woordvoerder. Het aantal zorgbedrijven is dan ook veel groter dan de inspectie aan kan. Zo kwamen er in 2022 bijna 3.400 nieuwe zorgbureautjes bij die zich, zoals Confiar, richten op verpleging en verzorging. Daarvan zijn er zestig bezocht, blijkt uit navraag bij de inspectie. Dat is 1,8 procent van het totaal. De controles leverden weinig op: één aanbieder werd onder toezicht geplaatst.

En het strafrecht dan? Confiar maakt zich volgens de verzekeraars immers schuldig aan diverse overtredingen, zoals valsheid in geschrifte, oplichting en fraude. Alleen volgt de Arbeidsinspectie maar een fractie van de meldingen op. Jaarlijks worden door verzekeraars zo’n 500 zorgfraudes geconstateerd. De grootste, ernstigste zaken worden doorgegeven aan de Arbeidsinspectie: rond de 160 gevallen per jaar. Met het overgrote deel van de zaken wordt vervolgens niks gedaan. De Arbeidsinspectie heeft slechts capaciteit om zo’n twintig onderzoeken per jaar te draaien.

Op een fraudecongres voor verzekeraars vorig jaar februari in Arnhem vertelden medewerkers van de Arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie dat verzekeraars eerst „telefonisch contact” moeten zoeken wanneer zij aangifte willen doen. „Soms zeggen we dan: maak er maar een melding van, zodat de informatie in elk geval bewaard wordt”, zei een vertegenwoordiger van de Arbeidsinspectie. „Een aangifte, daar zit de verwachting in dat er dan ook wat mee wordt gedaan”, zei de OM-functionaris. „Terwijl dat in de praktijk niet zo is.”

De Arbeidsinspectie ontkent dat er sprake is van ontmoedigen van het doen van aangifte. „Elke aangifte geven wij binnen onze mogelijkheden een zo goed mogelijke opvolging”, aldus de woordvoerder.

„Het is dweilen met de kraan open”, zegt Radboud Gottmer, hoofd fraudebestrijding bij VGZ. Uit privacyoverwegingen kan de verzekeraar niets delen over de zaak zelf. „Maar in zijn algemeenheid komen wij veel gevallen tegen van frauderende bedrijven die failliet gaan en onder een andere naam weer actief worden”, zegt Gottmer. „Daar staan wij redelijk machteloos tegenover. Aangiften worden zelden opgepakt.”

Volgens Gottmer moet het eenvoudiger worden om frauderende bedrijven uit de zorg te weren. „Je zou willen dat niet alle verzekeraars een voor een hun eigen onderzoek hoeven te doen. Dan kun je er eerder bij zijn en mogelijk een hoop ellende voorkomen.” Ook zou er volgens hem een zwaardere check moeten komen op nieuwe aanbieders.

Bovendien zou het mogelijk moeten worden fraudeurs een boete op te leggen, vindt Aad de Groot, directeur van DSW. „Op dit moment kun je als zorgverzekeraar alleen het onterecht gedeclareerde bedrag terugvorderen. Daar liggen fraudeurs natuurlijk niet wakker van. Ik vergelijk het met parkeren: daar zou ook niemand voor betalen als je al weet dat je toch geen boete krijgt wanneer je wordt betrapt.”

Maria Furtado is zelf ondertussen overgestapt naar een nieuw zorgterrein. Bij DSW komen sinds vorig jaar declaraties binnen voor therapeutische consulten van een aanbieder met een nieuwe handelsnaam: Confiar GGZ. Eigenaar: Maria Furtado. „Het leek mij een nuttige verbreding van mijn werkterrein”, zegt ze er zelf over. In de Schilderswijk zag ze „veel kansarmen” wonen. ,,Dit zijn vaak getraumatiseerde mensen”, zegt Furtado, met een ,,zorgbehoefte” waar zij in kon „voorzien”. Haar nieuwe slogan op de website luidt: „Of u nu last heeft van depressie, angst, trauma of andere mentale gezondheidsproblemen, wij zijn er om u te helpen”.

Illustratie Hanneke Rozemuller

DSW vertrouwt het zaakje niet, als ze zien dat de declaratieformulieren steeds worden ingevuld met hetzelfde handschrift. Als de verzekeraar de cliënten opbelt, komen ze erachter dat Furtado weer dezelfde truc uithaalt. Cliënten worden voor hun mentale problemen weliswaar ‘behandeld’ door Confiar – maar niet door de psychologen die op hun nota’s staan vermeld. De behandelaars zijn Confiar-medewerkers die zich voordoen als psycholoog, maar niet aantoonbaar over de juiste kwalificaties beschikken. En de vrouw die wél een echte psychologe is en op papier als de behandelaar is geregistreerd, blijkt bij navraag helemaal niet voor Confiar te werken. Eind vorig jaar zet ook DSW de vergoedingen aan Furtado stop, wegens geconstateerde fraude.

Zo kan wijkverpleegster Maria Furtado al zeven jaar door het Nederlandse zorglandschap trekken, shoppend van verzekeraar naar verzekeraar, zonder dat iemand haar kan stoppen. De fraude kost de premiebetaler geld, maar tast ook het vertrouwen aan in zorgverleners, juist bij de groep die hen het hardst nodig heeft.

Mensen zoals Daniella. Toen ze de fraude door kreeg, voelde ze zich verraden. „Mijn verpleegster was hier elke dag toen ik chemo’s kreeg. We hebben met elkaar gegeten, ik kon mijn verhaal aan haar kwijt. Nu denk ik: was dat allemaal dan een toneelspel?” Juist op dát moment was zij van haar afhankelijk.

„Dat vind ik nog het ergst”, zegt Daniella. „Dat je iemand die voor je zorgt, niet kunt vertrouwen.”


‘Draag ook zelf zorg voor uw gezondheid’

Zo gezond mogelijk leven als je jong bent. Als je toch zorg nodig hebt, proberen dat digitaal te regelen. En als je eenmaal ouder bent, vooral een beroep doen op mantelzorgers. En de professionele zorgverlener? Die zie je zo weinig mogelijk.

Een ideaalplaatje wil voorzitter Dirk Jan van den Berg van brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland het niet noemen, maar dat er iets drastisch moet veranderen in de zorg is voor hem wel duidelijk. „Niet alle zorg kan door professionals worden opgevangen. We moeten toe naar een situatie waarin mensen zelf meer verantwoordelijkheid pakken.”

De dubbele vergrijzing – steeds meer ouderen die ook steeds ouder worden – komt snel naderbij. Er zijn meer ouderen die zorg nodig hebben, maar minder werkenden die die zorg kunnen verlenen. Nu werkt een op de zeven werkenden in de zorg, in 2060 zou dat een op de drie moeten worden. Onhaalbaar en onbetaalbaar, meent Van den Berg. „Volgens de Wet langdurige zorg heb je als oudere altijd recht op verpleegzorg, maar dat kan straks niet worden nagekomen omdat die mensen er eenvoudigweg niet zijn. Heel frustrerend, maar je kunt geen ijzer met handen breken.” Deze week praten de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB over financiën, en daar maakt de zorg een groot deel van uit: de VWS-begroting is met ruim 100 miljard de grootste van alle departementen. Van den Berg hoopt dat de vergrijzing daar op tafel ligt. „Dit verdient een prominente plaats. Het probleem gaat niet weg door er niet over te praten.”

U schreef deze week aan de informateurs dat in Nederland ‘meer dan in andere Europese landen de zorg voor ouderen bij overbelaste zorgprofessionals wordt neergelegd.’

„Nederlanders zien enorm op tegen mantelzorg. Niet uit gebrek aan liefde voor ouders, wel omdat ze zich afvragen: hoe gaat dat passen in mijn leven? In andere landen is dat veel meer geïntegreerd. Daar ga je op een bepaald moment je ouders verzorgen, of je krijgt ze in huis. Daar moeten wij het ook over hebben. Het is niet meer zo van: overheid of zorgverzekeraars, regel dat maar even. Een ongemakkelijke boodschap, maar het is onverstandig onze kop in het zand te steken.”

Zorgen dat mensen langer gezond thuis kunnen blijven wonen helpt ook, zegt Van den Berg: „Preventie is belangrijk. Ik ben geen serene monnik, maar probeer jezelf een beetje te onderhouden. Eet gezond. Beweeg. Zwaar roken is onverstandig.”

Gemeenten moeten meer geld krijgen voor preventie en om welzijnstaken uit te voeren, vindt hij. „Praat met een willekeurige huisarts en je hoort dat misschien wel 50 procent van de mensen praat over hun financiën, hun kinderen, hun relatie. Of ze hebben klachten omdat ze in een huis met schimmel wonen. Dat zijn geen zorgvragen. Als die mensen elders hulp krijgen, ontlast dat de huisarts.” Digitalisering van zorg kan ook een bijdrage leveren. Artsen kunnen dan efficiënter werken en meer mensen spreken, zegt Van den Berg.

Waar het allemaal op neerkomt: we moeten meer zelf doen?

„Je hebt ook een eigen verantwoordelijkheid. Alleen zo kunnen we samen bijdragen aan een houdbare en solidaire zorg. Anders krijg je bijvoorbeeld meer private equity-partijen die voor mensen met genoeg geld een zorgaanbod regelen. Dat is niet de weg die we op moeten gaan.”

Het politieke klimaat lijkt anders; veel partijen willen juist meer geld uitgeven aan zorg. Niet alleen de formerende partijen PVV en BBB, maar ook linkse partijen.

„Er zijn partijen die zeggen: we zijn een beschaafd land, dus het mag wel wat kosten. Maar alleen geld lost het personeelstekort niet op. Meer geld betekent ook een hogere zorgpremie. Er zijn heel veel mensen voor wie twee tientjes extra per maand een probleem is. De VWS-begroting is nu al meer dan 100 miljard. Dat is niet niks. Mogen we dan ook kijken: doen we het wel goed? Doen we het wel slim? De bomen groeien niet tot in de hemel.”

In de Tweede Kamer gaat veel aandacht naar concrete zaken als het eigen risico. Wordt die vergrijzingsdiscussie wel voldoende gevoerd?

„Veel te weinig, en dat is jammer. Als je een probleem hebt, moet je erover praten. We hebben nu nog tijd om het goed op gang te krijgen, benut die tijd.”

Waarom gebeurt dat niet?

„Het is geen leuk taartje dat je aan je achterban gaat opdienen. Lange termijn en politiek gaan vaak niet goed samen, terwijl het wel een inspirerend onderwerp is. Ik denk dat best veel mensen die ouder worden geïnteresseerd zijn in hoe woonvormen voor ouderen eruit gaan zien.”

Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. Gooit u uw probleem nu niet gewoon over de schutting?

„De zorgplicht blijft, maar het antwoord is niet automatisch: meer zorg. Daar zitten grenzen aan. De zorgplicht moet breder worden; gemeenten, welzijnsorganisaties. Maar ook: wat kunnen mensen zelf bijdragen?”

De NZa concludeerde onlangs juist dat verzekeraars te weinig ondernemen om het zorgaanbod en de zorgbehoefte in evenwicht te houden.

„Dat draait om wachtlijsten. Maar verzekeraars hebben daar vrijwel geen inzicht in. Ze weten niet op welke wachtlijst welke verzekerden staan. Verzekerden moeten actief meedoen in het zorgsysteem, niet stilletjes afwachten. Bel je zorgverzekeraar als je tegen een wachtlijst aanloopt. Ze kunnen vaak helpen met een andere locatie wat verder weg, waar de wachtlijst korter is of je misschien gelijk geholpen wordt.”

Lees ook
Wie gaat voor de ouderen zorgen? ‘De professional maakt het bed op, de mantelzorger stofzuigt en doet de was’

We worden allemaal mantelzorger „of we nu willen of niet”, aldus hoogleraar Robbert Huijsman.


Column | Circus Caroline

De Tweede Kamer hield een debat over de mogelijkheid dat Rusland cash betaalde aan Nederlandse politici. Thierry Baudet bleef weg. Dat was jammer want van alle clownsacts in de Kamer is hij veruit de grappigste. Caroline van der Plas, koningin van de wollige interrupties die nergens over gaan, nam de honneurs waar en stelde niet teleur. Eenmaal achter de microfoon begon ze de eed van toelating uit de Grondwet voor te dragen. Ze sloot af met de mededeling dat haar fractie zou instemmen met de zwaarst mogelijke sanctie als bewezen werd dat „collega’s in dit huis betaald worden door vijandelijke buitenlandse mogendheden”.

Henri Bontenbal vond dit een lastig te handhaven criterium: over wat een vijandige mogendheid is, kon je in de kamer van mening verschillen. Was een vijandige mogendheid een waarmee je in oorlog was? Nauw genomen zijn we niet in oorlog met Rusland, zei hij.

Voor de BBB was Rusland een vijandige mogendheid want Rusland was niet haar cup of tea, zei Caroline. Dat klonk of vijandige mogendheden landen zijn die zij niet zou kiezen als vakantiebestemming.

Jan Paternotte deed ook een poging uit te leggen waarom het bij haar stelling relevant was te weten wat zij als een vijandige mogendheid beschouwt. Caroline mopperde dat dit debat alle kanten opging. Ze stelde vast dat wat voor de ene partij een vijandige mogendheid was, dat voor de ander niet was, waarmee ze haar eigen stelling nog voor het slot van haar inbreng onthoofd had. Als je niet kunt vaststellen wat een vijandige mogendheid is, kun je ook geen Kamerleden straffen die erdoor wordt gefinancierd.

Los daarvan, lijkt het me dat Kamerleden ook geen cash van bevriende mogendheden mogen ontvangen zonder dat te vermelden. Die hele act had kunnen worden geschrapt.

Op de radio ging een journalist tekeer tegen zijn eigen beroepsgroep in relatie tot Caroline. Journalisten lieten haar maar kwebbelen over de zegen die ze van de paus voor de coalitie had gevraagd zonder diens standpunten rond migratie te benoemen. De paus vindt immers dat Europa migranten moet ontvangen, begeleiden en integreren, maar niemand die daar tijd voor had. Iedereen liep in optocht mee: de paus! Zegening!

Dat het volk circusacts het parlement in stemt, is ellendig genoeg. Het volk bestaat uit amateurs die onder invloed van oneliners een keer in de zoveel jaar stemmen, wij mogen grinnikend onze ondergang verwelkomen, maar journalisten hebben een verantwoordelijkheid. Net als volwassen politici. Die moeten bij elke kans die ze krijgen de schmink van de clowns spuiten en tonen dat het parlement geen circus is, maar de plek waar onze toekomst vorm krijgt. De acts gaan over ons onderwijs, ons drinkwater en ons gas. Dat er clowns door de Kamer buitelen, wil niet zeggen dat politiek journalisten zich als circuspubliek kunnen gedragen.

Carolina Trujillo is schrijfster.


Niet verjagen of uitroeien: deskundigen vinden dat Nederlanders met de wolf moeten gaan samenleven

Geen week zonder wolvennieuws. Talloze berichten over schapenhouders die hun opengebeten dieren aantreffen. Of filmpjes van een wolf die door woonstraten huppelt, zoals maandag in het Drentse Eelde. En steeds begint de discussie opnieuw over de vraag of de wolf in Nederland thuis hoort, en of hij niet beter kan worden verjaagd of zelfs uitgeroeid – al was het maar vanwege de angst voor een roofdier dat, zoals het sprookje wil, kinderen zou kunnen aanvallen en opeten.

Toch is onvermijdelijk dat Nederlanders met wolven samen gaan leven, zo bleek donderdag in de Tweede Kamer, waar de landelijke politiek kennis kon nemen van de opvattingen van een reeks deskundigen. De wolf is nu eenmaal negen jaar geleden op eigen kracht het land binnen gekomen, na honderdvijftig jaar afwezigheid, en het is een dure plicht deze inheemse diersoort te beschermen.

Er zijn nu negen roedels in Nederland, waarvan zeven op de Veluwe. De wolf richt regelmatig schade aan, kenmerkend genoeg vooral in Drenthe en Noord-Brabant. Logisch, stelt onder anderen dierecoloog Hugh Jansman van Wageningen University and Research, voor wie bedenkt dat op de Veluwe voldoende reeën, edelherten en wilde zwijnen te verschalken zijn. In de andere gebieden is de wolf kennelijk aangewezen op het doden van landbouwhuisdieren, met name schapen. Het zou helpen, aldus Jansman, als Nederland meer grote natuurgebieden zou inrichten die onderling verbonden zijn, met daarin de prooidieren waar een wolf het liefst op jaagt.

Lees ook
Aangereden wolven belanden een voor een voor onderzoek op de sectietafe

Veterinair patholoog Judith van den Brand onderzoekt een wolf.

Afrasteringen gewenst

De deskundigen zijn het erover eens dat een deel van de Nederlandse veehouders, toch al geplaagd door de stikstofcrisis, het door de komst van de wolf zwaar te verduren heeft. Maar dat Nederland als geste naar de boeren moet proberen de Europese beschermde status van de wolf te laten vallen, is geen optie. Liever moet Nederland de boeren helpen een transitie door te maken. Bijvoorbeeld door het plaatsen van wolfwerende hekken, de inzet van kuddes met herders en honden en het bouwen van kralen voor de nacht.

Want, zo blijkt uit onderzoek, de wolf maakt in verreweg de meeste gevallen slachtoffers onder dieren die niet afdoende zijn beschermd. „De schade aan landbouwhuisdieren hangt niet zozeer samen met het aantal wolven of het aantal landbouwhuisdieren, maar vooral met de inzet en effectiviteit van preventieve maatregelen”, constateert Bij12, de organisatie die namens de twaalf provincies de schade afhandelt. De kans op een aanval door de wolf kan „sterk beperkt worden door de juiste inzet van de preventieve maatregelen”, aldus een notitie. „Het gebruik van adequate afrasteringen met stroom is daarbij zeer aan te bevelen.”

Niels Gilissen (Natuurmonumenten), Michiel de Wit (Dierenbescherming), Arnoud Meijering (Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging) en Jakob Leidekker (Nationaal Park De Hoge Veluwe) tijdens een gesprek donderdag in de Tweede Kamer over de wolf in Nederland.
Foto Remko de Waal/ANP

Dat het soms uitermate lastig is overal geschikte rasters te plaatsen, bijvoorbeeld voor de melkkoeien van het Drentse CDA-Kamerlid Eline Vedder die hen naar eigen zeggen liefst op verschillende plaatsen laat grazen, moet een aanmoediging zijn de veehouders tegemoet te komen. Europese subsidies zijn er genoeg, en veel geld hoeft het niet te kosten, stelt onder anderen Pieter van Geel, voormalig CDA-staatssecretaris en voorzitter van het Landelijk Overleg Wolf. Voor minder dan een miljoen euro per jaar is een provincie wel klaar. Vervolgens zouden veehouders die toch slachtoffer van een wolf worden, alleen in aanmerking mogen komen voor een schadevergoeding als zij voldoende preventieve maatregelen hebben genomen, vindt ook de Dierenbescherming. Nu is dat nog niet zo.

Olifanten en tijgers

Nederland schiet al jaren tekort bij het beschermen van de wolf, stellen juridische deskundigen. Nederland had allang beschermingsgebieden voor de wolf moeten instellen, en als dat niet gebeurt zal een rechter het land daartoe ooit dwingen, stelt natuurrechtadvocaat Bondine Kloostra.

Bovendien is bescherming van de wolf een internationale morele plicht, houdt hoogleraar natuurbeschermingsrecht Arie Trouwborst van Tilburg University de Tweede Kamer voor. „Wie van de arme en snel groeiende bevolking van landen als Tanzania en India verwacht dat men daar ook in de toekomst plaats blijft maken voor leeuwen, tijgers, olifanten en nijlpaarden, kan moeilijk tegelijkertijd volhouden dat het in een zeer welvarend land als Nederland niet goed mogelijk is om samen te leven met de wolf, een soort die veel minder gevaarlijk en schadelijk is.”


Minister Dijkgraaf: ‘Vanaf 2026 moeten mbo-studenten burgerschapsexamen afleggen’

Mbo-studenten worden vanaf 2026 verplicht een examen burgerschapsonderwijs af te leggen. Dat schrijft Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Het examen mag in de vorm van een portfolio worden ingeleverd, en is onderdeel van het plan om basisvaardigheden in het mbo te verbeteren. „Naast goed kunnen lezen, schrijven en rekenen, gaat dat ook over burgerschap”, zegt de minister in zijn brief.

In de afgelopen jaren is een dalende trend te zien in vaardigheden als lezen, schrijven en rekenen onder middelbare scholieren en mbo-studenten. Daarbij komt dat Nederlandse jongeren op internationaal niveau slecht blijken te scoren wat betreft ‘burgerschapskennis’. Hieronder vallen dingen als begrip van democratische waarden, het volgen van nieuws en binding met de samenleving. De minister hoopt dat met het examen burgerschap een belangrijkere plek krijgt in het onderwijs „en studenten duidelijkheid [krijgen] over de eisen waar ze aan moeten voldoen”.

Opleidingen zijn vrij in het bepalen hoe ze burgerschapsonderwijs inrichten. Wel moeten ze aantonen aandacht te besteden aan de nieuwe kwalificatie-eisen en bepaalde waarden als vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Naast het nieuwe examen zijn er ook andere maatregelen genomen om de dalende trend in basisvaardigheden onder mbo-studenten tegen te gaan. Zo is een aanvullend opleidingstraject toegevoegd voor docenten om hierin les te geven, met het streven dit vanaf 2026 in de wetgeving mee te nemen.

Lees ook
Miljardeninvestering kabinet in mbo hielp niet tegen ongelijkheid

Mbo-studenten van het Zadkine en Albeda college op de Heijplaat Rotterdam zijn opdrachten aan het uitvoeren.