Twee mannen in oranje hesjes staan op een hoogwerker in de stationshal. Om hen heen snellen reizigers van en naar de trein. De haast gaat aan de mannen voorbij. De drie posters die zij rustig aan het plafond bevestigen, kennen een duidelijke boodschap: wie de komende weken van, naar of via Amersfoort wil reizen, moet bij het plannen van die reis rekening houden met grootschalige werkzaamheden aan het spoor.
Deze zomer vervangt ProRail vijf kilometer rails rond Amersfoort Centraal en worden 42 oude wissels verwijderd, in ruil voor 29 nieuwe. Ook krijgt het station nieuwe bovenleidingen, een nieuw beveiligingssysteem, komt perron 1 lager te liggen en krijgen gebouwen een opknapbeurt. Forensen die de slaap al uit de ogen hebben gewreven, zien donderdagochtend schilders schuren en perrontegels gewipt worden op perron 6a.
Het is de opmaat naar de grote afsluiting van het station: tussen 13 juli en 28 juli stoppen er geen treinen. Reizigers moeten in die periode een alternatieve route nemen of met de pendelbus. Na die data blijft er hinder op enkele trajecten. Tussen 15 en 18 augustus ligt het station er dan nog een keer helemaal uit, vanaf 19 augustus zullen de treinen weer normaal rijden.
De operatie heeft flinke gevolgen voor de tienduizenden reizigers die dagelijks Amersfoort Centraal passeren. De posters in de hal zijn dan ook niet de enige waarschuwingen die zij op het station tegenkomen. Trappenhuizen en perrons hangen vol met stickers en bordjes, en ook in de treinen informeert de NS klanten over de stremming. „Als het nu nog niet duidelijk is, weet ik het ook niet meer”, grapt een conducteur.
De ochtendforensen blijken goed op de hoogte van wat hun te wachten staat. „Het gaat me sowieso een halfuur extra reistijd kosten”, zegt Floris Engeln (29), die nog tot eind juli stage loopt in Amersfoort. Hij woont in Enschede en moet de komende weken in Apeldoorn op de pendelbus stappen. „Gelukkig kan ik een paar dagen uitwijken naar de vestiging in Lelystad”. Voor Esther van Essen (28) is de extra reistijd vooral „irritant” aan het einde van de dag, als ze klaar is met werken bij de gemeente Hilversum. Deze week moest ze al de pendelbus nemen, omdat het traject tussen Amersfoort en Baarn als eerste onder handen werd genomen. „Ik ben twee keer zo lang onderweg.”
De meeste reizigers zeggen begrip te hebben voor de planning van de werkzaamheden, zo midden in de zomervakantie. Sommigen mogen van hun werkgever vaker of helemaal thuis werken. Voor lokale ondernemers ligt de timing gevoeliger, bleek dit voorjaar. Na de aankondiging van de werkzaamheden door ProRail ontstond grote onrust: zouden toeristen de stad nog wel weten te bereiken, juist in het jaar dat Amersfoort wil profiteren van de in eind 2023 veroverde titel ‘Europese stad van het jaar’?
ProRail sust de gemoederen
Meerdere ondernemers overwogen een rechtszaak aan te spannen om de verbouwingsplannen van tafel te krijgen. Een gesprek met ProRail en de gemeente volgde, waarin de gemoederen werden gesust. Volgens horecaondernemer Walrick Halewijn, voorzitter van Ondernemers Binnenstad Amersfoort, was het een goed gesprek. „Ons is uitgelegd wat de boodschap zal zijn aan reizigers: Amersfoort blijft bereikbaar, maar bereid je goed voor.” De zorg of er genoeg pendelbussen zijn, neemt een NS-woordvoerder daags voor de grote afsluiting weg: „We zijn op tijd geweest met het boeken van bussen, dus dat zal geen probleem zijn.”
Bij de plaatselijke VVV zijn er nog geen voortekenen dat er minder toeristen zullen afreizen. Ook Waterlijn, dat rondvaarten verzorgt door de grachten van Amersfoort en met een toeristentreintje rondrijdt door het centrum, kan nog niet zeggen of er economische schade zal zijn, zegt bestuurder Paul Koks. Tot nu toe heeft de door vrijwilligers gerunde stichting een goed jaar, wat hij toeschrijft aan de prestigieuze prijs die stad in de wacht sleepte: „En dat ondanks het slechte weer van het voorjaar”.
De komende tijd houdt Koks rekening met een dip in de kaartverkoop, al heeft Waterlijn het nodige gedaan om dat te voorkomen. „Met boodschappen op Radio Gelderland denken we meer publiek van campings op de Veluwe hierheen te krijgen.” Daarnaast vestigt hij de hoop op de inwoners van Amersfoort. „Het is een prachtige gelegenheid om je eigen stad te ontdekken nu het misschien iets rustiger is.”
Ook Citymarketing Amersfoort zet in op de lokale bevolking. Met de slogan ‘Hang lekker de Toerist In Eigen Stad uit’ promoot het bureau bezoek aan musea, bezienswaardigheden en festivals. Amersfoorters kunnen de stad immers ook moeilijker uit.
Halewijn van de binnenstadse ondernemers berust in de situatie. „We snappen dat de werkzaamheden nodig zijn. Het is een fait accompli, soms moet je er vrede mee hebben.” Schadeclaims zullen waarschijnlijk niet volgen: „Of er economische schade zal zijn valt eigenlijk niet te meten. Je weet immers niet wie er wegblijft. Ik denk dat het met een sisser afloopt.”
Het homohuwelijk is per direct mogelijk op Aruba en Curaçao, oordeelde de Hoge Raad in Den Haag vrijdagmiddag. De uitspraak werd met gejuich en applaus ontvangen door ruim vijftig activisten en supporters van de homogemeenschap van de Caribische eilanden die bij de openbare zitting aanwezig waren.
„Deze uitspraak is geweldig”, zegt Arubaanse parlementslid Miguel Mansur, die samen met andere lhbti-belangenorganisaties de afgelopen jaren hard heeft gestreden voor het homohuwelijk. „Het betekent dat in principe vandaag al mensen van gelijk geslacht op Aruba en Curaçao kunnen trouwen als ze dat willen.”
Volgens Mansur zijn er ook geen praktische bezwaren meer om het homohuwelijk meteen in te voeren: „De bestuurlijke administratie op de eilanden heeft zich hier al op voorbereid sinds december. Ik ken persoonlijk twee homoparen die heel snel willen trouwen op Aruba. Dat zal een groot feest worden.”
Lees ook
Homohuwelijk in Caribisch Nederland: ‘Gays trouwen in Nederland en doen hier alsof ze hetero zijn’
De uitspraak van de Hoge Raad komt na jaren van juridische strijd voor gelijke behandeling van homo’s op de drie eilanden. Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk legaliseerde. In 2012 werd dit ook mogelijk op de drie kleinere Caribische eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die bijzondere Nederlandse gemeenten zijn.
Maar op Aruba, Curaçao, Sint Maarten gebeurde dit niet. Zij werden in 2010 aparte landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden, met een eigen parlement en wetgeving. Het Burgerlijk Wetboek van de eilanden stelt dat een huwelijk alleen tussen man en vrouw kan worden gesloten. Het Caribisch gebied is conservatiever dan Europees Nederland ten aanzien van de lhbti-gemeenschap. De invloed van de kerk is groot en politici zijn behoudend.
Maatschappelijk ‘te gevoelig’
In 2021 spanden twee lhbti-belangenorganisaties een rechtszaak aan tegen Aruba en Curaçao. Zij eisten een einde aan de discriminatie van homoparen die niet konden trouwen. Eind 2022 stelde het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Willemstad hen in het gelijk.
De regeringen van Curaçao en Aruba gingen vervolgens in november 2023 in cassatie tegen de uitspraak van het hof. De landsadvocaat van Curaçao stelde dat het homohuwelijk maatschappelijk „te gevoelig” lag en dat de eigen parlementen hierover moesten beslissen, en niet de rechter. De Hoge Raad oordeelde vandaag dat de eerdere beslissing van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie in Willemstad in stand kan blijven.
De Hoge Raad verklaarde twee belangen te hebben gewogen. Enerzijds dat de rechter zich bij het ingrijpen in een wettelijke regeling terughoudend moet opstellen, anderzijds dat burgers effectieve rechtsbescherming moet worden geboden. Dat laatste punt weegt volgens de Hoge Raad het zwaarst. „Het hof heeft daarbij onder meer in aanmerking genomen dat het rechtstekort al geruime tijd bestaat, dat de rechterlijke ingreep technisch niet gecompliceerd is, en dat de wijze waarop het huwelijk moet worden opengesteld voor personen van gelijk geslacht niet afhankelijk is van verder te maken keuzen van politieke aard.”
De Hoge Raad zou eigenlijk al op 31 mei uitspraak doen over deze kwestie, maar stelde dit uit omdat in de Staten van Aruba werd gestemd over een wetsvoorstel van parlementslid Mansur om het homohuwelijk in te voeren. Maar op zowel 9 mei als 19 juni haalde dit geen meerderheid. De stemming eindigde in gelijke stand met tien stemmen voor en tien tegen, waardoor het wetsvoorstel werd verworpen.
Nieuwe generatie
Betrokkenen verwachten dat het homohuwelijk nu ook snel op Sint Maarten zal worden ingevoerd. „Deze uitspraak geeft ons een gevoel van extase. We zijn superblij,” zegt Janice Tjon Sien Kie van Human Rights Caribbean Foundation, die ook betrokken was bij de rechtszaken tegen Aruba en Curaçao.
„Ik ken wel acht homostellen die direct willen trouwen op Curacao”, gaat Tjon Sien Kie verder. „Je moet ook bedenken: er bestaat al een zekere tolerantie. Gay bashing komt hier zeer weinig voor en het toerisme staat open voor homo’s. De weerstand komt vooral vanuit kleine orthodoxe kerkgemeenschappen.”
Miguel Mansur beaamt dat: „Deze wet biedt vooral ruimte aan jongeren op de eilanden om zich te kunnen uiten. Ouderen zullen mogelijk vasthouden aan hun standpunten, maar voor de nieuwe generatie is deze uitspraak echt belangrijk.”
Met een stuk slagroomtaart op een bordje (er werd iets gevierd op school) loopt juf Souhaila naar een leerling met een bruine hoofddoek. „Stel je voor. Ik kom nu zeggen: ‘Laura mag deze taart eten en jij niet, want jij bent Turks en je draagt een hoofddoek.’ Hoe zou jij je dan voelen?”
Het meisje (17) denkt even na. „Geïrriteerd en gefrustreerd, dat zij wel taart mag en ik niet.”
„Waarom zou jij die dan niet mogen?”
„Omdat ik een hoofddoek draag en zij niet.”
„Ja, dat is het, daar gaat het over!”, zegt Kübra, de andere juf.
Met de leerlingen van deze vierde klas praktijkonderwijs van het Mundus College in Amsterdam hebben de leraressen het vandaag over discriminatie. Kübra is docent persoonsvorming & socialisatie (P&S). Dat is een vak waarbij leerlingen onder meer leren kritisch te denken, feedback te geven en een constructief gesprek te voeren over controversiële onderwerpen. Juf Souhaila is mentor van deze kleine klas zorg & welzijn. De tien leerlingen zijn allemaal meisjes, die eerder geneigd zijn het zorgprofiel te kiezen dan jongens. Hun namen worden omwille van privacy niet genoemd, maar zijn bekend bij de redactie.
Deze les gaat over lhbti. Juf Kübra is begonnen door leerlingen te vragen of ze zelf weleens zijn gediscrimineerd. Veel kinderen op het zeer multiculturele Mundus hebben dat ooit meegemaakt, vanwege hun afkomst of geloof. Ze kunnen zich beter inleven in lhbti-personen die worden gediscrimineerd, is het idee, als ze het éérst hebben over hun eigen ervaringen met discriminatie.
Stellingen
Achter in het lokaal is een grote keuken, voor kooklessen. Net vóór de keuken legt Kübra een A4’tje op de vloer waarop staat: „100 procent mee eens.” Voor in het lokaal is een kleine kapsalon, die deels aan het zicht wordt onttrokken door het digibord en het whiteboard. Aan die kant van de klas legt Kübra ook een papier op de grond. Met daarop „0 procent mee eens”.
Er komen stellingen over lhbti op het bord en afhankelijk van hoe ze over elke stelling denken, moeten de leerlingen aan de ene of de andere kant van de klas gaan staan. Ze moeten hun keuze kunnen beargumenteren. Bij de stelling „Ik praat met vrienden over LHBTI+-zaken” staan de meesten bij 100 procent, maar een meisje met een zwarte hoofddoek (16) gaat precies in het midden staan. „Ik kan er niet zo snel over praten, omdat het anderen misschien pijn doet”, legt ze uit. Kübra knikt. „Jij voelt dat je meer tijd nodig hebt voordat je iets zegt, want je zegt: de dingen die ik zeg, kunnen anderen raken.”
„Jullie praten er wél over met jullie vrienden”, zegt Kübra tegen de meisjes die bij 100 procent staan. „Ik ben benieuwd: hoe doen jullie dat?”
„Gewoon,” zegt een meisje met twee zwarte vlechten (18), „bijvoorbeeld als je iemand hebt gezien die misschien homo is, dan praat je erover. Niet zo van dat hij niet goed is. Maar gewoon.”
Lees ook
Lhbti-rechten zijn een symbool geworden van vooruitgang
Jeugdmonitor
Eind mei bleek uit de Gezondheidsmonitor Jeugd van de GGD Amsterdam dat de acceptatie van homoseksualiteit onder Amsterdamse jongeren is afgenomen. 43 procent van de jongeren van dertien tot en met zestien jaar vindt het „normaal” dat mensen van hetzelfde geslacht verliefd op elkaar zijn. In 2021 was dat 63 procent. Ook keek de monitor van 2021 naar de acceptatie per stadsdeel. Die bleek het laagst in Nieuw-West (54 procent vond homoseksualiteit „een (beetje) raar of verkeerd”) en Zuidoost (43 procent).
Hoewel dit voorjaar in de media alle aandacht uitging naar de Amsterdamse cijfers, doemt hetzelfde beeld op in andere delen van het land. Niet alle GGD’s (in totaal 25) hebben het onderwerp meegenomen in hun jeugdmonitor, maar zeven regio’s naast Amsterdam deden dat wel: Gelderland-Zuid, Gooi en Vechtstreek, Hollands Noorden, Noord- en Oost-Gelderland, regio Utrecht, Twente en Zaanstreek-Waterland.
Bijna overal is ten opzichte van de Gezondheidsmonitor Jeugd 2019 (Amsterdam heeft die niet, vandaar de vergelijking met 2021) de acceptatie van homoseksualiteit onder jongeren fors afgenomen. Alleen in Noord- en Oost-Gelderland is die licht gestegen (van 71% naar 73%). GGD Twente wijst erop dat de antwoordcategorieën in zijn monitor van dit jaar dermate verschillen van die van 2019 dat een vergelijking voorzichtig moet worden gemaakt. NRC heeft de antwoorden „helemaal goed” en „een beetje goed” (monitor 2023) gelijkgetrokken met het antwoord „normaal” (monitor 2019).
In meerdere GGD-regio’s is de acceptatie met meer dan 20 procentpunt gedaald. Zoals in Utrecht en Gelderland-Zuid, waar in 2019 nog 71 procent van de jongeren homoseksualiteit als normaal beschouwde; nu is dat 46 procent. In Gooi en Vechtstreek daalde dat percentage van 78 naar 49 procent en in Zaanstreek-Waterland van 74 naar 46 procent.
Sinds 2012 is iedere school in Nederland wettelijk verplicht om aandacht te besteden aan gender- en seksuele diversiteit. Op het Mundus College – een school in Nieuw-West voor praktijkonderwijs, vmbo en ‘nieuwkomersonderwijs’ voor kinderen die net in Nederland zijn – is dat grotendeels ondergebracht bij het vak P&S. Voorafgaand aan het bezoek van NRC zegt schooldirecteur Vincent Steensma aan de telefoon dat hij niet heeft gemerkt dat op zijn school homoseksualiteit minder wordt geaccepteerd. Maar hij blijft het belangrijk vinden om veel aandacht te besteden aan de acceptatie. Het Mundus telt veel religieuze leerlingen en veel van hen krijgen van huis uit niet mee dat homoseksualiteit normaal is. Niet alleen in de lessen P&S komt het onderwerp aan bod, maar ook in gastlessen van voorlichters die regelmatig langskomen. En het Mundus viert elk jaar Paarse Vrijdag.
Lees ook
De ‘antigenderbeweging’ klinkt steeds luider in Nederland. ‘Hun waarden worden bedreigd. Dus worden ze uitgesprokener’
Filmpje
In de les van juf Kübra gaat het ook even over ‘thuis’, bij de stelling „Ik vind het moeilijk om het thuis te hebben over relaties, dus ook over LHBTI+-relaties.” Over dat laatste zegt het meisje met de vlechten: „Het is niet per se moeilijk, maar we zeggen gewoon: laat ze doen wat ze willen doen.”
„Ja, bij mij ook”, zegt de leerling met de bruine hoofddoek. „Want het is hun eigen mening.”
Na de stellingen gaan de meisjes weer zitten. Juf Kübra heeft het met ze over geweld tegen lhbti-personen. Zeven op de tien krijgt daarmee te maken, vertelt ze. „Ja, dat is echt veel!” zegt één van de leerlingen. Ze bekijken een filmpje waarin een slachtoffer aan het woord komt.
Uit de cijfers van de GGD’s blijkt dat meisjes milder kijken naar homoseksualiteit dan jongens. En dat is te merken tijdens een rondje door de school. „Ik hou er niet zoveel van”, zegt een jongen met een groen shirt en een rugzak (13) in de aula. „Ik vind het een beetje raar. Mannen moeten op vrouwen vallen. Ik vind het ook vies.”
„Ja, man!” zegt de jongen (14) naast hem, die een bodywarmer over een hoodie draagt.
Zouden ze een homoseksuele klasgenoot anders behandelen? „Nee, maar we zullen niet echt vrienden worden”, zegt de jongen met de rugzak.
Buiten voor het hek van de school denken twee veertienjarige jongens, eentje met een trainingsjasje en de ander met een zwartleren jack, er hetzelfde over. Ze schudden allebei heftig nee op de vraag of ze homoseksualiteit „oké” vinden. Ze vinden dat „gewoon een beetje raar”, zeggen ze, terwijl ze ietwat schichtig om zich heen kijken. Er rijdt een jongen op een fatbike achter ze langs. Leerlingen, voornamelijk jongens, hangen in groepjes op het schoolplein. Ze keten wat.
En als één van hun vrienden op jongens blijkt te vallen? „We kunnen nog wel gewoon praten, maar we zijn dan geen vrienden meer”, zegt de jongen in het leren jack.
Sociale media
Of je discrimineert of niet wordt sterk bepaald – zeker bij jongeren – door wat anderen vinden, zegt Hanneke Felten. Ze is onderzoeker op het gebied van discriminatie bij Movisie, een kennisinstituut voor sociale vraagstukken. „Het is hetzelfde als met roken en alcoholgebruik. Dat doen jongeren ook meer als de rest het doet.”
Felten denkt daarom dat sociale media een belangrijke rol spelen bij de afgenomen acceptatie van homoseksualiteit. Daar worden jongeren blootgesteld aan negatieve uitingen over de lhbti-gemeenschap. „Eerst werd er in de Nederlandse politiek van links tot radicaal-rechts vrij positief over gesproken. Nu vinden sommige partijen dat kinderen te veel worden lastiggevallen met lessen over seksuele diversiteit.” Die opvatting wordt onder meer via sociale media verspreid, ziet Felten, waar dat politieke vuurtje met name wordt opgestookt door groepen die zich tegen de lhbti-gemeenschap keren.
Opvallend is dat in de Amsterdamse stadsdelen waar de acceptatie het laagste is, het aandeel inwoners met een migratieachtergrond hoog is. Uit cijfers van de gemeente blijkt dat relatief veel Amsterdammers met een migratieachtergrond gelovig zijn. Felten: „Statistisch gezien geldt vaak: hoe geloviger je bent – of je nou islamitisch of christelijk bent – hoe negatiever je houding is tegenover homoseksualiteit. Belangrijke kanttekening is dat er ook veel religieuze mensen zijn voor wie dat niet geldt, want het gaat vooral over hoe je je religie interpreteert.” En algemener gesteld, zegt Felten, zie je die negatievere houding bij „besloten behoudende gemeenschappen”. „Het kan dus ook gaan om een groep hooligans met strikte gendernormen.”
Wethouder
De gemeente Amsterdam ziet scholen als de beste plekken om die acceptatie weer te laten groeien, zegt een woordvoerder van wethouder Marjolein Moorman (Onderwijs, PvdA). Hoewel de gemeente niet gaat over het curriculum, biedt ze wel allerlei ondersteuning aan voor onderwijs over seksuele vorming en discriminatie. Zo draagt ze financieel bij aan docentencursussen en lesmateriaal van organisaties die zich bezighouden met lhbti-acceptatie.
De gemeente en de GGD kunnen de gedaalde acceptatie (vooralsnog) niet verklaren, zegt de woordvoerder. Het college vindt die wel „zeer zorgelijk” en bekijkt nu hoe het kan onderzoeken waar die daling vandaan komt. „In Amsterdam moet iedereen kunnen houden van wie die maar wil.”
Lees ook
Biologen zien volop homoseks bij dieren, maar zwijgen erover
Vacatures niet invullen, bouwplannen op de lange baan schuiven, colleges geven aan grotere groepen. Universiteiten denken na over besparingen, mocht het kabinet-Schoof de plannen doorzetten om structureel 1 miljard euro minder uit te geven aan wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
Op de dag dat de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Eppo Bruins (NSC), aantrad stuurde koepelorganisatie Universiteiten van Nederland (UNL) hem een gepeperde brief waarin hij erop werd gewezen dat hij is gebonden aan het Bestuursakkoord dat zijn voorganger in 2022 sloot. Het hoger onderwijs zou vanaf 2023 per jaar ruim 650 miljoen euro extra krijgen. Mocht Bruins de „bindende afspraken” niet nakomen, dan „ziet UNL zich genoodzaakt om juridische vervolgstappen serieus te overwegen”.
Voorlopig liggen de bezuinigingsplannen nog op tafel. NRC polste bij zeven universiteiten hoe ze hiermee omgaan.
Natuurlijk verloop
Een „vacaturestop” willen ze het niet noemen, maar universiteiten kijken wel kritischer of vacatures moeten worden ingevuld. Bijvoorbeeld de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). „Waar wij naar streven is: geen gedwongen ontslagen maar opvangen met natuurlijk verloop”, zegt Hans Biemans, die in het college van bestuur de portefeuille financiën en vastgoed heeft. „Ook externe inhuur hebben we even on hold gezet.”
Biemans heeft, nadat het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet bekend was, berekend wat de impact op zijn universiteit is. „Wij moeten op onze begroting voor volgend jaar rekening houden met 15 miljoen euro minder.” Op een begroting van zo’n 900 miljoen euro lijkt dat te bolwerken, maar wegens stijgende kosten voor energie en lonen en dalende studentenaantallen moest de universiteit al bezuinigen. En als de voorstellen van het kabinet doorgaan, komen er vanaf 2026 nog meer bezuinigingen bij. „Als je al die plannen optelt, kom je voor onze universiteit op een structurele bezuiniging van 82 miljoen euro per jaar.”
De RUG schuift investeringen in nieuwe gebouwen op de lange baan. „Een architect was schetsen aan het maken voor een nieuw faculteitsgebouw voor Letteren en een nieuw sportcentrum. We besteden die projecten nog niet aan, totdat bekend is wat het hoofdlijnenakkoord voor ons betekent.”
De universiteit wil ook op een andere manier besparen op huisvesting. Biemans: „We huren voor colleges vaak zalen bij andere. Als we slimmer roosteren, kunnen we onze eigen gebouwen beter benutten.”
Lees ook
Toponderzoekers zien in bezuinigingsplan van nieuw kabinet ‘vertrouwensbreuk met wetenschap’
Diplomafabrieken
De Radboud Universiteit Nijmegen heeft „de pauzeknop ingedrukt voor het campusplan”, waarin onder meer stond dat de geesteswetenschappen een nieuw gebouw zouden krijgen. „Wij investeren liever in mensen dan in stenen”, zegt Agnes Muskens, vicevoorzitter van het college van bestuur. Toch kan ze niet uitsluiten dat ook het personeel zal worden geraakt. „Het is heel moeilijk te voorspellen of dit zonder ontslagen kan.”
Aan faculteiten is gevraagd om te kijken waar eventueel bezuinigd kan worden. „Kijk naar aanname van personeel, tijdelijke inhuur, andere verplichtingen die je op korte termijn kunt stoppen. We willen de bedrijfsvoering efficiënter en toch met behoud van kwaliteit inrichten. Zo kijken we als universiteit ook naar het onderwijs. Kunnen we cursussen op een andere manier geven, is interfacultaire samenwerking mogelijk?”
De universiteit is nodig om oplossingen te bedenken voor onder meer klimaatverandering en vergrijzing. Dan is zo zwaar bezuinigen niet logisch
Sommige universiteitsbestuurders wachten af of het nieuwe kabinet van gedachten verandert. Rianne Letschert, voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Maastricht, ziet geen redenen om direct de broekriem aan te halen. „Het is nog maar een hoofdlijnenakkoord. Ik moet eerst de regeerplannen zien voor ik de impact op onze universiteit in kaart kan brengen. Wij zijn op dit moment financieel gezond. Als we nu zouden gaan denken in krimpscenario’s heeft dat een verlammende werking op onze onderzoekers en andere medewerkers.”
Liever steekt Letschert haar energie in het lobbyen van de politiek. „Er komen grote maatschappelijke uitdagingen op Nederland af, zoals migratie, klimaatverandering en vergrijzing. De universiteiten zijn nodig om oplossingen te bedenken. Dan is het niet logisch om zo zwaar te bezuinigen.”
Ook Wim van de Donk, rector magnificus van Tilburg University, hoopt dat bij het nieuwe kabinet „de wijsheid nog zal komen”. Hij rekent intussen wel bezuinigingsscenario’s door. „Wij zijn aan het verkennen wat de plannen voor ons betekenen, voor zover dat nu kan, want we weten nog veel niet.”
Minder internationale studenten
Op universiteiten wordt met vrees gekeken naar de aangekondigde maatregelen om de toestroom van internationale studenten te beperken. Het vorige kabinet was hier al mee bezig, maar nu is er een bezuinigingsbedrag aan gekoppeld, dat oploopt tot structureel bijna 300 miljoen euro per jaar. Als er minder studenten komen, hebben universiteiten een minder hoge rijksbijdrage nodig, is de gedachte.
In Tilburg, waar ongeveer een kwart van de 19.500 studenten uit het buitenland komt, is de zorg hierover groot. Waar de universiteit tot een paar jaar geleden inzette op groei van het aantal studenten, streeft ze er nu naar het huidige aantal te stabiliseren. „Onze strategie is: niet meer groeien in aantal, maar in betekenis”, zegt Van de Donk.
Alle faculteiten gaan met de kaasschaaf langs hun uitgaven
Toen de universiteit uitging van groei, werd nagedacht over uitbreiding en herinrichting van de campus. De universiteit heeft in maart een nieuw onderwijsgebouw geopend; andere nieuwbouwplannen worden voorlopig niet uitgevoerd.
Ook op de Universiteit Twente zijn de jaren van groei voorbij. „Alleen al het debat over het terugdringen van de internationalisering op universiteiten leidt tot krimpende studentenaantallen”, zegt Machteld Roos, vicevoorzitter van het college van bestuur. Eveneens is het aantal Nederlandse studenten gedaald.
Overbelasting
De universiteit stelde een lijst met twintig maatregelen (‘Building Blocks’) op om „financieel gezond te worden en te blijven”. Door vacatures kritisch tegen het licht te houden en het budget voor huisvesting te halveren, wist de universiteit tot nu toe gedwongen ontslagen te voorkomen. Maar daarmee is de universiteit er nog niet. Als de kabinetsplannen doorgaan, moet Twente mogelijk in totaal 57 miljoen euro per jaar bezuinigen op een begroting van 450 miljoen euro. Daarom worden nu „acute maatregelen” doorgevoerd. Er mogen geen studenten, aio’s en postdocs meer worden ingehuurd en ook op externe inhuur geldt een stop, net als op internationale reizen. Binnenkort volgen nieuwe besluiten.
Twente moet toe naar „efficiënter onderwijs”, zegt Roos. „Vergeleken met andere universiteiten hebben we relatief veel medewerkers ten opzichte van het aantal studenten. Door het onderwijs anders te organiseren kunnen we die verhouding in lijn brengen met andere universiteiten, terwijl we de hoge kwaliteit van ons onderwijs wel behouden.”
Op de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam wordt eveneens nagedacht over een andere inrichting van het onderwijs. Door het dalende aantal studenten moet de VU 60 miljoen euro bezuinigen, op een begroting van 780 miljoen euro. „Als de plannen in het hoofdlijnenakkoord doorgaan zoals ze er staan, kan dat oplopen tot een bezuiniging van 100 à 120 miljoen”, zegt Margrethe Jonkman, voorzitter van het college van bestuur. „Dan moet je harde keuzes gaan maken. We zullen het onderwijs anders vorm moeten geven, het zal grootschaliger worden. Dat zal gevolgen hebben voor de werkdruk van personeel. Daar maak ik me grote zorgen over.”
Ze wijst op een rapport van PwC waaruit bleek dat de universiteiten ondergefinancierd werden. Ook verwijst ze naar een rapport van de Arbeidsinspectie over overbelasting van het academisch personeel. „Het vorige kabinet had daarop geacteerd, door extra geld beschikbaar te stellen. Dat wil het nieuwe kabinet tenietdoen.”
Zwarte scenario’s
Hoewel ze hopen dat de bezuinigingsplannen worden teruggedraaid, houden bestuurders rekening met zwarte scenario’s. „We gaan ervan uit dat de nieuwe minister een goed en betrouwbaar bestuurder zal zijn. Maar ik zeg niet tegen mensen: wees gerust, er gaat niets gebeuren”, zegt Margot van der Starre, vicevoorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Utrecht.
Ook Utrecht was al bezig met bezuinigen wegens dalende studentenaantallen. Voor 2025 houdt de universiteit nu rekening met een bezuiniging van rond de 30 miljoen euro, zo’n 2,5 procent van de begroting. Een „pittige opgave”, zegt Van der Starre, „maar een gezonde organisatie als de onze moet dat kunnen dragen. Alle faculteiten gaan met de kaasschaaf langs hun uitgaven.”
In 2026 en 2027 lopen de bedragen die Utrecht moet bezuinigen mogelijk op tot respectievelijk 50 miljoen (6 procent) en 75 miljoen euro (9 procent). Van der Starre durft niet met zekerheid te zeggen dat dat zonder gedwongen ontslagen kan. „Je kunt dat niet helemaal uitsluiten. Daar moeten we eerlijk over zijn.” Alle faculteiten hebben te horen gekregen dat ze rekening moeten houden met een scenario waarin banen worden geschrapt. „We hebben gezegd: denk daar alvast over na. Je hoeft nog geen reorganisatieplannen te maken, maar we moeten ons wel voorbereiden.”
Lees ook
Commentaar: Uit rancune korten op de wetenschap is geen goed idee
Joodse inwoners van de Europese Unie ervoeren al vóór de aanslagen van Hamas op 7 oktober en de daaropvolgende oorlog in Gaza een toename van antisemitisme. Dat blijkt uit een enquête van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), een agentschap dat toeziet op racisme en vreemdelingenhaat in de EU. Nederland scoort relatief slecht in het onderzoek, het staat op de tweede plaats. Alleen in Duitsland ervoeren meer Joden de afgelopen jaren een groei van antisemitisme
In het rapport dat deze donderdag verschijnt, meldt 80 procent van de Joodse respondenten dat het probleem van het antisemitisme in hun land de afgelopen vijf jaar groter is geworden. Negentig procent zegt online op antisemitisme te zijn gestuit, 53 procent in de buitenwereld en 37 procent meldt persoonlijk lastig te zijn gevallen vanwege hun Joodse identiteit. Alles bij elkaar werd 96 procent van de respondenten in de twaalf maanden voordat de enquête werd afgenomen geconfronteerd met een vorm van antisemitisme.
Het FRA deed eenzelfde onderzoek al eens in 2012 en 2018 en rondde het veldwerk voor het donderdag verschenen rapport af in 2023, kort voor de aanslagen van Hamas en de oorlog in Gaza. Het onderzoek werd online gehouden, met in totaal achtduizend respondenten uit dertien landen, die zichzelf aanmeldden. Volgens het FRA is er weliswaar geen sprake van een representatieve steekproef, maar zijn de uitkomsten „betrouwbaar en robuust”. Een sondering de afgelopen maanden door het FRA onder vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap maakte duidelijk dat de oorlog in Gaza voor een forse toename van het aantal antisemitische incidenten heeft gezorgd.
Schijntolerantie
Van de Nederlandse Joden die deelnamen aan het onderzoek, ervoer 83 procent de afgelopen jaren een toename van antisemitisme. Nederland scoorde ook boven het Europese gemiddelde als het ging om antisemitisme bij sportwedstrijden en antisemitisme in online media. Spanje en Nederland zijn de enige landen waar, aldus de respondenten, online media meer antisemitisme verspreidden.
Voor Eddo Verdoner, Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, komen de uitkomsten van het Europese onderzoek niet als een verrassing, zegt hij, net zomin als de relatief slechte positie van Nederland. „Van de discriminatiegevallen die het Openbaar Ministerie vervolgde, ging in 2021 31 procent over antisemitisme, in 2022 was dat 39 procent en in 2023 – het jaar van dit onderzoek – was het 48 procent. Hierin zie je de stijging dus duidelijk terug.”
Nederland heeft lang het idee gehad dat het een tolerant land was, legt Verdoner uit. „Maar die tolerantie lijkt steeds meer op onverschilligheid. En die leidt ertoe dat we dingen gedogen die niet door de beugel kunnen, zoals bijvoorbeeld antisemitische spreekkoren in voetbalstadions. We hebben lang gedaan alsof dat er gewoon bij hoorde, maar dat is natuurlijk niet zo.”
Een ander voorbeeld van die onverschilligheid, zegt Verdoner, is het feit dat in de helft van de schoolklassen het woord ‘Jood’ als scheldwoord wordt gebruikt. „Dat bleek vorig jaar uit onderzoek van de Anne Frank Stichting. Hier is gedogen omgeslagen in gelatenheid – zo van: er is toch niets aan te doen. We hebben antisemitisme op deze manier veel verder laten komen in de samenleving dan we zelf dachten.”
Een tweede verklaring – naast de doorgeschoten tolerantie – voor de relatief sterke toename van het antisemitisme hier, is het feit dat Nederlanders veel online zijn vergeleken met andere Europeanen, zegt Verdoner. „En juist online lijkt er straffeloosheid te heersen als het om antisemitisme gaat.”
Geen monopolie op antisemitisme
Tot slot ontbreekt het aan de moed om op te treden tegen antisemitisme, vindt Verdoner. „Er zijn te weinig mensen op de voetbalvereniging of in de klas die durven zeggen: dit kan niet: wat je nu zegt is antisemitisch. Dat komt ook omdat je vaak niet gesteund wordt als je dit aankaart.”
Het antisemitisme in Nederland en elders in Europa komt uit verschillende hoeken, weet Verdoner. „Je hebt het klassieke extreem-rechtse, racistische antisemitisme. Daarnaast is er het antisemitisme van uiterst links, waar de Jood een witte kolonisator of een financiële uitbuiter is. En dan is er het antisemitisme vanuit religieuze hoek. Dat kan gaan om christenen, die Joden de dood van Jezus verwijten, of om antisemitisme binnen islamitische kring, bijvoorbeeld vanuit religieuze overtuiging of vanuit identificatie met de Palestijnse kwestie, waarbij de Joodse bevolking verantwoordelijk wordt gehouden voor het lot van de Palestijnen.”
Kritiek op het optreden van Israël is zeker niet per definitie antisemitisch, benadrukt Verdoner. „Maar als je klassieke antisemitische fabels gaat projecteren op Israëliërs, dan is het nog steeds een antisemitische fabel. Legitieme kritiek mag, maar als een opmerking de grens over gaat, dan moet dat benoemd worden.”
Om antisemitisme te bestrijden, is het belangrijk dat er normen worden gesteld en dat die gehandhaafd worden – óók strafrechtelijk, zegt Verdoner. „Daarnaast moet Nederland taboes doorbreken: we moeten antisemitisme aanpakken overal waar het zich voordoet, of dat nou in een voetbalstadion is of bij een demonstratie over het Israëlisch-Palestijns conflict.”
Verdoner pleit er daarom voor het debat over antisemitisme te depolitiseren. „Het is niet zo dat één groep het monopolie heeft op antisemitisme. Als het debat loopt langs politieke scheidslijnen, dan zorgt dat ervoor dat mensen blind zijn voor antisemitisme op plekken die niet passen bij hun narratief. Maar juist als zich antisemitisme voordoet in je eigen achterban, moet je daartegen optreden.”
Lees ook
Verwar de Nederlandse identiteitscrisis niet met zorgen om antisemitisme
Opnieuw blijkt het Nederlandse datacentrum Serverius in Dronten de spil te zijn in een Russische beïnvloedingscampagne. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheids Dienst (AIVD) maakte dinsdagavond bekend samen met de Amerikaanse FBI een netwerk van bijna duizend accounts op X te hebben opgerold dat desinformatie over de oorlog in Oekraïne verspreidde. Op de servers in Dronten draaide de software ‘Meliorator’, waarmee de accounts werden aangestuurd, zo blijkt uit onderzoek van NRC.
In februari ontdekte het Europese beveiligingsbedrijf ESET al dat via servers in het datacentrum van Serverius honderden Russische spammails werden verstuurd. De mails in ‘operatie Texonto’ adviseerden Oekraïense mannen onder meer hun ledematen af te zagen, zodat ze niet naar het front zouden hoeven. Nieuw aan de dinsdag wereldkundig gemaakte beïnvloedingscampagne is de grootschalige inzet van kunstmatige intelligentie (AI) om de nepprofielen zich te laten gedragen als de X-accounts van echte mensen.
Zo kregen de accounts volgens het Amerikaanse ministerie van Justitie „een ziel” van de programmeurs met persoonlijke kenmerken en politieke voorkeuren. Dit vertaalde zich in automatisch gegenereerde biografieën en reacties op X, waarin deze kenmerken en voorkeuren doorklonken. Ook de profielfoto’s werden gegenereerd door kunstmatig intelligentie en waren nep. De accounts konden zelf boodschappen opstellen, ‘liken’ en opnieuw posten. De propaganda die ze verspreidden bestond onder meer uit een videoboodschap waarin president Poetin het Russische optreden in Oekraïne vergoeilijkte.
Tweespalt
Volgens de FBI was de campagne opgezet door het Russische staatsmedium RT, in samenwerking met inlichtingendienst FSB. Rusland probeert via desinformatiecampagnes tweespalt te zaaien in Westerse democratieën, schrijven de ministers Brekelmans (Defensie, VVD) en Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) in een brief aan de Tweede Kamer. „Deze Russische beïnvloedingsoperatie past in het normbeeld, waarbij Rusland voortdurend probeert westerse landen in een kwaad daglicht te stellen.”
Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft een lijst met 968 betrokken X-accounts vrijgegeven. Ze zijn verwijderd door het medium, maar in sommige gevallen blijft nog wel zichtbaar dat ze daar actief zijn geweest. Over het bereik van de accounts is niets bekend gemaakt. De twee profielen waarvan informatie is gedeeld, hadden een handvol volgers.
De desinformatiecampagne was volgens een woordvoerder van de AIVD gericht op de Verenigde Staten. Er werden door de Russen ook tientallen X-accounts aangemaakt met Nederlands klinkende namen als mboer1993bh, of sbrink19874n. Volgens de AIVD-woordvoerder heeft het netwerk geen pogingen ondernomen om het publieke debat in Nederland te beïnvloeden.
In de software vonden de inlichtingendiensten aanwijzingen voor toekomstige uitbreidingen naar andere sociale media, zoals Facebook, Vkontakte en Instagram. Dave Maasland, directeur van ESET Nederland, voorspelt een grote toename in AI-gestuurde desinformatiecampagnes. „Onze perceptie van de schaal van desinformatie moet veranderen. Niet langer is daarvoor een Engels sprekende Rus nodig. Desinformatie zal meer massa krijgen en de intensiteit zal toenemen.”
‘Logische plek’
Dat een Nederlands datacentrum Meliorator herbergde, verrast Maasland niet. Dat ze op Nederland uitkomen is geen toeval: onze hostingindustrie is groot en stabiel. Je wil je verschuilen op plekken waar veel verkeer is, om op te gaan in de menigte. Ook in Nederland zijn er nog steeds hostingpartijen die niet graag meewerken met de overheid.”
Het Drontense datacentrum Serverius raakte eerder in opspraak, nadat het op haar servers ruimte bood aan haatforum 8chan en de neo-nazistische website The Daily Stormer. Deze serverruimte in Dronten bleek te worden doorverhuurd door de Russische hostingprovider VDSina. Uit onderzoek van NRC blijkt dat dit hetzelfde bedrijf is dat in Dronten serverruimte voor Meliorator beschikbaar heeft gesteld.
Desgevraagd mailt VDSina niet op de hoogte te zijn geweest van de beïnvloedingsoperatie op haar apparatuur, maar noemt het „best mogelijk” dat haar servers daarvoor zijn ingezet. „We moedigen dat niet aan en we hebben op dit moment niet zo’n klant”, aldus de niet ondertekende email van VDSina. „Absoluut iedereen, waar ook ter wereld, kan onze diensten met een paar muisklikken bestellen. We hebben meer dan 30.000 klanten en we kunnen niet alles controleren wat zij doen”, schrijft het bedrijf.
Waarom verhuurt Serverius nog altijd serverruimte aan het omstreden Russische VDSina? Op vragen over Meliorator of het Russische hosting bedrijf gaat het datacentrum niet in. In een algemene verklaring benadrukt Serverius te voldoen aan alle verplichte controles van het klantenbestand en intensief samen te werken met politie. „Het is belangrijk op te merken dat we het verkeer of de activiteiten van onze klanten niet kunnen beïnvloeden, onderscheppen of monitoren; we zijn geen wetshandhavers.”
We moeten niet willen dat internetbedrijven in onze data neuzen, want we hechten aan netneutraliteit
Hostingbedrijven en datacentra onderzoeken inderdaad niet zelf welk verkeer er over de servers loopt, zegt Michel Steltman, directeur van branchevereniging DINL, Digitale Infrastructuur Nederland. „We moeten niet willen dat zulke internetbedrijven in onze data neuzen, want we hechten aan netneutraliteit.”
Het is, zegt Steltman, vergelijkbaar met Rijkswaterstaat. Dat weliswaar de wegen aanlegt, maar ook niet weet wat er in de kofferbak van iedere auto ligt. Hostingbedrijven en datacentra hebben volgens hem wel de verantwoordelijkheid om criminele klanten aan de voordeur te weren – en dus te achterhalen wie de klanten zijn. Daar valt nog een hoop te verbeteren, erkent Steltman. Een nieuwe branchecode verplicht klantenonderzoek én daarnaar te handelen.
Oók Serverius tekende die code, weet Steltman: „Serverius valt regelmatig op, omdat ze dit soort klanten in hun netwerk hebben, maar dan zeggen ze dat de rapporten van bijvoorbeeld Spamhaus niet eerlijk zijn of niet kloppen. Tegelijkertijd blijven ze in het nieuws komen. Ze doen dan niet voldoende hun best, vind ik. Ze moeten meer doen om dat soort klanten uit hun netwerk te weren.”
Lees ook
Spionage, sabotage, infiltratie: wat doen die Russische spionnen in Europa?
‘We zijn tot half zeven doorgegaan, dus het kan even duren voordat mensen wakker worden’, appt Elias (27) op zaterdagochtend om half elf. „Wil je alvast een ontbijtje?” Een deel van zijn vriendengroep, bestaande uit dertien mensen, zit aan het ontbijt op de camping, vlak bij het festivalterrein van Down The Rabbit Hole. Ze bakken eieren en maken orzo op een gaspitje, terwijl ze zogenaamde stoma’s onder elkaar verdelen. Zo noemen ze de waterzakken met een tuit die ze hebben gevuld met kartonwijn. „Ze zitten precies op de hoogte van een echte stoma”, zegt Kaat (21), terwijl ze een zak onder haar trui verstopt. „Je kunt het ook verstoppen in je broek en doen alsof je dikke billen hebt.”
Het is niet toegestaan om eigen drank mee het festivalterrein op te nemen en daar wordt streng op gecontroleerd. Maar met een historisch hoge muntprijs van 3,75 euro (een biertje kost één munt) vinden deze bezoekers een verstopte ‘stoma’ een goede manier om geld te besparen.
Twee groepen jongeren uit verschillende delen van het land nemen NRC één festival lang mee op sleeptouw. De vrienden luchten hun hart over geld, drugs en seks. Ze hebben het over geldzorgen vanwege de inflatie, toenemend drugsgebruik en afnemend anticonceptiegebruik.
Moeite met rondkomen
Een voor een komen de festivalgangers hun tent uit kruipen deze zaterdagochtend. De meesten nog met een wat verdwaalde blik in de ogen. De groep heeft elkaar leren kennen in Maastricht en woont nu verspreid door Nederland. De 21-jarige Danai heeft een deel van haar festivalticket (280 euro) cadeau gekregen van haar vrienden en een ander deel van haar tantes. „Anders had ik er het geld niet voor”, zegt ze.
De vrienden klagen over hoe duur het leven is geworden. Kaat vindt dat boodschappen doen nu „bizar” prijzig is. „Het is drie keer zo duur als toen ik begon met studeren.” Lisa (25): „Ik houd van lekker koken en ik haal vaak en veel eten bij de supermarkt en ik merk echt dat ik veel meer moeite heb met rondkomen.” Elias heeft een goedbetaalde fulltime baan, maar ook hij staat aan het einde van de maand regelmatig rood.
Eenmaal langs de beveiliging halen Elias, Kaat, Lisa en de rest van hun vrienden de ‘stoma’s’ uit hun broeken en truien. Om de beurt hangen ze met hun mond onder het tuitje voor een slok lauwe wijn.
Eigen foto’s
Simp
„Op mijn leeftijd hadden mijn ouders al drie kinderen”, verzucht Elias. Dat is nu wel anders. Daten in deze tijd vinden de vrienden „erg lastig”. Elias zelf heeft geen relatie, maar datet wel met iemand. Kaat denkt dat veel mensen wel willen „chillen” , maar moeite hebben met het aangaan van een relatie: „Ze denken: ik heb altijd nog andere opties, ik kan nog verder swipen.” Elias heeft dat gevoel niet. Als hij iemand leuk vindt, is hij een echte romanticus. Zijn vrienden moeten lachen: „Je bent wel een simp, ja.”
Simp is internettaal voor iemand die openlijk en met overmaat zijn of haar romantische gevoelens uit. Elias’ vrienden zetten een hoog stemmetje op en doen hem na: „Ah kijk, kijk, moet je eens zien. Ze heeft een story geplaatst!” „Ze is zó knap!” Elias moet breeduit lachen. Hij is best tevreden met zijn imago. In lesbische relaties is het niet veel anders, merken de vrienden op. „Als lesbiennes gaan daten, wonen ze binnen twee weken samen”, zegt Kaat. Toeval of niet, een lesbisch koppel uit de groep heeft onlangs samen een huis gekocht.
De pil
Recent onderzoek van het kenniscentrum voor seksualiteit Rutgers, samen met Soa Aids Nederland, toont aan dat het gebruik van anticonceptie onder jongeren tot 25 jaar afneemt. „Minder anticonceptie? Ik ben heel braaf!” roept Lisa verontwaardigd. Ze slikt de pil niet, maar haar vriend gebruikt wel altijd een condoom. Het idee dat ze zwanger zou raken, maakt haar nerveus.
Kaat denkt dat de cijfers wel kloppen. Ze zegt dat het tegenwoordig heel normaal is om een morning-afterpil te slikken. Door een relatief hoge dosis hormonen in de morning-afterpil kunnen sommige mensen bijwerkingen ervaren. „Iedereen weet dat dat heel dom is. Het fokt je helemaal op. Maar als je enigszins dronken bent, denk je niet meer logisch na.”
De vrienden zien in hun omgeving veel vrouwen stoppen met de pil, omdat ze het gevoel hebben dat het voor hen niet prettig werkt. Ze denken dat de pil hun mentale gesteldheid beïnvloedt. „Vrouwen zeggen dat ze zich zoveel beter voelen, minder afgevlakt en meer in controle als ze stoppen”, zegt Valentijn (25).
Ook vrienden Jona (26), Akua en haar partner Bidus (24) hebben bijna niemand in hun omgeving die de anticonceptiepil gebruikt. Het drietal heeft de verslaggever uitgenodigd om aan te schuiven bij het avondeten. Op de camping wordt uitgebreid gekookt, in campingstijl: in de buitentent worden in een pannetje een kant-en-klare burritoschotel en zilvervliesrijst uit een zak opgewarmd. De vrienden houden hun tent stevig vast – het waait hard, zoals vaker dit weekend.
Akua heeft veel vriendinnen die het zwaar hadden met hun menstruatiecyclus en daarom op jonge leeftijd, vaak rond hun veertiende al, de pil voorgeschreven kregen. „Op een gegeven moment werden ze ouder en beseften ze dat ze niet wisten hoe ze waren zónder de pil”, vertelt ze. Akua merkt dat er nu meer gepraat wordt over de gevolgen van het slikken van hormonen op vrouwen dan voorheen.
En hoe zit het met het gebruik van condooms om zwangerschappen en soa’s te voorkomen? Als ze kijkt naar haar vriendinnen die weleens een onenightstand hebben, ziet Akua dat er vooral van de man verwacht wordt dat hij er eentje bij zich heeft. „Wanneer de jongen geen condoom bij zich heeft, is het te ongemakkelijk om nog nee te zeggen, en doen ze het zonder.” Dat is een gok, en ook gevaarlijk, vinden ze. Maar volgens hen hebben makkelijk verkrijgbare soa-zelftests het taboe van het oplopen van geslachtsziektes doen verdwijnen. Akua kent ook mensen die als gewoonte hebben om onmiddellijk na onveilige seks te testen bij de GGD. Jongeren tot 25 jaar kunnen daar gratis terecht.
Starbucks
Er hangt een Palestijnse vlag aan de tent van de drie vrienden, die wild in de wind wappert. „Op het Instagramaccount van Down The Rabbit Hole is een verhaal geplaatst over dat je er dit jaar ook Starbucks kan halen”, vertelt Akua. „Toen dacht ik: we gaan dat gewoon boycotten.” De Amerikaanse koffieketen wordt geconfronteerd met boycots omdat het een rechtszaak heeft aangespannen tegen een Amerikaanse vakbond van Starbucks-werknemers, die solidariteit betuigde met Palestina.
Ze halen de vlag ’s nachts weg, voor het geval iemand hun tent beschadigt of de vlag wegwaait, zegt Akua. Maar ze maken zich niet veel zorgen over dat eerste. Volgens Bidus is dit een festival waar weinig mensen moeite zullen hebben met hun actie. De artiesten Noname en Sef schreeuwden ‘Free Palestine’ vanaf het podium. „Als zij het mogen, mogen wij het ook.”
Foto’s: Folkert Koelewijn en eigen foto
De drie jongeren wonen in Amsterdam en zien dat drugs daar behoorlijk genormaliseerd zijn onder hun leeftijdsgenoten. Jona vraagt zich af of dit ook komt doordat er steeds meer mensen in steden wonen. „In een dorp is er meer sociale controle dan in de stad.” Bidus is opgegroeid in Andijk, een dorpje in Noord Holland, en ziet ook dat mensen in de stad meer begrip hebben voor het gebruik van drugs dan mensen in het dorp. Bidus: „In het dorp gebruiken mensen evengoed drugs, ze snuiven en nemen pillen. In die zin is het er niet veel anders.” Toch denkt hij dat stadsbewoners zich meer herkennen in het drugsgebruik van de jongeren, vooral wanneer ze zelf jong waren in de jaren tachtig. Toen werd ecstacy populair in het uitgaansleven.
Als de zon ondergaat en het nachtprogramma aanvangt, voelt het festival steeds meer als een echte rabbit hole. Elias en zijn vrienden wringen zich tussen het publiek en vinden er hun schuilplaats tegen de regen en de kou die deze editie van het festival kenmerken. De groep danst onder een paarse schep op een stok – die dient als herkenningspunt voor kwijtgeraakte vrienden – tot de muziek stopt en de zon weer opkomt.
Elias en zijn vriendengroep op het kampeerterrein van het festival.
Inmiddels is alleen in het noordoosten van Nederland nog code oranje van toepassing, meldt het KNMI op X. Het meteorologisch instituut heeft voor Flevoland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg code geel uitgeroepen en de kustprovincies zelfs helemaal veilig verklaard.
De stormschade lijkt vooralsnog mee te vallen. Er liggen wat plassen en takken op de wegen, maar van files is geen sprake. In Amsterdam regende het in korte tijd zo veel dat sommige straten onder water zijn komen te staan, maar tot problemen leidde dat vooralsnog niet. De zware regen zorgde in Zoetermeer voor een ondergelopen tunnel. De NS zegt dat treinen op de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Breda sinds 21.30 uur weer rijden.
Liveblog
KNMI beëindigt code oranje in Zeeland en Zuid-Holland, Rijkswaterstaat waarschuwt automobilisten
In Zeeland en Zuid-Holland geldt geen code oranje meer. Dat heeft meteorologisch instituut KNMI dinsdagavond laten weten op X. De waarschuwing blijft nog wel voor de rest van het land van toepassing, vanwege zware onweersbuien die plaatselijk gepaard kunnen gaan met windstoten van tot 100 kilometer per uur, hagel met een diameter tot wel twee centimeter en grote hoeveelheden regen.
Rijkswaterstaat heeft automobilisten op X gewaarschuwd om hun rijstijl aan te passen aan de weersomstandigheden. Het is momenteel erg rustig op de weg: volgens ANWB staat er welgeteld nul kilometer file.
Liveblog
KNMI beëindigt code oranje in Zeeland en Zuid-Holland, Rijkswaterstaat waarschuwt automobilisten
Blind zijn hoeft je niet te beperken. Dat is de levenshouding van de blind geboren Houd el Hadoute (19), die deze woensdag zijn gymnasiumdiploma ontvangt en vanaf september rechten gaat studeren aan de Universiteit Utrecht. „Ik hoop dat veel andere blinde jongeren mijn voorbeeld volgen. Met de juiste begeleiding en de juiste inzet, is het mogelijk”, zegt hij.
Op het voortgezet speciaal onderwijs kunnen blinde en slechtziende leerlingen alleen eindexamen vmbo en havo doen. De Marokkaans-Nederlandse Houd wilde gymnasium doen, daarom ging hij naar een reguliere school, Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven. De school had dat nooit eerder meegemaakt. Lesboeken werden voor hem omgezet naar braille, zodat hij ze kon lezen met de brailleleesregel aan zijn laptop. Grafieken en andere figuren werden uitgeprint op zwelpapier. Toen op school Le Petit Prince werd gelezen, schafte de school een brailleversie aan in Frankrijk.
Voor toetsen kreeg hij dubbel zoveel tijd als andere leerlingen. Meestal gebruikte hij die niet helemaal, maar met het wiskunde-examen was hij bijna de volle zes uur bezig. Zijn docent zat naast hem, om hem te ondersteunen. Die mocht niets voorzeggen, maar wel Houds hand op de juiste plek in een grafiek zetten.
Heb je altijd op een reguliere school gezeten?
„Tot mijn zesde heb ik in Nederland gewoond, daarna verhuisden mijn ouders naar België. Daar heb ik de basisschool afgemaakt en de onderbouw van de middelbare school gedaan. In Brussel zat ik eerst op een speciale school voor blinden, daarna ben ik overgestapt naar een normale middelbare school. Dat was spannend, want ik verliet mijn vertrouwde school, waar ik iedereen kende. En ik moest wennen aan de grotere klassen. Die overgang is gelukkig goed gegaan.”
Je ouders wonen nog steeds in Brussel. Hoe ben jij weer in Nederland beland?
„Mijn oom en tante wonen met hun kinderen in Bilthoven. We kwamen daar in de vakanties nog vaak en ik had er veel vrienden. Ik voelde nog altijd die verbinding met Nederland. Brussel vond ik een moeilijke plek om mij als blind persoon te ontplooien. Ik wilde zelfstandiger worden en in Bilthoven ging dat beter. Daarom ben ik vier jaar geleden weer naar Nederland gekomen. Het was moeilijk om van huis weg te zijn, maar mijn oom en tante hebben mij opgevangen en ik heb dagelijks contact met mijn ouders, broers en zusje. Als je je doel helder voor ogen hebt, maakt dat het makkelijker.”
Wat was dat doel voor jou?
„Ik wilde in Nederland naar de universiteit. Als eerste in mijn familie.”
Hoe ging de overstap naar je nieuwe school in Nederland, waar je nu je diploma hebt gehaald?
„Ik stroomde in Nederland in de derde klas in en wilde gymnasium doen. In België had ik wel Latijn gehad, maar geen Grieks. Normaal gesproken mag je in Nederland Grieks pas na de derde klas laten vallen, maar voor mij werd een uitzondering gemaakt: ik werd meteen vrijgesteld. Ik heb het profiel Economie en Maatschappij gekozen. Talen gaan me makkelijk af, maar wiskunde was wel een struikelblok.”
Waarom?
„Ik kon de lesmethode niet goed gebruiken, het lestempo lag hoog. Grafieken vind ik moeilijk om te lezen, ik heb meer verwerkingstijd nodig. Gelukkig had ik een heel creatieve wiskundedocent. Toen hij mij bijvoorbeeld wilde uitleggen wat een kaartenhuis is, bouwde hij er een van boeken. Hij heeft mij eerst buiten de lessen een paar uur per week bijles gegeven. Uiteindelijk is hij me individueel les gaan geven. Ik ben hem ontzettend dankbaar, want ik ben geslaagd met een 8,2.”
Wat was je lievelingsvak?
„Frans en Spaans vind ik heel leuk. Ik ben gefascineerd door de geschiedenis en cultuur van Catalonië en Andalusië. Frans was voor mij niet zo moeilijk, omdat ik veel van de grammatica al in België had gehad. Ik vond het leuk om klasgenoten te kunnen helpen. Zij hebben mij ook veel geholpen, bijvoorbeeld om door de school te navigeren. En als ik lang moest wachten op de taxibus van leerlingenvervoer, bleven ze bij mij. Ik ben snel opgenomen in de groep, ik heb fijne vrienden. Mijn mooiste herinneringen aan school zijn de uitstapjes naar Maastricht en Luik, waar we mijnen hebben bezocht.”
Had je naast school tijd voor hobby’s?
„Ik houd erg van voetbal, ga graag naar wedstrijden in het stadion. Bij veel clubs kun je een koptelefoon lenen, in het stadion zitten verslaggevers die de wedstrijd uitgebreid verslaan. Daar kan ik erg van genieten.”
Je gaat nu rechten studeren. Waarom heb je voor deze studie gekozen?
„Het is een brede opleiding en ik houd van argumenteren en betogen. Ik wil de Europese of internationale kant op. Misschien vind ik wel een baan in Brussel. Daar ligt toch nog wel een stukje van mijn hart.”