BBB-leider Caroline van der Plas verbindt haar politieke toekomst aan de uitkomst van het mestdossier. „Als er gedwongen krimp komt van de veestapel, ben ik weg”, zegt ze donderdagmiddag in een reactie op de uitgelekte kabinetsplannen voor een nieuwe mestaanpak. BBB-minister Wiersma lijkt in dat dossier in grote mate de lijnen te volgen van haar voorganger Piet Adema (CU). Deze maatregelen zullen op termijn zorgen voor een kleinere veestapel, maar het is nog niet duidelijk of die genoeg zijn om het mestprobleem op te lossen.
Caroline van der Plas benadrukt dat de maatregelen die BBB-minister Wiersma gaat nemen niet draaien om „gedwongen krimp”, maar alleen gelden voor boeren die „willen uitbreiden” en die rechten van een bedrijf dat stopt willen overkopen. Volgens Van der Plas moet haar partij nu „de scherven opruimen” die het vorige kabinet heeft veroorzaakt. Als ze wordt gevraagd of de BBB nu de plannen van het vorige kabinet uitvoert die ze eerder bekritiseerde, antwoordt Van der Plas: „De afroming [stopzetten van vergunningen nadat een bedrijf stopt, zodat deze niet verhandeld kan worden] wordt minder [dan in Adema’s plan]. Dat is een schrale troost”.
De BBB-fractieleider zegt „goede gesprekken” te voeren in Brussel. Daar wil het kabinet opnieuw onderhandelen over de mestuitzondering die Nederland jarenlang kreeg, en binnenkort stopt. „Maar we willen niet dat Brussel zegt: de veestapel moet toch gedwongen krimpen.” Van der Plas zegt „te balen” van de mestplannen die nu op tafel liggen, maar hoopt dat hiermee gedwongen krimp van de veestapel voorkomen kan worden. „Het is second best.”
Lees ook
De BBB draait en neemt pijnlijke landbouwmaatregelen
Onrust onder boeren
Ook in de boerensector creëerde het mestnieuws donderdag onrust. „Dit nieuws valt rauw op het dak van mijn achterban”, zegt Alien van Zijtveld, voorzitter van boerenactiegroep Agractie, die al vele bezorgde boeren aan de lijn heeft gehad. „Ik had dit niet verwacht van minister Wiersma, met alle kennis die zij heeft. Ze zet het werk van Adema min of meer voort.”
Volgens pluimveehouder Torsius (33) uit Putten is het jammer als „alle landbouwsectoren over één kam geschoren gaan worden”. Hij wil niet met zijn voornaam in NRC. Minder dieren, betekent ook minder inkomen. „Dan komt de toekomst van mijn bedrijf op het spel te staan.” Oneerlijk, vindt Torsius. „Mestverwerking van pluimvee is minder vervuilend dan dat van ander vee. Wij innoveren al langer, en hebben daardoor minder uitstoot. Daar wordt niet naar gekeken.”
Deze plannen gaan op korte termijn niets oplossen voor de boeren, denkt Zijtveld. „Met het verminderen van het aantal dieren worden de mestoverschotten niet direct beteugeld.” Dat effect komt pas over een aantal jaar, net zoals bij de uitkoopregeling, verwacht zij. De gelekte maatregelen vindt Agractie daarom niet effectief. „Het is een politieke keuze, voor een politieke werkelijkheid. Die zegt niets over de werkelijkheid op het boerenerf.”