Met een zucht van verlichting verwelkomde Canada maandagavond de dertig dagen uitstel van de importheffingen van 25 procent die de Amerikaanse president Donald Trump zaterdag afkondigde. Het uitstel vormt een late de-escalatie na een stormachtige week waarin Noord-Amerika aan de rand van een ontwrichtende handelsoorlog stond.
Enkele uren voordat de heffingen dinsdag zouden ingaan, kondigde premier Justin Trudeau aan dat hij na „een goed telefoongesprek” afspraken met Trump had gemaakt over strengere bewaking van de bijna negenduizend kilometer lange grens tussen de twee buurlanden, zoals Trump had geëist. Doel is de smokkel van fentanyl beter te bestrijden.
Canada zet tienduizend extra grensbewakers in – deel van een al eerder aangekondigd plan. Ook lanceren de twee buurlanden een ‘Joint Strike Force’ om georganiseerde misdaad te bestrijden, en benoemt Canada een ‘fentanyltsaar’, zo kondigde Trudeau aan. In ruil worden de tarieven met een maand opgeschort.
Lees ook
Canadese vrees wordt werkelijkheid: ‘De ironie is dat de VS zichzelf in de voet schieten’
Daarmee is een acute economische noodsituatie afgewend. Maar of uitstel leidt tot afstel, zal nog moeten blijken: Trump schreef op zijn sociale medium Truth Social „erg blij” te zijn met de uitkomst, maar volgens hem valt nog te bezien „of er een definitieve economische deal met Canada kan worden gestructureerd”.
De dreiging van een handelsoorlog blijft daarmee. „Het gevoel dat ik hierbij heb, is hoop op het beste, maar scepsis dat we over 29 dagen niet weer op dit punt zijn, ons afvragend wat de president gaat besluiten”, zei David Eby, premier van de Candese provincie British Columbia. Hij houdt rekening met „vier jaar van voortdurende handelsdreigementen”.
Canada als 51ste staat
Niemand in Canada heeft de illusie dat alles nu weer bij het oude is. Trump richt al wekenlang zijn pijlen op de noorderburen, die economisch in hoge mate met de VS zijn geïntegreerd. Hij klaagt over een Amerikaans tekort op de handelsbalans, dat hij onterecht een „subsidie” noemt. Canadezen storen zich het meest aan Trumps telkens herhaalde ambitie om Canada deel van de VS te maken. Maandag zei hij opnieuw in de Oval Office: „Ik zou graag zien dat Canada onze 51ste staat wordt.”
Dat idee is voor de meeste Canadezen onbespreekbaar en wordt in toenemende mate ervaren als een dreigement. Trudeau zei eerder dat het evenveel kans maakt als „een sneeuwbal in de hel”. Ook oppositieleider Pierre Poilievre, een populist met Trumpiaanse trekken, zei maandag dat Canada „nooit de 51ste staat zal worden”.
Trump-aanhangers in de VS lijken die afwijzing niet te begrijpen. „Ik zou het een privilege vinden om te worden overgenomen door de Verenigde Staten van Amerika”, zei Fox-presentator Jesse Watters onlangs tijdens een interview tegen Doug Ford, premier van de Canadese provincie Ontario. „Maar om een of andere reden is dat afstotend voor jullie Canadezen. En ik vind dat persoonlijk beledigend.” Ford lachte en zei: „Wij zijn trotse Canadezen, net zoals er trotse Amerikanen zijn.”
Onder druk van Trumps grillige eisen en dreigementen is in Canada de afgelopen weken iets geknapt. Het land, dat vriendschap en bondgenootschap met de VS al decennia als een rotsvaste vanzelfsprekendheid beschouwt, beseft opeens dat het daar niet meer op kan bouwen.
Trudeau appelleerde zaterdag aan de historische banden tussen de twee landen bij zijn aankondiging van vergeldingsheffingen. Om het onbegrip over Trumps economische oorlogsverklaring te verwoorden, memoreerde hij dat Canadezen en Amerikanen zij aan zij vochten in de Tweede Wereldoorlog, in Korea, „van de velden van Vlaanderen tot de straten van Kandahar”. Maar de progressieve premier, een boksbal voor conservatieven, werd weggehoond door Republikeinse bondgenoten van Trump. „Bespaar me het zielige verhaal over hoe Canada onze ‘beste vriend’ is”, schreef vicepresident J.D. Vance op X. „Ik ben het zat om misbruikt te worden.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127616810-401bd5.jpg|https://images.nrc.nl/e8HK9STwqa6zBrNBrbBVaaaqZ_I=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127616810-401bd5.jpg|https://images.nrc.nl/B8shsv5mnqCFJkKAgQj_o0sdeYg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data127616810-401bd5.jpg)
Economische afhankelijkheid
Canadezen zijn verbolgen over het disrespect waarmee de huidige Amerikaanse regering hen bejegent – en laten dat merken. Voorafgaand aan een wedstrijd in de Noord-Amerikaanse basketbalcompetitie NBA tussen de Toronto Raptors en de Los Angeles Clippers in Toronto, werd het Amerikaanse volkslied overstemd door boegeroep van het publiek. Hetzelfde gebeurde bij een ijshockeywedstrijd tussen de Ottawa Senators en de Minnesota Wild in de Canadese hoofdstad.
Inmiddels heerst in Canada een acuut politiek besef dat het land zijn economische afhankelijkheid van de onberekenbare VS moet verminderen. Bijvoorbeeld door banden met andere landen aan te halen. Dat heeft Canada van oudsher relatief weinig gedaan, omdat handel met de grootste markt ter wereld het meest voor de hand lag. De afgelopen weken is er een landelijke campagne op gang gekomen om Canadese producten te kopen en Amerikaanse te boycotten.
Een politiek project om Canada sterker en onafhankelijker van de VS te maken, komt op het bord van een volgende regering. Trudeau kondigde in januari zijn vertrek aan. De oppositionele Conservatieven hebben al maandenlang een ruime voorsprong in de peilingen. De vraag is of dat zo blijft in het licht van wat zonder twijfel de inzet van de verkiezingen wordt: welke kandidaat-premier is het best in staat om Canadese belangen de komende jaren te verdedigen tegen Trump?
Al decennialang geldt als een Canadese wijsheid dat leven naast de Verenigde Staten is „als slapen met een olifant”. De vergelijking werd in 1969 gemaakt door de toenmalige premier Pierre Trudeau, vader van Justin, tijdens een toespraak in Washington. „Hoe vriendelijk en gelijkmoedig het beest ook is, als ik het zo mag noemen, je wordt geraakt door elke stuiptrekking en elke kreun.” Pierre Trudeau ging er vanuit dat de olifant in elk geval „vriendelijk en gelijkmoedig” was, maar van dat vertrouwen is in Canada nu weinig over.
