Campagne, verkiezingen, formatie: bij de VVD gaat het een na het ander mis

Het was als een ballon die leegliep: van de VVD-motie over de spreidingswet die op woensdagavond nog heftige reacties opriep en zelfs het voortbestaan van het demissionaire kabinet-Rutte IV bedreigde, was een dag later nauwelijks nog iets over. De VVD in de Tweede Kamer vindt dat die wet „een pas op de plaats” moet maken zolang de formatie duurt, maar roept het kabinet en de Eerste Kamer niet meer op om met de behandeling van die wet te stoppen.

Wat elke partij in Den Haag weleens meemaakt, overkomt nu al een tijdje de VVD: het ene na het andere loopt mis, en iedereen kijkt mee. Mark Rutte had als VVD-leider een paar keer het geluk dat de problemen bij andere partijen op zulke momenten net wat groter leken, zijn opvolger Dilan Yesilgöz heeft dat geluk tot nu toe nog niet. De campagnestrategie, een ‘open deur’ naar de PVV, mislukte. En ook, zo lijkt het, de tactiek om meteen na de verkiezingen uit te sluiten dat de VVD meedoet aan een kabinet met de PVV: de eigen kiezers vonden dat ingewikkeld, de partij kwam met paginagrote advertenties om het nog eens uit te leggen.

Daar kwam woensdagmiddag de motie bij over de spreidingswet, die Yesilgöz in de Tweede Kamer indiende alsof ze er zo snel mogelijk vanaf wilde zijn. „Ik ga”, zei ze, „direct naar de ene motie die ik heb.” Met steun van de PVV, BBB en NSC kwam ze met het voorstel om de wet, die regelt dat gemeenten gedwongen kunnen worden om asielzoekers op te vangen, voorlopig niet te behandelen in de Eerste Kamer. Alsof de Tweede Kamer daar iets over te zeggen heeft.

‘Enorme teringbende’

In de debatzaal was de verbijstering enorm, niet alleen bij de D66, CDA en ChristenUnie waarmee de VVD nog altijd een demissionair kabinet vormt. Had het nog zin, kon je bij die partijen horen, om met dat kabinet door te gaan?

Yesilgöz bleef zeggen dat er door de verkiezingsuitslag „een meerderheid was ontstaan om de instroom te beperken” en dat die eerst de kans moest krijgen om met plannen te komen. Pieter Omtzigt van NSC had het daarna zichtbaar moeilijker. Zijn handtekening stond onder het VVD-idee. Was dit, vroegen andere Kamerleden, wat hij „nieuwe bestuurscultuur” en rechtstatelijkheid noemde? Dat de Tweede Kamer zich ging bemoeien met de Eerste Kamer?

Bij VVD-bestuurders in de rest van het land was er verbazing en soms verbijstering en woede: VVD’er Hanne van Aart, burgemeester van Loon op Zand, had het op X over een „enorme teringbende”. Volgens ingewijden was ook Mark Rutte, in Brussel voor een Europese top, onaangenaam verrast. Dezelfde avond nog kwam van hem het bericht dat zijn kabinet de motie „ontraadt” en dat de Eerste Kamer er zélf over gaat. Bij andere partijen ging het verhaal rond dat ook VVD-staatssecretaris Eric van der Burg, die de spreidingswet wél graag wil, niet wist wat hem overkwam, maar dat spreken bronnen in Den Haag tegen: hij had al aan een paar mensen om hem heen laten weten wat eraan zat te komen.

Was het een „bedrijfsongeval”, zoals sommige Kamerleden dachten? Of „roekeloos gedrag” van Yesilgöz, zoals anderen zeiden? Het lijkt wel zeker van niet. Dat er van tevoren over na is gedacht, blijkt uit de handtekeningen van Omtzigt, Wilders en Van der Plas onder de motie: er was dus overleg over geweest. Bij de VVD gebeurt ook bijna nooit iets roekeloos: geen andere partij zoekt zo zorgvuldig uit hoe een idee kan overkomen, en dus ook welke risico’s er zijn.

Daar komt nog bij dat Yesilgöz zich extreem tekstvast toont en zelf dus geen enkel risico lijkt te willen lopen. Steeds maar weer zegt ze dat ze „het verschil” wil maken, de problemen van mensen wil „fiksen” en alles wil doen „om een centrumrechts kabinet mogelijk te maken”.


Lees ook
VVD-burgemeesters ‘verbijsterd en teleurgesteld’ over VVD-actie met spreidingswet

Voorbereidingen voor de komst van asielzoekers in de noodopvang aan de Manegelaan, in Stadskanaal.

Wat in elk geval wel zo is: de VVD zag aankomen dat ook Joost Eerdmans (JA21) met een motie zou komen over de spreidingswet. Hij vindt dat de Tweede Kamer die moet intrekken. De VVD kon daar dus tegenstemmen zonder ertegen te zíjn. Over de VVD-motie werd woensdagavond nog niet gestemd: onder druk van andere partijen werd beslist tot uitstel.

Wat mogelijk meespeelde bij de motie: niet alle VVD’ers in de Eerste Kamer vinden de spreidingswet zo slecht als de VVD’ers in de Tweede Kamer. Of er VVD-senatoren zijn die vóór de wet willen stemmen, was nog niet zeker. Het lijkt wél zeker dat de motie door een klein kringetje VVD’ers rond Yesilgöz is bedacht: in de Tweede Kamerfractie wist lang niet iedereen ervan.

De VVD doet veel eigen kiezersonderzoek en moet sinds de verkiezingen hebben gezien dat de eigen achterban moeite heeft met de beslissingen van Yesilgöz. Uit onderzoek van I&O Rresearch bleek donderdagmiddag dat de VVD aanhang verliest, de partij zou nu uitkomen op zestien zetels, op 22 november waren dat er nog 24. De PVV zou juist doorgroeien van 37 naar 43 zetels.

De afgezwakte VVD-motie haalde het donderdagavond: PVV, NSC, BBB, FVD, JA21 en SGP stemden vóór. Niemand vond het nog nieuws.



Leeslijst