Restaurants? Oudenbosch is goed voorzien, vinden de leden van biljartvereniging De Paardenstal. Maar het dorp heeft nog maar amper cafés, ook in de nabije omgeving slinkt het aantal. De biljartvereniging, bestaande uit onder anderen Joke Jongenelen (70 jaar), Hans Langenberg (66), Lucienne Verschuren (58) en Kees Faijaars (67), zit op een regenachtige middag in het gelijknamige café De Paardenstal. Ze hebben net hun laatste potje gespeeld en praten wat na met een biertje.
Ondanks de naam is de biljartclub in een ander café begonnen, maar dat is gesloten en dus moesten de leden verkassen. Het is een lot dat veel biljarters heeft getroffen. Soms moeten ze – met biljarttafel en al – op zoek naar een andere locatie. In De Paardenstal zijn ze welkom, vier biljarttafels getuigen daarvan. Vraag is wel: voor hoelang nog?
Nederland telt steeds minder cafés, blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. Zo ook de West-Brabantse gemeente Halderberge (31.362 inwoners), waar Oudenbosch onder valt. Vorig jaar sloten hier 8 van de 22 cafés hun deuren.
De prijzen rijzen de pan uit. En dan blijven mensen liever thuis
Het is een ontwikkeling die de Brabantse regiovoorzitter Rik Hüsken van de Koninklijke Horeca Nederland op meerdere plekken ziet, vertelt hij aan de telefoon. „In de wat grotere steden komen er bedrijven bij. Maar in de kleinere gemeenten en de dorpen, daar zie je wel wat verdwijnen.” De redenen lopen uiteen: sommige horecagelegenheden kunnen geen overnamekandidaat vinden, andere ondernemers stoppen omdat de kosten te hoog werden. Ook het personeelstekort is een probleem.
Vooral de ouderwetse cafés hebben het lastig, ziet Hüsken. „Die leunen op drankomzet en serveren bijvoorbeeld geen eten voor extra inkomsten.” De regiovoorzitter vraagt zich af of het ‘bruine café’ nog wel van deze tijd is. „Tijden veranderen, de behoeften van mensen ook.” Het gebeurt volgens hem steeds minder dat mensen de hele avond in één café pilsjes drinken. En de jongere generatie is op zoek naar hippere, eigentijdse concepten. Of wil liever lunchen.
Paardenhoofden
Café De Paardenstal is een dorpscafé dat zich iets buiten het centrum van Oudenbosch bevindt, niet in een winkelstraat, maar te midden van de woonhuizen. Er is een dartbord, de bar in het zaaltje achteraf is volgehangen met hoefijzers en houten paardenhoofden. Oude, Amerikaanse muziek klinkt zachtjes uit de speakers en twee tafels worden bezet door weer andere biljarters: twee vrienden en de leden van biljartvereniging Oudenbosch.
Op de plek van café De Paardenstal is al zeker vijftig jaar een horecagelegenheid, zeggen de biljarters. Hoelang precies, dat weten ze niet. Het huidige café bestaat deze maand negentien jaar, vertelt Kees Geldof (68), samen met zijn vrouw de eigenaar. Hij was vrachtwagenchauffeur en werkt sinds hij met pensioen is in het café. Zijn vrouw gaat volgende maand met pensioen en het café komt dan ter overname te staan. Ze hebben geen personeel in dienst en Kees werkt tegenwoordig meer dan toen hij nog met de vrachtwagen reed. Acht hij een overname mogelijk? Hij valt stil en zegt daarna zachtjes dat hij het wel hoopt. „Er zijn biljarters die zeggen dat dit moet blijven bestaan.”
De laatste jaren is het aantal klanten wel afgenomen, heeft Geldof gemerkt. „Ik weet eigenlijk niet waar dat aan ligt.” De biljartverenigingen vormen in elk geval een belangrijke inkomstenbron, want die moesten toch ergens heen. „Zo hebben we dat opgepakt en dat is leuk.”
Biljarter Jongenelen heeft wel een idee over de afname van cafébezoekers. „De prijzen rijzen de pan uit. En dan blijven mensen liever thuis.” Ze snapt het ook van de andere kant, dat mensen minder zin hebben om in de horeca te werken. „Het is hard werken hoor en je moet altijd aan de slag als anderen vrij hebben.” Zelf mist ze de cafés in Oudenbosch en omgeving vooral in de zomer. „Dan ga ik fietsen en wil je eigenlijk van terras naar terras. Maar dat zijn er steeds minder. Dat mis ik.”
Elke week een pubquiz
Of een horecagelegenheid succes heeft, ligt niet alleen aan de omvang van de gemeenschap, maar ook aan de ondernemer, zegt Hüsken. Hoe actief is die? Wat organiseert hij? En worden de gasten daarbij betrokken? „Je kunt denken aan een café met een eetzaal. Of in de zomer ijs serveren en in de winter chocolademelk. Elke week een pubquiz. Dat is toch anders dan alleen wat biertjes tappen. Daar red je het niet meer mee.”
In Rotterdam durven ze rustig 4 euro voor een biertje te vragen. Als je dat hier doet, komen mensen niet meer
Verderop, in het centrum van Oudenbosch, wordt hard gewerkt op het plein rondom de Basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara, een kopie van de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad en de grootste toeristische trekpleister van de plaats. Oudenbosch bestaat in 2025 750 jaar en gaat dat vieren, dus dan moet de publiekstrekker er weer mooi bijstaan.
Vlak bij bevindt zich De Kroon, op dezelfde locatie waar al eerdere ‘versies’ zaten (eentje werd gespeld met drie o’s). Dirk Jongmans (23 jaar) is de bedrijfsleider van de huidige bistro, die twee maanden geleden openging. Er zijn weinig gasten, er is een overleg gaande voor een carnavalsfeest en de ouders van Jongmans komen binnen om wat te drinken.
Marjolein en Cees Jongmans gaan eigenlijk nooit naar een café in Oudenbosch, vertellen ze. „Als we ergens naartoe willen, dan gaan we naar Bosschenhoofd of Breda”, zegt Marjolein.
Bosschenhoofd is een dorp verderop. Het is kleiner, maar volgens Marjolein zit daar een goed café. Ze vinden dat Oudenbosch een plek mist waar je makkelijk binnenwandelt als je zin hebt in een biertje of koffie, zegt Cees, die al zijn hele leven werkt in de horeca in Breda. „In een grote stad is dat veel makkelijker.”
Biertje
Oudenbosch is een ons-kent-ons-dorp zeggen inwoners. Sommige horecaondernemers ‘van buitenaf’ hebben het niet gehaald, omdat mensen hen niet kennen. Het is een van de redenen dat Dirk denkt dat De Kroon dit keer wel een toekomst heeft.
De vorige eigenaar had het pand vanwege tegenvallende resultaten binnen twee jaar weer te koop gezet. „De nieuwe eigenaren zijn geboren en getogen in Oudenbosch.”, zegt Dirk. „Ik heb hier zelf ook het grootste deel van mijn leven gewoond. Mensen komen voor de bekende gezichten. En wij hebben een breed netwerk.”
Maar dat de horeca het lastig heeft, dat ziet Dirk ook. Het is volgens hem extra lastig in kleinere plaatsen. „In Rotterdam durven ze rustig 4 euro voor een biertje te vragen. Als je dat hier doet, komen mensen niet meer. Dus de marges worden kleiner. Tegelijkertijd zitten we wel allemaal met dezelfde inkoopprijzen. Op den duur kunnen mensen dan hun deuren niet meer openhouden.”