Bus dorpsgenoten Weghorst reist naar Dortmund: hun held is ‘niet zo goed’, maar ‘willen is kunnen’

Het duurt nog ruim acht uur tot de wedstrijd begint, maar op het stationspleintje in Borne weten de Oranjefans één ding zeker – alsof ze zelf de bondscoach zijn: hun „Wout” staat vanavond niet in de basis.

De groep van zo’n dertig fans uit het geboortedorp van oranjespits Wout Weghorst wacht op een bus van een lokaal taxibedrijf die ze naar Dortmund brengt, voor de halve finale tegen Engeland.

„Het wordt vast weer Depay, en dat blijft een wonder”, zegt Michel Snieders (45), verwijzend naar de goede prestaties van „gouden wissel” Weghorst op dit toernooi. Met zijn armen over elkaar kijkt Snieders naar een „meneer van de plantendienst” die toeterend langsrijdt terwijl hij naar zijn feloranje overall wijst. De wachtende fans juichen. Snieders: „Die komt al voor de derde keer langs”.

De bus vertrekt een kwartier te laat maar dat vinden de meeste fans niet erg („Wout komt er toch laat in”). Hij is voornamelijk gevuld door drie voetbalteams van de plaatselijke amateurclub van RKSV NEO: de club waar het ooit begon voor Weghorst. En dus komt iedereen vooral voor hem.

Achterin zitten de jeugdteams. De voetballers ballen hun vuist naar elke auto met Nederlands kenteken die de bus passeert. Eerst zit iedereen aan boord netjes op z’n plek, maar als de Duitse grens is gepasseerd en de verwachte politiecontrole uitblijft gaan de meesten staan. De oude lijnbus zonder airco verandert langzaam in een rijdende oranje sauna.

De centrale verdediger van team 17-2 van NEO, Owen Pot (16), zegt dat Weghorst dan wel niet start, maar dat de Bornenaren nóg een ding zeker weten. „Wout maakt de winnende. De 2-1 én de 3-1”. Pot tikt met zijn vinger op zijn voorhoofd en zegt dat het bij Wout om het „mentale” gaat. Weghorst gelooft er zó in, dat hem meer lukt dan je van hem verwacht. Daar is iedereen volgens hem fan van bij de club. Owen: „Want eigenlijk is hij niet zo goed.”

Voorin zitten de senioren. Bij hen wordt alcoholinname steeds creatiever naarmate Dortmund nadert. Iemand met een pet op die zich „de kapitein” noemt deelt shotjes rum uit, en er worden met sleutels gaten in bierblikjes gemaakt om deze gemakkelijker in één teug leeg te kunnen drinken.


Lees ook

Oranjeshirt Weghorst uitverkocht

Het uitshirt van Weghorst is maandag uitverkocht in de webwinkel van de KNVB.

„The winner takes it all” van ABBA galmt uit de speakers. Ook wordt er alvast geoefend op wat straks tijdens de oranjemars gaat gebeuren, op het nummer van de Snollebollekes: het is dus éérst naar links en dan naar rechts.

‘Weghorst-geld’

Marco van Buuren (42) zit met zijn vrouw Chantal en zijn dochter Fabiënne voorin mee te deinen. Hij is bloemist en sponsort met zijn bedrijf NEO al lang. Ook toen Weghorst er nog speelde, want die brak pas laat door. Hij speelde tot zijn zeventiende voor de amateurclub.

NEO krijgt veel geld als „opleidingsvergoeding” van de profclubs waar Weghorst bij speelt: dat bedrag loopt op naarmate een speler langer ergens gespeeld heeft.

Dus is de hele club verduurzaamd met het „Weghorst-geld”, vertelt van Buuren. Zonnepanelen én warmtepompen. Het is de reden dat er een metersbrede foto van hem in de kantine hangt met „willen is kunnen” erop, tekenend voor de instelling van Weghorst.

Van Buuren beaamt: „Dat mentale is tekenend voor hem. Je denkt steeds dat hij zijn plafond bereikt heeft, maar dan gaat hij toch door op wilskracht. Maar het is ook gewoon een jankerd hoor. Als hij verloor was hij heel vervelend.”

Naast Van Buuren zit Frank Ten Dam (50), met zijn kinderen Fedde en Ties. Die brengen bakjes met kaas en worst door de bus. Ten Dam werkt voor de gemeente Enschede en kon makkelijk vrij krijgen. Voor zijn kinderen van elf en dertien heeft hij tegen school gezegd dat ze om twaalf uur naar de tandarts moesten. „De leraar begreep meteen dat het om een lange afspraak zou gaan”, zegt Ten Dam.

Breekijzer

Hij vindt het als enige niet jammer dat Weghorst niet in de basis begint. „Het is een breekijzer, en daarvoor heb je eerst iets nodig om te breken.”

Eenmaal in Dortmund stappen de Bornenaren in een tram richting het zuiden van de stad. Niemand lijkt te weten waar die precies naartoe gaat. Ze stappen uit en weer in. Maar op een gegeven moment lijkt de massa oranjefans als vanzelf de weg te kunnen vinden. De tram is overvol, de fans roepen „en wie niet springt die is een Brit” en „schade Deutschland, alles ist vorbei”. Een oudere Duitse vrouw met roodgeverfd haar verbergt haar hoofd in haar handen. Ze zal nog wel „viel Glück” zeggen voor ze even later uitstapt.

Daarna ziet de groep uit Borne vanaf een viaduct de oranjemars langstrekken, een stoet van 100.000 fans op weg naar het centrum. Nu is het pas echt tijd voor wellicht de meest elementaire volksdans ter wereld – van links naar rechts, enzovoort.

In de fanzone wordt de wedstrijd op een groot scherm getoond. Niemand van de groep heeft een ticket voor de wedstrijd. De bus gaat erna ook weer terug naar Borne om een overnachting te besparen. Maar eerst kijken wat Wout klaarspeelt. Met het mentale zit het wel goed. Nu de uitvoering nog.