Burgemeester van ‘bloemenhoofdstad’ Aalsmeer bezoekt rozentelers in Kenia

Bloementeelt „Met eigen ogen” wilde de Aalsmeerse burgemeester in Kenia zien hoe de soms controversiële bloemen worden geteeld.

Werknemers verpakken rozen klaar voor export op de bloemenkwekerij Maridadi in Naivasha, Kenia.
Werknemers verpakken rozen klaar voor export op de bloemenkwekerij Maridadi in Naivasha, Kenia. Foto Daniel Irungu/EPA

Afgepeigerd maar tevreden klopt burgemeester Gido Oude Kotte (43) van het Noord-Hollandse dorp Aalsmeer het rode stof van zijn broek. Na een lange dag schuift hij aan bij een terrastafel in het zuiden van Nairobi. Later dan gepland, want het is spitsuur in de hectische hoofdstad van Kenia.

Oude Kotte bezocht de afgelopen midweek onder meer een van de grootste rozenbeurzen ter wereld, vijf rozenfarms, een bloemenverpakkingsbedrijf en twee koeltransporteurs. Hij komt net terug van een bezoek aan een ziekenhuis en een school die worden betaald door Nederlandse rozentelers in Kenia. Het enthousiasme straalt van hem af.

CDA-burgemeester Oude Kotte mag het dan wel kostelijk naar zijn zin hebben gehad tijdens zijn eerste bezoek aan Kenia, hij is niet naar de andere kant van de wereld afgereisd voor zijn plezier. Zijn gemeente, Aalsmeer, is de thuisbasis van een markante Nederlandse multinational, de bloemenveiling Royal Flora Holland, waar elk jaar meer dan tien miljard bloemen worden verhandeld.

De veiling vindt plaats in het vier na grootste gebouw ter wereld. „Even groot als Montecarlo”, vertelt Oude Kotte trots. Voor de gemeente is de veiling een paradepaardje, maar tegelijk een pertinente kopzorg. Bloemen zijn de afgelopen jaren in een kwaad daglicht komen te staan vanwege hun impact op het milieu, het klimaat en door de slechte arbeidsomstandigheden die meermaals bij de kwekers werden aangetroffen.

Het probleem voor Oude Kotte is dat die kwesties zich vaak ver buiten zijn gezichtsveld afspelen: de controversiële bloemen die in zijn gemeente worden verhandeld, worden voornamelijk in Afrika en Zuid-Amerika geteeld.

Met eigen ogen bekijken

Oude Kotte is sinds 2019 burgemeester van Aalsmeer. „Ik weet inmiddels natuurlijk alles over de Nederlandse kant van de bloemensector”, zegt hij, „maar ik word als burgemeester ook geacht meningen te vormen en beslissingen te nemen die de gehele internationale keten aangaan. Te vaak kwam ik tot de conclusie dat ik vanuit Aalsmeer niet zomaar een oordeel kon vellen. Dus wilde ik met eigen ogen gaan bekijken hoe onze bloemen worden gekweekt, en wat de impact daarvan is.”

Kenia was een logische keuze voor zo’n werkbezoek. Intussen wordt 3.600 hectare van de vruchtbare Keniaanse grond gebruikt om rozen te kweken, tegenover nog maar 160 hectare in Nederland. Bovendien, zo vertelt Oude Kotte, zijn de banden tussen Aalsmeer en Kenia sterk.

Zo’n drie decennia geleden trokken Nederlandse bloementelers, vaak afkomstig uit Aalsmeer en omstreken, naar Kenia. In Nederland werden arbeid en energie te duur, maar voor veel van de trotse familiebedrijven in de bloemenindustrie was het neerleggen van de werkzaamheden geen optie.

Kenia heeft voor rozenteelt een perfect klimaat om het hele jaar door te oogsten, veel zoet water en is in vergelijking met andere landen in de regio politiek stabiel. Dat de arbeidskosten laag en de arbeids- en milieurechten slecht waren, betekende dat telers goedkoop hun werkzaamheden konden verplaatsen naar Kenia. De internationale bedrijven zijn in de meeste gevallen nog altijd gevestigd in het kleine Aalsmeer.

Kluitjes Hollanders

In Kenia kwam Oude Kotte dan ook veel bekende gezichten tegen. Met name op de International Floriculture Trade Expo (IFTEX), de aanleiding voor het bezoek van Oude Kotte. De IFTEX is een conferentie waar veredelaars, kwekers en kopers samenkomen. Ook de Nederlandse ambassadeur in Kenia, Maarten Brouwer, en minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken, CDA) bezochten het evenement. Wie naar binnen stapt, ziet de kluitjes Hollanders handenschuddend tussen de rozenkramen staan. Alhoewel de burgemeester wel wist dat ons-kent-ons heel gebruikelijk is in de bloemenwereld, stond hij toch versteld van de hoeveelheid bekenden die hij aantrof. „Ik kwam mijn halve dorp tegen. Ik hoorde ineens iemand mijn naam roepen, bleek het een roeimaatje te zijn van twintig jaar terug. Die is nu general manager bij een bedrijf dat zakjes voor bloemenvoeding maakt.”

Na de conferentie vertrok Oude Kotte naar Lake Naivasha om de rozenkwekerijen en -veredelaars zelf te bekijken. „Wat mij opviel was dat de arbeidsomstandigheden echt goed zijn. Door het hele bedrijf werken Kenianen, van de plukkers tot de hoogste biologen die technische taal uitslaan waar ik niks van begrijp.”

Dat vrouwen in alle lagen van de bedrijven goed geïntegreerd zijn, was voor de burgemeester een blijde verrassing: „De Nederlandse bloementeelt is echt een mannenwereld, maar in Kenia is genderdiversiteit helemaal geen onderwerp.”

Onethische praktijken

Klinkt dat niet allemaal te mooi om waar te zijn? Deze zelfde sector was tenslotte jarenlang onderwerp van felle discussie vanwege zijn onethische praktijken: van milieuvervuiling en arbeidsuitbuiting tot grootschalige belastingontwijking via de Kaaimaneilanden.

Oude Kotte kijkt ernstig bij de suggestie dat de bedrijven hem in de luren hebben gelegd tijdens zijn werkbezoek. „Ik ben van nature een cynicus”, zegt hij. „Ook in dit geval. Ik kwam naar Kenia en ik verwachtte, met alle heftige verhalen van eerder in mijn hoofd, slechte arbeidsomstandigheden aan te treffen. Tijdens mijn bezoeken ben ik ook zonder begeleiding de dorpjes waar de werknemers wonen ingegaan en daar heb ik gehoord dat mensen simpelweg bijzonder dankbaar zijn.”

Dat Kenia kampt met extreme ongelijkheid, zeker tussen de zwarte en de witte bevolking en ook in de bloemenindustrie, wuift Oude Kotte weg. „Natuurlijk is het zo dat mensen in hogere posities meer verdienen, maar ik vind dat de balans in de Keniaanse rozenindustrie bijzonder goed is. Ik ben echt onder de indruk van wat deze sector betekent voor de economie van Kenia.”

Wat in ieder geval vaststaat, is dat de Keniaanse rozenindustrie werk biedt aan honderdduizenden Kenianen en 1,4 procent van het bruto nationaal product van het land verzorgt.

Oude Kotte denkt dat de inzichten die hij opdeed tijdens het bezoek hem houvast geven wanneer hij terugkeert naar zijn post in Aalsmeer. Als burgemeester van ‘het bloemendorp van Nederland’ is hij tenslotte dagelijks in gesprek met de Nederlandse eigenaren van de bedrijven die hij in Kenia bezocht. „Ik kan nu veel beter meedenken over de belangen van die bedrijven, en met meer kennis van zaken meepraten over de technische ontwikkelingen die de sector kunnen verbeteren.”