Sadiq Khan moet dóór. In een flink tempo beent de burgemeester door Hadley Street, een typisch Londense straat in Camden met de voordeuren in blauw, rood en lichtroze geverfd. Aanbellen, aankloppen, door het raam kijken. Doet binnen een minuut niemand open? Flyer door de bus en op naar het volgende huis.
Stadsdeel na stadsdeel werkte Khan de afgelopen weken zo af. Met lokale Labourleiders naast zich en meestal in dezelfde campagneoutfit: een blauw pak met een bodywarmer erover en sneakers eronder. Zoveel mogelijk handen schudden, zoveel mogelijk mensen spreken.
Sadiq Khan (53) wil komende donderdag, 2 mei, worden herkozen voor wat zijn derde termijn als burgemeester van Londen zou worden. In 2016 werd hij voor het eerst gekozen, nadat toenmalig burgemeester Boris Johnson zich na twee termijnen niet meer verkiesbaar had gesteld. Khan werd de eerste islamitische burgemeester van een westerse miljoenenstad. Nu waarschuwt Khan steeds dat het een krappe strijd wordt tussen hem en zijn belangrijkste concurrent Susan Hall van de Conservatieve Partij, ook al staat hij in de meeste opiniepeilingen op voorsprong.
Is die waarschuwing een politieke truc om de opkomst te verhogen, of zou Khan gelijk hebben? In Hadley Street zijn de Londenaren inderdaad niet zo van hem gecharmeerd. Een van de inwoners van nummer 20 heeft op haar sokken staan kijken hoe de Labour-wervelwind door hun straat kwam. Haar naam houdt ze liever uit de krant, „omdat we hier in de straat niet vaak over politiek praten. Te gevoelig”. Ze gaat zeker stemmen, zegt ze, maar niet op Khan.
Ze kijkt naar een dakloze aan het einde van de straat, hij heeft een vlekkerig matras op zijn rugzak gebonden en eet een falafelbroodje uit aluminiumfolie. „Drugsverslaving en psychische problemen komen hier veel voor en zij negeerden hem gewoon. Ze keken niet naar hem om; dat vind ik niet kunnen”, zegt ze. Het is waar: Khan en zijn staf liepen eerst in de richting van de dakloze, maar draaiden zich toen om en zorgden ervoor dat ze hem niet zouden tegenkomen.
Onder Khan is het er niet prettiger op geworden om in Londen te wonen, zegt de vrouw van nummer 20. „Huisvesting is een groot probleem, de files blijven bestaan, winkeldiefstal gebeurt hier aan de lopende band in de supermarkten. Ik zeg niet dat het makkelijke problemen zijn om op te lossen, maar er gebeurt te weinig.”
Nog een voorbeeld: Khan breidde de milieuzones voor auto’s uit. Nu geldt in heel de stad een dagtarief van 12,50 pond (ongeveer 14,50 euro) om met een vervuilende auto de weg op te gaan. Dat zit haar dwars: „Wij konden het gelukkig betalen om een hybride auto te kopen die is uitgezonderd van de regels, maar mijn dochter straks niet. En intussen wordt het gebied waarin we de auto mogen parkeren steeds kleiner en staan de straten alsnog vol verkeer.”
De uitbreiding van die ultralage emissiezone (in de stad bekend als ULEZ) is een van de redenen dat Sadiq Khan onder druk is komen te staan de afgelopen jaren. De maatregel verdeelde Londenaren: volgens peilingen was net een iets groter deel (39 procent) ervóór dan ertegen (38 procent). Net zoals andere onderwerpen de multiculturele hoofdstad verdelen. Het conflict in Gaza heeft zijn weerslag in Londen, door de relatief grote aantallen Joodse en islamitische inwoners. Als gevolg van dit soort spanningen krijgt Khan bedreigingen uit alle hoeken van de samenleving. Hij krijgt continu beveiliging.
Khan is geboren en getogen in Tooting, een diverse wijk ten zuiden van de Theems. Zijn ouders verhuisden in de jaren zestig vanuit Pakistan naar Londen. Met zes broers en één zus groeide hij op in een flat van de sociale woningbouw met drie slaapkamers. Khan is een van de middelste zoons, maar hij is de kleinste van allemaal. Zijn vaste grap is dat hij daarom zo snel praat; om er toch nog tussen te kunnen komen thuis. De route van de bus die zijn vader bestuurde voerde praktisch langs hun huis. Zijn moeder was naaister.
Khan is nogal „tribal”, gericht op zijn eigen kring van familie en vrienden, zei hij vorig jaar in een interview met de Britse tv-persoonlijkheid Spencer Matthews. „Mijn instinct is om op een conflict af te rennen. Maar als burgemeester moet ik boven onderlinge vijandigheden staan.” Tijdens zijn jeugd in Tooting was het in buurtruzies vrij gewoon om op de vuist te gaan – als uitlaatklep gingen de Khans naar een boksschool in de buurt, waar twee van de broers nu nog steeds werken.
Als enige uit hun gezin ging Khan studeren, rechten. Voordat hij een jaar of twaalf, dertien was, had hij nog nooit iemand in een pak gezien, vertelde hij aan Matthews. „Mijn vader droeg als buschauffeur een uniform en ik zag anderen in onze flat in uniform, verpleegkundigen bijvoorbeeld. Maar nooit iemand die in een pak naar kantoor ging.” Tijdens zijn studie en toen Khan net als advocaat ging werken – hij specialiseerde zich in mensenrechten – veranderde hij zijn accent om beter in deze nieuwe, deftige wereld te passen. „Tot een cliënt tegen me zei: ‘ik koos jou vanwege je achtergrond. Waarom probeer je iemand te zijn die je niet bent?’ Toen realiseerde ik me dat authentiek zijn belangrijker is.”
Als tiener worden Khan en zijn broers en zus geregeld uitgescholden en ziet hij racisme en sociaal onrecht van dichtbij. Al snel besluit Khan om politiek actief te worden; het wordt Labour. In 2005 komt Khan voor Tooting in het Lagerhuis. Als parlementariër spreekt hij zich ferm uit tegen aanslagen door moslimextremisten en stemt hij voor het homohuwelijk, wat hem door strengere islamitische kringen niet in dank wordt afgenomen. Binnen Labour wordt hij juist gewaardeerd. Khan klimt op en is in 2008 de eerste moslim in een Brits kabinet, als minister van Transport. Hij hoort bij de progressieve linkerflank van de partij, maar is ook pragmatisch; als hij dat nodig vindt, wisselt hij van standpunt.
Sadiq Khan voert nu campagne als verstokt Londenaar, net als zovelen in de stad een kind van immigranten, en gebruikt zijn persoonlijke ervaringen in interviews en publieke optredens. Hij geeft tips over zijn favoriete restaurants in Tooting. Over zijn twee dochters, twintigers, vertelt hij dat ze nog steeds thuis wonen, omdat ze evenmin als andere jongeren in Londen een eigen kamer of woning kunnen betalen. En hij vertelt dat hij tijdens het hardlopen astma opliep door de slechte luchtkwaliteit in Londen en dat hij mede daarom het beperken van de uitstoot van schadelijke stoffen zo belangrijk vindt.
Het burgemeesterschap ís persoonlijk voor Khan, zegt Nesil Caliskan. Ze is namens Labour voorzitter van stadsdeelraad Enfield in het noorden van Londen, en werkt sinds 2018 met hem samen. „Veel hangt af van je onderlinge werkrelatie en dat weet Sadiq. Ik kan hem direct berichtjes sturen of met hem bellen.” Officieel hebben de 32 stadsdelen van Londen veel eigen zeggenschap en ze hoeven geen verantwoording aan de burgemeester af te leggen. Zij gaan over lokale zaken als huisvesting, onderwijs en afval, terwijl Khan er is voor overkoepelende onderwerpen als criminaliteit, luchtkwaliteit, transport en biodiversiteit.
Dus toen Nesil Caliskan en haar raad hadden bedacht dat ze na vierhonderd jaar de bever terug in de Londense natuur wilden brengen, regelde ze met Khan dat ze daar geld voor kregen via een overkoepelend fonds voor verwildering. „Het was veel moeilijker dan we dachten, de eerste bevers konden totaal niet met elkaar overweg.”
Uiteindelijk konden twee bevers het goed genoeg met elkaar vinden om te paren en Caliskan appte Khan foto’s van de jonkies die ze kregen. Later zette Khan ook in een ander stadsdeel bevers uit. Hij noemt biodiversiteit en toegang tot de natuur „een vorm van sociale rechtvaardigheid” voor Londenaren.
Bij zwaardere, gevoeliger onderwerpen is Khan net zo betrokken, zegt Caliskan. „Vallen er gewonden bij steekpartijen, dan laat hij altijd iets horen. Bij heftige geweldsincidenten met jongeren komt hij de volgende dag langs, soms is hij zelfs eerder ter plekke dan wij.” Het zijn vaak lastige gesprekken met jongeren die verveeld zijn, zich onveilig of gediscrimineerd voelen. „Ze zeggen dat er meer politie op straat nodig is, of ze vragen om meer activiteiten voor jongeren. Sadiq blijft zitten en praten tot hij het idee heeft dat alles is besproken.”
Foto’s: Hollie Adams/Reuters
Criminaliteit en drugsgebruik in de stad vormen een probleem waar Khans tegenstander Susan Hall wel raad mee weet. De Conservatieve Partij zette een duister campagnefilmpje online over hoe Khan de leefomstandigheden heeft verslechterd in Londen. De stad zou „de criminaliteitshoofdstad van de wereld zijn”, waar „de burgemeester drugs wil legaliseren, terwijl het aantal drugsdoden op recordhoogte ligt”.
Feitelijk klopte daar weinig van. Drugsbeleid ligt in Engeland niet in handen van burgemeesters en het aantal drugsdoden in Londen is weliswaar gestegen, maar het ligt in de hoofdstad relatief flink lager dan in andere delen van het land. Het aantal steekpartijen of incidenten met messen in Londen ligt wel hoger dan het landelijk gemiddelde, maar het daalde tijdens de coronapandemie en ligt nu op ongeveer hetzelfde niveau als toen Khan aantrad als burgemeester. Beelden in het reclamefilmpje van Hall, van passagiers die in paniek uit een metrostation vluchten, bleken uit New York te komen. De Tories verwijderden het filmpje van hun kanalen, maar de toon was gezet.
De spanningen rond het geweld in de Gazastrook strekken zich bijna elk weekend uit tot Londen, als de straten in het centrum volstromen met pro-Palestijnse demonstranten. Zowel moslims als Joden in de stad krijgen sinds de aanval op Israël van 7 oktober veel vaker met dreigementen en haat te maken, volgens gegevens van de politie.
Khan benadrukt steeds dat hij boven de partijen staat en verdedigt het recht op demonstratie als manier om spanningen „op vreedzame wijze te ventileren”. Maar zijn relatief snelle oproep tot een staakt-het-vuren, drie weken na de aanslag en tegen de lijn van zijn partij Labour in, deed de Joodse gemeenschap daaraan twijfelen. Er was een optreden bij de Joodse Labour Gemeenschap voor nodig – „ik weet dat niet iedereen het eens is met wat ik heb gezegd, maar onze vriendschap zal blijven bestaan omdat meer ons verenigt” – om het vertrouwen weer een beetje te herstellen.
De bedreigingen aan het adres van Khan bereikten een piek nadat toenmalig Lagerhuislid voor de Conservatieven Lee Anderson in februari op televisie zei dat Khan „de hoofdstad heeft weggegeven aan zijn vrienden” en dat „islamisten er de dienst uit maken”. Als gevolg daarvan krijgt Khan het van twee kanten te verduren. Aan de ene kant van extreemrechtse Engelsen, die de alarmlijn bellen en dreigen dat Khan binnenkort een kogel door zijn hoofd krijgt. Aan de andere kant van fanatieke islamisten, die ervan overtuigd zijn dat je „geen moslim en westerling tegelijk kunt zijn”, zoals Khan zichzelf wel ziet.
Dit alles terwijl Khan vorig jaar publiekelijk vertelde dat hij lijdt aan posttraumatische stress, volgens hem een optelsom van de bedreigingen waar hij mee leeft en de heftige gebeurtenissen in Londen de afgelopen jaren. Gedurende Khans termijn waren er meerdere terroristische aanslagen en was er een grote brand in Grenfell, een sociale-woningbouwflat waarbij tientallen onnodige doden vielen. Hij is bewust open over zijn problemen omdat hij de stigma’s rond psychische problemen wil helpen bestrijden. Tegen dagblad The Guardian zei hij: „Als dat betekent dat ik een sneeuwvlokje ben, dan is dat maar zo. Mentale gezondheid is breekbaar als je er niet naar omkijkt.”