Burgemeester Rijswijk: ‘Als er vrouwen bang zijn in mijn gemeente, dan is het mijn taak om ze te helpen’

Huri Sahin is nog geen half jaar burgemeester van Rijswijk als ze naar de plek fietst waar een vrouw door haar vriend werd vermoord. Bij aankomst ziet ze een portiekflat, bloemen, politielinten. Veel kan ze niet doen maar ze moet er zijn, vindt ze, dat hoort bij haar werk. Ook omdat het volgens Sahin nog veel te vaak gebeurt: dat vrouwen door hun levenspartner worden vermoord.

De middag ervoor – in juni vorig jaar – was Sahin op de hoogte gesteld door de teamchef van de politie. Hij vertelde dat zijn agenten een melding hadden gekregen van een man die voor de trein was gesprongen. Via zijn identiteitsbewijs kwamen ze achter zijn adres. Daar troffen ze het lichaam aan van zijn vriendin, haar jonge kind was nog in de woning.

De man had zijn vriendin om het leven gebracht met een mes en daarna zijn eigen leven beëindigd.

Huri Sahin is bijna twee jaar burgemeester van Rijswijk. In de eerste vijftien maanden van dat burgemeesterschap werd in haar gemeente drie keer een vrouw door een man vermoord. In juni en september vorig jaar was de dader de partner van de vrouw, afgelopen september ging het volgens regionale media om een man die een relatie zou willen met zijn buurvrouw.

Vrouwen worden veel vaker dan mannen om het leven gebracht door iemand die dicht bij hen staat. Bij zo’n 60 procent van de vrouwen die tussen 2018 en 2022 werden vermoord, was de dader hun partner of ex, bij mannen was dat 4 procent. Voor dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes wordt de term femicide gebruikt. Uit onderzoek van de Britse hoogleraar criminologie Jane Monckton Smith en uitgebreide gesprekken die NRC eerder voerde met 25 nabestaanden, blijkt dat aan femicide vaak een patroon vooraf gaat. Daders ontzeggen hun partners plezier en gaan controle over hen uitoefenen. De katalysator voor geweld is vaak afwijzing, vooral als deze definitief blijkt te zijn.

Het vorige kabinet presenteerde in juni het plan van aanpak ‘Stop Femicide!’, met voornemens om het aantal slachtoffers van femicide omlaag te bregen. Half oktober kondigde staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV, Justitie en Veiligheid) aan dat ze via een aparte wet psychisch geweld strafbaar wil stellen, omdat dat vaak aan femicide voorafgaat.

Wanneer dacht u: ik moet hier als burgemeester iets aan doen?

„Kort na de eerste vrouwenmoord, kreeg ik een mail. Een vrouw schreef dat ze werd bedreigd door haar ex. Dat ze meldingen bij de politie had gedaan, maar nog niet goed werd geholpen. Er stond een telefoonnummer bij. Ik heb haar uitgenodigd op het stadhuis, samen met de politie. Ik dacht: dit moet opgelost worden.”

Wat gebeurde er tijdens dat gesprek?

„Het bleek dat de vrouw doodsbang was voor haar ex en dat hij onder meer een baksteen door haar ruit had gegooid. Maar de politie had het risico van haar situatie als ‘middelmatig’ ingeschat, daardoor gebeurde er nog te weinig. Toen ik me ermee ging bemoeien, en de vrouw bewijzen kon overleggen, werd het risico opgeschaald naar ‘hoog’. De politie ging serieus onderzoek doen. Ook kon ze ineens wél een awareness-systeem krijgen, een alarmknop waarmee je meteen contact met de meldkamer hebt. Kort daarna werd de man aangehouden. Ze mailde me: ‘Nu voel ik me weer veilig.’”

Ik heb al die instanties aan tafel gezet en gezegd: en nu gaan we het regelen

Wat leerde u hiervan?

„Instanties die zich met geweld tegen vrouwen bezighouden, zijn in Nederland overgeorganiseerd. Neem die alarmknop. De beslissing of een vrouw zo’n knop krijgt, wordt genomen door het expertisecentrum voor huiselijk geweld. Maar ook het regionale zorg- en veiligheidshuis wordt erbij betrokken. Vrouwen zijn dus met meerdere hulpverlenende instanties bezig, terwijl ze dat kastje met spoed nodig hebben. En als ik als burgemeester dan al die partijen aan tafel zet, dan kan het meestal ineens wél geregeld worden. Toen dacht ik: blijkbaar is dat nodig, nu wil ik ook andere vrouwen helpen.”

Eind november vorig jaar belt de teamchef van de politie Huri Sahin wakker. Het is midden in de nacht, er is opnieuw iets vreselijks gebeurd. Een man heeft zijn vrouw doodgeschoten en daarna zichzelf wat aangedaan. Ze waren getrouwd en hadden drie kinderen. De man wordt zwaargewond buiten de woning gevonden en overlijdt later in het ziekenhuis. „Een mooi huis in een goede wijk”, zegt Sahin. „In juni gebeurde het in een kwetsbare wijk. Het kan overal gebeuren.”

Een aantal maanden na deze moord schrijft burgemeester Sahin een column in de lokale krant Nieuwsblad Rijswijk. „De keiharde realiteit is helaas dat vorig jaar in onze gemeente twee vrouwen zijn vermoord”, schrijft ze. Ze roept alle vrouwen op haar te mailen, als ze door hun partner of ex-partner in angst leven. Ze schrijft: „Ieder bericht zal ik met de grootste aandacht lezen en nog belangrijker: in actie komen.” De column wordt door regionale media overgenomen. De NOS kopt: ‘Burgemeester Rijswijk: mail mij als je bedreigd wordt.’

Kwamen er veel reacties?

„Ongelooflijk veel. In totaal zo’n zestig mails, van vrouwen in nood en van professionals en deskundigen. Ik heb alles gelezen en een ambtenaar een overzicht laten maken. Twintig gevallen waren zeer urgent, dat waren vrouwen die acuut hulp nodig hadden. Die heb ik allemaal gesproken. Een groot deel is hier langsgekomen op het gemeentehuis. Soms ging ik zelf op bezoek, om naar hun verhaal te luisteren.”

Kon u ze helpen?

„Ik kon soms niet geloven wat ik hoorde. Een vrouw die in een hotel werd geplaatst omdat er geen plek was in de vrouwenopvang. Dat hotel lag ver van de school van haar kinderen. Haar spullen lagen nog thuis, maar daar zat haar man, voor wie ze bang was. Ze vertelde me dat niemand haar hielp. Ze had geen geld voor eten en drinken. Omdat het hotel niet in Rijswijk stond, was ze uitgeschreven uit onze gemeente, ze was op papier dus dakloos. Onze ambtenaren hadden gezegd dat ze formeel niet meer onze inwoner was. Als ik dat dan hoor… Ik heb al die instanties en professionals in een crisisoverleg aan een tafel gezet en gezegd: en nu gaan we het regelen. Toen hebben we via de woningcorporatie voor elkaar gekregen dat ze een huis in Rijswijk kon krijgen.”

Het is ook wel pijnlijk dat u daar voor nodig bent.

„Dat is het ook. Een andere vrouw die me mailde was vanuit Rijswijk helemaal naar Friesland verplaatst, omdat er verder nergens woonruimte was. Ook zij had kinderen, die daar niet konden wennen. En vanaf het moment dat ze in een andere gemeente zat, ontstond er een soort onduidelijkheid over welke instanties verantwoordelijk waren. Het is gekmakende bureaucratie. En het risico bestaat natuurlijk dat een vrouw dan toch weer terugkeert naar de man voor wie ze bang is.”

Burgemeester Huri Sahin
Foto Olivier Middendorp

Is dit wel uw taak als burgemeester? U bent niet opgeleid als hulpverlener en u maakt zich ook kwetsbaar door te beloven dat u vrouwen kunt helpen.

„Ik denk van wel. Inmiddels heb ik wel een structuur opgezet waardoor ik niet alles zelf meer doe. Maar als er vrouwen bang zijn in mijn gemeente, dan is het mijn taak om ze te helpen. Dan kan ik niet de andere kant op kijken. Wat ik wel verontrustend vind, is dat ik pas achter dit probleem kwam na mijn oproep in die column. Ik had gewild dat ik van de vrouwenopvang of andere hulpverlenende instanties had gehoord: wij hebben te weinig capaciteit om deze vrouwen goed te helpen.”

Is het onwil van de betrokken instanties?

„Nee. De wil is er, maar de snelheid mist. En er zijn soms te veel instanties betrokken, die allemaal voor een deel van een casus verantwoordelijk zijn. Wat je zou willen is dat iedereen hetzelfde doel heeft: zo snel mogelijk een oplossing regelen. Tegen die instanties heb ik gezegd: beleg een crisistafel, kijk verder dan je eigen organisatie. Kom in actie, want het doet ertoe.”

En toch, zo merkte Sahin, is niet alles te voorkomen. Op een vrijdagmiddag in september dit jaar hoort ze politiesirenes als ze in het gemeentehuis is. Wéér belt de teamchef, weer is er een vrouw vermoord. Ze is doodgeschoten op een trap in haar portiekflat, kort nadat ze haar vierjarige zoontje heeft opgehaald, die getuige was van de moord. De buurman van de vrouw werd opgepakt; volgens regionale media wilde hij een relatie met haar, maar wilde zij dat niet. Het onderzoek loopt nog.

De onduidelijkheid over welke instanties verantwoordelijk zijn zorgt voor gekmakende bureaucratie

Uiteindelijk, denkt Sahin, is er een diepere oorzaak voor veel femicidezaken. „De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daar heb ik als burgemeester weinig invloed op. Dan gaat het over hoe we onze kinderen opvoeden, hoe scholen daarmee omgaan. Maar tegelijkertijd zijn er heel veel crisissituaties waarin vrouwen om hulp roepen. En daar kunnen we nu meteen iets aan doen, om dat beter te laten verlopen.”

Het is goed dat er een landelijk plan is voor de aanpak van femicide, zegt Sahin, maar ze mist duidelijkheid over hoe dat moet worden uitgevoerd.

Soms komt het niet eens tot een melding, of een crisissituatie. Sahin zocht de naam van het slachtoffer van de moord uit september meteen op in de lijst van vrouwen die haar hadden gemaild. Ze stond er niet tussen.

Nabestaanden van de vrouw die een klein jaar geleden in Rijswijk werd vermoord, stuurden de burgemeester een mail die ze mocht doorsturen aan NRC. Ze schrijven dat zij tot de conclusie zijn gekomen dat „hoe goed je mensen ook denkt te kennen, het heel moeilijk is om iets te voorkomen dat achter de voordeur gebeurt. Zolang het nog steeds gewoon gevonden wordt dat meisjes en vrouwen in een onderdanige rol opgroeien en leven, kunnen we dit niet zomaar voorkomen.”

Is dat zo?

„Ik ben me ervan bewust dat het probleem groter is dan we denken, of dan we kunnen zien. Maar we kunnen ook meer doen dan we nu doen. Gemeenten en instanties kunnen vrouwen die bang zijn voor hun man nog veel beter helpen. Daar is echt nog een hoop te winnen, niet alleen in Rijswijk, maar in heel Nederland. Dat inzicht hebben de zaken van twintig bedreigde vrouwen mij in ieder geval gegeven.”