De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema (GroenLinks) is eerder deze maand met de dood bedreigd. Dat bevestigt Halsema in gesprek met lokale nieuwszender AT5. De doodsbedreiging werd gedaan in de nasleep van de demonstraties van 7 oktober in het centrum van Amsterdam. De politie heeft inmiddels een verdachte aangehouden.
Op maandag 7 oktober werd op de Dam een herdenkingsdienst gehouden voor de slachtoffers van de terreuraanval van Hamas in Israël. In de buurt van die dienst werd een demonstratie georganiseerd door pro-Palestijnse betogers, met toestemming van burgemeester Halsema. De betoging zorgde echter voor zoveel verstoring, dat de manifestatie werd ontbonden en vervolgens zo’n driehonderd demonstranten werden aangehouden.
Halsema kreeg vervolgens veel kritiek omdat ze de demonstratie had toegestaan. Onder meer PVV-leider Geert Wilders schreef op X dat zowel de betogers als Halsema zelf het land uit moesten, iets wat Wilders later weigerde terug te nemen. PVV-Kamerlid Marco Deen riep in de dagen erna in de Tweede Kamer op om Halsema te ontslaan.
‘Onbeschaafd politiek debat’
“Het is allemaal een rechtstreeks gevolg van het ongelofelijk onbeschaafd worden van het politieke debat”, zei Halsema vrijdag op AT5 over de doodsbedreiging aan haar adres. “Dat zakt echt door een morele ondergrens op het moment dat er niet meer een inhoudelijke discussie plaatsvindt, maar mensen persoonlijk geïntimideerd worden.” Halsema benadrukt dat zowel premier Dick Schoof als de minister van Binnenlandse Zaken, Judith Uitermark (NSC), contact heeft gezocht om steun uit te spreken.
De politie heeft vorige week een 59-jarige man van buiten Amsterdam aangehouden in verband met de bedreiging. Hij is inmiddels voorgeleid aan de rechter-commissaris vanwege de doodsbedreiging die hij op X zou hebben geschreven. De man wordt bedreiging van een burgemeester, bedreiging met een terroristisch oogmerk en opruiing te laste gelegd. De woning van de man is onderzocht en daarbij zouden verschillende apparaten in beslag zijn genomen voor nader onderzoek. De verdachte is vrijgelaten in afwachting van dat onderzoek.
Lees ook
‘Ik wil niet dat het onder mijn huid gaat zitten’. Drie lokale politici over wat bedreigingen aanrichten
Over de toekomstige buren heeft ze maar weinig te zeggen. De woordvoerder van revalidatiecentrum Klimmendaal in Arnhem staat in de aankomsthal van het centrum, gelegen in ‘Het Dorp’, een groene woonwijk die werd gebouwd voor mensen met een ernstige handicap of met niet-aangeboren hersenletsel. Het Dorp wordt nu omgevormd tot een wijk voor iedereen.
Het moderne revalidatiecentrum werd in 2010 gebouwd. De oude, grijze laagbouw aan de overkant van de groene parkeerplaats verkocht Klimmendaal aan de gemeente. En daar, kondigde het gemeentebestuur vorige week aan, gaat Arnhem in 2025 110 Oekraïners en 220 asielzoekers en statushouders opvangen. Na een paar jaar zal er sociale huur worden gebouwd.
„We willen ons als goede buur opstellen naar een kwetsbare groep: that’s it”, zegt de woordvoerder terwijl ze haar schouders ophaalt. In de welvarende wijk Sterrenberg, door een drukke weg gescheiden van Het Dorp, klinkt dezelfde reactie. „O, komen er asielzoekers?”, zegt Pien Sassen, die hond Lotje uitlaat. „Ik heb niet het idee dat mensen dat hier erg gaan vinden. Als de ruimte niet wordt gebruikt, kunnen er net zo goed mensen worden opgevangen.”
Voor het gemeentebestuur is dat de gedroomde reactie. Zeker omdat het college het afgelopen jaar nog meer opvangplannen bekendmaakte. Het Arnhemse college, bestaande uit GroenLinks, PvdA, D66, PvdD, Volt en Arnhem Centraal, besloot in mei zo’n 1.700 asielzoekers permanent te willen opvangen. De gemeente sloot daarvoor een overeenkomst met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) voor verschillende „duurzame en permanente” opvanglocaties.
Lees ook
Ook Groningen gaat door met bed-bad-brood: ‘Dit is geen stad die mensen aan hun lot overlaat’
Vorige week maakte de gemeente bekend nog eens 450 (tijdelijke) opvangplekken voor Oekraïners, asielzoekers en statushouders te gaan realiseren. Die bedden komen te staan in voormalige gebouwen van het instituut Klimmendaal, in het westen van de stad, en in een voormalige polikliniek van het ziekenhuis Rijnstate, in het zuidoosten. Als alle nodige verbouwingen afgerond zijn en mensen deze locaties kunnen betrekken, vangt Arnhem in totaal zo’n 998 Oekraïners en 2.448 andere vluchtelingen op: bijna 3.500 mensen.
De voormalige polikliniek van ziekenhuis Rijnstate.
Foto’s Merlin Daleman
Asielwethouder Paul Smeulders (GroenLinks) noemde dat aantal de afgelopen tijd vaak en met trots in verschillende media. „We vangen dadelijk méér mensen op dan Rotterdam, Utrecht en Den Haag”, zegt hij in zijn kantoor op het stadhuis. En: hij meent dat het draagvlak voor opvang onder Arnhemmers groot is.
„Ik verwacht in deze wijk niet veel protest hoor”, zegt Pien Sassen op straat in Sterrenberg. Hoe dat komt? „Ik denk dat het een gevoel is”, zegt ze. „Over het algemeen is iedereen hier gastvrij”, zegt ook Anton Zegwaard, een overbuurman van Sassen. „Ik vind het goed dat Arnhem veel permanente plekken wil maken.” Opvang in hotels kost de samenleving te veel, denkt hij. „Die lui van Van der Valk zijn schurken.”
Het enthousiasme in de wijk is wellicht te verklaren. De nog te openen opvanglocatie in Het Dorp ligt ingeklemd tussen twee welvarende wijken, waar progressieve partijen veruit de meeste stemmen krijgen. In Heijenoord, ten zuiden van Het Dorp, kreeg GroenLinks/PvdA met de landelijke verkiezingen 43 procent van de stemmen. Progressieve kiezers staan over het algemeen welwillender tegenover migranten. „Ik hoor hier nu al: zullen we een welkomstfeestje geven in plaats van de boel in de fik steken?”, zegt een vrouw van middelbare leeftijd in de deuropening van haar huis in Heijenoord. Ze vindt het onderwerp gevoelig en wil haar naam daarom niet in de krant. „Ik vind het positief dat we van de gemeente een uitnodiging hebben gekregen voor een informatiebijeenkomst voor omwonenden. ‘Het mag en kan niet’, dat hoor je hier niet.”
Lees ook
De asielzoekers moeten nog komen maar de onrust is er, in Ugchelen. ‘Mijn vrouw heeft camera’s aangeschaft. Straks gebeurt er iets met de auto’
Verwachtingen
Wethouder Smeulders meent dat in heel Arnhem draagvlak is voor het opvangen van vluchtelingen. „Arnhem is een progressieve stad. Zo werkt een groot deel van de beroepsbevolking in de culturele of creatieve sector. Dat zie je terug in de samenstelling van de gemeenteraad.” GroenLinks heeft zeven zetels. PVV en FVD hebben allebei één zetel. De VVD heeft er vijf, maar bestuurt niet mee.
Dat wil niet zeggen dat er geen tegenstanders zijn. Op bewonersavonden over azc’s ziet de wethouder altijd „een kleine groep” tegenstanders, een kleine groep echte voorstanders en een middengroep „van mensen die begrijpen dat we vluchtelingen moeten opvangen, maar die met reële vragen zitten”. De wethouder denkt dat het helpt dat hij op zo’n avond niet in discussie gaat over de vraag of de (tijdelijke) opvang er moet komen. „We wekken nooit valse verwachtingen. Ik zeg: we zullen al jullie vragen beantwoorden, maar het azc komt er uiteindelijk wel. Dan weet iedereen waar-ie aan toe is.”
Behalve een progressieve, is Arnhem ook een sterk gesegregeerde stad. Dat beaamt Smeulders. Ze heeft zowel de „meest tevreden” wijk van Nederland (Alteveer/Cranevelt) als wijken als Geitenkamp en Malburgen, waar de armoede groot is en de schulden hoog zijn. „We hebben ook volkswijken, waar veel PVV wordt gestemd”, zegt de wethouder. „Maar afgelopen verkiezingen stond GroenLinks/PvdA in elke wijk in de top-drie. „En we snappen natuurlijk dat we niet oneindig veel van de stad kunnen vragen. De laatste twee jaar hebben we gekozen voor nieuwe opvanglocaties in veerkrachtige wijkenmet sterke sociale structuren, zoals Heijenoord en Schuytgraaf. Die spreiding helpt vluchtelingen een goede start te bieden in onze gemeenschap.”
Ik zeg: we zullen al jullie vragen beantwoorden, maar het azc komt er
Volgens SP-fractievoorzitter Gerrie Elfrink zijn de meeste opvangplekken nog steeds in de Arnhemse volkswijken. COA-cijfers bevestigen dit. „De wethouder zegt wel dat hij het belangrijk vindt om de opvang goed te verspreiden binnen de stad, maar in praktijk komt daar niks van terecht”, zegt het gemeenteraadslid. „Neem de rijkere wijk Hoogkamp, daar gebeurt niks, terwijl daar al tien jaar een school leeg staat.” Dat ziekenhuis Rijkstate de poli sluit, vindt hij kwalijk. Vorig jaar beloofde het ziekenhuis nog dat de polikliniek zou blijven. „Het is toch bezopen om dat zonder overleg met de gemeenteraad te doen?”, zegt Elfrink. „Het ondermijnt het draagvlak.” Dat de gesloten kliniek Oekraïners gaat huisvesten, maakt dat inwoners volgens Elfrink gelijk krijgen in het idee „dat asielzoekers worden voorgetrokken”
Pien Sassen dirigeert haar hond naar huis. „Ik ben benieuwd wat mijn ouders van de situatie vinden.” Eenmaal binnen, aan tafel met vader Gerben Sassen en moeder Brigitte Sassen – die zich beiden omschrijven als linkse VVD’ers – blijken ook zij positief. „Het is een illusie dat je immigratie kunt afwenden”, zegt Gerben. „Dan kan je beter in oplossingen denken.” Dat Arnhem voorop loopt en zo een signaal afgeeft vindt hij niet verkeerd. „Dat doet de wethouder prima.”
Wel vreest Gerben dat andere gemeenten achterover zullen leunen, als een stad als Arnhem het voortouw neemt. Dat voorspellen ook SP-fractievoorzitter Elfrink en VVD-fractievoorzitter Steffenie Pape. „Ik zie buurtgemeenten, zoals Renkum, al zeggen: Arnhem doet genoeg, dus wij hoeven niet”, zegt Pape. Elfrink verwijt het stadsbestuur bovendien dat „politieke scoringsdrift” een grote rol speelt in het opvangen van asielzoekers. „Ik geloof helemaal niet dat het uit medemenselijkheid gebeurt.”
Die mensen moeten aan het werk, Nederlands leren, een huis zoeken
„Ik zal de laatste zijn die zegt: we willen deze mensen niet”, zegt Pape. „Mensen opvangen die vluchten, zit in ons Arnhems dna, vanwege onze historie en de oorlog. Wel wil ik met het college bespreken hoe deze mensen precies gaan landen in onze stad. Arnhem heeft sinds mensenheugenis een bovengemiddeld sociaal-economisch probleem. De mensen die we opvangen moeten straks aan het werk, Nederlands leren en een huis zoeken. Dat zullen ze wellicht hier in de buurt willen doen en ik heb nog niets over die vervolgstap gehoord.”
Volgens wethouder Smeulders zal júíst de focus op permanente opvangplekken ervoor zorgen dat de inburgering beter verloopt. Op lange termijn wil hij helemaal af van tijdelijke opvang. „Afgelopen jaren vingen wij mensen op als er in Den Haag paniek was omdat in Ter Apel mensen buiten dreigden te moeten slapen. Maar ik wil uit die crisissfeer. In onze overeenkomst met het COA staat dat we verwachten dat het vanaf dag één meewerkt aan integratie. En we hebben een duidelijke ondergrens besproken. Dertig jaar lang mag de opvang in Arnhem nooit worden versoberd, ook al zou het kabinet dat besluiten te doen.”
Het was de orkaanwind die daken afrukte, bomen velde en stroompalen neerhaalde. Maar het was vooral het water, stortend uit de hemel en opwellend uit de rivieren, dat slachtoffers maakte.
Bijna drie weken nadat orkaan Helene een ravage aanrichtte in westelijk North Carolina, loopt Kevin Craig (45) door de modder die de huizen van zijn familie verzwolg. Met zijn vader en moeder, oma, oom, tante en zes andere familieleden erin. Tussen de fundamenten van de huizen, autowrakken en puin, wijst hij naar een schijnbaar onschuldig stroompje, op een half uur rijden van de stad Asheville, dat van de berg kabbelt.
„De beek is weer terug op het niveau van voor de storm”, zegt hij. „Verder is alles weggeslagen.” Het enige wat nog rechtop staat op het land waar zijn opa tachtig jaar geleden neerstreek, zijn de oude eik en de helft van Craigs huis. De andere helft is vermorzeld door het huis van de buren dat met de modderstroom naar beneden kwam. „Dat huis stond aan de andere kant van de weg”, legt Craig uit. De brandweerman, met stoppelbaardje en ogen zo lichtblauw als zijn fleecetrui, is meer van de praktische feiten dan de zichtbare emoties. Maar in de gemeenschap Craigtown, vernoemd naar zijn familie, zijn er van de ongeveer 75 inwoners nu dertien minder, onder wie elf Craigs.
De orkaan maakte in zes staten in het zuidoosten van de VS zeker 246 dodelijke slachtoffers en duizenden gewonden en ontheemden. De fataalste storm op het vasteland sinds Katrina (2005). In North Carolina worden nog 81 mensen vermist.
Hulpverleningsorganisatie
Naast leed en een enorme hulpverleningsoperatie brengt dat ook een praktisch en politiek probleem met zich mee. Hoe gaat North Carolina, dit jaar volgens alle peilingen een kantelstaat die de race om het presidentschap kan bepalen, verkiezingen houden terwijl in het rampgebied velen nog zonder stroom zitten en bijna niemand schoon drinkwater en internet heeft? Zal dit vooral invloed hebben op de Democraten die de stad Asheville zijn ontvlucht toen de French Broad rivier buiten haar oevers trad en de bierbrouwerijen en kunstgaleries onderliepen? Of op de Republikeinen die in de bergen van de Appalachen hun hebben en houden kwijtraakten en deels nog van de buitenwereld zijn afgesloten?
„De verwoesting is ongekend en de mate van onzekerheid zo vlak voor de verkiezingsdag is ontmoedigend”, zei de voorzitter van de verkiezingscommissie van North Carolina begin oktober. Ze had te maken met meerdere onbruikbare verkiezingslokaties en honderd stembusmedewerkers met wie geen contact mogelijk was. Dat moet niet pas worden opgelost voor de verkiezingsdag op 5 november, maar grotendeels al voor donderdag 17 oktober, toen het vroege stemmen begon.
Net als de meeste staten organiseert North Carolina vervroegd stemmen, poststemmen en machtigingen om kiezers meer mogelijkheden te geven hun stem uit te brengen dan op die ene dag in november.
In het totaal van de getroffen counties stemden in 2020 meer mensen op Donald Trump dan op Joe Biden, wat Republikeinen doet vrezen voor hun gewicht binnen de staat. Maar er zijn experts die zeggen dat de Democratische plukjes in dit rode gebied mogelijk zwaarder getroffen zijn, wat juist daar voor een lagere opkomst kan zorgen.
In Buncombe County, waarin Asheville en Craigtown liggen, zijn donderdag tien stemlokaties geopend, in plaats van de geplande veertien. De openingstijden zijn ingekort. In de bibliotheek van Fairview, precies tussen die plaatsen in, is David Janson (68) verantwoordelijk voor het stembureau. „Ik heb nog nooit zo’n opkomst gezien op de eerste dag”, zegt hij verhit, als zijn ochtendshift erop zit. „Meestal is die heel rustig.”
Vanaf negen uur ‘s ochtends heeft er permanent een rij gestaan van tussen de veertig en vijftig mensen, die evenveel minuten moesten wachten. Jordan kan twee verklaringen bedenken. „Of mensen zijn ontzettend gemotiveerd voor – of tegen – één van de twee kandidaten en de opkomst van deze verkiezingen wordt spectaculair.” Of: het feit dat mensen thuis zitten, scholen dicht zijn en internet het niet doet, maakt dat ze dan maar vast gaan stemmen. „De ontwrichting maakt dat ze plotseling weinig om handen hebben.”
Lees ook
Deze Amerikanen mogen voor het eerst stemmen. ‘Je moet iemand nooit 100 procent uitsluiten.’
In deze rij staan ‘s ochtends vroeg vooral de supergemotiveerden. Helemaal vooraan, in een roze trainingspak, Maddy Haley (21) die voor het eerst gaat stemmen, op Kamala Harris. „De orkaan viel midden in een verkiezingsjaar in een politiek verdeeld gebied. Het is goed om te zien hoe deze gemeenschap, met hulp van de overheid en vrijwilligers, zich er samen doorheen slaat”, zegt zij. „Dat soort saamhorigheid hoop ik met Harris landelijk te zien. We moeten stoppen met de hatelijkheid en complottheorieën.” Andere Harriskiezers noemen Helene een bevestiging dat klimaatverandering het hele land raakt, zelfs hen hier in de bergen, en hun stem daarom belangrijk is.
Ook Trumpstemmer Pat Orsban (68) prijst de lokale saamhorigheid en particuliere hulp uit het hele land, maar noemt het federale bureau voor rampenbestrijding FEMA, „vrij nutteloos”. Die organisatie staat na elke ramp ter discussie, vooral bij de partij die niet in het Witte Huis zit. Dit keer staat zij centraal in allerlei desinformatie.
‘Een gebeurtenis als een orkaan laat mensen niet overlopen naar de andere partij’
Maar hij geeft ook toe: „Een gebeurtenis als deze laat mensen niet overlopen naar de andere partij. Iedereen ziet er de bevestiging in van zijn eigen gelijk. Ik doe daar zelf ook aan mee. De enige invloed die dit kan hebben is dat mensen die nu in de overlevingsstand staan niet komen opdagen. Maar niemand weet welke partij dat zou raken.”
Orsban is door de Republikeinse Partij aangemoedigd om meteen te gaan stemmen. In 2020 noemde Trump vroeg of per post stemmen frauduleus en verwerpelijk, maar dit keer heeft zijn partij het omarmd. „Ze willen dat we zo snel mogelijk stemmen, zodat ze kunnen zien waar de opkomst al goed is en waar ze er juist nog extra geld tegenaan moeten smijten”, zegt Orsban. In de VS zijn veel data over stemgedrag openbaar.
Opkomst
De vroege stemmers hier in Fairview geven wel een indicatie van hoe de verkiezingen leven in North Carolina, maar niet van de mogelijke opkomst. Wie door het rampgebied rijdt, ziet hoe ongelijkwaardig de orkaan heeft toegeslagen. Soms liggen links van de weg alleen wat omgevallen bomen en hangt hier en daar een dakgoot los, terwijl rechts geen huis meer overeind staat. Vooral in op het oog armere buurten zijn alle huisjes en stacaravans vernield, de bewoners zijn met onbekende bestemming vertrokken.
FEMA betaalt de hotelovernachtigen van bijna tweeduizend ontheemden, anderen verblijven bij vrienden of familie. Wie dat in North Carolina doet, kan bij elk kieslokaal een stem uitbrengen, maar wie de staat verlaten heeft moet voor verkiezingsdag regelen dat hij of zij per post kan stemmen. Dat is voor minder betrokken kiesgerechtigden denkelijk geen prioriteit in deze tijd van nood.
Hoewel het gebrek aan internetverbinding en stabiel telefoonverkeer tot allerlei geruchten en verkeerde informatie over de ramp en de hulpverlening leidt, zijn er onder direct getroffenen geen complottheorieën te horen over de storm en de hulpverlening. Maar Morgan Pelly (70), die nabij het stemlokaal campagne voert voor de Republikeinen, trekt zo een blik open. De orkaan zou vanaf de kust van Afrika door Europese landen zijn opgewekt, omdat de NAVO doodsbang is voor de terugkeer van Trump. Het rampgebied moest worden leeggeveegd omdat er lithium in de grond zou zitten. En de overheid liegt over het aantal doden, dat hij op duizenden schat, met YouTube-kanalen als bron.
Al deze verhalen zijn uitvoerig ontkracht, net als Trumps claims dat Republikeinen benadeeld worden bij de hulp in North Carolina en dat het FEMA-geld zou zijn uitgegeven aan illegale immigranten. Maar die beweringen maken het leven van FEMA-medewerkers ter plekke extra gecompliceerd. Afgelopen weekend werd een man gearresteerd die had gedreigd een „hulppost over te nemen”.
Kevin Craig slaapt met zijn gezin voorlopig in zijn brandweerkazerne. „Het duurde tien dagen voordat het lichaam van mijn vader gevonden werd.” Hij prijst elke instantie die daarbij hielp, behalve FEMA, dat volgens hem slecht georganiseerd is en verkeerde prioriteiten stelt. Hij heeft er geen boodschap aan dat het de Republikeinen zijn die het FEMA-budget beperkt houden. „Het gaat niet om de hoeveelheid geld, maar om de hele ingewikkelde bureaucratie”, zegt Craig. „Komende dagen begraven wij onze doden”, vervolgt hij. „Maar daarna ga ik zeker stemmen. Voor verandering.”
Dat Hamas-leider Yahya Sinwar door het Israëlische leger is gedood in Gaza, betekent nog niet dat Hamas als organisatie een grote klap heeft gekregen. Talloze Hamas-leiders werden in de afgelopen decennia door Israël gedood, maar telkens kwamen er nieuwe, benadrukt onderzoeker Joas Wagemakers. Zolang het Israëlisch-Palestijns conflict niet is opgelost, zal er altijd een vorm van Hamas zijn, betoogt hij. Het gaat nu vooral over de strijders van Hamas, maar het is daarnaast ook een politieke en bestuurlijke organisatie, die diepgeworteld is in de Palestijnse samenleving.
Wagemakers is universitair hoofddocent islam en Arabisch aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in het politieke denken van islamisten, waaronder de Moslimbroederschap en Hamas. Deze maand verscheen zijn boek Hamas. Palestijns nationalisme en militant pragmatisme. De keuze van het in 1987 opgerichte Hamas voor terreur, zoals op 7 oktober vorig jaar, komt volgens hem niet voort uit blinde haat, maar uit „militant pragmatisme”.
Wat is de erfenis van Sinwar in Gaza?
„Waar hij vooral om herinnerd zal worden, onder Palestijnen, maar ook in Israël en de rest van de wereld, is dat hij sinds zijn vrijlating uit de gevangenis in 2011 de confrontatie heeft gezocht met Israël. Hij heeft de groeiende isolatie en marginalisering van de Palestijnse kwestie vertaald naar het idee van een daad stellen om Hamas weer op de kaart te zetten. Meer dan anderen is hij verantwoordelijk geweest voor de opzet van 7 oktober. Zijn bestuurlijke nalatenschap in de Gazastrook, waar hij sinds 2017 de leiding had, zal niet erg positief zijn omdat de situatie daar in die periode eigenlijk alleen maar verslechterd is. De blokkade die Israël oplegde werd steeds meer gevoeld, en de situatie werd onhoudbaar.”
Zullen de laatste beelden van een vechtende Sinwar, die Israël naar buiten bracht, zijn populariteit vergroten?
„Dat zou goed kunnen. Hamas-leiders ontlenen een deel van hun populariteit aan het feit dat ook zij de klappen vangen. Eerdere leiders die zijn geliquideerd, zoals Ahmed Yassin, werden op posters als martelaren afgeschilderd. Betekenis geven aan de constante verliezen die men lijdt, zit sowieso heel sterk in het Palestijnse nationale bewustzijn.”
Dat Sinwar boven de grond en vechtend werd aangetroffen, strookte niet met het dominante beeld dat hij zich verschool in tunnels.
„Het is niet verrassend dat hij in een gebouw is gevonden. Natuurlijk zal Sinwar soms in tunnels hebben gezeten; zo beweegt Hamas zich in Gaza. Maar Hamas is een organisatie die alleszins voortkomt uit de Palestijnse bevolking, uit de vluchtelingenkampen en de afstammelingen van vluchtelingen. Ze wonen in gewone huizen, en hebben geen militaire basis of iets dergelijks, zoals Israël lijkt te suggereren. Het is geen organisatie die een enorm conflict ontketent en zich dan vervolgens schuilhoudt en de bevolking de klappen laat opvangen.”
„Het wordt weleens gezegd dat Hamas-leiders als Ismail Haniyeh of Khaled Mashal in luxueuze hotels in Qatar of elders zaten. Maar Mashal overleefde in 1997 een vergiftiging door Israël. Haniyeh verloor meerdere kinderen, kleinkinderen en een zus, en is geliquideerd. Het zijn mensen die offers hebben gebracht.”
Wat betekent de dood van Sinwar voor Hamas als organisatie?
„Niet zo veel. Er leven nog een boel prominente Hamas-leiders die het stokje van Sinwar kunnen overnemen. Het is een ander verhaal dan bij Hezbollah, waar Israël in een week of twee de hele bovenlaag van de organisatie wegvaagt en de organisatie niet meer onderling kan communiceren.”
Is er een potentiële opvolger?
„Sinwar had twee functies. Hij was leider van Hamas in Gaza en sinds afgelopen zomer politiek leider van de hele organisatie. Khaled Mashal was jarenlang het internationale gezicht van Hamas, en zou dat opnieuw kunnen worden. Musa Abu Marzuq heeft duidelijke wortels in de Gazastrook. Maar er is ook een jongere generatie die nu wat prominenter wordt.”
Wat rest er van Hamas als organisatie?
„De militaire tak van Hamas heeft een grote klap gehad in het afgelopen jaar en er zijn diverse leiders geliquideerd. Tegelijkertijd denk ik dat Hamas nog een hoop strijders over heeft, en ook veel nieuwe mensen heeft weten te rekruteren, al hebben we weinig zicht op wat er nu in de organisatie gebeurt. Hamas kan niet vernietigd worden: het is verbonden met het Palestijnse volk en de Palestijnse kwestie. Zolang het conflict niet opgelost is, zal er altijd een soort Hamas zijn.”
Binnen het Hamas-leiderschap onderscheidt u ‘duiven’ en ‘haviken’. U noemde Sinwar een havik.
„Dat is niet zozeer een ideologisch, als wel een praktisch onderscheid. Ideologisch gezien geloven alle leden van Hamas in de legitimiteit van de strijd tegen Israël. Duiven zijn geneigd om de diplomatie een kans te geven, en haviken om naar de wapens te grijpen. Bij de recente wapenstilstands-onderhandelingen zag je dat Haniyeh de onderhandelingen een kans wilde geven, terwijl Sinwar geneigd was te zeggen, ‘het lukt toch niet, we gaan door met de strijd’.”
Waarom omschrijft u Hamas als een nationalistische organisatie van ‘militant pragmatisme’?
„Hamas ziet zich enerzijds als de vaandeldrager van het Palestijnse nationalisme, en anderzijds staan ze in de traditie van de Moslimbroederschap, een pragmatische islamitische organisatie. Tot de jaren tachtig bekeek de Moslimbroederschap in Gaza het conflict door een religieuze bril, als een joods-islamitisch conflict, teruggaand op de tijd van de profeet Mohammed. Tegelijkertijd zeiden ze: we gaan geen strijd voeren tegen Israël. Die religieuze bril zie je terug in het oorspronkelijke handvest van Hamas [uit 1988, red.]. Maar Hamas heeft een veel nationalistischer kijk op het conflict en voegt daar een militante component aan toe, plus terrorisme als drukmiddel. Tegelijkertijd hebben ze het pragmatisme van de Moslimbroederschap overgenomen.”
Wat je ook vindt van de aanslag op 7 oktober, Hamas zette de Palestijnse kwestie op de kaart
„Mijn stelling is dat de terroristische aanslagen die ze op 7 oktober, maar ook in de jaren daarvoor, hebben ingezet tegen Israël, geen uitingen zijn van een soort blinde jodenhaat, maar onderdeel zijn van dit pragmatisme. Ze hebben een scala aan opties, variërend van onderhandelen met Israël tot het plegen van aanslagen, die ze pragmatisch inzetten. Dat maakt het geweld natuurlijk niet minder erg, maar het geeft wel aan dat Hamas een organisatie is waar je mee kunt praten en onderhandelen, en die niet noodzakelijkerwijs gevangen zit in een ideologie.”
Welke rol speelt het fundamentalisme in Hamas?
„Fundamentalisme beschrijf ik als een variant van religie, die naar de wereld kijkt in termen van dreiging en zich daartegen wapent, niet per se in letterlijke zin. Hamas ziet bijvoorbeeld de staat Israël, Amerikaanse of westerse invloed, en het niet-toepassen van de sharia, als een bedreiging. Maar er is ook een tendens van centrisme: een middenweg tussen blind varen op religieuze teksten enerzijds, en die terzijde schuiven anderzijds. Hamas richt zich steeds meer op de vraag: hoe kunnen wij goede moslims zijn in een uitdagende, veranderende omgeving. Je kunt je daarom afvragen of het op basis van mijn definitie nog steeds een fundamentalistische organisatie is.”
In 2017 accepteerde Hamas impliciet een tweestatenoplossing. Is daarover verdeeldheid in de organisatie?
„Hamas spreekt met één mond, al is er ongetwijfeld verdeeldheid. Het woord tweestatenoplossing gebruiken ze niet, terwijl het daar wel op neerkomt in hun vernieuwde handvest uit 2017. Ze zeggen daarin: we hebben recht op een staat in heel Palestina, maar omdat er nationale consensus is over een staat binnen de ‘grenzen van 1967’ [Gaza en de Westoever, inclusief Oost-Jeruzalem, red.], zijn we bereid dat te accepteren. Dat is geen erkenning van Israël, dat is voor hen absoluut een brug te ver. Ik maak onderscheid tussen de erkenning van Israël en de facto acceptatie van Israël. Dat laatste willen ze wel, maar het eerste zeker niet.”
Zal de dood van Sinwar iets veranderen aan de opstelling van Hamas in eventuele nieuwe indirecte onderhandelingen met Israël?
„Mogelijk schuift Hamas iets op naar een diplomatiek proces. Het is hen gelukt om de Palestijnse kwestie op de kaart te zetten, wat je ook vond van de aanslag op 7 oktober en de oorlog die erop volgde. Er is ook veel gebeurd: Spanje, Ierland, en Noorwegen hebben Palestina erkend, er is een genocide-aanklacht tegen Israël, en de Israëlische bezetting is als illegaal bestempeld door het Internationaal Gerechtshof. Hamas heeft nu alleen de gijzelaars nog als troefkaart. Ze gaan die niet teruggeven aan Israël, om enkele weken later opnieuw het conflict te laten losbranden. Hamas wil natuurlijk veiligstellen dat er een toekomst voor hen is, maar vooral ook dat de oorlog eindigt. Want daarmee hebben ze niks meer te winnen.”
Lees ook
Netanyahu biedt ook na Sinwars dood weinig hoop op staakt-het-vuren met Hamas