Asielzoekers die tijdens Kerst noodgedwongen in de buitenlucht slapen. Dat schrikbeeld, dat steeds realistischer wordt, werd maandagavond geschetst door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). „Dit is heel onmenselijk, voor alles en iedereen”, zei de Groningse regiomanager Johann Velkers voor een camera van actualiteitenprogramma Nieuwsuur. Boos sprak hij met name onwelwillende gemeenteraden aan: dit is wat er gebeurt als zij blijven weigeren plek te maken voor asielzoekers.
Het COA blijft hopen op de invoering van de spreidingswet , een mogelijke oplossing voor de opvangcrisis die overigens pas later volgend jaar effect zou hebben. De wet heeft na de verkiezingen aan draagvlak verloren in Den Haag: de formerende partijen (PVV, VVD, NSC en BBB) steunen hem niet. Of de wet wordt aangenomen, moet half januari blijken, als de Eerste Kamer erover spreekt.
De noodkreet van het COA is opvallend. Waar de uitvoeringsorganisatie normaal gesproken voorzichtig, zalvend en dankbaar communiceert over de vaak kleine kruimels die het van medewerkende gemeenten krijgt, koos het dit keer voor directe kritiek op weigergemeenten. Die werden overigens niet bij naam genoemd.
‘Onhoudbaar’
Al ruim anderhalf jaar komen te weinig gemeenten over de brug met permanente opvangplekken voor asielzoekers. Het gevolg is dat het aanmeldcentrum in Ter Apel, in het zuidoostelijke puntje van de provincie Groningen, constant tegen de maximale opvangcapaciteit aanloopt. Dat centrum telt 2.000 bedden. Maar er zijn elke dag 2.200 asielzoekers, een aantal dat gestaag groeit omdat nieuwe asielzoekers zich blijven melden. De Inspectie Justitie en Veiligheid noemde de situatie deze maand „onveilig en onhoudbaar”.
De gemeente Stadskanaal heeft onlangs tenten voor tweehonderd mensen ingericht, zodat er vooralsnog geen mensen in de buitenlucht moeten slapen. De tenten worden eind januari afgebroken. De provincie Groningen heeft inmiddels een reputatie: daar wordt verantwoordelijkheid genomen, in plaats van weggekeken.
Lees ook
Nachtopvang in Stadskanaal verhult het echte probleem: de onwil van veel gemeenten
vanaf februari het crisisstokje van Stadskanaal overnemen. Dit neemt het probleem van Groningen niet weg, waar voor Kerst minstens 1.700 bedden nodig zijn. Intussen komen er dit jaar minder asielzoekers dan verwacht naar Nederland: tot half december waren dat er 44.692, tegenover 54.996 vorig jaar.
Systeem stokt
Dat Ter Apel vol is, en nog voller dreigt te raken, ligt aan het feit dat er te weinig asielzoekers naar opvangplekken elders in het land kunnen. Veel plekken worden bezet door statushouders – asielzoekers met een verblijfsvergunning – die langzamer dan gewenst naar een woning kunnen verhuizen. Dit komt niet alleen door het woningtekort, maar ook omdat gemeenten vaker kiezen voor het huisvesten van andere kwetsbare groepen, zoals mensen met een medische urgentieverklaring of alleenstaande moeders na een scheiding. Dit jaar verhuisden ruim 38.000 statushouders naar een woning, waar dat vorig jaar ruim 40.000 was.
Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) besloot vorige week binnen enkele weken meer dan 1.300 statushouders tijdelijk in hotels in hun toekomstige woongemeente onder te brengen. Het idee is dat zo bedden vrijkomen in asielzoekerscentra voor mensen die nog in de asielprocedure zitten. Begin deze maand zei Van der Burg dat er nog voor de jaarwisseling 4.000 tot 5.000 extra opvangplekken nodig zijn.
Dubbelrol
Van der Burg vervult inmiddels een dubbelrol: hij is niet alleen de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het oplossen van de opvangcrisis, begin deze maand werd hij beëdigd als VVD-Kamerlid. „Het is heel erg ingewikkeld om die dubbelrol te hebben”, zei hij maandag voor een RTL-camera. VVD-leider Dilan Yesilgöz stelt steeds vaker dat er éérst instroombeperkingen moet komen. Pas dan wil haar partij praten over het desnoods gedwongen spreiden van aanwezige asielzoekers.
Yesilgöz kwam vorige week woensdag namens de VVD-fractie met een inmiddels beruchte motie, waarin het kabinet en de Eerste Kamer worden opgeroepen om „pas op de plaats te maken” met de spreidingswet. Die wet komt van staatssecretaris Van der Burg. Critici hekelen de motie, omdat de Tweede Kamer zich niet hoort te bemoeien met het werk van de senaat. Die had eind oktober nota bene bij ruime meerderheid besloten om de spreidingswet níet controversieel te verklaren, vanuit de wens lokale overheden en de samenleving duidelijkheid te geven over het lot van de wet.
Wat Van der Burg precies vindt van de motie blijft onduidelijk. Hij zegt alleen dat die een product is van de VVD-fractie, en dat hij daar lid van is. Vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid, maar ook vanuit zijn eigen huis, blijft hij zich „suf” bellen en appen voor crisisopvangplekken die Ter Apel verlichting moeten geven. Het demissionaire kabinet, zo maakte Van der Burg duidelijk, staat nog steeds achter de spreidingswet. Die zal hij op 16 januari dan ook in de senaat verdedigen. Een openbaar standpunt over asiel zal hij als Kamerlid niet geven. „Als ik een mening heb, dan heb ik die intern in de fractie en níet publiekelijk.” Een ingewikkelde spagaat, die hij „zo zuiver mogelijk” wil volhouden.
Maar wat is het effect van de politieke ophef van de laatste week? De boodschap van een nieuwe Kamermeerderheid die zich verzet tegen de spreidingswet, lijkt dat het oplossen van de problemen in de asielopvang geen prioriteit is. Gemeenten die niets doen, grijpen die boodschap aan om daarin te volharden.
Leeslijst