Buiten bellen in het Hebreeuws? Dat doet Eli niet meer

„Had je gehoord over die rabbijn in Utrecht, die laatst in de Action op z’n hoofd was geslagen?” De 35-jarige Michael steekt nog een peuk op, pal voor David’s corner, een supermarktje waar de etalage staat volgestapeld met matzes. „Kijk, hier voel ik me veilig om een keppeltje te dragen, maar dat is niet overal.”

Hier, dat is de Kastelenstraat in Buitenveldert, het hart van de Joodse gemeenschap in Amsterdam. Een lange straat met een Joodse kruidenier, een Joods restaurant, een Joods verzorgingstehuis en een Joodse school. Hier voelt iedereen zich veilig om te tonen wie ze zijn. Kletsen bij de kassa in het Hebreeuws. Even de boodschappen neerzetten om met tien man in het restaurant de Mincha (het Joods middaggebed) te doen.

Hier heerst vrijheid. Voorwaardelijke vrijheid, gadegeslagen door vele camera’s op het plein en zwaarbewapende marechaussees die aan het einde van de straat de school bewaken.

„Die stonden er altijd al hoor”, roept een vader met keppeltje op de bakfiets.

Aanval van Hamas

Antisemitisme is voor de Joodse gemeenschap in Nederland niets nieuws. Maar zelden was de jodenhaat zó sterk als nu, constateert het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) in een dinsdag gepubliceerde monitor: 379 incidenten in 2023, een jaar eerder waren dat er nog 155. Vooral na de aanval van Hamas op Israël, op 7 oktober 2023, nam het aantal sterk toe.

Er kwamen nog veel meer meldingen binnen, zegt Hans Wallage, die ze namens het CIDI onderzoekt. Maar het CIDI rekent als ‘incident’ alleen concrete uitingen gericht tegen één of meerdere personen en waarvan de situatie is vastgesteld – zo’n 25 procent van het totaal. En ook de ruim 200.000 antisemitische uitingen online – volgens onderzoek uit 2020 van het CIDI en het CJO (Centraal Joods Overleg) – liet het centrum ongemoeid. „Behalve als ze werden geuit in een persoonlijk bericht, zoals een Direct Message.”

Leden van de marechaussee bewaken de Joodse school in het Amsterdamse Buitenveldert.
Foto Lebrina Latupeirissa

Ruim de helft van de incidenten (196 van de 379) waren schriftelijke uitingen. WhatsAppberichten aan Joodse Nederlanders met teksten als „ze zijn jullie vergeten te vergassen”, „Val dood, kankerjood”. Bij 34 incidenten was sprake van vernieling en bekladding van Joodse doelen. Een hakenkruis met watervaste stift op de voordeur bij een Joodse familie in Den Haag. Een tuinpoort van een Joodse familie in Rhenen kapot trappen waaraan een mezoeza (tekstkokertje) hangt.

Bij 69 incidenten was er een directe confrontatie. Een Joodse vrouw aangevallen in de tram. Een groepje jongens in Amstelveen dat op 4 mei tijdens de twee minuten stilte van 20.00 uur aanbelt bij een huis met een mezoeza en tegen het echtpaar dat opendoet zegt: „Wat moet je nou, kankerjood?”


Lees ook
Nederlandse Joden ervaren nu ‘dubbel onbehagen’

Thuis bij Joram Rookmaaker, rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam, tijdens de sjabbat.

Schelden

„Weet je, ik probeer het maar een beetje te negeren”, zegt de 56-jarige Eli, die in de Kastelenstraat het restaurant Meat Me Kosher runt. Vooral toen de oorlog tegen Hamas net begonnen was, kreeg hij telefoontjes – „altijd nummer onbekend” – van mensen die gelijk begonnen met schelden. Jonge jongens, vermoedt hij. „Ach, ik hing gelijk op, en na een paar keer was het over.” Ook hij deed melding bij het CIDI. Maar Eli („geen achternaam”) is niet bang en wat hem nu vooral bezighoudt is wat er in zijn vaderland gebeurt – op elke stoel in zijn restaurant had hij een poster van een gegijzelde Israëliër geplakt.

„Als het maar niet normaliseert”, zegt Hans Wallage van het CIDI. Tekenen daarvan ziet hij terug op scholen: 40 incidenten in 2023, vijfmaal zoveel als een jaar eerder. Joodse scholieren op zowel basis- als middelbare scholen die door medeleerlingen zijn gepest, bedreigd, soms ook mishandeld. „Twee dagen geleden nog kregen we melding van een foto van Hitler in een klassenapp.” Meestal melden ouders, soms de school.

Restaurant Meat me Kosher heeft posters van gegijzelde Israëliërs op de stoelen

Foto Lebrina Latupeirissa

Schoolbestuur

Maar de bewustwording op scholen mag nog wel verbeterd, vindt Wallage. Kinderen krijgen online „de meest verschrikkelijke dingen” te zien en dat verlaagt offline de drempel om Joodse klasgenoten te beledigen of te belagen. „En niet altijd treedt een schoolbestuur adequaat op. Dan wordt er te lang getwijfeld wat te doen en gaan daders vrijuit. Vaak uit angst voor escalatie, of bang dat zo’n incident de media haalt.” Wallage kent acht gevallen waarin het Joodse kind niet meer naar school durfde.

„Had je al verteld over die vriend van jou?”, zegt de 51-jarige Eli, die opveert van z’n stoel als hij Michael voor de etalage van David’s corner hoort praten over antisemitisme.

Michael: „Ja ja, die wilde taxichauffeur worden, als zelfstandige, en daarvoor wilde hij laatst een taxi huren bij een bedrijf. Bijna alle papierwerk was geregeld en toen het bedrijf zag dat ’ie Joods was krabbelde het opeens terug. ‘Nee, toch maar niet’.”

De frustratie zit niet alleen in duidelijke incidenten, het zit ’m in méér. „Op plekken waar ik tot 7 oktober graag kwam, zoals de markt, bepaalde buurten, kom ik niet meer”, zegt Eli, die ook een keppeltje draagt. „En van mijn dochter, ze is negen, mag ik in het openbaar niet meer bellen in het Hebreeuws. Angstig. ‘Pahaap…’”