Btw-verhoging op cultuur: ‘Linksom of rechtsom betaalt het publiek’

Hoeveel duurder gaat een cultuurbezoek worden? Breed gedeeld is de verwachting dat cultuurminister Eppo Bruins inderdaad een btw-verhoging van 9 naar 21 procent aankondigt. De pogingen van de cultuursector om deze maatregel in de kiem te smoren hebben vooralsnog niet het beoogde effect gehad.

Minder verkochte kaarten is één van de verwachte gevolgen van de btw-verhoging, en dit zou betekenen dat de verwachte opbrengst van 953 miljoen lager uitvalt. Het kabinet houdt rekening met een daling van 5 tot 6 procent in publieksinkomsten, de sector schat dat dit eerder 9 tot 12 procent is.

Belangenbehartiger Kunsten ’92 heeft laten uitrekenen: 1,5 miljoen minder festivalkaartjes, 900.000 minder bezoeken aan podiumkunsten per jaar. Het uitgangspunt bij die berekening is dat de btw-verhoging volledig wordt doorberekend in de kaartprijs. De vraag is of dat klopt, en of instellingen de kostenstijging niet, althans gedeeltelijk, voor eigen rekening zullen nemen. Dus: gaat iedereen vanaf 2026 echt ongeveer 11 procent meer betalen voor cultuur?

Niet onderzocht

Het kabinet heeft de impact van de btw-verhoging op de cultuursector niet onderzocht, laat staatssecretaris van Financiën Folkert Idsinga (NSC) deze week weten in antwoord op vragen van D66-Kamerleden. Er is ook geen voornemen dat nog uit te zoeken, schrijft hij. Wel wordt naderhand het effect onderzocht. Idsinga gaat er van uit dat kosten „voor bepaalde ondernemers” toenemen, maar hij zegt ook dat het kabinet een jaar aan voorbereidingstijd biedt.

Voor musea is het duidelijk: ze zullen de btw-verhoging volledig doorberekenen in de toegangsprijs, laat een woordvoerder van de Museumvereniging weten. „Musea hebben momenteel echt geen vet meer op de botten om ook deze verkapte bezuiniging op een andere manier op te vangen.” Ze doen dit met tegenzin, omdat ze nu al zien dat mensen met een kleine beurs de toegangsprijzen te hoog vinden. Welk gevolg de btw-verhoging heeft voor de prijs van de Museumkaart, zoekt de daarvoor verantwoordelijke Museumvereniging nog uit, maar een prijsverhoging is niet onwaarschijnlijk.

Btw al eerder (tijdelijk) verhoogd

Hoewel het uit het collectieve geheugen verdwenen lijkt te zijn, was de btw op podiumkunsten halverwege 2011 ook al een keer verhoogd – toen van 6 naar 19 procent, en maar voor een jaar. „Sommige instellingen hebben toen hup, de prijzen verhoogd, andere helemaal niet. Weer andere zijn er tussenin gaan zitten”, zegt Dick Molenaar, fiscalist en onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Volgens hem is het verhogen van de btw altijd nadelig voor een sector. „Dat kan je niet ongestraft doorberekenen. Als instellingen hogere prijzen hadden kunnen berekenen, hadden ze dat al gedaan. Er is al een soort markt-evenwicht, omdat iedereen op zoek is hoeveel ze waarvoor kunnen vragen.”

Heel erg tevreden was ook de toenmalige staatssecretaris niet over de btw-verhoging. „Laat ik eerlijk zijn”, zei Halbe Zijlstra (VVD) in 2011 in NRC, „de btw-verhoging heeft mij niet geholpen.” Zijn beleid, inclusief cultuurbezuiniging van 200 miljoen euro, was er op gericht culturele instellingen aan te sporen tot meer ondernemerschap. De btw-verhoging maakte het juist moeilijk extra publieksinkomsten te verwerven. „Dit was niet de meest voldragen maatregel uit het regeerakkoord”, zei Zijlstra toen.

Destijds werd de kosten van de btw-verhoging bij de poppodia verdeeld tussen publiek, podia en artiesten, zegt Berend Schans, directeur van belangenvereniging VNPF. Dit maakte dat de onderhandeling tussen artiest en podium „soms grimmige gesprekken” waren, herinnert hij zich. Schans verwacht dat ook deze verhoging verdeeld wordt tussen podia, artiesten en publiek. Maar sommige optredens kunnen nauwelijks duurder. „Jongerenprogrammering en nachtprogrammering bijvoorbeeld zijn extreem prijselastisch. Daar kan een euro prijsverhoging het verschil zijn tussen geen of vijftig verkochte tickets.”


Lees ook

Stapeling van maatregelen gaat de cultuursector hard raken: ‘Minister, pak de regie!’

De stadsschouwburg van Nijmegen, een rijksmonument dat vanaf volgend jaar twee jaar dicht zal zijn vanwege onderhoud en renovatie.

Groot voor klein

De gedachte dat populaire optredens ongestraft duurder gemaakt kunnen worden om de kleinere optredens te ontzien, heeft haar grenzen, zegt hij. „Groot voor klein gebeurt altijd al. Artiesten die goed verkopen of grote horecaomzet genereren, maken het mogelijk om kleinere, minder bekende artiesten te boeken. Zo spreiden podia hun risico over het jaar.” Maar podia hebben geen reserves om kostenverhogingen op te vangen, zeker nu ook andere kosten als energie en arbeid sterk stijgen. En de btw-verhoging versterkt de onderhandelingspositie van grotere artiesten, omdat podia ze harder nodig hebben, zegt hij. Podia zullen minder artistiek risico kunnen nemen door innovatieve of nieuwe acts te boeken. „En daarvoor zijn we juist op aarde.”

Directeur Janneke Staarink van concert- en congresgebouw De Doelen in Rotterdam heeft het over ‘een perfecte storm’. „De onzekerheid is zo groot, van zoveel kanten, dat er bijna geen ruimte is om te schuiven. Als iedereen vet op de botten heeft en de btw zou verhoogd worden, dan kan je bedenken: wat zal ik eens gaan doen met die verhoging.” Wat je voor welke prijs programmeert, is nu al een heel ingewikkelde puzzel. Als daar ook nog een btw-verhoging overheen komt, wordt het „wel een hele schrale puzzel.”

Breed publiek

Het zal ook veel moeilijker worden een breed publiek te bedienen, waar ze zich nou juist voor inzet in De Doelen. „Of instellingen nu de prijs omhoog doen of niet; linksom of rechtsom wordt het doorbelast aan het publiek. Ofwel omdat kaartjes duurder worden zodat je publieksgroepen uitsluit, of overdrachtelijk, omdat je bepaalde dingen minder gaat doen, juist voor de groepen die minder dure kaartjes willen kopen.”

Het Concertgebouw in Amsterdam gaat er vooralsnog van uit dat de btw volledig moet worden doorberekend in de kaartprijs, vertelt directeur Simon Reinink, om de financiële gezondheid van de organisatie te waarborgen. Voor een deel van de bezoekers van Het Concertgebouw betekent een prijsverhoging niet dat ze wegblijven. Maar, zegt Reinink, voor de nieuwe doelgroepen waarop Het Concertgebouw de afgelopen jaren heeft ingezet met een bredere programmering, kan het wel een probleem vormen. „Als het onbetaalbaar wordt, houdt het op.”