Om toenemende oorlogsdreiging het hoofd te bieden wil Brussel inzetten op waar het traditioneel goed in is: onvervalste industriepolitiek. Dinsdag presenteerde de Europese Commissie een strategie om de Europese defensie-industrie in oorlogsmodus te brengen. EU-landen moeten meer gezamenlijk bestellen, liefst in Europa, en ook moet er uiteindelijk meer (Europees) geld op tafel komen.
„De periode van het vredesdividend ligt achter ons”, benadrukte industriecommissaris Thierry Breton. De aanhoudende oorlog van Rusland tegen Oekraïne, het risico van Russische agressie jegens een NAVO-lidstaat ergens in de komende jaren, én onzekerheid over de Amerikaanse veiligheidsparaplu maken dat Europa nu zelf niet alleen veel forser de portemonnee moet trekken, maar ook veel serieuzer aan de slag moet met een eigen defensie-industrie.
De afgelopen decennia kromp de Europese defensie-industrie juist. Wat resteert, kan niet goed concurreren, aldus een hoge Europese ambtenaar. „Het is er wel, maar we kunnen niet snel genoeg en ook niet in voldoende volumes produceren.” De technische kennis is er vaak wel, maar de productielijnen ontbreken. De nieuwe European Defense Industrial Strategy (EDIS) en het European Defense Industrial Plan (EDIP) moeten daarin verandering brengen.
Niet langer improviseren
Na de grootschalige Russische aanval op Oekraïne twee jaar geleden moest de EU improviseren om Oekraïne met wapens en munitie te ondersteunen. Die crisismaatregelen moeten nu omgezet worden in een duurzamere aanpak. De Commissie sprak van een paradigma-wisseling: „Europa moet gaandeweg zorgdragen voor haar eigen veiligheid.”
Lees ook
Er zijn veel dwingende redenen voor Europa om meer te doen aan defensie, ziet Michel Kerres. Trump is er één.
De Commissie zou graag zien dat de lidstaten meer materieel en wapens inkopen in Europa en ook vaker gezamenlijk orders plaatsen bij de industrie. Daarnaast moet de industrie verleid worden om zich flexibeler op te stellen en meer risico’s te nemen. Daartoe moet de defensie-industrie in tijden van crises voorrang kunnen krijgen boven de civiele industrie.
Ook stelt de commissie een nieuw overlegorgaan voor waarin lidstaten regelmatig overleggen over de wapenproductie, de Defense Industrial Readiness Board. Verder moet er een catalogus komen met de producten van de Europese defensie-industrie. Soms grijpen landen naar niet-Europese producten omdat ze niet weten wat in Europa voorhanden is.
Wie gaat dat betalen?
De paradigmawisseling gaat gepaard met veel acroniemen, maar blijft ook nog redelijk vaag. Er werden geen bedrijven en geen wapensystemen genoemd. Ook blijft voorlopig onduidelijk hoeveel geld er met de nieuwe strategie gemoeid is.
In de Europese meerjarenbegroting is 1,5 miljard euro voor een periode van drie jaar gereserveerd. De planners van de Commissie vonden dat eigenlijk teleurstellend weinig. De Franse Eurocommissaris Breton hield eerder dit jaar op een verkiezingsbijeenkomst een pleidooi voor een defensiefonds van maar liefst 100 miljard euro. Een ‘havik’ als de Estse premier Kaja Kallas ziet wel iets in dergelijke bedragen. Maar dat zijn investeringen die buiten de huidige begroting vallen en daarmee ook buiten het mandaat van de huidige Commissie, die na verkiezingen in juni afgelost wordt.
Bij investeringen van een dergelijke omvang is meteen de vraag wie dat gaat betalen. Een mogelijkheid is dat de EU gezamenlijk tegen gunstige voorwaarden op de kapitaalmarkt leent. In reactie op de coronacrisis ging de EU al over tot zulke gezamenlijke ‘eurobonds’ en onder meer de Franse president Emmanuel Macron en de Belgische premier Alexander de Croo spraken zich er al voor uit dat voor defensie te herhalen.
Traditioneel ‘zuinige’ lidstaten als Nederland en Duitsland gruwen van dergelijke voorstellen. Een woordvoerder van het ministerie van Financiën benadrukte dinsdag dat Nederland defensie weliswaar „heel belangrijk” vindt, maar „traditioneel afhoudend staat” ten opzichte van gemeenschappelijke schulden. Instemmen met het coronafonds kon Nederland „alleen omdat het eenmalig en in reactie op een directe crisis was. Dat is echt iets anders dan de structurele uitdaging die het versterken van de defensie-industrie is.”
Eurocommissaris Breton, van wie het geen geheim is dat hij graag nieuwe schulden zou zien, leek dinsdag impliciete kritiek te uiten op die afhoudende opstelling. „Als een existentiële bedreiging op je deur klopt, dan is dat niet in je begroting voorzien”, aldus de Fransman. „En als dit geen existentiële bedreiging is, dan weet ik niet wat het wel is. Dan moet je kijken naar alle mogelijke bronnen van financiering.”
Een van die mogelijke bronnen is hoe dan ook de Europese Investeringsbank (EIB), de financiële instelling van de EU die gezamenlijke doelstellingen financiert. Maar die wil zich beperken tot de financiering van dual use goederen die zowel een civiele als een militaire toepassing kennen. De Commissie probeert de EIB ervan te overtuigen direct geld te lenen voor defensieprojecten.
Daarnaast wordt gekeken naar het gebruiken van winsten die worden gemaakt op bevroren Russische tegoeden. Over de vraag of dat geld zomaar elders kan worden gebruikt, is nog allerminst overeenstemming – onder meer de Europese Centrale Bank, Duitsland en België zijn daarvoor uiterst huiverig.
De zuinige landen stellen daar tegenover dat als alle EU-landen die ook NAVO-lid zijn zich zouden houden aan de NAVO-uitgavennorm, er 80 miljard euro extra beschikbaar zou zijn. Je zou kunnen afspreken dat dat geld bij voorkeur Europees besteed wordt. De vraag naar extra geld is zo bezien dus niet aan de orde.
Lees ook
Trump of geen Trump: Duitsland blijft inzetten op afschrikking door de VS
Heilig domein
Defensie en defensie-industrie gelden traditioneel als het heilige domein van de lidstaten waar Brussel niets te zoeken heeft. De nationale verdediging raakt immers aan de kern van nationale soevereiniteit. Brussel stimuleert al langer de ontwikkeling van wapens en logistieke samenwerking. Onder druk van het tekort aan artilleriegranaten in Oekraïne stimuleert Brussel sinds vorig jaar ook de Europese munitie-industrie. Nu wil de Commissie dus een stap verder gaan en de juridische basis leggen voor een grootschaliger stimuleringsprogramma. Maar, zei een EU-ambtenaar: we doen geen greep naar de macht. Iedereen die iets anders beweert, maakt zich schuldig aan bewuste desinformatie, zei Eurocommissaris Breton op een persconferentie, verwijzend naar de extreme politieke vleugels in het parlement.
Het is de bedoeling dat Oekraïne, waarmee de Unie dit jaar toetredingsonderhandelingen wil beginnen, aan het programma deelneemt alsof het al een lidstaat zou zijn. De Commissie wil in Kyiv een EU kantoor voor militaire innovatie vestigen.
Minder efficiënt dan in VS
In de nieuwe Commissie die na de verkiezingen wordt samengesteld, zou een commissaris speciaal belast moeten worden met de Europese defensie-industrie. Demissionair minister van defensie Kajsa Ollongren (D66), brak dinsdag op X nog eens een lans voor het creëren van die functie.
Europa geeft steeds meer uit aan defensie. Maar dat geld wordt minder efficiënt besteed dan in de VS. Omdat defensie en defensie-industrie een nationale aangelegenheid zijn, raakte de markt versplinterd. Van sommige wapensystemen, bracht Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging) in herinnering, bestaan in Europa wel vijf varianten. Voor een euro defensiegeld koopt een Europese overheid minder materieel dan de Amerikaanse overheid voor één dollar, alleen al omdat de VS schaalvoordelen genieten. De Commissie wil lidstaten verleiden om samen meer van dezelfde systemen in te kopen.
Ook moet op den duur meer geld in Europa blijven. Tachtig procent van de Europese aankopen worden gedaan buiten de Europese Unie, zestig procent daarvan komt in de VS terecht.
De Commissie wil dat de lidstaten over zes jaar 40 procent van hun wapens samen inkopen, dat 35 procent van de handel in defensiegoederen zich tussen EU-landen afspeelt en dat de landen 50 procent van hun aankopen in de EU doen. Later moet dat 60 procent worden.