N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Europese Commissie Om het voor consumenten makkelijker te maken om groene keuzes te maken, kwam de Europese Commissie woensdag met twee voorstellen, als onderdeel van de Green Deal. Naast het tegengaan van misleidende groene claims, krijgen consumenten ook het recht op reparatie van elektrische apparaten.
Klimaatneutraal? Klinkt goed, als het op een verpakking staat. Voelt ook goed, iets wat je zonder schuldgevoel kan kopen. Alleen het is vaak fictie – groene marketing waar consumenten niets aan hebben. Nog zo’n struikelblok voor mensen die duurzaamheid belangrijk vinden: dat je meteen een nieuw exemplaar krijgt opgestuurd als je stofzuiger of koffiezetapparaat binnen no time kapot gaat, in plaats van dat de fabrikant ’m repareert.
De Europese Commissie kwam deze woensdag met twee voorstellen die het voor consumenten makkelijker moeten maken om groene keuzes te maken. Het ene draait om het tegengaan van misleidende groene claims op producten. Ofwel: greenwashing. Uit onderzoek van de Commissie kwam naar voren dat meer dan de helft van groene claims op producten „vaag, misleidend of ongefundeerd” is. Veertig procent van de claims is ook echt ongegrond.
Het andere voorstel gaat over het recht op reparatie. Het moet voor consumenten makkelijker worden om elektrische apparaten te laten repareren als ze kapot zijn, zowel binnen als buiten de garantietermijn. Nu worden spullen vaker weggegooid dan gerepareerd, wat onnodige afval en CO2-uitstoot oplevert.
Beide voorstellen zijn onderdeel van de Green Deal, het overkoepelende plan voor een klimaatneutraal Europa in 2050. En beide hadden er eigenlijk al veel eerder moeten zijn: meermaals heeft de Commissie de presentatie van de voorstellen uitgesteld. Niet verrassend: dit zijn nieuwe regels waar het bedrijfsleven niet op zit te wachten, en dus stevig tegen heeft gelobbyd. Daarnaast was er twijfel over de juridische haalbaarheid.
De voorstellen moeten nog wel goedgekeurd worden door het Europees Parlement en de lidstaten. Het is de afgelopen tijd wel gebleken dat niet alle groene plannen van de Commissie het zomaar halen. Eerder deze maand werd duidelijk dat Duitsland zich verzet tegen het verbod op de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor vanaf 2035, hoewel er op dat moment zelfs al een akkoord was tussen lidstaten en Parlement.
Wat staat er in deze nieuwste voorstellen van de Commissie?
Groene claims
Consumenten vliegen de groene claims om de oren. Denk aan reclameslogans als „vriendelijk voor bijen”, dat een bezorgritje van een pakketdienst „CO2-gecompenseerd” wordt, of dat een bedrijf „onderweg naar klimaatneutraal” is. De Europese Commissie wil dat zulke claims ook echt betrouwbaar zijn.
Nu is het al zo dat milieuclaims niet mogen misleiden, en aantoonbaar juist moeten zijn. Zo oordeelde de Reclame Code Commissie, een stichting die zich inzet voor eerlijke reclame, in 2021 dat een reclame van Albert Heijn over ‘klimaatneutrale melk’ ongefundeerd was. En nadat vorig jaar de Reclame Code Commissie oordeelde dat KLM een claim over ‘CO2-neutraal vliegen’ niet goed kon onderbouwen, loopt er momenteel ook een rechtszaak aangespannen door Fossielvrij NL tegen groene claims van de luchtvaartmaatschappij.
Het nieuwe voorstel stelt vooral extra eisen aan de onderbouwing van milieuclaims, bijvoorbeeld door te stellen dat ze op een wetenschappelijke manier moeten zijn onderzocht en getoetst door een derde partij. Ook moet bij claims als ‘CO2-neutraal’ duidelijk zijn voor consumenten of een bedrijf de eigen emissies bedoelt, of z’n CO2-uitstoot probeert te compenseren met projecten zoals het aanplanten van bossen.
Consumentenbonden kritisch
Opvallend genoeg zijn consumentenbonden nu al kritisch op het voorstel, dat al zou zijn afgezwakt door lobby vanuit de industrie. De Financial Times kreeg eerder conceptexemplaren van het voorstel in handen, waarin een heel specifieke methode was aangewezen om groene claims over producten te beoordelen. Dit is echter verwijderd uit het uiteindelijk gepubliceerde voorstel, waardoor bedrijven meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze hun claims laten toetsen.
Een ander doel van het voorstel is een einde maken aan de wildgroei aan milieukeurmerken door strenge eisen te stellen. Dat was al langere tijd een wens van de Autoriteit Consument en Markt. De Commissie vond bij een inventarisatie zeker 230 groene labels en twijfelt er sterk aan of ze allemaal net zo groen zijn als ze beloven. Volgens Virginijus Sinkevicius, de Litouwse Eurocommissaris voor Milieu, waren sommige keurmerken bij de inventarisatie niet eens bereid informatie te geven over wat het label betekent.
Recht op reparatie
Gek maar waar: het vervangen van een kapot product ligt vaak meer voor de hand dan repareren, zelfs als het nog zo goed als nieuw is. Als spullen stuk gaan, gooien consumenten ze snel weg – reparatie is dan ook vaak omslachtig en duur. En als producten nog binnen de garantie vallen, krijgen consumenten vaak meteen een nieuwe. De kapotte exemplaren worden meestal weggegooid, aldus de Commissie. Ook als ze best levensvatbaar zijn.
Niet goed voor consumenten, vindt de Commissie, en niet goed voor het klimaat. Het reparatievoorstel moet het voor consumenten makkelijker én goedkoper maken om elektrische apparaten te laten repareren. Meer reparaties moeten vervolgens zorgen voor minder afval, minder CO2-uitstoot en minder gebruik van waardevolle grondstoffen.
Lees ook: Europese Unie legt als eerste criteria vast voor groene obligaties
Voor producten die nog binnen de garantietermijn vallen, wil de Commissie dat reparatie de standaard wordt – tenzij reparatie duurder is dan vervanging. Reparatie moet plaatsvinden „binnen redelijke termijn en zonder enig ongemak” voor de consument.
Als een product buiten de garantietermijn valt, moet de consument betalen voor reparatie. Nu is vervangen niet zelden goedkoper, en bijna altijd is het makkelijker. Soms is reparatie überhaupt niet mogelijk. Een reeks maatregelen moet reparatie aantrekkelijker maken. De belangrijkste: consumenten krijgen het recht op reparatie voor een periode van vijf tot tien jaar na aanschaf, afhankelijk van het product. Een fabrikant kan dan dus niet meer zeggen: sorry, de onderdelen van dit model maken we niet meer.
Dit recht is van toepassing op verschillende elektrische apparaten, vooral huishoudelijke: wasmachines, drogers, afwasmachines, koelkasten, stofzuigers. Maar ook: beeldschermen, servers en apparaten voor data-opslag. Telefoons en tablets worden binnenkort toegevoegd aan het lijstje.
Ook moet het makkelijker worden om reparateurs te vinden door in elk land online reparatieplatforms op te tuigen, en komt er een Europese ‘reparatiestandaard’ die het onderscheid in kwaliteit tussen reparateurs inzichtelijker moet maken.
Op het voorstel klinkt ook kritiek: de ngo Right to Repair vindt dat er onvoldoende aandacht is voor de betaalbaarheid van reparatie. Fabrikanten verplichten om reparatie mogelijk te maken, redeneert Right to Repair, leidt er niet automatisch toe dat het ook betaalbaar is. Ook is de organisatie teleurgesteld dat reparatie binnen de garantietermijn alleen verplicht wordt als dat niet duurder is dan vervanging. Daardoor is deze verplichting slechts van toepassing „op een zeer klein deel” van de gevallen.