Sifan Hassan zei het vaak vorige week, toen ze bekendmaakte dat ze bij de Spelen in actie zou komen op de 5.000 meter, 10.000 meter en de marathon. Ze wist niet hoe haar vorm zou zijn, hoe ze tussen de wedstrijden zou herstellen, hoeveel medailles ze zou gaan halen. Lachend herhaalde ze nog maar eens: „Ik weet het niet. Drie?”
De eerste is binnen. Op de 5.000 meter won Hassan aanvankelijk zilver, al kwam ze maandagavond als derde over de finish, achter twee Keniaansen: de verrassende winnaar Beatrice Chebet en wereldrecordhoudster Faith Kipyegon. Gedrieën zakten ze na de finish naar de grond.
Niet dat de wedstrijd zich nou in zo’n hoog tempo had voltrokken. Het begin was ronduit traag, alsof de finalisten last hadden van de hoge temperaturen op deze zomeravond. Hassan koos haar geliefde positie helemaal achteraan het veld en moest zelfs daar een aantal keer opletten dat ze niet tegen de loopster voor haar botste: uit zichzelf ging ze bijna te hard.
De laatste rondes gingen in een steeds hoger tempo, tot de laatste van de 12,5 rondjes zich op volle snelheid afspeelde. Achter drie Keniaansen dook Hassan de bocht in, haalde er een in en begon toen zo hard als ze kon te sprinten. Chebet en Kipyegon sprintten alleen nog harder bij haar weg.
Nadat de drie podiumklanten waren bijgekomen en in de gangen van het Stade de France verdwenen, werd duidelijk dat Kipyegon was gediskwalificeerd vanwege obstructie van die andere toploopster, Guday Tsegay uit Ethiopië. Zo schoof Hassan, zonder dat ze het wist, op van brons naar zilver. Ze moest het van een journalist horen.
„Zilver, brons, het maakt me allemaal niet uit, die medailles heb ik al”, zei Hassan even later. „Het gaat me erom dat ik de marathon uitloop.”
Een paar uur later was zilver weer brons, toen de diskwalificatie van Kipyegon werd teruggedraaid.
‘Freaking pijn’
De Spelen van Parijs zijn voor Hassan in de eerste plaats een ontdekkingsreis. Niet dat haar befaamde wil om te winnen – die er vroeger bij verlies wel eens toe leidde dat ze soms weken onbereikbaar was voor haar omgeving – is verdwenen, maar het heeft sinds haar historische olympische medailleoogst in Tokio plaatsgemaakt voor iets anders: een wens om de grenzen van haar kunnen te verkennen en zo geschiedenis te schrijven.
Ze haalde het zelf aan afgelopen week: een medaille winnen op zowel de weg als de baan op dezelfde Spelen is nog nooit door een atlete gedaan. „Dus dat wil ik dan doen”, zei ze. Het zoeken van zulke uitdagingen houdt haar gemotiveerd; ze koos bijvoorbeeld heel bewust pas een week voor de openingsceremonie welke afstanden ze zou gaan lopen. Zo hield ze zichzelf tot op het laatste moment scherp.
Voordat de Spelen begonnen, had Hassan al verkondigd dat ze het liefst een medaille op de marathon wilde winnen. Maar maandagavond werd pas echt duidelijk hoe belangrijk die afstand voor haar is. „De eerste drie rondes gingen zo traag dat ik dacht: dit voelt als een marathon. Zou ik dit tempo kunnen volhouden?”, gaf Hassan een inkijkje in haar gedachten tijdens de race. Ze vertelde ook dat ze zonder plan aan de wedstrijd was begonnen, ondanks aandringen van haar coach. „Ik ging er blind in. Ik wilde helemaal geen plan, want ik voel al zoveel druk voor de marathon. Dus ik zei: laat me met rust.”
Ze is doodsbang voor de marathon van aanstaande zondag, zei ze nog maar eens. „Het gaat echt freaking pijn doen, hè? Als je er een gelopen hebt, weet je hoe het voelt. Het is twee uur pijn lijden.”
Waarom ze het dan toch wil doen? „Omdat ik nieuwsgierig ben!”, roept ze uit. „Ik ben gewoon een beetje gek.”