Het vermoedelijke brein achter de aanslagen op de Twin Towers op 11 september 2001 gaat schuld bekennen in ruil voor een levenslange gevangenisstraf. Ook twee handlangers van deze Khalid Sheikh Mohammed hebben ingestemd met de speciale overeenkomst. Het drietal Al-Qaida-aanhangers, dat al jarenlang vastzit in de beruchte Amerikaanse gevangenis Guantánamo Bay op Cuba, ontloopt daarmee een mogelijke doodstraf. Dat meldt The New York Times donderdag op basis van informatie van het Pentagon.
De deal is het sluitstuk van een slepende juridische procedure. De drie zitten al sinds 2003 vast, maar het proces tegen hen en andere terreurverdachten liep flinke vertraging op door twijfels over de betrouwbaarheid van hun verklaringen. Door jarenlange martelingen na hun aanhouding voelden zij zich mogelijk gedwongen hun mond open te trekken. Zo zou kopstuk Mohammed in verschillende CIA-gevangenissen zeker 183 keer zijn gewaterboard, een martelmethode die voelt als verdrinking.
Samenzwering en moord
Na een vooronderzoek dat vele jaren in beslag nam, begonnen 27 maanden geleden de onderhandelingen over een eventuele deal. Door schuld te bekennen aan samenzwering en de moord op 2.976 mensen ontlopen de drie mannen een strafproces voor het militaire tribunaal van Guantánamo. Veel details over de deal zijn niet bekend. Wel is duidelijk dat de verdachten vragen van nabestaanden moeten beantwoorden, onder meer over het motief voor hun daden.
Hun naasten kwamen om het leven bij de aanslag op de Twin Towers in New York op 11 september 2001. Strijders van terreurorganisatie Al-Qaida kaapten die dag twee lijnvluchten en doorboorden daarmee de gebouwen, ooit de hoogste torens ter wereld. Twee andere door al-Qaida gekaapte passagiersvliegtuigen stortten neer in het Pentagon en in een veld in de staat Pennsylvania.
Khalid Sheikh Mohammed zou op het idee zijn gekomen voor de aanslagen in New York: hij kwam volgens de aanklagers met het plan om de vliegtuigen te kapen en ze in de Twin Towers te vliegen. Hij zou zijn idee in 1996 hebben voorgelegd aan Al-Qaida-oprichter Osama bin Laden. Vervolgens hielp hij, volgens de aanklagers, bij het trainen van de kapers, bijgestaan door zijn handlangers. Bin Laden werd in 2011 door Amerikaanse militairen gedood in Pakistan.
In het Utrechtse asielzoekerscentrum waar Nedal Nassan (44) woont, zijn de Syriërs nu verdeeld in twee groepen: er zijn mensen die net zijn aangekomen en nog hoop hebben. En er zijn mensen mensen die er al jaren zitten zonder asielbesluit; zij zijn bang dat het besluit van demissionair minister van Justitie David van Weel (VVD) om de beoordeling van hun asielverzoeken te hervatten, betekent dat ze terug naar huis moeten. „Maar in welke groep je ook zit, iedereen voelt de onzekerheid en angst,” zegt Nassan.
Van Weel (VVD) schreef vorige week in een brief aan de Kamer dat er een nieuw landenbeleid is: Syrië is niet meer zo onveilig, en daarom mogen asielaanvragen uit dat land weer worden beoordeeld door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Dat besluit volgde op het jongste rapport van Buitenlandse Zaken over de veiligheidssituatie in Syrië, dat vorige week werd gepubliceerd. De conclusie luidt dat de veiligheidssituatie in Syrië over de gehele onderzoeksperiode „volatiel” is geweest. Voor demissionair minister Van Weel reden genoeg om te stellen dat de situatie een „redelijke verbetering” laat zien en dat de veiligheidssituatie „ten goede is gekeerd” na de val van Assad. De IND verwacht, met het rapport in de hand, dat „onder het nieuwe beleid meer aanvragen zullen worden afgewezen dan voorheen”. Er staan nog zo’n 16.870 aanvragen open.
Imad, een dertiger die net als Nedal Nassan in een azc in Utrecht verblijft, woont tweeënhalf jaar in Nederland. „Ik heb twee IND-gesprekken gehad en verwachtte een beslissing toen de asielstop kwam. Eerst zou het 6 maanden duren, toen 15, toen 21, toen 30.” Hij deed er drie maanden over om naar Nederland te komen, vanuit Turkije. Een gevaarlijke reis – vrienden van hem zijn in de zee verdronken. „Ik wil niet dat het voor niets was en ik wil niet terug.”
Voor een 50-jarige vrouw in het asielzoekerscentrum in Assen geldt hetzelfde: ze had al haar gesprekken met de IND afgerond, de beslissing stond gepland voor 12 december – vier dagen na de val van het Assad-regime. Haar procedure is sindsdien stilgezet. Ze wil haar naam niet in de krant, uit vrees haar kansen in gevaar te brengen.
Israëlische bombardementen
In het asielzoekerscentrum in Exloo (Drenthe) probeerden Syriërs woensdag de hele dag hun advocaten te pakken te krijgen. Syriërs die nog geen advocaat hebben, belden rond om er een te vinden. „De meesten hier kunnen niet goed lezen of schrijven en spreken geen Nederlands, dus ze begrijpen niet goed wat er aan de hand is en wat de beslissing voor hen betekent”, zegt de Syrische Nayef.
Nayef heeft een tijdelijke verblijfsvergunning en vertaalt voor een bevriende 43-jarige Syriër uit Aleppo, die nog in de asielprocedure zit. „Ze vragen zich af of het al zeker is dat ze terug moeten.” Ook deze man uit Aleppo wil alleen anoniem de krant te woord staan, uit vrees voor de IND. Hij zegt dat hij niet terug kán naar Syrië. „Mijn ouders wonen in een tentenkamp bij Idlib, omdat Aleppo verwoest is. Als ik terugga, heb ik geen huis om in te wonen en moet ik naar een vluchtelingenkamp.”
Nedal Nassan belt elke dag met zijn zus die nog in Aleppo woont. Van haar hoort hij hoe het daar gaat. „Het is gewoon nog onveilig. De overheid is nieuw en nog niet sterk genoeg om de veiligheid in het land te garanderen. Het Amerikaanse leger is er, het Turkse leger. We worden elke dag door Israël gebombardeerd en liggen tussen Israël en Iran in. Het is onveilig voor de druzen, voor de Koerden. Mijn zus probeert weg te komen, maar dat is te duur.”
Erwin van Veen, conflictonderzoeker bij Instituut Clingendael, constateert dat de veiligheidssituatie in Syrië nog erg onvoorspelbaar is. „Er zijn allerlei spanningen – sektarische, etnische, religieuze. In combinatie met een grote hoeveelheid wapens in het land, kunnen kleine incidenten snel groot en gewelddadig worden. De nieuwe regering is op papier de baas, maar heeft nog geen geweldsmonopolie.” Van Veen begrijpt niet hoe demissionair minister Van Weel op basis van het ambtsbericht „tot de conclusie kan komen dat het er veilig is”.
Wonen in een tent
De Syrische vrouw in het asielzoekerscentrum in Assen kwam anderhalf jaar geleden naar Nederland in de hoop dat haar kinderen, die nu nog in Turkije zijn, binnen een jaar zouden kunnen overkomen. Haar man kwam tijdens de Syrische burgeroorlog om het leven; ze zorgt in haar eentje voor hen. „Nederland leek de beste plek om mijn kinderen op te voeden. Een mooi land, veilig. Maar nu weet niemand wat er precies gaat gebeuren.”
Demissionair minister Van Weel schreef dinsdag aan de Kamer dat twee groepen gevaar lopen bij terugkeer naar Syrië, en daarom meer kans maken op een verblijfsvergunning in Nederland: lhbti’ers en alawieten, een religieuze minderheid waartoe ook Assad en zijn familie behooort. „De minister schrijft over mensen die misschien doodgaan als ze terug moeten”, zegt asielzoeker Imad uit Utrecht. „Het gaat over doodgaan of níét doodgaan. Maar hoe zit het dan met léven? Als ik terugga naar Syrië, moet ik in een tent wonen. De stad waar ik vandaan kom, is verwoest.”
Lees ook
Lees ook Als de wachttijden bij de IND niet zo lang waren geweest, liep Khaled nu geen risico om teruggestuurd te worden naar Syrië
De Raad van State heeft forse kritiek op het plan van het demissionaire kabinet-Schoof om het eigen risico per 2027 te verlagen van 385 euro naar 165 euro per jaar. De raad adviseert het demissionair kabinet om de financiële gevolgen van het plan beter uit te leggen en adviseert om het voorstel niet in huidige vorm aan de Tweede Kamer voor te leggen. Dat staat in een maandag gepubliceerd advies over het plan van de onlangs opgestapte minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, PVV).
Met het plan wilde het kabinet voorkomen dat mensen met een kleine beurs noodzakelijke zorg uitstelden of opgaven. Maar door de verlaging van het eigen risico zullen mensen met een laag inkomen en arbeidsongeschikten met een uitkering er financieel op achteruitgaan en dus juist sneller afzien van zorg, schrijft het adviesorgaan.
Dat komt onder meer doordat het plan ten koste gaat van de Tegemoetkoming arbeidsongeschiktheid, juist bedoeld als jaarlijkse compensatie voor het eigen risico. Ook leidt de voorgenomen verlaging volgens berekeningen tot een verhoging van de zorgpremie met circa 200 euro per jaar per verzekerde. Dat heeft als gevolg dat mensen die hun eigen risico niet helemaal opmaken, erop achteruitgaan.
Lees ook
Halvering eigen risico leidt vooral tot hogere zorgpremies
De Raad van State acht de kans klein dat de verlaging van het eigen risico leidt tot structurele verbetering van de betaalbaarheid van zorg. Vanaf 2030 wordt het eigen risico immers weer jaarlijks geïndexeerd, waardoor het „aannemelijk” is dat het verplichte eigen risico zal stijgen. Doordat de zorgkosten door het voorstel stijgen, zal de indexering bovendien hoger uitvallen dan wanneer het plan niet doorgaat.
Volgens de Raad van State is het eveneens plausibel is dat mensen minder zullen nadenken over de noodzaak van een medische behandeling, waardoor zorgkosten én capaciteitsproblemen verder toenemen.
Lees ook
Zorgpremie stijgt per 2027 met tweehonderd euro per jaar door halvering eigen risico
Door ‘dubbele vergrijzing’ – binnen de groep Nederlandse 65-plussers neemt het aandeel 80-plussers toe – en onder meer technologische ontwikkelingen stijgen de zorgkosten de komende decennia verder. De Raad van State verwacht dat de zorguitgaven stijgen van 12,7 procent van het bbp in 2015 naar ruim 20 procent in 2060. „In absolute zin komt dat neer op een verdrievoudiging van de zorguitgaven per hoofd van de bevolking”, aldus het adviesorgaan.
Als het rond de voetbalwedstrijd Ajax – Maccabi Tel Aviv in november vorig jaar uit de hand zou lopen, dan volgens scenario’s die de politie kende. Hooligans zouden elkaar in groepen te lijf kunnen gaan. De Kristallnachtherdenking diezelfde avond zou door demonstranten verstoord kunnen worden, op vergelijkbare wijze als bij de opening van het Holocaustmuseum.
Dat ongeregeldheden ook heel anders zouden kunnen verlopen stond niet bij de politie op het netvlies. Dus toen kleine groepjes relschoppers gerichte aanvallen gingen uitvoeren op Israëlische Maccabi-supporters én op „mensen die voor Joods werden aangezien”, werd de politie verrast.
Lees ook
Lees ook de reconstructie: Hoe Amsterdam even strijdtoneel werd van de Gaza-oorlog
Dat blijkt uit een rapport dat de Inspectie Justitie en Veiligheid maandagochtend heeft gepubliceerd. De inspectie, die binnen het ministerie toezicht houdt op uitvoeringsorganisaties, onderzocht hoe de politie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) zich voorbereidden op de wedstrijd en de herdenking, en hoe de politie daadwerkelijk handelde. Beelden van mishandelingen en andere ongeregeldheden gingen begin november de hele wereld over, leidden tot diplomatieke spanningen en verdere onrust tussen groepen in Amsterdam.
Met klassieke scenario’s heeft de politie ervaring, zegt hoofdinspecteur Peter Neuteboom. „En nu deed zich een situatie voor waarin relschoppers achter individuele supporters aan gingen. Daar had de politie geen antwoord op.”
Het rapport heeft lof voor de wijze waarop de Amsterdamse politie haar werkwijze op straat wist aan te passen toen de situatie zo anders bleek dan verwacht. De Amsterdamse politie, zegt Neuteboom, „bleef binnen bestaande concepten doorwerken, totdat ze rond middernacht zagen dat er iets anders aan de hand was dan voorzien. Toen besloten ze om niet achter relschoppers aan te gaan, maar om de belaagden te beschermen.” Bijvoorbeeld door een grote groep Maccabi-fans in te sluiten en met bussen naar hotels te brengen. Door snel te schakelen, handelde de politie „professioneel en slagvaardig”, zegt hij.
Het rapport roept tegelijkertijd de vraag op of de politie die verrassing ook niet over zichzelf afriep. Bleef het niet te lang in klassieke scenario’s denken, toen de situatie in appgroepen en in de stad ook op iets heel anders kon wijzen? „Helemaal tevreden zijn we niet”, zegt Neuteboom
Het gaat voor het eerst mis in de nacht voor de wedstrijd. In Amsterdamse appgroepen is dan al een paar dagen gesproken over het aanvallen van Israëliërs – ook de politie las die berichten, meldde Het Parool in december. Op de avond zelf trekken Maccabi-fans door de binnenstad. Zij trekken een Palestijnse vlag van een gevel, belagen een taxichauffeur en – die informatie uit het rapport is nieuw – vallen met „hangsloten scooterrijders” aan. Daarna mobiliseren onder meer taxichauffeurs zich, met name rond een casino waar veel Maccabi-fans samengekomen zijn. Dat is zoals de politie het verwachtte: groepen die elkaar belagen.
Maar diezelfde nacht worden op meerdere plekken in Amsterdam ook al individuele Israëliërs belaagd, waarna de daders snel vluchten – precies het type aanval dat zich de avond erna in veelvoud zal herhalen. Ook donderdagmiddag, op klaarlichte dag, vindt zo’n ‘flitsactie’ plaats, op het Spui. Toch worden die acties niet herkend als afwijking van de voorbereide scenario’s. Ook appberichten die, met name op donderdag overdag en ’s avonds, al oproepen om „losse groepen” en „zionisten overal waar je ze ziet” aan te vallen, worden door de politie gezien als bevestiging van hun scenario.
Hoe kan dat? Neuteboom gaat „een beetje voor de politie zitten praten”, en zegt: „Die mishandeling op het Spui was op dat moment een unieke actie. De politie maakt de afweging dat het een op zichzelf staand iets is. Achteraf beschouwd was het dat niet.” En „achteraf was het misschien ongelukkig” dat dreigende appberichten door de politie werden geïnterpreteerd binnen het klassieke scenario.
Tegelijkertijd zag Neuteboom in de appberichten die hij kon lezen geen aankondigingen voor wat er donderdagnacht daadwerkelijk gebeurde: razendsnelle aanvallen door jongens op fatbikes en scooters. Er was daarom „geen aanleiding om andere scenario’s” te ontwikkelen dan die binnen de klassieke kaders pasten. Het was „business as usual”. Daar, zegt Neuteboom, „moet je het hogere niveau niet mee belasten”: de driehoek van burgemeester Femke Halsema, de politiechef en het Openbaar Ministerie.
Mishandeld
De aanvallen van donderdagnacht waren uiteindelijk niet alleen tegen Maccabi-fans gericht, concludeert het rapport. Er werd ook expliciet gezocht naar Joden en mensen „van wie relschoppers dachten dat ze Joods waren”, aldus Neuteboom. Meerdere mensen zijn om die reden daadwerkelijk mishandeld, terwijl ze Joods noch Israëlisch waren, zo blijkt uit verklaringen van agenten, berichten op sociale media en verklaringen van slachtoffers.
Had het allemaal anders kunnen verlopen? Antwoorden hebben op vragen die je niet kent, kan niet, zegt Neuteboom. „Wie dat kan, verdient de hoofdprijs.” Tegelijkertijd is de klassieke inzet van de mobiele eenheid bij flitsacties als die na de wedstrijd „te statisch”. De politie moet volgens de inspectie daarom „flexibele en adaptieve” manieren van inzet gaan ontwikkelen. Neuteboom: „De politie moet sneller kunnen schakelen naar het onbekende, zodat ze eerder tot actie kunnen overgaan.”
De inspectie heeft haar oorspronkelijke vraagstelling – samengevat: over welke informatie beschikten de politie en de NCTV voor en tijdens de rellen? – uitgebreid naar de uitvoering. Daarbij kijkt het rapport niet alleen naar de politie, maar ook naar de NCTV.
Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam had persoonlijk met het hoofd ervan gebeld op 29 oktober – „vanwege zorgen over de bijzondere omstandigheden en context waarin de wedstrijd plaatsvindt”, zoals de Amsterdamse driehoek na de rellen schreef. De burgemeester zei later dat ze nadrukkelijk had gevraagd naar de dreiging rond de aanwezigheid van de supporters. De NCTV zag, volgens het rapport van de inspectie, „geen aanleiding om aanvullende maatregelen te adviseren”.
Achteraf leidde dit tot enige wrevel tussen gemeente en NCTV, waarbij elk een andere uitleg gaf van wat was gevraagd en wat was geadviseerd. Het is reden voor de inspectie om de NCTV te adviseren: maak duidelijker wat gemeenten wel en niet van de veiligheidscoördinator kunnen verwachten.