Breed, sixpack, scherpe kaaklijn, volle haardos, grote piemel – andere homomannen tellen vaak niet mee

Uiterlijk In de gayscene heerst intolerantie jegens homo’s die er niet ‘goed’ uitzien. „Je denkt: ik beland in een gemeenschap waar iederéén anders is. Maar mensen worden in allerlei hokjes geplaatst.”


Foto Courtney Charles

Toen de Britse non-binaire artiest Sam Smith (30, gebruikt de voornaamwoorden die/diens) afgelopen december optrad gekleed in een zilveren jumpsuit, zichtbaar aangekomen, kreeg die te maken met de lelijkste kant van het internet. „Gadverdamme. Kotsemoji. Wat een walvis. Die heeft zich echt laten gaan. Is ‘dik’ nu Smiths nieuwe voornaamwoord?” Opvallend genoeg kwamen veel haatreacties uit één specifieke hoek: van homomannen.

De hoeveelheid gemene opmerkingen over Smiths lichaam leidde tot ophef, waar verschillende ‘roze’ media over berichtten. Want wellicht nog schokkender dan de golf aan haatreacties was hoe normáál sommige homomannen de kritiek op Smiths uiterlijk vonden. Het zwengelde een al langer sluimerend debat in de gayscene aan, over de enorme druk die veel mannen ervaren om te voldoen aan een schoonheidsideaal.

Zo zond de BBC in 2019 een documentaire uit met als (onder)titel Too ugly to be gay. Queer platform Them plaatste een jaar later een artikel over de mentale problemen die het gevolg zouden zijn van „de obsessie van de homogemeenschap met status en uiterlijk”, dat viral ging. Het populaire zelfhulpboek The Velvet Rage (2012) van psycholoog Alan Downs, dat mede ingaat op de lichaamscultus in de homowereld, verscheen vanwege hernieuwde belangstelling in 2019 in Nederlandse vertaling (Fluwelen Woede).

Eisenpakket

In de gayscene (het homonachtleven, de datingapps, de popcultuur) is het uiterlijk van een ‘ideale’ homoman de kruising tussen een standbeeld van een Griekse god en een ondergoedmodel van Calvin Klein. Gespierd. Lang. Breed. Sixpack. Scherpe kaaklijn. Jeugdig. Grote piemel. Volle haardos. Ronde billen. Scroll door datingapp Grindr of de gay-kant van Instagram, of kijk een realityshow als Prince Charming (Videoland) en je ziet dat dit lichaamstype wordt verheerlijkt en de meeste likes krijgt.

In de hiërarchie in de gayscene, waar sprake is van ‘stammen’ (zoals de afgetrainde jocks, de dunne, jonge twinks en de brede, harige bears) staan de niet-afgetrainden onderaan. Zelfs in de inclusieve, alternatieve queerhoek zie je op datingprofielen veel afgetrainde lichamen. De beweging rond body positivity lijkt weinig te hebben uitgehaald. In een onderzoek van homotijdschrift Attitude in 2017 gaf 84 procent van de 5.000 respondenten aan „grote druk” te ervaren om een typisch „goed lichaam” te hebben.

Foto Courtney Charles

Wat is daar mis mee, zou je kunnen denken. Het is toch gezond dat homomannen zo bezig zijn met sporten en fit blijven? Maar de monocultuur van lichamen heeft een schaduwzijde, zegt Matthew Todd, de Britse auteur van het populaire zelfhulpboek voor homomannen Straight Jacket (2018) en oud-hoofdredacteur van Attitude. „We leven in een hypervisueel tijdperk, waarin de obsessie met het uiterlijk bij iederéén is toegenomen. Maar in de homogemeenschap gaat het nog een stap verder. Je wordt er constant geconfronteerd met perfecte lijven. Op Instagram heb ik veel gay-accounts ontvolgd omdat ik door het algoritme overladen werd met één lichaamstype. Op datingapps is de intolerantie tegenover mannen die niet aan het schoonheidsideaal voldoen schokkend. Het leidt tot serieuze mentale problemen, zoals een laag zelfbeeld, overmatig drugsgebruik of depressie.”

Op datingapps is het normaal om foto’s uit te wisselen die tonen hoe ‘in shape’ je bent, net als te vermelden hoe zwaar je bent of de lengte van je penis. Een eisenpakket is niet ongebruikelijk . ‘No fats’, ‘geen oude mannen’. Wie niet voldoet aan het ideaalplaatje wordt genegeerd.

Wat zegt het over het acceptatievermogen van een groep die zelf zo lang heeft gevochten voor acceptatie?

Anabole steroïden

De nu 28-jarige E. (vanwege de gevoeligheid van het onderwerp wil hij niet met zijn volledige naam in NRC) verhuisde na de middelbare school vanuit het zuiden van het land naar Amsterdam om te studeren. Hij kwam terecht in het homonachtleven en werd toen voor het eerst geconfronteerd met de daar geldende norm. „Ik ben zelf niet atletisch gebouwd, en op feestjes begon het mij op te vallen dat de gespierde jongens de meeste aandacht kregen.”

E. besloot naar de sportschool te gaan. Zijn trainingsschema werd de jaren erna steeds intensiever – op een gegeven moment sportte hij zes keer per week. Het betaalde zich uit, zijn ‘waarde’ was dank zij zijn gespierde lichaam gestegen. „Jongens die mij eerst niet zagen staan, spraken mij nu wél aan.” Die bevestiging werkte verslavend, zegt hij „Daardoor raakte ik hypergefixeerd op eten en drinken.”

Hij legde de lat steeds hoger, zegt E., zelfs met zijn ‘gewoon’ gespierde lichaam was hij niet meer tevreden, hij wilde eruitzien zoals een groep vrienden, die de lichamen van „covermodellen” hadden. In de zomer van 2021 nam hij acht weken anabole steroïden, waar hij via diezelfde vriendengroep aan kon komen. Al snel zag hij resultaat. „Ik zag er echt opgepompt uit. Het regende complimentjes: jeetje, wat ben jij breed geworden. Ik voelde me superzelfverzekerd.”

Na de zomer volgde de kater. „Mijn hormonen waren in de war, omdat de aanmaak van testosteron was verstoord. Op werk was ik wazig, gedroeg me afwezig. Pas in januari voelde ik me weer normaal. Toen pas besefte ik welke prijs ik voor mijn zomerlichaam had betaald.”

E. besloot uit een vriendengroep te stappen met „allemaal superknappe, succesvolle mannen, die toch heel onzeker waren” en ging in therapie om te werken aan zijn zelfbeeld. Helemáál tevreden met zijn spiegelbeeld is hij nog niet: af en toe laat hij botox inspuiten tegen fronsrimpels.

Omdat het lijkt of elke homoman streeft naar dit schoonheidsideaal, ligt de lat hoog, en is het moeilijk om je ervan los te maken, zegt Merijn Koops (29) uit Utrecht. „Anders word je op de datingmarkt niet gezien .” Tegen vrienden grapt hij wel eens dat hij ‘gay fat, but straight thin’ is. Sinds enkele maanden zit hij met andere jonge homo’s in groepstherapie waar de rol van uiterlijk onlangs nog aan bod kwam. Zelfs met een gezond BMI voelt Koops dat hij nog niet het ideale lichaam heeft. Daarom sport hij vijf keer per week: crossfit, hot yoga, spinning en hardlopen. Ook denkt hij er – „half voor de grap” – over om 300 euro te betalen voor de diensten van Qoves, een app die met speciale technologie zijn gezicht scant, vergelijkt met een ‘perfect’ gezicht en hem vervolgens op de verschillen wijst – mocht hij ooit cosmetische chirurgie willen.

Foto Courtney Charles

Gespierd de datingmarkt op

Voor buitenstaanders is het makkelijk om de obsessie met het uiterlijk af te doen als hedonistisch gedrag. Toch is de daadwerkelijke oorzaak een stuk treuriger, zegt schrijver Matthew Todd. „De meeste homo’s zijn opgegroeid in een wereld waarin ze geleerd hebben om zich te schamen voor wie ze zijn. Dat laat een emotionele wond achter, die blijft etteren en zich op volwassen leeftijd uit in het streven naar perfectie: de beste baan, de beste partner, het beste lichaam.”

Toch raak je nooit verzadigd, met dit soort ‘compensatie’, zegt Todd. „Het is een onmogelijk hoge lat, die nooit tot daadwerkelijk geluk zal leiden.”

Want voor dat geluk is verbinding met anderen nodig, zegt Max Wolf (26) uit Nijmegen. „Als niet-hetero ben je op jonge leeftijd bezig met een zoektocht die onveilig voelt. Wordt er straks nog wel van mij gehouden als ik uitkom voor wie ik ben?” Daardoor, zegt Wolf, internaliseren veel homo’s het idee dat het onveilig is om je kwetsbaar op te stellen. „Dat maakt het moeilijk om op volwassen leeftijd échte verbinding aan te gaan. Het voelt makkelijker om het oppervlakkig te houden, door je vooral met de buitenkant bezig te houden.”

Wolf had als begintwintiger ook een periode waarin hij de druk voelde om te voldoen aan het schoonheidsideaal. Mede door een relatiebreuk wilde hij gespierd op de datingmarkt verschijnen. Hij raakte geobsedeerd door een weegschaal die zijn spier- en vetpercentage mat. „Dat werd mijn kompas.” Inmiddels heeft Wolf de sportschool ingeruild voor yoga. „Daar moet je je lichaam accepteren zoals het is.”

Als nieuwkomer in de homowereld was Wolf verbaasd over de ‘spelregels’ rond het uiterlijk. „Als je uit de kast komt, denk je: ik beland in een gemeenschap waar iederéén anders is, en elkaar daarom helpt. Maar toch worden mensen in allerlei hokjes geplaatst. Terwijl je denkt: jeetje, daar ben ik net uitgebroken.”

De obsessie van homomannen met een afgetraind lijf zou ook te maken hebben met de aidsepidemie in de jaren tachtig en negentig, schreef tijdschrift Dazed in 2020. Hoewel een gespierd lijf ook al vóór die tijd in zwang was, zorgden de beelden van doodzieke homomannen, die geen spieren konden opbouwen, ervoor dat een sterk, breed lichaam gezien werd als teken van gezondheid.

De schadelijke kant van dit ideaal staat sinds kort op de radar van de wetenschap. Uit meerdere studies blijkt dat de mentale gezondheid van (vooral jonge) homomannen slechter is dan die van hetero’s.

In onderzoeken sinds de jaren negentig werd vooral gezocht in de hoek van stigma, schrijft Them, zoals gepest worden of verstoten door je familie. De laatste jaren is de focus verschoven naar stressfactoren uit de gemeenschap zélf, die óók een belangrijke rol spelen in het feit dat homomannen vaker dan heteromannen kampen met depressie, verstoorde beleving van hun lichaam of drugsverslaving.

Foto Courtney Charles

Bemoedigend

Een in 2020 gepubliceerd onderzoek onder leiding van Harvard-hoogleraar psychologie John Pachankis toonde dat homomannen, naast discriminatie van buitenaf, ook lijden onder mores binnen de gayscene zelf. Vooral de nadruk op uiterlijk, status en seks en het voorkomen van racisme en gemeen gedrag zorgen voor mentale problemen.

Hoe kan dat patroon worden doorbroken? Volgens Todd zou iedereen die in meer of mindere mate te maken heeft gehad met trauma gebaat zijn bij therapie. „De volgende stap van homo-emancipatie is elkaar daar bij te helpen.” Hoogleraar Pachankis benadrukt eveneens, in het artikel op Them , het belang van verdiepende queer-vriendschappen of mentorschap, waarbij oudere gays de jongere onder hun hoede nemen.

Toch zou het te makkelijk zijn, zegt Max Wolf, om de verantwoordelijkheid volledig bij homomannen zelf te leggen; de oorzaak ligt vaak bij een jeugd in een intolerante omgeving. „Daarom vind ik het bemoedigend dat middelbare scholen nu aan dingen doen als Paarse Vrijdag, en jongeren gemiddeld genomen eerder uit de kast komen. Dat draagt hopelijk bij aan een positiever zelfbeeld, omdat je langer aan jezelf en de nieuwe omgeving kunt wennen.”

Hoewel Merijn Koops het „rationeel” niet eens is met het schoonheidsideaal, en ondertussen hard werkt aan zijn zelfbeeld, vind hij het lastig om het ideaal te negeren. „Uiteindelijk wil je toch begeerd worden.” Een van zijn goede voornemens voor het nieuwe jaar, zo moet hij eerlijk toegeven: het krijgen van een sixpack.