Het Braziliaanse Hooggerechtshof heeft woensdag geadviseerd dat de oud-president van het land, Jair Bolsonaro, vervolgd moet worden voor de couppoging na zijn verkiezingsnederlaag in 2022. Daar hebben de vijf betrokken rechters van het Hof over gestemd: ze stemden unaniem vóór, schrijven Braziliaanse media.
Alexandre de Moraes was de eerste van de rechters die tegen stemden. Hij is een bekende kwelgeest van Bolsonaro. Zo liet hij in aanloop naar de verkiezingen van 2022 honderden sociale media-accounts opheffen die pro-Bolsonaro propaganda verspreidden.
De Moraes zei bij het uitbrengen van zijn stem dat er „geen twijfel meer is” over of de oud-president van het plan voor de staatsgreep wist. Er is volgens de rechter overtuigend bewijs dat aantoont dat Bolsonaro „kennis had van het plan van de groene en gele dolk”. De ‘groene en gele dolk’ was de codenaam van de beraamde staatsgreep, verwijzend naar de kleuren van de nationale vlag.
‘Plan aan de president voorgelegd’
Voor het plan waren wapens en tanks klaargemaakt voor moordaanslagen op politieke tegenstanders, er lagen schutters rond de woning van rechter Alexandre de Moraes. De voormalige minister van Defensie, generaal Walter Braga Netto, Bolsonaro’s running mate, zou een plan hebben goedgekeurd om Lula da Silva, de kandidaat die het van Bolsonaro won, te vermoorden.
„Onder de sinistere naam ‘groene en gele dolk’ is in het presidentiële paleis een complot gesmeed om de democratische orde ten val te brengen”, schreef procureur-generaal Paulo Gonet in februari. Toen besloot de hoogste aanklager van Brazilië de oud-president al aan te klagen. „Het plan werd aan de president voorgelegd en hij ging ermee akkoord.”
Bolsonaro heeft zijn paspoort al eerder moeten inleveren, waardoor hij zolang zijn zaak loopt het land niet kan ontvluchten. Bij veroordeling kan hij 12 tot 28 jaar gevangenisstraf krijgen.
We zijn halverwege de Vastentijd, maar er liggen restjes confetti in de goot in Kloosterburen, kennelijk een carnavalsrest die nog niet is weggeblazen door de protestantse wind die de vlakten van het Groninger Hogeland schoonblaast. Onder lezers is Kloosterburen niet zozeer een katholieke enclave, maar een bedevaartsoord vanwege het fenomenale antiquariaat Bij tij en ontij (vaut le voyage, zoals ze bij Michelin zeggen) dat er in de Hoofdstraat is gevestigd. Verderop in die straat blijken er ook gratis boeken te vinden, in een kastje dat de sporen draagt van dapper verzet tegen weer, wind, tijd en ontij.
Binnenin een boekje van een man die van ver kwam: Holland 1883 van de Portugese journalist Ramalho Ortigão (1836-1915) , die in genoemd jaar de Wereldtentooonstelling in Amsterdam bezocht en daar een paar weken aan vastplakte. Het boek verscheen in 1885; dit is een pocket-herdruk uit 1964 van de vertaling van M. de Jong (1948). Ortigão haalt op de eerste pagina’s aan dat Holland (hij bedoelt ‘Nederland’, maar dat vergeven we hem) tot de zestiende eeuw „een kluitje in nevelen gehulde modder” was alwaar Caesars soldaten reeds kennis maakten met een „rampzalig, beklagenswaardig volk, op drijvende dobberende aanslibsels gezeten”. Inmiddels is dit het volk dat de mensheid „een nieuw recht, een nieuwe moraal” zou schenken: „Het recht van elk individu op onschenbare gewetensvrijheid.” Die kunnen we in onze zak steken, dank u, heer Ortigão!
We hebben van doen met een goedgemutste toerist, die alle reserves laat varen in een ode aan uitgerekend de straat die vorige week het landelijke nieuws haalde als het decor van een akelige steekpartij: de Sint Nicolaasstraat in Amsterdam. De Portugees geeft hoog op van de winkels, mensen en bloemen in de straat. Alles is zo pittoresk dat het lijkt of de schilderijen „hun voorstellingen aan de werkelijkheid hebben teruggegeven”. En dan het licht in de Sint Nicolaasstraat! „Hier valt het, onvergelijkelijk transparant […] van boven als in ateliers die speciaal gebouwd zijn om de contouren zo scherp mogelijk te zien uitkomen en het sprekendste clair-obscur te bereiken.”
Ortigão doet zijn best om voorbij het kosmopolitisme dat volgens hem vanzelf spreekt in Amsterdam, de ware volksaard te achterhalen. Enthousiast verhaalt hij over zijn bezoek aan het Algemeen Handelsblad, alwaar de hoofdredacteur hem om tien voor half tien in de ochtend een groot glas Eau de Vichy inschonk, om aansluitend tot drie uur ’s nachts aan de boemel te gaan met zijn Portugese gast. Die laat zich ook bekoren door de zilte ruwheid van Rotterdam en hij kijkt zijn ogen uit op het strand van Scheveningen. Daar verlustigt hij zich aan de „summiere badkledij” van de vrouwen. Met een verrekijker, gericht op „fascinerend schone lichamen van een nog nooit aanschouwde blankheid, een paradijsachtige teerheid van huid”.
In het hoofdstuk ‘het platteland’ behandelt Ortigão het vlak boven Amsterdam gelegen Broek in Waterland, „op zinnelijkheidsgebied […] een geconcentreerd vleesextract, getrokken uit het rund dat Holland heet”. Daarop volgt een geweldige uiteenzetting over de maniakale schoonmaakwoede die er heerst: „De mensen zijn van de boenduivel bezeten.” Geschrokken: „Vreemdelingen op vuile schoenen worden door het dorp gedragen.”
Kloosterburen heeft hij niet gehaald.
Wilt u het besproken exemplaar van Holland 1883 hebben? Mail naar [email protected]; het boek wordt onder inzenders verloot, de winnaar krijgt bericht.
Omringd door een verwoed typende ZZP’er en een pensionado die zijn krant uitpluist, proberen wij te studeren. Tegelijkertijd worstelen de pubers tegenover ons met een eindexamen kunstgeschiedenis. Hun diepgaande analyse: „Ik snap er echt niks van gast.” En: „Ja nee, ik ook niet man, gewoon bidden.” Bij terugkomst van onze welverdiende koffiepauze liggen er drie snoepjes op mijn laptop. De puber tegenover ons kijkt schuldbewust op. „Eh, ik heb je oplader even geleend… Dus ik dacht, ik leg wat snoepjes neer als bedankje”
Floor Böger
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]
De circulaire economie is vooral een droombeeld, en dat blijft zo als de politiek niet in actie komt. Dat is de boodschap van tien bedrijven, waaronder IKEA, Bol, Zeeman en Auping samen met bedrijvennetwerk MVO Nederland. Ze vragen het kabinet-Schoof dringend om maatregelen om de circulaire economie in Nederland te versnellen.
Doordat circulair ondernemen – waarbij grondstoffen hergebruikt worden – vaak financieel ongunstig is, lopen bedrijven vast in hun verduurzaming. „Het eerlijke verhaal is dat we pas schaal gaan bereiken als er andere politieke keuzes worden gemaakt”, zo schrijven ze in een manifest. „Op deze manier blijft circulair vooral een sympathieke bijkomstigheid, in plaats van een financierbaar perspectief.”
Op deze manier blijft circulair vooral een sympathieke bijkomstigheid
Volgens een officieel overheidsdoel moet het aantal grondstoffen dat jaarlijks wordt gebruikt in Nederland per 2030 gehalveerd zijn ten opzichte van 2019. Maar bij dat doel ontbreekt het aan beleid. Vorige maand concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving dat het „heel erg onwaarschijnlijk” is dat Nederland dit doel gaat halen. Sterker: het grondstoffengebruik neemt momenteel juist toe.
Naast bedrijven als IKEA en Bol, tekenden afvalverwerker Renewi en spoor- en bouwbedrijf Strukton het manifest. „Wij ontwikkelen heel veel circulaire initiatieven”, zegt Lieve Declercq, topvrouw van Strukton. „Maar iedere keer als er dan op doorgepakt moet worden, dan merken wij dat bijvoorbeeld de prijs doorslaggevend is. We zitten in een circulaire impasse.”
„Wij moeten kunnen rekenen op een overheid die consistent uitdraagt dat dit de richting is die we uit gaan”, zegt Jan-Joost Bosman, topman van matrassenmaker Auping, die vraagt om ondersteunend beleid zoals lagere btw-tarieven voor duurzame producten. „Zoals de Engelsen zeggen: walk the talk.”
Versnipperd en gesmolten
De bedrijven stellen een aantal politieke maatregelen voor, zoals een wet die ultrafastfashion aanpakt – het in extreem hoog tempo produceren van kwalitatief slechte kleding – en tegen het „dumpen” van goedkope kleding door de Chinese webgiganten Shein en Temu. Die zou reclames voor zulke producten moeten verbieden, en spullen die niet duurzaam gemaakt zijn extra moeten belasten. Ook vragen ze om een verplichting voor producenten om gerecycled materiaal te gebruiken.
Matrassenmaker Auping heeft miljoenen uitgegeven aan een vernieuwde fabriek in Deventer om matrassen volledig circulair te produceren. Dat betekent dat de matrassen aan het einde van hun levensduur uit elkaar worden gehaald en weer verwerkt tot nieuwe matrassen. „Deze transitie kost op de korte termijn een deel van het rendement”, zegt Bosman. Oftewel: het is nu vooral nog een concurrentienadeel, geld dat niet-duurzame concurrenten niet hoeven uitgeven. Bosman: „Het zou ons bijvoorbeeld helpen als de overheid het btw-tarief voor duurzaam geproduceerde producten zou verlagen van 21 naar 9 procent.”
Ook Bol stelt voor om via de btw hergebruik en circulariteit te stimuleren. Om de levensduur van apparaten te verlengen, verkoopt de webwinkel naast nieuwe ook gerepareerde apparaten. Maar om dat echt op te schalen, vraagt de webwinkel om politiek beleid. „Zoals een lager btw-tarief voor tweedehands of reparatie”, mailt een woordvoerder.
Volgens bedrijven jaagt de overheid in z’n eigen inkoopbeleid de circulaire economie ook nog niet aan. „We zien de overheid bij aanbestedingen vooral op prijs kiezen”, zegt Declercq van Strukton. „Zelden worden er eisen gesteld die met circulaire grondstoffen te maken hebben.”
Strukton werkt aan circulaire vernieuwingen, zoals het hergebruiken van de betonnen liggers van oude viaducten onder nieuwe viaducten. Of het recyclen van de betonnen funderingen en portalen van de bovenleiding bij het spoor. „Klanten als ProRail en Rijkswaterstaat zijn huiverachtig om echt door te pakken met dat soort technische oplossingen”, zegt Declercq. „Men wil geen risico’s nemen en vraagt steeds weer opnieuw om bewijzen dat het een toekomstbestendig product is. Of we zien dat de prijs prevaleert, en dit soort technieken zijn nog iets duurder. Dus na pilots komt het dan niet van opschaling.”
Volgens mij is de vraag: wat voor land willen we zelf zijn?
‘Wacht niet op Europa!’
Het is opvallend dat de bedrijven in hun manifest de politiek oproepen niet op de EU te wachten als het gaat om circulair beleid. Groen beleid uit Europa noemen ze „fantastisch” , maar ze schrijven ook dat het „vaak nog jaren duurt”. Politici wijzen regelmatig naar Europa voor groen beleid, om het bedrijfsleven te beschermen met een ‘gelijk speelveld’. „Als we zeggen: we wachten op Europa, dan verstoppen we ons daar eigenlijk achter”, zegt Declercq. „Volgens mij is de vraag: wat voor land willen we zelf zijn?”
Het manifest kwam er op initiatief van het bedrijvennetwerk MVO Nederland, een organisatie voor bedrijven die bezig zijn met toekomstgericht ondernemen. Het wilde een signaal geven aan de politiek, waar men volgens hen momenteel te weinig met de lange termijn bezig is. Ondertussen staat de circulaire economie stil, terwijl veel bedrijven wel willen vergroenen.