Brabantse CDA’ers klampten zich tot het laatste moment vast aan hoop en geloof

Reportage

Provinciale Statenverkiezingen Ook in Brabant verpletterde de BBB (elf zetels) het CDA (vier zetels). CDA’ers kregen in de campagne niet goed uitgelegd dat ze best dicht bij de BBB staan. „Wij worden overvleugeld.”

CDA’ers Tanja van de Ven, Erik Ronnes (met blauwe stropdas), en Antje Beers (in groen) op de uitslagenavond.

CDA’ers Tanja van de Ven, Erik Ronnes (met blauwe stropdas), en Antje Beers (in groen) op de uitslagenavond.



Merlin Daleman

Er staat een groot kruis op het gezicht van Tanja van de Ven, in dezelfde kleur als haar rode lippenstift. Wie de verkiezingsposter met de nummer drie van CDA Brabant heeft beklad is niet bekend. Begin deze maand gebeurde het bij meerdere CDA-affiches in Land van Cuijk en Maashorst.

Ook in Deurne was het raak. De zaterdag voor de verkiezingen laat Jan Keijzers, CDA-kandidaat voor waterschap Aa en Maas, er foto’s van op zijn telefoon zien. Hij staat voor een CDA-kraam op de markt in Helmond, om te flyeren. Weer een rood kruis door een poster van de partij. Over verschillende CDA-affiches zijn posters geplakt met ‘#STEM ZE WEG’ en doorgekruiste logo’s van de landelijke coalitiepartijen CDA, VVD, D66 en ChristenUnie. ‘Stem ze weg’ is een leus van Farmers Defence Force (FDF). In het Brabants Dagblad zei een woordvoerder van de boerenactiegroep dat FDF de posters wel verstrekt, maar ze niet zelf ophangt.

Een paar snorren op posters, dat zijn ze bij het CDA wel gewend, zegt Keijzers. Maar zo extreem als nu? Nee.

Als de vernielingen inderdaad uit de boerenhoek komen, is dat tekenend. Die zaterdag is het al geen vraag meer of het CDA door heel het land zetels gaat verliezen met de Provinciale Statenverkiezingen. De vraag is alleen nog hoeveel. Daarentegen staat nieuwkomer BoerBurgerBeweging (BBB) in veel provincies op dikke winst.

Brabant kleurde decennialang CDA-groen. De provincie wás het CDA: boeren, gemeenschapszin, katholiek – het CDA is deels voortgekomen uit de Katholieke Volkspartij. Maar al een aantal verkiezingen wordt hier, net als in de rest van Nederland, het CDA kleiner en kleiner. Bij de Statenverkiezingen van 2019 haalde de partij ruim 13 procent van de stemmen, acht zetels (door een overstapper werden het er negen). Ze kwam wel in de drie colleges die Brabant sinds 2019 gehad heeft – het huidige bestaat uit VVD, CDA, GroenLinks, D66 en PvdA.

Woensdag leed het CDA in Brabant wéér een groot verlies: met nu nog maar vier overgebleven zetels. De BBB kwam Brabant binnenstormen met elf zetels en werd de grootste.

Nuance als ondergang

Op de donderdagavond voor verkiezingsdag zegt Paul van den Broek, burgercommissielid voor het CDA in Meierijstad: „Misschien wordt het wel onze ondergang.” Hij zit in het publiek op een CDA-avondje in het dorpshuis van Heeswijk-Dinther. Na een presentatie van Ezra Leeger, nummer vier op de lijst, hadden boeren in de zaal hun ongenoegen uitgesproken over de overheid die volgens hen de natuur steeds maar weer boven de landbouw stelt.

Toen had Van den Broek plots geroepen: „We moeten oppassen met polarisatie! We moeten natuur en landbouw naar elkaar toe brengen. Zorg dat je een genuanceerde discussie hebt op basis van feiten en niet op basis van onderbuikgevoel.” Daarna begon hij over de ondergang. Wat hij bedoelde: misschien wordt dat CDA-verhaal wel de ondergang van het CDA. Het verhaal van: samen, de nuance, de stabiele middenpartij. In de pauze zegt Van den Broek: „Het schreeuwt links hard, het schreeuwt rechts hard. Wij worden overvleugeld.”

„Het schreeuwt links hard, het schreeuwt rechts hard. Wij worden overvleugeld”

In de campagne van het CDA Brabant was te merken dat de CDA’ers wéten dat ze worden overvleugeld. Maar, naar goede christelijke gewoonte, klampten ze zich vast aan geloof en hoop. Het geloof in het verhaal van het CDA („wij hebben gewoon echt een goed verhaal”) en de hoop dat het toch wel zou meevallen, met dat zetelverlies („kijk maar eens naar de peilingen en uitslag van Eindhoven vorig jaar”). En ja, misschien zou het verhaal écht niet gehoord worden. Maar dan zou de kiezer over een paar jaar het licht wel weer zien.

De verrassingen zijn de wereld nog niet uit, zei Brabantse lijsttrekker Erik Ronnes deze campagne steeds. Zo ook de woensdagavond voor de verkiezingen, bij een debatavond met Brabantse lijsttrekkers in een café in Tilburg. Ronnes is een CDA’er „in hart en nieren”: een verenigingsman, een gezinsman, een „pragmatische katholiek” (wel carnaval vieren, geen askruisje halen op Aswoensdag). Hij is ook een ervaren politicus: hij was voor het CDA gemeenteraadslid, wethouder, Tweede Kamerlid en de afgelopen drie jaar was hij in Brabant gedeputeerde Ruimte en Wonen.

Ronnes staat achter in het café te kijken naar het eerste blok van het debat. Hij draagt een bril met dik montuur en een pak zonder stropdas. Als iedereen maar blijft zeggen dat het niet lukt, dan gaat het ook niet lukken, redeneert hij „Ik heb veel aan volleybal gedaan. Dan ging ik ook altijd het veld in om te winnen.” Op dat moment staat het volgens de zetelpeilingen 5-6 in de wedstrijd CDA-BBB.

„John, gaan we beginnen?”, zegt Ronnes na de eerste ronde goedgemutst tegen John Frenken, de lijsttrekker van BBB Brabant, die bij de bar staat.

„Dat lijkt me wel, hè. Waar gaan we het over hebben?”, grapt Frenken.

„Beetje wonen, beetje landbouw, beetje stikstof. Daar weten we wel wat van, hè?”

„Wonen doen we onder de grond; wie is de mol? Ja, want onder de grond magde gij zo diep bouwen als ge wil!”

„Én geen stikstofuitstoot!”, zegt Ronnes.

„Ja, wij denken alleen maar in hoogte, maar je kunt ook in de diepte denken.”

„Hier ontstaan creatieve ideeën.”

Ook tijdens het debat kunnen ze het goed met elkaar vinden. Ze staan op een klein podium met de debatleider en de lijsttrekkers van de Partij voor de Dieren en de PvdA. Ronnes knikt vaak instemmend als Frenken aan het woord is en ligt regelmatig in een deuk om zijn grappen. Maar richting het einde van het debat roept hij hem even tot de orde. Frenken heeft net gezegd dat de BBB de ‘kritische depositiewaarde’ van tafel wil, waarmee het kabinet de benodigde stikstofreductie in de landbouw bepaalt. „John, we komen te dicht bij elkaar op de standpunten, dus ik ga toch effe iets anders zeggen. Als de BBB straks in het provinciebestuur van Brabant zou komen, dan zullen jullie gewoon de wetten uit Den Haag moeten uitvoeren. Wat is dan jullie antwoord?”

Rode overall

Het lijkt het grote probleem voor het CDA tijdens de campagne: hun standpunten zijn vergelijkbaar met die van de BBB, alleen is het CDA een bestuurderspartij en komt de BBB net kijken. Het CDA heeft, landelijk en in Brabant, water bij de wijn moeten doen op het stikstofdossier. Omdat ze samen met andere partijen met andere standpunten besluiten moest nemen, en omdat ze te maken had met wetten en regels.

Krijg dat maar eens uitgelegd op een verkiezingsposter.

Tanja van de Ven is boerin en iedereen mag het weten. De nummer drie op de lijst heeft een veehouderij in Laarbeek. Ze heeft een filmpje opgenomen op haar boerderij, waarin ze een rode overall draagt. Op flyers staat ze stro te scheppen. En ze doorkruist heel Brabant voor ‘agro-bijeenkomsten’, georganiseerd door lokale CDA-afdelingen. Deze avonden zijn vooral bedoeld voor boeren met vragen over de landbouwkoers van het CDA Brabant.

En die zijn er, want het CDA ondertekende in 2019 het Brabantse bestuursakkoord waarin stond dat veehouders hun stallen vóór 2022 ‘emissiearm’ moesten hebben gemaakt. Daarmee liep de provincie vooruit op het landelijke stikstofbeleid. Kort nadat in oktober 2019 de boerenprotesten waren uitgebroken, stapte het CDA uit de coalitie vanwege de ‘stallendeadline’. De partij wilde dat Brabant de landelijke lijn zou gaan volgen. Het daaropvolgende college, waar het CDA wederom in zat, besloot de stallendeadline te verschuiven naar 2024. Die is nu weer verschoven, omdat de rechter een voorlopige streep heeft gezet door de emissiearme stalvloeren.

Op de ‘agro-avond’ in Heeswijk-Dinther mag Van de Ven het allemaal gaan uitleggen. Er zitten zo’n dertig mensen in de zaal. Ze laat op het projectiescherm foto’s zien van haar „mannengezin” (man en vier zoons) en vertelt over haar veehouderij. Even glijdt er iets zachts over de serieuze blikken in de zaal. De meeste tijd besteedt Van de Ven aan uitleggen wat het CDA Brabant voor de boeren heeft gedaan. Ze benadrukt dat ze in 2019 niet onder „boerendruk” uit de coalitie zijn gestapt. „Deze strijd hebben wij vanaf dag één al gevoerd.”

Daarna komen de vragen. „Hoe groot acht jij de kans dat het CDA het stallenbeleid laat varen om tóch mee te doen in de coalitie?” „Wij moeten als agrariërs een vergunning aanvragen voor iets wat eigenlijk niet uitvoerbaar is. Hoe gaat de provincie daar dadelijk mee om?” Van de Ven heeft steeds haar woordje klaar.

Aan het begin van de avond zegt ze dat er op een CDA-avond eerder die week iemand naar haar was toegekomen die had gezegd: „Ik heb me aangemeld bij de BBB, maar nou heb ik jouw verhaal gehoord en nou ga ik twijfelen.” Maar bij het CDA weten ze ook: een paar mensen die twijfelen is niet voldoende.

Bovendien lijkt het erop dat het Brabantse CDA ‘last’ heeft van het landelijke CDA, dat in het kabinet het stikstofbeleid voor boeren aan het uitstippelen is. Van potentiële kiezers hoort Van de Ven weleens dat die het „vanwege” het landelijke CDA „lastig” vinden om op CDA Brabant te stemmen.

Stef van den Hurk, veehouder en voorzitter van de lokale afdeling van boerenbelangenvereniging ZLTO, was veel aan het woord donderdagavond. De volgende dag zegt hij aan de telefoon: „Ik denk dat er veel Brabantse boeren op de BBB gaan stemmen, gebaseerd op de verhalen die ik hoor. Ik denk dat onvrede over het CDA-landbouwbeleid vrij groot is. Of die helemaal terecht is, weet ik niet. Ik denk dat het verhaal ook niet helemaal duidelijk verteld is door het CDA.” Zelf hing hij vóór de bijeenkomst meer naar de BBB, maar na het CDA-avondje twijfelt hij. „Ik vraag me af of de BBB de juiste kandidaten heeft voor de Gedeputeerde Staten. Aan de andere kant twijfel ik of bij het CDA iedereen er zo hard in gaat als Tanja.”

Bolle wangen

Hoe dichter bij de verkiezingen, hoe somberder het scorebord eruitziet voor het Brabantse CDA. Maandag staat het in de peilingen drie voor het CDA en zeven voor de BBB. In een buurthuis in Baarle-Nassau, bij een CDA-bijeenkomst over openbaar vervoer, zegt Erik Ronnes: „Ja, die cijfers doen mij ontzettend pijn.” Maar tijdens het flyeren afgelopen weekend heeft hij „ontzettend veel enthousiasme geproefd” bij de mensen op straat en hij hoopt „toch wel in de buurt van die zes zetels uit te komen”. Een klein verlies is plots een grote overwinning.

Maar het werd een groot verlies dat op geen enkele manier een overwinning te noemen is.

Woensdagavond, verkiezingsavond, kijkt Ronnes met zijn armen over elkaar naar een groot scherm. Hij staat in een volle zaal op het provinciehuis in Den Bosch. Gespannen kauwt hij op een stukje groente; er staan glaasjes met rauwkost op de statafels. Hij slikt door en dan zegt de presentatrice dat het CDA volgens de exitpoll slechts 5,8 procent van de stemmen krijgt, meer dan de helft minder dan in 2019. Ronnes blaast zijn wangen bol, dan volgt een zure glimlach. Als hij het percentage van de BBB hoort (19,5 procent), blaast hij zijn wangen nóg boller. Daarna trekt zijn gezicht strak en tot slot moet hij lachen van verbazing.

„Het is een dramatische mokerslag”

Na de exitpoll moeten hij en BBB-lijsttrekker Frenken voor de camera van de NOS verschijnen, achter in de zaal op een podiumpje. Terwijl hij daar op zijn beurt wacht, kijkt hij wezenloos voor zich uit, over de mensenmassa heen.

Later zegt hij: „Het is een dramatische mokerslag. Er is veel onvrede in het land. Ik zie dit als een grote veroordeling van de burgers in Nederland naar de gevestigde partijen. Ik denk dat wij meer naast de burger moeten gaan staan.”

De volgende dag zal blijken dat het CDA uitkomt op 6,6 procent van de stemmen en de BBB op 18,2 procent. Brabant kleurt opnieuw groen, maar niet meer door het CDA.