Bookerprize-winnaar Eleanor Catton: ‘Ik wil voor mijn lezers een honger naar de toekomst oproepen’

Interview

Eleanor Catton De nieuwe, op Macbeth gebaseerde roman van deze Bookerprize-winnaar gaat over klimaatactivisten die stukken land clandestien tot moestuin ombouwen. „In het klimaatdebat mis ik het verlangen om te weten wat er komen gaat.”

Eleanor Catton: „Hoe meer tijd we online doorbrengen, hoe saaier we worden.”
Eleanor Catton: „Hoe meer tijd we online doorbrengen, hoe saaier we worden.” Foto Olivier Middendorp

Tien jaar geleden werd de Nieuw-Zeelandse Eleanor Catton, een jonge schrijver van een eilandje aan de andere kant van de wereld, op slag beroemd toen ze de belangrijke Booker Prize won met de baksteen Al wat schittert. Het was het dikst winnende boek ooit, en ze was de jongste winnaar ooit.

Nu woont Catton in Engeland, heeft ze een gezin, en is er eindelijk een nieuwe roman, Het Woud van Birnam. De titel is een verwijzing naar een vers uit Shakespeares Macbeth: ‘Macbeth shall never vanquished be until / Great Birnam Wood to high Dunsinane Hill / Shall come against him.’ Met ‘slechts’ vierhonderd pagina’s leverde Catton een klassieke psychologische thriller af vol vaart, zonder losse draadjes of ruwe randjes. Geen mus valt dood van het dak zonder dat er een bedoeling mee is, om W.F. Hermans’ klassieke adagium aan te halen.

Dat ruikt naar conventie en behaagzucht, maar er is meer aan de hand. Er is altijd meer aan de hand bij Catton: ze is een piekeraar, een conceptueel denker, en ze schuwt politiek commentaar niet. De afgelopen jaren haalde ze herhaaldelijk de woede van Nieuw-Zeelandse burgers op de hals door het Covid-beleid van premier Jacinda Ardern te bekritiseren, of door op een literatuurfestival alle Nieuw-Zeelandse politici oppervlakkige geldwolven te noemen.

Wat haar werk bovenal uniek maakt en boven de literatuurfabriek uittilt, is de architecturale kwaliteit. Catton bouwt romans die als een klok in elkaar passen, volgens merkwaardige principes. In Al wat schittert, een variatie op de Victoriaanse speurneusroman, werden de verwikkelingen bepaald door de negentiende-eeuwse horoscopen van de personages, die Catton zeer precies heeft uitgezocht. (Een bevriende journalist waarschuwde me dat als je over astrologie begint, Catton voor de duur van het gesprek daar niet meer over ophoudt.) Het Woud van Birnam is gemodelleerd op de eveneens grondig bestudeerde verteltechniek van toneelstuk Macbeth. En daar heeft ze een bedoeling mee.

Het Woud van Birnam gaat over een groepje wereldverbeteraars, klimaatactivisten van de millennialgeneratie, die verlaten of vergeten stukken land clandestien tot moestuin ombouwen. Dat doen ze deels uit idealistische motieven, deels uit praktische, want ze leven van de opbrengst. Een soort krakers zijn ze, krakers van vruchtbare grond.

Bizar project

De leider van de groep, Mira Bunting, ruikt een kans voor het collectief wanneer een groot stuk land in een natuurgebied door een aardverschuiving onverkoopbaar is geworden. Op verkenningstocht stuit ze echter op de Amerikaanse multimiljardair Robert Lemoine, die heel andere plannen met landgoed Thorndike heeft. Voor de buitenwereld doet hij zich voor als een doomsteader, een van de superrijken die in Nieuw-Zeeland een ondergronds complex wil bouwen om als laatste mens de apocalyps in uit te zitten (ondernemer Peter Thiel schijnt zo’n bunker te hebben). In werkelijkheid berooft hij het land van zijn zeldzame metalen. Gefascineerd door Mira’s bizarre project besluit Lemoine het Woud van Birnam te sponsoren, maar de deal heeft, laten we zeggen, rampzalige gevolgen.

Macbeth is een voorafschaduwing van de manier waarop romans en series tweehonderd jaar later geschreven zouden worden, met typische shock-plotwendingen”, verklaart Catton, op auteursbezoek in Nederland, haar fascinatie. „Ik was vooral geïnteresseerd in de manier waarop de scènes in het toneelstuk een verwachting creëren voor de volgende scène. Als toeschouwer krijg je steeds informatie over wat er te gebeuren staat voordat het werkelijk gebeurt. Er worden voorspellingen gedaan zoals: ‘Macbeth zal nooit worden verslagen tot het grote woud van Birnam tegen hem op zal marcheren’, enzovoort, die vervolgens op zijn kop worden gezet. Je komt te weten dat Macbeth promotie gaat maken, nog voor hij het zelf weet. Je hoort dat de heksen Macbeth zullen ontmoeten, voor ze dat werkelijk doen. Steeds heb je een lichte voorsprong op de personages. Dat heb ik zelfbewust geprobeerd te emuleren in mijn roman. Via het vertelperspectief van Shelley kom je te weten dat ze met Tony naar bed wil, zodat wanneer het perspectief naar Tony verschuift je meer weet over Shelleys motieven dan hijzelf. Je weet dat Mira’s telefoon wordt gehackt zonder dat ze dat zelf weet, en elke keer dat ze hem gebruikt denk je: zet dat ding uit!”

Wat vindt u daar zo fascinerend aan?

„Ik wilde de roman zo organiseren dat je als lezer voortdurend vooruitdenkt. Vanuit een houding naar de toekomst die vol angst is, maar ook gedreven door nieuwsgierigheid en verlangen. Ik wil in de lezer een honger naar de toekomst oproepen, zelfs al was het maar op lokaal niveau. Dat is wat ik zo wanhopig mis aan het klimaatdebat: het verlangen om te weten wat er komen gaat. Zelfs onder activisten en andere mensen die echt om het klimaat geven hangt er een teneur alsof het lot al gegeven is, alsof we al weten waar het naartoe gaat.”

Maar we weten het niet echt, toch? Zoals de toeschouwer van Macbeth ook niet echt weet wat er komt, maar het slechts denkt te weten.

„We houden onszelf voor de gek wanneer we denken dat de toekomst al vastligt. Dat is een manier om verantwoordelijkheid af te wenden. Wat voor zin heeft het allemaal nog, als de kansen om er iets aan te doen al voorbij zijn?

„Daarom dus een thriller. Een thriller heeft een manier om je op de toekomst te oriënteren omdat je je erbij betrokken voelt, dat houdt je in zijn greep. Dat gevoel van gegrepen te worden mis ik. Dat overheerst bij mij sinds 2016, en ik denk dat meer mensen toen begonnen te voelen wat een zooi het allemaal is, het teleurstellende presidentschap van Obama, de verkiezing van Trump, het referendum over de Brexit. De financiële crisis bood een geweldige kans alles anders te doen, en in plaats daarvan was het gewoon business as usual, mensen worden nog altijd beloond om vreselijke dingen te doen.”

Dus daarom situeert u het verhaal in 2017. Speelt daarin mee dat wij als lezer al weten wat daarop volgt? Dan bedoel ik uiteraard de pandemie…

„Ha, nee, zo had ik dat niet bekeken. Ik was me er wel van bewust dat dit een period piece was, dat het een bepaalde historische periode neerzette. Alles is sindsdien alweer zo veranderd. Politieke gesprekken waren vijf, zes jaar geleden totaal anders van aard dan nu. We wisten ergens wel dat de wereld zich gevaarlijk zou gaan polariseren, maar het is nu extreem zwart-wit geworden. Mensen weigeren om nog elkaars kant van het verhaal te zien, aan welke kant je ook staat. Volgens mij is dat voor een groot deel veroorzaakt omdat we zo gewend zijn de wereld door een digitaal apparaat te ervaren. Ik ben echt heel bang over de rol die onze apparaten spelen in de vorming van onze menselijkheid, en vooral sociale media. We lijken meer en meer op computers. We zien onszelf meer als gebruikers, op een computerachtige, algoritmische manier.”

Kunt u daar een voorbeeld van geven?

„Als mensen iemand ontmoeten die een andere mening heeft… Ik merk het regelmatig, vooral onder mensen van mijn leeftijd – de totale weigering om zelfs maar met het perspectief van iemand anders in dezelfde ruimte te willen omgaan. ‘Als je dat gelooft, hoef ik niet met je te praten.’ De manier waarop mensen hun argumenten formuleren is volgens mij meer een kwestie van hun identitaire positie, dan dat het echt gaat om wat waardevol is achter die argumenten, en waarom, en hoe. Het ‘waarom’ en ‘hoe’ worden in gesprekken achterwege gelaten.”

Dit doet denken aan het midden van het boek, waarin u een lange maatschappelijke discussie ensceneert tussen Tony en Amber, een marxistische, pedante witte jongeman en een queer vrouw. “Even voor de duidelijkheid,” zegt Amber, “dus jij zegt dat intersectionaliteit bullshit is?”

„Dat was ontzettend moeilijk om te schrijven.”

Het voelt heel hedendaags, en scherp.

„Maar het feit dat het gesprek überhaupt gevoerd wordt, maakt het een historische scène. Vandaag zouden de posities al zijn bepaald nog voor het gesprek begint, mensen zitten vast in hun identiteitspositie. Of, zoals iemand me laatst vertelde, het gesprek zou niet worden gevoerd omdat de personages hun gevatte opmerkingen bewaren voor sociale media.”

Dus mensen willen enkel nog met iemand praten wanneer ze al weten wat de ander gaat zeggen?

„Daarover maak ik me althans zorgen. We ontberen degelijke debattechnieken, er heerst een gebrek aan nieuwsgierigheid. Hoe meer tijd we online doorbrengen, hoe saaier we worden. Die opmerking over bewaren van materiaal voor sociale media: zo deprimerend. Wat een afschuwelijke manier om te leven.”

Dat grijpt ook terug naar wat u zegt over het verlangen naar de toekomst. In hedendaagse gesprekken gaat het er vaak om dat je al veranderd had moeten zijn, in plaats van dat je veranderd kunt worden.

„Dat is het precies. Ik vind het moeilijk om het woord ‘woke’ te gebruiken, want het is zo beladen en bewapend, maar enfin, nu heb ik het al gezegd. ‘Woke’ duidt op een overgang van slapen naar waken, maar het is een woord in de verleden tijd. Zoals je zegt: de verandering heeft al plaatsgevonden. Er is weinig begrip voor verandering door de tijd heen en er is geen ruimte meer om je op elkaar aan te passen.”

U maakt zich zorgen, maar het feit dat u nog schrijft, daaruit spreekt toch enig optimisme.

„Zeker, ik ben hoopvol. Economische en politieke structuren kunnen veranderen. We hebben ze zelf bedacht, dus we kunnen ze heruitvinden. Daarover gaat Macbeth wat mij betreft ook, het is geen toneelstuk over ambitie, zoals iedereen denkt. Ik denk dat het gaat over wat er gebeurt wanneer je gelooft dat iets gaat gebeuren. Macbeth laat de voorspelling uitkomen omdat hij erin gelooft.

„En trouwens, wat is er mis met ambitie? Mensen snoeven over ambitie, en er is inderdaad een vorm van ambitie die zelfzuchtig is, maar er zijn ook andere vormen van ambitie, voor de mensheid, voor het klimaat. Een beetje meer ambitie zou welkom zijn.”

Lees ook: Gerda Blees: ‘Je kunt iemand niet dwingen anders te gaan denken’