Als columnist moet je het niet te hoog in je bol hebben en dat heb ik ook niet hoor, maak je geen zorgen. Maar afgelopen week dacht ik toch een fractie van een seconde: het is goed dat ik dit onderwerp aankaart.
Dat was het moment dat ik alle reacties op Twitter zag op mijn oproep om frustraties over de supermarkt te delen. Je wil het niet weten joh, hoe het daar losging. Naar de supermarkt gaan is voor veel mensen de hel – blijkbaar.
Mensen die zich eraan ergeren dat de bloemkolen altijd op de kop in het schap liggen, dat de potjes van de kruiden veranderen zodat ‘het systeem in m’n kast niet meer werkt’. Mensen die zich ergeren aan de gesprekken van de vakkenvullers over hun privéleven, aan de klanten die het beurtbalkje niet neerleggen, aan de sinterklaasliedjes, aan de mannen die op hun vrouw staan te wachten (?!), aan de mensen die alleen maar ongezonde dingen kopen, aan de poortjes die elektrisch zijn – want dat kost allemaal stroom – „gewoon het punt dat er andere mensen in de supermarkt zijn”. Man man man.
En dus dacht ik: hier moet écht even iemand wat structuur gaan aanbrengen. Anders gaat het mis. Daar gaan we.
1. Elke supermarkt krijgt een vriendelijke doch strenge portier bij de in- en uitgang.
Die klanten tasert die keihard staan te bellen op de speaker, die mensen op de bon slingert die vlak na de ingang hun boodschappenlijstje gaan staan lezen, en die klanten die zich voorbeeldig gedragen een complimentje geeft – ‘zo hoort het mevrouw Bouma, wat fijn dat u er weer was vandaag, mevrouw Bouma’.
2. De zelfscan wordt afgeschaft – daar worden hufters gemaakt.
Zelfscanpleinen zijn de Ryanairs van de supermarkt: vechten voor een stoel, maar dan zonder de lage prijs. We voeren gewoon de kassa’s met kassamedewerker weer in – daar was je toch altijd al het snelst klaar. Waar zijn jullie bang voor? Voor een praatje met de caissière? Ja hè? Kom op zeg.
3. Dan zijn we ook meteen van ‘de controle’ af, waarbij je je altijd een dief voelt.
En waarna al je zorgvuldig op z’n Tetris ingepakte boodschappen weer lukraak terug worden gemikt in je tas (met de tomaten onderin!!!). Kunnen er geen mensen met een miljoen boodschappen het hele zelfscanplein meer blokkeren én hoeven we de hemeltergende onzekerheid van ‘hoe de rij werkt’ niet meer het hoofd te bieden.
4. Want hoe werkt die rij?!?
Sta je louter in de rij voor de dichtstbijzijnde zelfscankassa, of mag je ook de eerst vrijkomende aan de andere kant pakken als je het langst wacht? Aaaaargh!!
5. Ga niet in de spits naar de supermarkt als je er niks te zoeken hebt.
Voor werkende ouders komen er timeslots en fast passes. Ook andere klanten die aantoonbaar een voorkeursbehandeling verdienen – artsen, verpleegkundigen, leuke mensen, politiemensen, docenten, etc. – krijgen voorrang in de spits. Mensen die niks in de spits te zoeken hebben – bejaarden, scrum masters, kwartiermakers, aanjagers, etc. – krijgen een boete. Voor de ultiem gestresten en extreem overprikkelden wordt de hele winkel ontruimd. Waarom niet.
6. Zorg dat je een duidelijk plan hebt voordat je naar de supermarkt gaat – ik heb het hier over boodschappenlijstjes.
En zorg voor een plan B waarop je kan terugvallen als je kerningrediënt is uitverkocht. Je gaat toch ook niet lukraak naar de bioscoop en daar staan treuzelen welke film je wil zien? Nou dan. Doorstroming, doorstroming, doorstroming, dát is het codewoord.
7. De route in de supermarkt wordt aangepast.
Waardoor zware, grote producten zoals kratten, flessen, wasmiddel en toiletpapier eerst in de kar kunnen worden geladen, en daarna pas de kleinere, lichtere, met de groente en eieren als laatste.
8. Er komen rotondes, stoplichten, verkeersborden en pijlen op de rijbaan in elke supermarkt.
Elke kar krijgt een fietsbel. Zo komt niemand meer met platte kiwi’s thuis!
9. Kom je twee halflege karren tegen die met elkaar in het gangpad staan te kletsen? Meng je dan in het gesprek.
Dat je ook een tante hebt met artrose, dat jouw overbuurvrouw laatst ook met de rollator was gestruikeld en dat je zelf ook al weken slecht slaapt. Je zal je verbazen hoe snel ze dan weer doorlopen zodat iedereen er weer langs kan.
En dan nog een woord tot de mensen op Twitter die naar aanleiding van de wetteloosheid in de supermarkt aandacht wilden vragen voor ‘de algehele afkalving van zoiets eenvoudigs als burgerlijke beleefdheid die inmiddels onomkeerbaar is’– ik kan niet alles voor jullie oplossen.
Datzelfde geldt voor de mensen die zich eraan ergeren aan ‘de complete gezinnen die voor de koeling staan te discussiëren wat ze gaan eten’, aan de spullen die deze week in de bonus zijn, maar die je vorige week al hebt gekocht, aan de vieze mandjes – bekijk het liever eens van een andere kant.
10. Zie je bezoek aan de supermarkt als een antropologisch experiment waar je veel van kan leren!
Ontketen de filosoof in jezelf. Erger je dus gerust aan de persoon voor je in de rij die eerst rustig z’n boodschappen inpakt en dan pas z’n portemonnee uit z’n tas gaat graven; aan de flessenautomaat die het EINDELIJK weer eens doet, maar waar net als jij aan komt rijden het buurthuis de vier miljoen blikjes van de afgelopen maand staat in te voeren. Erger je gerust aan de schoolklassen die wokkels en Red Bull voor de lunch kopen, aan de jengelende peuters, aan de mensen die in de avocado’s knijpen – maar vraag je óók eens af wat dat over jou zegt, en over de samenleving. Maak notities.
11. En blijf vooral klagen!
Dat is zo’n raar misverstand! Dat we niet over de supermarkt zouden mogen klagen omdat we ‘het hier in dit land zo goed hebben’. Wat een onzin! Klagen lucht op en waar moeten we anders over klagen? De mensen die zeggen: ‘laat je boodschappen toch bezorgen’ hebben het echt niet begrepen.
Want wat is er fijner dan je lekker te ergeren op een plek waar je alle gremia van de samenleving tegenkomt? Om die blik van verstandhouding uit te wisselen met vreemden, of juist het bloed uit je oren te voelen komen, en de troost te ervaren van het met miljoenen gedeelde smart ondergaan – na een bezoek aan de supermarkt kun je alles weer aan.
De supermarkt brengt ons samen.