Boekenweekgeschenk van Lize Spit is puntgaaf, spannend, actueel en aangrijpend (●●●●●)

Recensie

Boeken

Boekenweekgeschenk Lize Spit toont zich in De eerlijke vinder een slim en soepel auteur, ook op de korte baan. In minder dan honderd pagina’s slaagt ze erin een wrang portret te schetsen van haar hoofdpersoon, de jonge Jimmy, die een innige vriendschap sluit met de uit Kosovo gevluchte Tristan.


Ted Struwer

Van het Boekenweekgeschenk De eerlijke vinder van Lize Spit (1988) ging ik bijna over mijn nek. Spit had er niet veel woorden voor nodig: ‘leerachtige huid’, ‘in- en uitstulpende voelsprieten’, ‘maalde een paar keer krachtig’, ‘taaier dan verwacht’, ‘champignonsmaak’. Oef. Nooit meer kan ik neuriënd een slak laten passeren, ben ik bang. Het is knap, als een schrijver zoiets bewerkstelligt.

Spit is een slim en soepel auteur, ook op de korte baan. Voor het Boekenweekgeschenk had ze minder dan honderd pagina’s tot haar beschikking. Haar uitstekende romans Het smelt (2016) en Ik ben er niet (2020), tellen er samen zo’n duizend. Spit, opgeleid als scenarist, zei in een interview met deze krant eens dat ze begint met de montage van haar vertelling. Ze kiest met zorg en raffinement een vorm en structuur.

De eerlijke vinder is puntgaaf van opbouw, maar ook van stijl. Wanneer hoofdpersoon Jimmy door zijn vriend Tristan wordt uitgenodigd om te komen logeren, het eerste logeerpartijtje in zijn leven, speelt ‘in zijn borst iets op, iets vrolijks, maar ook iets dofs, alsof iemand een triangel aansloeg met een wortel’. Aan zo’n merkwaardig beeld blijf je even hangen, maar het laat aan helderheid niets te wensen over. En Spit zou Spit niet zijn, als ze later niet nogmaals goedgeplaatst een vergelijking met een triangelgeluid zou gebruiken.

Jimmy is een eenling van een jaar of tien. Klein van stuk, uitblinkend in schoolwerk, niet handig of sportief en ook nog de zoon van een fraudeur. Zijn vader, verzekeringsagent, is met de noorderzon vertrokken na een faillissement. De gedupeerden zijn veelal dorpsgenoten – en zijn zoon, die hem mist. ‘Iets meer dan een jaar [hierna], een maand nadat Jimmy’s vader was vertrokken,’ – typisch Spit om zo geraffineerd te laten blijken dat Jimmy dit heel precies weet – verschijnt Tristan Ibrahimi in de klas, een vluchteling uit Kosovo. Het wordt Jimmy’s taak Tristan te helpen. Met de taal, met de weg vinden, met snappen hoe de wereld werkt, in dit dorp, tussen leeftijdsgenoten: ‘hoe je een dinosauruskoek diende te eten: bij het openen van het pakje eerst de drie monsters uitschakelen – hun koppen eraf-en daarna pas de rest’. Buitengewoon gretig en ernstig wijdt Jimmy zich aan zijn opdracht.

Een landingsbaan van kussens

De eerlijke vinder is spannend, actueel en aangrijpend, maar imponeert vooral als wrang portret van de hoofdpersoon, die zijn vriend begrijpt, maar toch maar tot op zekere hoogte, hetgeen ook geldt voor volwassenen in zijn omgeving die het gezin Ibrahimi willen bijstaan. Voor Jimmy is veel bij Tristan thuis ‘als een uitgekomen wens’. Ze ‘sliepen niet in aparte bedden, maar allemaal samen […] een landingsbaan van kussens en dekens’. Hij weet van het vluchttrauma van Tristan en zijn vele gezinsleden, maar doorgrondt het niet. Niet echt.

En andersom is er ook maar tot op zekere hoogte begrip. Jimmy heeft een geheim beroep voor zichzelf uitgevonden. Als ‘eerlijke vinder’ van muntjes (op straat, in automaten) verzamelt hij flippo’s – de ronde kunststof schijfjes die in zakken chips verstopt zaten vanaf 1995 en die een spaar-rage ontketenden op basisscholen. Hij probeert de leegte die zijn vader achterliet eigenhandig op te vullen: hij houdt, nu het kantoor van zijn vader zo smadelijk ontruimd is, zelf kantoor. Met een das om, stiekem gevist uit de vaderkledij die zijn moeder wegsmeet, en een zelf gefabriekte speld op, rubriceert hij uiterst zorgvuldig flippo’s in vier mappen. Hij heeft een eigen verzameling én maakt er een voor zijn vriend. Wat zal die daar blij mee zijn, als Jimmy ze hem overhandigt op een podium nadat hij zelf als beste flippoverzamelaar aller tijden wordt gehuldigd – dan komt vast de koning (en wie weet ook zijn vader).

Het loopt allemaal anders dan Jimmy hoopt, als duidelijk wordt dat het gezin van Tristan niet mag blijven, op de in België geboren baby na. Ditmaal is het Tristan die met een noest plan komt. Maar kan Jimmy daarin meegaan?