Arvind Kejriwal, de hoogste gekozen functionaris van Delhi, zit nog zeker twee weken in hechtenis in het vervolg van een fraudezaak met alcohollicenties in het Indiase hoofdstadsgewest. Dat besloot de rechtbank maandag. De zaak rondom de deelstaatminister en leider van de oppositiepartij Aam Aadmi-partij (AAP) haalt al sinds zijn arrestatie op 21 maart alle media. Door de zaak, die al bijna twee jaar geleden begon, wordt de campagne van de komende landelijke verkiezingen nu beheerst door de rivaliteit tussen het bestuur van het hoofdstadsgewest en de nationale regering.
Kejriwal werd gearresteerd op verdenking van het aannemen van miljoenen aan steekpenningen van drankbedrijven, toen in Delhi licenties werden verstrekt voor alcoholverkoop. De AAP ontkent de beschuldigingen. Het is voor het eerst dat een zittende deelstaatminister vastzit – zijn partij heeft laten weten hem voorlopig in functie te laten. De verkiezingen zijn verspreid over de verschillende deelstaten. Ze beginnen op 19 april en zullen zes weken in beslag nemen.
Volgens Kejriwal is het tegen hem geopende onderzoek door de federale dienst voor wetshandhaving „een fabricatie” en „politiek gemotiveerd”. Kejriwal, die in 2011 de AAP oprichtte, is een spraakmakende oppositiefiguur die in de afgelopen jaren herhaaldelijk in clinch lag met het politieke establishment en de BJP, de partij die de landelijke regering aanvoert. In 2015 behaalde hij een overduidelijke winst in de lokale verkiezingen in het hoofdstadsgewest Delhi, ten koste van de partij van premier Narendra Modi. De AAP won twee jaar geleden ook de deelstaatsverkiezingen in Punjab, wat werd gezien als signaal dat Indiërs de relatief nieuwe partij steeds meer zien als valide alternatief. Sinds vorig jaar is Kejriwal met AAP ook een van de belangrijkste boegbeelden van de zogeheten INDIA-coalitie van een twintigtal oppositiepartijen, die in de komende landelijke verkiezingen samen campagnevoeren.
Lees ook
Probeert de Indiase premier Modi via de rechter van zijn tegenstanders af te komen?
Instanties ingezet tegen tegenstanders
Die oppositiepartijen organiseerden zondag een massale betoging tegen de arrestatie van Kejriwal en recente maatregelen van de centrale regering. Zij vinden de timing van de arrestatie van de populaire oppositieleider, die nu pas vier dagen voor het begin van de landelijke verkiezingen weer vrij kan komen, verdacht. Critici stellen dat onder premier Modi het overheidsapparaat in steeds verdere mate gecentraliseerd is, en dat overheidsinstellingen steeds meer onder directe aanwijzing van de regering staan. Zo zou de federale handhavingsdienst, die onder meer financiële misdaden onderzoekt en achter de arrestatie van Kejriwal zit, gericht worden ingezet tegen politieke tegenstanders van de BJP.
Partijleiders van de Congress-partij, een andere grote landelijke oppositiepartij, vertelden in maart dat bankrekeningen bevroren zijn, zodat de partij moeilijk campagne kan voeren. In de bijeenkomst zondag omschreef Congress-leider Rahul Gandhi de zaak tegen Kejriwal en andere oppositiepolitici als een „poging tot match-fixing van deze verkiezingen”. Premier Modi zelf gaf zondag in een stad buiten New Delhi het startschot voor zijn eigen verkiezingscampagne. Hij wil een derde termijn. Zijn tegenstanders zouden zich vooral roeren omdat zij „de corrupten willen beschermen, die wij juist achter slot en grendel zetten”. De rechtbank van Delhi hoorde maandag dat Kejriwal weigert mee te werken aan het onderzoek.
De zaak krijgt ook internationaal de aandacht. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten de arrestatie van de AAP-leider op de voet te volgen en riep de Indiase regering op om te zorgen dat een „eerlijk, transparant en tijdig juridisch proces” zou plaatsvinden. Ook Duitsland uitte zorgen over de arrestatie. De Indiase regering reageerde uiterst scherp op die verklaringen en noemde die „ongegrond”: „Zulke aantijgingen van buitenaf, over onze electorale en juridische processen, zijn volkomen onaanvaardbaar.” Zowel de Amerikaanse als Duitse plaatsvervangende ambassadeurs werden vanwege hun kritiek naar het Indiase ministerie van Buitenlandse Zaken ontboden.