Bob Dylan als vogeltje of hypotheekadviseur

Bob Dylan had hypotheekadviseur kunnen worden, Elvis daarentegen, nee, Elvis niet. Die kwam ter wereld „als de godin Athena, volledig gevormd, inclusief wapenuitrusting”. Hij was voorbestemd te gaan doen wat hij ging doen, later toen hij groot was. En daarmee is hij een leermeester van likmevestje, vindt Mikah, de hoofdpersoon uit Van de goden vervuld van Lucky Fonz III, voorheen vooral bekend als singer-songwriter.

Nee, dan Dylan! Dat is pas een voorbeeld, want die heeft zichzelf uitgevonden, zichzelf gemaakt, „uit duizend stukjes troep, als een vogeltje dat een nest had gebouwd om daarin het ei te leggen waar het zelf uit kruipt.”

Van de goden vervuld, Lucky Fonz’ debuut, met 160 pagina’s te dun om ‘roman’ te heten, is een verfrissende novelle, ondanks het overbekende plaatje dat geschetst wordt: twee jonge mensen die nu toch echt bijna, bijna volwassen moeten worden, beleven een gouden zomer op een Waddeneiland. Te beginnen bij een kampvuur, waar ze elkaar ontmoeten, waarna ze al snel kleding en overige reserves overboord gooien en zich aan elkaar uitleveren. Even nog, snel, nu het nog kan.

Maar er staan in dit kleine verhaal toch tal van dingen waar je van opkijkt, die prettig verrassen, zoals het beeld van Dylan als hypotheekadviseur dan wel als vogeltje. Het is sterk van sfeer en van toon, spitsvondig en zorgvuldig geformuleerd. Bijzonder is hoeveel beeldspraak gaat over geluid, iets wat je, net als goed verwoorde verwijzingen naar geur, niet zo vaak tegenkomt in literair proza.

Bij het fietsen over een schelpenpad heet het bijvoorbeeld: „Deze verbrijzeling van kokkelscherven [klonk] als een zachtaardig rumoer; geroezemoes uit het deurtje van een miniatuurcafé.” Dat is innemend.

De liefde die Mikah direct opvat voor Hadassa is deels ingegeven door de klank van haar stem. Haar klinkers „klonken alsof ze uit koperblazers kwamen, en haar sisklanken (…) gepunctueerd uit plofklanken, kort en scherp als slagen op een kleine trom.” Heel haar stemgeluid is „helder en weids als een bergmeer.” Mikah hoort Hadassa goed, of hij ook echt luistert is wel de vraag. Van de goden vervuld is vooral een scherp portret van hem.

Wat bezielt hem, behalve lust? Mikah is een zoeker. Hij lijkt vrij, levend van de lucht en van zijn gitaar, maar uit wat hij Hadassa vertelt over zijn leven tot dan toe blijkt dat hij neigt naar depressie (en daar af en toe in wegzakt) en eigenlijk klauwt naar houvast.

Kom maar op met je keurslijf. Dat is ook haar devies. Hadassa blijkt slechts tijdelijk weggelopen te zijn van haar kerkgemeenschap, De Overtuiging genaamd. Aanvankelijk twijfelt ze aan de geloofsleer, die haar verplicht binnenkort te trouwen en kleine Overtuigertjes te baren, maar dan verzoent ze zich ermee. Het is zo bedoeld, het moet zo zijn.

Het mooiste al achter de rug

Mikah veroordeelt het, maar lijkt er, zonder het zelf te weten, ook wel jaloers op. Zijn leven dient geen hoger doel, wie weet is het mooiste al achter de rug, hij overweegt op enig moment haast laconiek om maar voorgoed in de zee te blijven.

Van de goden vervuld is een rijk boekje, waarin bovendien op boeiende wijze wat muziekgeschiedenis verpakt is. House, heet het bij monde van de hoofdpersoon, was aanvankelijk gericht op de toekomst, futuristisch, losgezongen.

In 1997 maakte Daft Punk daar een einde aan door met een door nostalgie ingegeven album op de proppen te komen: „Het verleden [sloop] naar binnen, als gas door een kier.” Hopelijk gaat Lucky Fonz III over dit soort dingen de komende jaren veel meer vertellen, niet in liedteksten, maar verpakt in langere literaire fictie.