De 1-serie was in 2007 de eerste democratische BMW sinds mensenheugenis. Hij sleepte de BMW-strijdkreet ‘Freude am Fahren’ voor minder geld maar met behoud van de sportieve achterwielaandrijving naar de bovenkant van de Golf-klasse. Gouden greep. Je haalde met dat BMW-logo alvast nieuwe rijken binnen die het nog moesten worden. Hij was niet te duur maar reed toch lekker, de klanten genoten. Wie hem nieuw niet kon betalen nam een niet eens afgetrapte tweedehands, want het wagentje bleek vrij solide en de nieuwe doelgroep keurig volk.
Na de ingrijpende facelift van de huidige, inmiddels voorwielaangedreven 1-serie is de vraag wat van dat aura rest. Zijn oorspronkelijke publiek ziet hem achttien jaar later niet meer staan. Dat bewoont designvilla’s met Porsches voor de deur en Mini’s voor mevrouw, sorry maar waar. Millennials rijden deelauto’s en de carrièristen onder hen moeten van de baas meteen aan de EV. De spectaculaire 1-series met zescilinders zijn niet meer. De potigste modellen hebben viercilinders met vierwielaandrijving, een elektrische 1 ontbreekt. Met zijn verschraalde halo staat hij wat verweesd in de succesagenda.
Zoom in voor alle details van de BMW 120Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Maar hij kan een uitkomst zijn voor liefhebbers die het onder de motorkap graag ouderwets hartig horen brommen. Ze komen in de nieuwe aan hun trekken met de driecilinders van de 118 en de 120, de meest gangbare modellen. In de testauto met het modelopschrift 120 zou je bij BMW een tweelitermotor verwachten, maar cijfers corresponderen bij dit merk allang niet meer met de cilinderinhoud. Dan had er 115 gestaan, van 1.500. Zo weinig? Geen paniek: Het 1.499 cc metende motortje is snel zat met 156 pk plus een beetje elektroboost van een 15kW-dynamo die het totale vermogen op 168 pk brengt. Het trekt beter en loopt mooier dan de driecilinder van de vorige generatie, toen de armelijke Aygo-associaties wat nerveus maakten. Hier alleen na de koude start. Dan reutelt het motortje als een brommer en voel je lichte vibraties in de koets. Eenmaal warm merk je akoestisch geen verschil met BMW’s uit de oude doos. Het stuurgedrag is navenant verheugend en het windgeruis blijft bij forse tegenwind gering. Uitstekend werk. Dat geldt nog meer voor het verbruik. De 120 loopt ook bij barre weersomstandigheden 1 op 18 en zal ’s zomers nog veel efficiënter zijn.
Zoeken naar het knopje


een BMW kunnen
natuurlijk niet.


eerst met BMW ID
aanmelden voor toegang tot alle functies.
Foto’s Merlijn Doomernik
Enkele onhebbelijkheden heeft hij wel. De pauzeknop bij het afspelen van muziek wordt pas zichtbaar bij aanraking van het touchscreen. De bediening vond ik soms omslachtig. BMW heeft de neiging per modelgeneratie de bedieningslogistiek weer net iets anders in te steken. Naar het knopje voor het boordcomputermenu op het stuur is het even zoeken. De iDrive-draai- en drukscroller mis ik nog steeds. Hij was veiliger en bedieningsvriendelijker dan het huidige touchscreencircus met tientallen apps die je soms eerst in beeld moet swipen. Het meterhuis is me te excentriek gelijnd en het stuur net te dik. Net als bij Mini zit het keuzemenu voor de stoelmassageprogramma’s achterlijk verstopt onder het icoon ‘instellingen wijzigen’. De massagekracht valt wat tegen, al ben je in mijn levensfase blij met alle beetjes zachte aandacht. Maar de 1 zit voorin excellent, met de voor BMW karakteristieke verlengbare zitting als welkome comfortbonus voor langbenige bestuurders. Mijn vrees dat de lage en ietwat benauwde instap voor die groep bezwaarlijk zou kunnen zijn is majestueus ontkracht door zwager S. Hij past er met zijn lange lijf uitstekend in en heeft zich als seniore 1-rijder verzoend met de puberale driekleurige stikseltjes respectievelijk de ietwat geforceerde maar stiekem gave lichtshow op het dashboard. Dat schenkt retro-scifi uit de jaren zeventig met een rood-blauwe lichtarmatuur en een blauw lichtraster links en rechts met de structuur van ventilatieroosters. Verder geen klachten. De A-stijlen zijn niet beeldversperrend vet, het uitzicht rondom is redelijk en de Harman Kardon-stereo met de vertederend banaal verlichte merklogo’s klinkt uitstekend. Blijmakend is een echt schuifdak, al is het gat te krapjes om een hoofd doorheen te persen.
Ik zie een nieuwe doelgroep voor de yuppenhatchback van weleer. Dit is de ideale, compacte reisauto voor oudere stellen met lange pensionadotrips door heel Europa. Geen laadgedoe in moeilijke landen, alsnog een schappelijk klimaatprofiel. Uit de kinderen, dus geen ruimteprobleem. Van wat ze op een suv besparen, nemen ze een extra fijn hotel. Voor kampeerders kan er zelfs een klapkar achter, weet ik uit betrouwbare bron. Freude am Sparen!
