Bloed van een missionaris en een Oegandees meisje biedt zicht op betere malariavaccins

Infectieziekte Een mogelijk nieuw vaccin tegen malaria zou de verspreiding van de parasiet tegengaan. De ziekte doodt honderdduizenden mensen.

In het lab gekweekte Anopheles-muggen op een zee van muggeneitjes in water.
In het lab gekweekte Anopheles-muggen op een zee van muggeneitjes in water.

Foto Frank Muller/Radboudumc

Het bloed van een Nederlandse missionaris en een jong meisje uit Oeganda biedt aanknopingspunten voor een nieuw vaccin tegen malaria. Nijmeegse onderzoekers ontdekten daarin antistoffen die de malariaparasiet onvruchtbaar maken. Met een team internationale collega’s publiceerden ze er twee studies over, dinsdag in het wetenschappelijke tijdschrift Immunity.

Malaria is een tropische ziekte. De gevaarlijkste en meest voorkomende vorm, malaria tropica, wordt veroorzaakt door de parasiet Plasmodium falciparum. Die wordt op mensen overgedragen tijdens een beet door vrouwtjes van de anopheles-mug. Aanvankelijk krijgt iemand koortsaanvallen, hoofdpijn en spierpijn. Maar dat kan snel omslaan naar een fase met dodelijke complicaties. Behandeling is alleen mogelijk in een vroeg stadium. Een groot probleem is de toenemende resistentie van de parasieten tegen antimalariamiddelen. Jaarlijks sterven 620.000 mensen aan malaria, voornamelijk jonge kinderen en zwangere vrouwen.


Lees ook: Drie klappen voor resistente malaria

Naar malariavaccins wordt dan ook naarstig gezocht, maar ze zijn lastig te maken. Daarom onderzochten de wetenschappers het bloed van mensen die van nature een sterke afweer tegen de ziekte hebben. De meeste mensen die in malariagebied wonen, bouwen in de loop van hun leven immuniteit op.

Het bloed van de missionaris lag al dertig jaar in de vriezer

Teun Bousema Radboudumc

„Het bloed van de missionaris met de sterke immuniteit lag al dertig jaar in de vriezer”, vertelt epidemioloog Teun Bousema van het Radboudumc, een van de studieleiders. Het bloed van het achtjarige meisje ontdekten ze bij een langlopende studie bij 500 mensen in Oeganda. „In haar bloed zagen we maand na maand een sterke immuunrespons, dat is heel zeldzaam.”

De onderzoekers bekeken waar in de ingewikkelde levenscyclus van de parasiet de afweer zo succesvol ingreep. Na een infectie belanden kiemcellen van de parasiet in rode bloedcellen. Een mug zuigt dat besmette bloed op, in haar maag ontstaan daaruit mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen (gameten). Die bevruchten elkaar, en via het speeksel van de mug belanden die parasieten na een beet weer in de volgende persoon.

Een gekweekte mug uit het Nijmeegse experiment prikt door een stuk nephuid.
Foto Teun Bousema/Radboudumc

Bousema en zijn team testten honderden bloedmonsters. Gekweekte muggen in kleine kooitjes konden door een stuk nephuid prikken om het aangeboden bloed te eten. Twee monsters hadden een opvallend effect: als muggen met parasieten vermengde bloedmonsters van de missionaris of het meisje aten, konden de parasieten zich niet verder verspreiden.

Parasitoloog Matthijs Jore ontdekte meer dan honderd antistoffen tegen een oppervlakte-eiwit van kiemcellen en gameten en tegen een ander eiwit dat belangrijk is voor de bevruchting. Deze bleken de versmelting van de vrouwelijke en de mannelijke gameten in de maag van de mug te blokkeren. Zo konden de muggen de parasiet niet meer doorgeven bij een beet.

Nader onderzoek van Jore en zijn collega’s onthulde dat de sterkst werkende antistoffen vooral gericht waren tegen specifieke delen van die eiwitten. Jore: „Nu weten we tegen welke domeinen van die eiwitten we nieuwe vaccins moeten ontwikkelen, en welke we beter weg kunnen laten.”

Muskietennetten

Sinds 2000 wordt er flink geïnvesteerd in malaria-onderzoek, met name door de Bill & Melinda Gates foundation. Er kwam ook meer voorlichting over het gebruik van muskietennetten en muggenwerende maatregelen. Hierdoor daalde het aantal doden aan malaria. Maar sinds 2015 neemt het aantal malariagevallen in veel landen weer toe.

Er is een vaccin, (RTS,S) dat sinds een paar jaar breed wordt ingezet bij kinderen. Het is gericht tegen de parasietvorm zoals die door de mug wordt ingespoten. Bousema: „Het voorkomt vooral dat een mens ziek wordt, maar remt de verspreiding van de parasiet niet. Een mug die ze steekt, krijgt nog steeds de parasiet binnen. En het vaccin werkt maar beperkt: bij een derde van de gevaccineerden biedt het drie jaar bescherming.”

Ook mensen met natuurlijke immuniteit kunnen de parasiet nog verspreiden, zegt Bousema. „Een vaccin dat de verspreiding tegengaat is dus hard nodig.”

De Nijmeegse ontdekkingen zijn een grote stap in de richting van een vaccin dat de verspreiding kan voorkomen, doordat het voorkomt dat de parasiet zich ontwikkelt in de mug.

Bousema: „Resistentie is bij malaria een groot probleem. Het is aannemelijk dat er ook resistentie zal ontstaan tegen het bestaande vaccin. Daarom geloven wij in een combinatie met een vaccin dat de transmissie tegengaat.”


Lees ook: ‘Vaccin tegen malaria is erg ingewikkeld’