Blijft omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat te koop? De EU legt positief advies voorlopig neer

Pesticiden Een stemming in Brussel over glyfosaat strandde in een impasse. Waarom volgen lidstaten niet het advies van de voedselautoriteit?

Elke lente doet glyfosaat de landbouwpercelen opnieuw gifgeel kleuren: het pesticide doodt álle planten.
Elke lente doet glyfosaat de landbouwpercelen opnieuw gifgeel kleuren: het pesticide doodt álle planten. Foto ANP/DPA

Een alliantie van grote chemiereuzen had samen het omvangrijkste toelatingsdossier voor een pesticide óóit samengesteld, maar het mag nog niet baten. Vrijdag stemden vijftien EU-landen over de toelating van het omstreden bestrijdingsmiddel glyfosaat voor tien jaar in Europa, maar een gekwalificeerde meerderheid werd niet gehaald – noch vóór noch tegen.

Onder politieke en maatschappelijke druk onthielden meerdere landen zich van stemming. Zo ook Nederland: tot twee keer toe stemde de Tweede Kamer voor een motie om in Brussel tegen te stemmen, maar demissionair minister Piet Adema legde die na kabinetsberaadnaast zich neer. Doorslaggevende landen Frankrijk en Duitsland deden hetzelfde.

In november volgt een nieuwe stemming in een beroepscommissie van de EU. Mogelijk komt de Europese Commissie dan met een aangepast voorstel tot verlenging. Komt er opnieuw geen meerderheid die 65 procent van de EU-bevolking vertegenwoordigt, dan krijgt de Europese Commissie het laatste woord. Hoogst waarschijnlijk blijft die dan bij het eigen voorstel: verlenging van glyfosaat in Europa.

Zo tekent zich vooralsnog exact hetzelfde scenario af als in 2017, toen dezelfde groep bedrijven een vergunning aanvroeg. Lidstaten werden het ook toen niet eens over een tienjarige verlenging, later in de beroepscommissie besloot de Europese Commissie tot een relatief korte verlenging van vijf jaar. In die tijd zouden de onzekerheden rond glyfosaat weggenomen moeten worden, maar het tegenovergestelde is gebeurd.

Advies voedselautoriteit genegeerd

Opzienbarend is dat de Europese Unie opnieuw niet meegaat met het advies van de Europese voedselautoriteit EFSA. Die vond op basis van de gigantische hoeveelheid (proefdier)studies in het elfduizend pagina’s tellende toelatingsdossier geen „critical areas of concern”. Wel identificeerde het agentschap een aantal „kennisgaten”, onder andere op het gebied van hersenschade, maar voor het uiteindelijke advies waren die niet doorslaggevend.

Heel zeldzaam is het overigens niet dat de EU een EFSA-advies opzijschuift: nog geen 24 uur eerder ging de EU al tegen een EFSA-advies in: bestrijdingsmiddel cypermetrine werd toegestaan in Europa, terwijl de voedselautoriteit vier „kritieke zorgpunten” zag. Maar in het geval van glyfosaatzijn de belangen aanzienlijk groter. Zo verdienden Bayer en Syngenta vorig jaar nog respectievelijk 8,3 miljard en 6,5 miljard euro met hun onkruidverdelgers, waar hun glyfosaat bevattende producten RoundUp en TouchDown de kaskrakers zijn.

Mensen worden chronisch blootgesteld aan glyfosaat, niet alleen in de buurt van boerderijen maar ook in steden

In een verklaring schrijft de Glyphosate Renewal Group, de bedrijven die samen om goedkeuring vragen, dat ze „erop blijven vertrouwen dat de verlenging zal worden verleend”.

Maar ook als de toelating van glyfosaat in november alsnog verlengd wordt, zullen de zorgen blijven. Een Ipsos-peiling in zes EU-landen – in opdracht van milieugroep Pesticide Action Network (PAN) – wijst uit dat circa zestig procent van de inwoners van die landen vóór een verbod is.

Omstreden is glyfosaat allang, niet in de laatste plaats vanwege de karakteristieke zichtbaarheid van het middel. Elke lente doet glyfosaat de landbouwpercelen opnieuw gifgeel kleuren: het pesticide doodt álle planten, en dus grijpen boeren graag naar het middel voordat ze akkers opnieuw inzaaien. Milieuorganisaties en wetenschappers wijzen op een link met hersenziektes, een afname van biodiversiteit, effecten op het microbioom in de darmen en mogelijk kanker. Hoe kan het dat sommige wetenschappers zo anders naar glyfosaat kijken dan de Europese voedselautoriteit?

Wetenschappers botsen met EFSA

Om een pesticide op de Europese markt te brengen moeten bedrijven zelf een veiligheidsdossier opstellen. Ze leveren studies die onder andere aantonen hoe hun stoffen in het milieu verplaatsen, hoe mensen en dieren ze opnemen, en bij welke dosering sommige toxische effecten optreden – maar niet alle. EFSA evalueert het dossier en rekent door of normaal gebruik van een pesticide kan leiden tot een blootstelling waarbij schadelijke effecten optreden.

„Op basis van het huidige beoordelingskader en de uitgebreide gegevens die zijn aangeleverd aangevuld met literatuuronderzoek, zijn er geen redenen om na de herbeoordeling glyfosaat te verbieden”, zegt Annemarie van Wezel. Zij is hoogleraar milieu-ecologie en collegelid van het CTGB, dat in Nederland oordeelt over de toelating van bestrijdingsmiddelen. Ook was het CTGB betrokken bij de Europese beoordeling van het toelatingsdossier van glyfosaat. „Glyfosaat is vergeleken met andere pesticiden niet zo toxisch, maar wordt wel veel gebruikt.”

Je moet onder de motorkap kijken: naar celschade in de hersenen

De kritiek van wetenschappers en milieugroepen richt zich dan ook grotendeels op het toelatingssysteem: de industrie zou een te groot aandeel hebben bij de toelating van hun eigen middelen. Bedrijven financieren toxicologisch onderzoek en voeren het in eigen laboratoria uit. EFSA bouwt weliswaar ruimte in voor wetenschappers om onafhankelijk onderzoek aan te leveren, maar het zwaartepunt ligt bij de industrie: twee derde van alle beoordeelde studies is niet onafhankelijk. En er zijn gevallen bekend dat de industrie studies heeft achtergehouden, zo schreef NRC onlangs: Syngenta deelde een studie naar hersenschade van een glyfosaatvariant jarenlang niet met EFSA.

„Mijn bezwaar is niet dat het onomstotelijk bewezen is dat glyfosaat hersenziekten als Parkinson veroorzaakt, maar dat het toelatingsbeleid van EFSA niet klopt”, zegt neuroloog Bas Bloem. Hij vraagt de laatste jaren luid aandacht voor de link tussen pesticiden en ‘neurodegeneratieve ziekten’ als Parkinson.

Celschade in hersenen

EFSA kijkt op neurologisch gebied naar de verkeerde studies, zegt Bloem. „De onderzoeken in het dossier focussen alleen op zichtbare effecten, maar dat zijn hele late verschijnselen in het proces van neurodegeneratie. Je moet onder de motorkap kijken: naar celschade in de hersenen. Daar is mij letterlijk één studie van bekend, die niet in het dossier zit maar wel schade aan de hersenen laat zien. En er zijn nog meer aanwijzingen: zeven studies die Parkinson koppelen aan blootstelling aan glyfosaat.”

Lees ook: Hoe Syngenta een studie naar glyfosaat en hersenschade meer dan twintig jaar achterhield

Bovendien onderschat EFSA de menselijke blootstelling aan glyfosaat, zegt Violette Geissen. Zij is hoogleraar bodemfysica en landbeheer aan de Universiteit Wageningen. „De EFSA-modellen bepalen de verspreiding van glyfosaat en de blootstelling aan mens en milieu, en bij die resultaten verwachten ze geen gezondheidsschade. Maar met metingen vinden wij in huisstof en de lucht veel hogere hoeveelheden. In alle luchtmonsters die we zien is glyfosaat aanwezig, en in huisstof accumuleert het. Mensen worden chronisch blootgesteld aan glyfosaat, niet alleen in de buurt van boerderijen maar ook in steden.” Van Wezel ziet ook dat waterkwaliteitsnormen voor pesticiden in de praktijk worden overschreden.

In de huidige toelatingsprocedure zullen dergelijke ‘kennisgaten’ niet meer gedicht worden. Omdat de vergunning van glyfosaat in december verloopt, volgt de volgende stemming in Brussel al half november. De komende weken zal blijken of de Europese Commissie net als zes jaar geleden haar voorstel aanpast. Actiegroep PAN verwacht een nieuw voorstel om glyfosaat misschien zeven of vijf jaar toe te staan, zegt beleidsofficier Angeliki Lyssimachou. „Ik zal nooit juichen bij een verlenging van glyfosaat, maar elke vermindering is beter dan niks.”

„Een verlenging van tien jaar is voor mij onbespreekbaar en onbestaanbaar”, zegt Bloem. „Ik zou een acuut ‘nee’ het meest wenselijk vinden, en daar blijf ik me de komende maand voor inzetten.”

„Een tussenoplossing is per direct een beter toetsingskader op te stellen en glyfosaat op juiste manier te testen – door onafhankelijke instituten. Dan kan je veel antwoorden binnen drie of vijf jaar hebben.”