Bij Red Bull kijken ze bij het begin van de zomerstop in de Formule 1 nerveus achterom

Een beter symbool voor de omwenteling in de eerste helft van het Formule 1-seizoen kon de Grote Prijs van België niet zijn. Een race waarin vier teams meevochten om de prijzen, waarin de strijd om de overwinning tot de laatste ronde spannend was – én een race waarin Max Verstappen, hoe hard hij zijn best ook deed, niet verder kwam dan de vierde plaats.

Voor Verstappen was het alsof de race op Spa-Francorchamps, het glooiende en snelle circuit door de Ardennen waar hij zo graag rijdt, een soort gecontroleerde laboratoriumproef was om te testen hoe het gesteld was met zijn dominantie. Net als in de voorgaande twee edities moest hij vanwege een gridstraf in het middenveld starten. Maar waar hij in 2022 en 2023 binnen een paar ronden iedereen inhaalde en afgetekend won, moest hij nu in zijn Red Bull coureurs van drie andere teams voor zich dulden.

Nog maar vier maanden geleden leek het F1-seizoen voorbij voordat het goed en wel begonnen was. In de ene na de andere saaie race ging Verstappen er met de zege vandoor. Maar inmiddels is er, na een ommekeer zoals de Formule 1 die niet vaak ziet, een voorlopig einde gekomen aan zijn overheersing.

De oorzaak voor de competitieve revolutie ligt in de race die náást de baan plaatsvindt; die tussen de technici in de fabrieken van de F1-teams. Zij werken het hele jaar aan onderdelen om hun auto’s sneller te maken. De ontwerpers van Red Bull zijn daar minder goed in geslaagd dan die van met name McLaren en Mercedes.

Dat laatste team leek zich in Spa definitief bij het gevecht tussen Red Bull en McLaren te hebben gevoegd. Onverwacht finishten Mercedes-rijders George Russel en Lewis Hamilton als eerste en tweede, nadat Russell een gewaagde éénstopstrategie perfect ten uitvoer had gebracht en in de slotfase zijn teamgenoot nipt achter zich had weten te houden. Russell werd echter gediskwalificeerd omdat zijn auto na afloop te licht bleek. Hamilton erfde de overwinning, Verstappen schoof door van de vijfde naar de vierde plaats.

Slimme trucs afkijken

Het is een effect dat vaker optreedt in de F1: hoe langer een bepaalde versie van het technisch reglement van kracht is, hoe kleiner de verschillen worden. De achtervolgers strijken de plooien in hun auto’s glad en kijken wat slimme trucs af van de koploper, die er intussen tijdens het doorontwikkelen achterkomt dat ook een geniaal ontwerpconcept zijn grenzen kent. Maar dat Red Bull – dat de huidige, in 2022 ingevoerde regels het beste interpreteerde – zo snel zou worden bijgehaald, verwachtte niemand.

Sinds McLaren begin mei een grote upgrade meenam naar Miami, en zo direct met Lando Norris de overwinning pakte, ligt de strijd weer helemaal open. De verschillen vooraan zijn zo klein dat de uiteindelijke rangorde op elk circuit weer anders is en van talloze variabelen afhangt: van de baantemperatuur tot een nieuwe asfaltlaag die toevallig is neergelegd, zoals in Spa. De coureurs moeten er met hun race engineers in slagen hun auto perfect af te stellen. Voorheen had Verstappen zo’n grote marge dat hij ook nog prima kon winnen als zijn auto niet fantastisch aanvoelde, nu kan hij dat wel vergeten.

Verstappens kwalificatieresultaten zijn misschien wel de beste indicator van zijn verschrompelde dominantie. Op de eerste vijf circuits van het seizoen veroverde hij telkens pole position, waarbij zijn gemiddelde voorsprong op de snelste niet-Red Bull een naar F1-begrippen ruime 0,37 procent bedroeg (omdat elk circuit een andere rondetijd heeft, zijn percentages een betere maatstaf dan seconden). Op de negen circuits daarna slonk dat verschil naar 0,05 procent en kwalificeerde hij zich nog slechts drie keer op de eerste plaats.

Verstappen heeft nu voor het eerst sinds eind 2020 vier grands prix op rij níet gewonnen. Maar zonder zijn uitzonderlijke stuurmanskunsten had hij nog meer races kunnen verliezen. Zo won hij in Imola en Barcelona, terwijl hij niet de snelste auto had. En in de regen, wanneer de verschillen tussen de auto’s er minder toe doen, blijft Verstappen ongenaakbaar. Zoals zaterdag tijdens de natte kwalificatie in Spa, waar hij de rest van het veld op grote achterstand reed. Al bestuurde hij ook in Spa niet de snelste auto – het is goed mogelijk dat Verstappen zonder zijn gridstraf gewonnen had.

Zenuwachtig

Over zijn vierde wereldtitel hoeft Verstappen zich ondanks alles weinig zorgen te maken. Terwijl de kampioen wankelde, stond er niet één uitdager op die alle WK-punten van hem afsnoepte. In plaats daarvan wonnen zes andere coureurs races. Ondertussen maken nummer twee Lando Norris en zijn team McLaren haast elke race fouten. Ook in België: Norris verloor tijd door stuur- en remfouten en zijn pitstopstrategie was niet bepaald optimaal. Hij zag Verstappens voorsprong groeien tot 78 punten.

Red Bull kijkt wél zenuwachtig achterom in het constructeurskampioenschap, waar McLaren tot op 43 punten is genaderd. Het grote obstakel is Verstappens teamgenoot, de Mexicaan Sergio Pérez. Die crashte een paar keer op rij tijdens de kwalificatie en is al maanden niet hoger gefinisht dan zevende. In Spa startte hij zowaar weer eens als tweede – om vervolgens anoniem weg te zakken en ruim achter Verstappen als zevende te eindigen. Op bepaalde momenten was Pérez bijna een seconde per ronde langzamer.

Pérez zou in Spa wel eens zijn laatste race gereden kunnen hebben. Volgens Red Bull-topman Helmut Marko gaat het team snel besluiten of het hem in de zomerstop gaat vervangen. Verstappens oud-teamgenoot Daniel Ricciardo of het Nieuw-Zeelandse talent Liam Lawson kunnen hem opvolgen.

Wie het ook wordt: Red Bull heeft een coureur nodig die over vier weken bij de Grote Prijs van Nederland in Verstappens buurt kan blijven, om hem tijdens de race te kunnen beschermen tegen aanvallen en ingenieuze pitstopstrategieën van de concurrentie. Halverwege het seizoen 2024 is immers wel duidelijk dat Verstappen dat soort hulp goed kan gebruiken.