Bij Jan van Munster draaide alles om puurheid, precisie en lichtvoetigheid

Het leek aanvankelijk een grap, maar wie de abstract-geometrische kunstenaar Jan van Munster kende, wist dat Van Munster zijn ideeën uiterst serieus doorvoerde en trouw bleef. Neem nou het woord IK: Van Munster maakte vanaf 1987 beelden die met twee letters het woordje IK vormden. Ze verschenen als stoere granieten banken door heel Nederland, in de vorm van twee architectonische paviljoens die Van Munster naast zijn woonhuis op een eiland bij Vlissingen liet bouwen; en ook – de beroemdste – als lichtsculptuur op een kantoor van onder andere de Belastingdienst in Utrecht. IK lichtte op in de nacht – als teken dat er boven algoritmes en straffe regelgeving ook altijd een individu zweeft. In de hal van het kantoorgebouw stonden op een paneel de volgende woorden te lezen: „Ergens ben IK alles, thuis, overal, vreemd, niets, nergens.”

Afgelopen woensdag werd bekend dat de in 1939 geboren Jan van Munster onverwacht is overleden. De genereuze Van Munster, die jarenlang met zijn vrouw jonge kunstenaars de gelegenheid gaf op zijn zogeheten ‘IK-eiland’ bij een watertoren in Oost-Souburg te experimenteren, was tot het laatst van zijn leven actief als (licht)kunstenaar. Zijn meest recente tentoonstelling was op Art Brussels in april van dit jaar. Van Munster exposeerde in binnen- en buitenland en won verschillende prijzen voor zijn werk, waaronder de Wilhelminaring (2003), de Charlotte Köhlerprijs (1971) en de Duitse prijs voor Lichtkunst (2020).

Banketbakker

Van Munster groeit op in het gereformeerde Gorinchem, waar zijn vader hem op zijn zestiende in de leer doet bij een banketbakker. De banketbakker zegt: „Dat joch moet verder, meer leren.” Van Munster blijkt te kunnen schilderen met marsepein. En dus vertrekt de jongen in 1955 naar de kunstacademie in Rotterdam, en later naar de voorloper van de Rietveld Academie in Amsterdam. Van zijn vader mag hij maar twee jaar weg. Hij komt nooit meer terug.

Juist in die roerige jaren zestig gaat het hek van de dam. Kunst treedt buiten de traditionele perken. Voor Van Munster – opgegroeid met de klare lijnen van het polderlandschap – is Mondriaan een levenslange referentie. Het gaat hem om puurheid, precisie en lichtvoetigheid. Daarnaast is hij gefascineerd door spanningen tussen natuurkundige grootheden. Die fascinatie uit zich in een levenslang onderzoek naar plus en min, licht en donker, warmte en kou, kiemkracht, gevoel en verstand, aantrekken en afstoten, magnetische polen die duwen en trekken en een sculptuur net in balans houden.

Energie wordt zijn leidmotief. Dat leidmotief vertaalt zich in abstracte, niet per se geometrische vormen: gloeiend, intrigerend, soms lichtgevend. Vaak gaan de vormen met elkaar een ‘gesprek’ aan. Door de tijd heen en afhankelijk van de context krijgen ze betekenis. Cirkels van licht balanceren op daken van huizen. Sidderende lijnen van groen, blauw en wit neon strekken zich langs muren, naar plafonds, naar de hemel.

Hersengolven

Die sidderende lijnen zijn gebaseerd op een EEG die Van Munster in 1995 uit nieuwsgierigheid laat maken. Hij stapt naar een arts en vraagt: welke hersengolven zijn te zien als u me kwaad maakt, me slaat, me opgeilt, lief voor me bent? De arts brengt hem kunstmatig aan het hyperventileren, brengt hem in slaap en nog meer. Een boek met honderden bladzijden kronkellijnen krijgt hij mee naar huis. Van Munster noemt het zijn ‘bijbel’. Tot op het laatst put hij uit de elektrische stromen die bijna dertig jaar geleden door zijn hersenen zijn uitgezonden. Zijn BRAINWAVES zijn op veel plekken in Nederland te zien. De grootste en hoogste heet Blade of Grass with a Lot of Energy (2004). Het staat op het knooppunt van de A12 en de A30 bij Ede. Een kronkelende, fragiele spriet in lichtgroen neon reikt naar de hemel, maar heeft zijn wortels ferm in de grond. De onzichtbare kracht van Van Munsters hersenactiviteit is materie geworden: 24 meter hoog.