GroenLinks en PvdA deden dit jaar voor het eerst gezamenlijk mee aan de Tweede Kamerverkiezingen, maar de stemmen per gemeente zijn nog steeds langs oude partijlijnen verdeeld.
In traditionele GroenLinks-bolwerken zoals Nijmegen en Utrecht kregen kandidaten van die partij meer dan de helft van de stemmen. In noordelijke gemeenten zoals Oldambt, van oudsher het terrein van de PvdA, was twee derde van de stemmen voor kandidaten van de arbeiderspartij, onder wie lijsttrekker Frans Timmermans.
Die verdeeldheid blijkt ook uit de stemmen op deze nummer één: Timmermans kreeg deze verkiezingen van alle lijsttrekkers het kleinste aandeel stemmen. Zo’n 46 procent van de kiezers voor GroenLinks-PvdA koos voor Timmermans. Op lijsttrekker Geert Wilders stemde zo’n 90 procent van de PVV-stemmers. Daarmee heeft Wilders het grootste aandeel stemmen van alle lijsttrekkers.
Dat blijkt uit een analyse van de telbestanden die gemeenten na de Tweede Kamerverkiezingen van vorige week hebben gepubliceerd. Daarin zit – bij een opkomst van bijna 78 procent – de overgrote meerderheid van de ruim 10 miljoen uitgebrachte stemmen.
Stem op een vrouw
„Bij GroenLinks-PvdA is natuurlijk iets bijzonders aan de hand”, zegt politicoloog Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam). „Het is een fusiepartij. Die bloedgroepen doen ertoe.” Hij kan zich voorstellen dat de PvdA-achtergrond van Timmermans een rol speelt bij de GroenLinks-achterban „Bovendien is de neiging om op een vrouw te stemmen over het algemeen sterker bij links progressieve partijen.”
Bij het uitbrengen van een voorkeursstem speelt onder meer het geslacht mee; initiatieven als Stem op een Vrouw helpen daarbij. Ook trekken kandidaten met een duidelijke regionale binding vaak voorkeursstemmen uit die gebieden.
In de verkiezingscijfers vallen twee vrouwelijke kandidaten op die in twee grote steden meer stemmen trokken dan Timmermans. In Tilburg is dat Esmah Lahlah, de tweede op de lijst en wethouder in de Brabantse stad. Het populaire Kamerlid Lisa Westerveld streefde Timmermans voorbij in Nijmegen, haar woonplaats.
Timmermans trok relatief veel stemmen in Limburg. Hij scoorde in gemeenten als Maasgouw, Leudal, Roermond meer dan 60 procent van de GroenLinks-PvdA-stem. In zijn geboorteplaats Heerlen was dat 73 procent.
Lees ook ‘We stonden erbij en keken ernaar’
Voorkeurszetel
Vrijdagochtend stelt de Kiesraad de uitslag van de Tweede Kamerverkiezing officieel vast. Daarna kan het parlement nog besluiten een of meerdere hertellingen uit te voeren. Dan wordt ook duidelijk of kandidaten voldoende voorkeurstemmen hebben verkregen om vanuit een onverkiesbare positie alsnog een zetel in de Tweede Kamer te bemachtigen. De nieuwe Tweede Kamer wordt, als alles volgens plan verloopt, op 6 december geïnstalleerd.
NRC onderzocht voorkeurstemmen op basis van speciale telbestanden die Stephan Okhuijsen van weblog Datagraver verzamelde op gemeentelijke websites. Alleen de gemeente Amsterdam heeft nog geen telbestand op haar website geplaatst, en geeft aan dit pas na het vaststellen van de uitslag door de Kiesraad te doen.
Op basis van de voorkeurstemmen zal GroenLinks-PvdA-kandidaat Daniëlle Hirsch een zetel bemachtigen ten koste van een andere partijgenoot. De kandidaat uit Amsterdam staat op plek 27 van de kieslijst, terwijl de partij kan rekenen op 25 zetels. Met zo’n 25.000 stemmen haalt zij de geschatte ‘voorkeursdrempel’ van zo’n 17.500 zetels makkelijk. Kandidaat Marleen Haage (plek 26) zweeft rond de voorkeursdrempel, maar zal deze waarschijnlijk niet halen. De andere kandidaten die de voorkeursdrempel halen, zijn al verzekerd van een plek in de Tweede Kamer op basis van hun plaats op de lijst.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 behaalde drie kandidaten op basis van voorkeurstemmen alsnog zetel in het parlement: Marieke Koekkoek (Volt), Lisa Westerveld (GroenLinks) en Kauthar Bouchallikht (PvdA). Bouchallikht was ditmaal verkiesbaar op plek 17, maar ze kondigde in oktober aan af te zien van haar zetel, mocht ze verkozen worden. Zij schreef op sociale media „context” in het Israël/Palestina-standpunt van haar partij te missen en voelde zich onvoldoende gehoord. Bouchallikht krijgt deze verkiezingen naar verwachting zo’n 13.000 stemmen.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft buiten de Tweede Kamer om een telefoon- en data-aftapsysteem voor de politie gekocht van het omstreden Israëlische defensiebedrijf Cognyte. Het besluit werd dit jaar genomen, toen Dilan Yesilgöz nog minister was en Dick Schoof de hoogste ambtenaar op het ministerie. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
Het ministerie kocht het nieuwe systeem om het falen van een ander gloednieuw tapsysteem te verhullen, maar ook dit heimelijk gekocht systeem werkt tot op heden niet, blijkt uit het onderzoek. Daardoor zit de overheid nu opgescheept met twee nieuwe, niet-werkende tapsystemen en maakt de politie nog altijd gebruik van een verouderd en technisch rammelend afluistersysteem.
Het ministerie heeft de geheime aankoop niet genoemd in Kamerstukken en sprak slechts over een „upgrade”. Meerdere direct betrokken politie- en justitiemedewerkers laten NRC weten dat de Kamer daarmee verkeerd is geïnformeerd. Het gaat niet om een upgrade, maar om een nieuw tapsysteem, dat is aangeschaft omdat een ander nieuw tapsysteem een miskoop bleek. De aanschafprijs van dat systeem is geheim. Aan pogingen om het werkend te krijgen, gaf de politie afgelopen jaren 3,8 miljoen euro uit, bevestigt een woordvoerder van de politiekorpsleiding nu. Over dat bedrag is de Tweede Kamer nooit geïnformeerd.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten vergeefs draaiend te krijgen conform de eisen
Daarnaast is de heimelijke aankoop omstreden omdat van leverancier Cognyte eerder in de Tweede Kamer werd gevreesd dat het afluisterapparatuur misbruikte voor spionage voor Israël. Daarom wilde de Kamer al in 2016 afscheid nemen van Cognyte – dat toen nog Verint heette – als leverancier van het toenmalig tapsysteem.
Sindsdien is Cognyte meermaals direct in verband gebracht met mensenrechtenschendingen en spionageschandalen. In 2023 kwam het Israëlisch defensiebedrijf publiekelijk onder vuur te liggen wegens het leveren van afluistersystemen aan onder meer Myanmar. Daar zette het regime ze in tegen politici en journalisten waarmee het mensenrechten schond – ook nadat in Israël een officieel verbod op die handel was ingevoerd.
Een jaar eerder besloot de centrale bank in Noorwegen niet meer in Cognyte te investeren, nadat een rapport van een ethische commissie van de Noorse regering had vastgesteld dat het een „onacceptabel risico” was dat „het bedrijf bijdraagt aan serieuze mensenrechtenschendingen” zoals ontvoeringen en marteling.
Afluister- en andere cybersecuritysystemen van Israëlische defensiebedrijven zorgen regelmatig voor internationale schandalen. De bekendste is het Pegasus-schandaal, waarmee in diverse landen activisten, politici en journalisten werden bespioneerd. Afgelopen zomer onthulde The Guardian in samenwerking met andere internationale media dat Israël bij het Internationaal Strafhof in Den Haag aanklagers probeerde af te luisteren die klachten tegen het land behandelden.
Lees ook
De problemen met het verouderde tapsysteem zijn erger dan minister Yesilgöz deed voorkomen
Miskoop
Het tapsysteem van de Nederlandse politie is al langer een hoofdpijndossier. Het oude systeem van Cognyte – destijds dus Verint – werd door de Tweede Kamer vooral gewantrouwd omdat de soft- en hardwarekern van het Israëlische systeem voor Nederland een black box was: het technisch onderhoud van het tapsysteem was niet in handen van de Nederlandse politieambtenaren, maar werd uitgevoerd door Israëli’s die bij problemen werden ingevlogen.
Onder druk van de Kamer kocht Nederland daarom via een openbare aanbesteding uiteindelijk in 2019 een nieuw tapsysteem. Die aanbesteding werd gewonnen door een ander Israëlisch defensiebedrijf, Elbit. Met de toezegging dat de Nederlanders ditmaal wel zelf het onderhoud van het systeem in de hand zouden houden, en andere eisen over cybersecurity, ging de Kamer akkoord. Na de aankoop in juli 2019 bleek dit nieuwe tapsysteem van Elbit, geheten ‘i360’, een miskoop.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem van Elbit met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten tevergeefs draaiend te krijgen conform de eisen van de Nederlandse politie. Zo lukt het nog steeds niet met het nieuwe systeem vertrouwelijke gesprekken met advocaten die niet getapt mogen worden, automatisch te beschermen, aldus betrokkenen. En ook de koppeling van het tapsysteem met andere politiesystemen werkt niet of niet voldoende.
‘Onzekerheid over realisatie’
De problemen waren twee jaar terug al zo serieus dat de opsporing in gevaar kwam, onthulde NRC. Het ministerie van Veiligheid en Justitie weet de problemen destijds aan opstartproblemen en kondigde aan dat „de zorgvuldige stapsgewijze implementatie naar verwachting nog heel 2023 zal vergen”.
Een jaar geleden werkte i360 nog steeds niet. Lang was de uitleg daarbij dat het om reguliere opstartproblemen ging. Maar in december 2023 kreeg de Kamer na nieuwe vragen over het falende systeem een nieuwe verklaring: de twee maanden daarvoor begonnen oorlog in Gaza. „Vanwege de situatie in Israël is de onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem helaas toegenomen,” liet toenmalig minister Yesilgöz de Kamer weten. En een halfjaar later, afgelopen juni: „Vanwege de situatie in Israël is er nog steeds onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem.”
Intussen, zo staat in hetzelfde stuk, wordt „het huidige tapsysteem langer in stand gehouden om de continuïteit van tappen te borgen”. Daarvoor wordt het „geüpgraded en op een nieuw hardware platform geplaatst”. Over wat dat betekent ontbreekt iedere uitleg.
Lees ook
Verkennen, hacken en tappen: mogen de AIVD en MIVD al genoeg of moet de wet nodig ruimer?
Miljoenen
In werkelijkheid gaat het om veel meer dan een „upgrade”, bevestigen diverse bronnen binnen de politie en het ministerie die direct bij het project betrokken zijn aan NRC. Het gaat om een compleet nieuw tapsysteem: Reliant X van Cognyte – aangeschaft omdat het al die jaren niet lukt om het nieuwe i360 te laten functioneren. Maar daarover krijgt de Kamer niets te horen. Kamerleden krijgen van de minister slechts te horen dat „de situatie in Israël” – de Gaza-oorlog – voor vertraging zorgt. Terwijl diezelfde oorlog blijkbaar geen belemmering vormt voor de aanschaf van het eveneens Israëlische Reliant X. Vorige week schreef NRC nog over de 1,9 miljard euro die Nederland afgelopen jaren aan Israëlisch defensiematerieel uitgaf, waarvan de helft na het begin van de Gaza-oorlog. Alleen al bij Elbit werd voor ruim 900 miljoen euro aan materieel besteld in de afgelopen vijf jaar.
De opsporingsdiensten zitten nu opgescheept met een nieuw probleem. Het nieuwe, in het geheim gekochte Reliant X van Cognyte blijkt ook niet te werken. De politie heeft miljoenen uitgegeven aan twee nieuwe systemen die niet aan de eisen voldoen en zit vast aan een verouderd en compleet achterhaald tapsysteem, waar de Tweede Kamer al in 2018 vanaf wilde.
De politie wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen ‘onder geheimhouding’ vallen
Het ministerie verwijst voor vragen door naar de politie. Die wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen „onder geheimhouding” vallen, aldus een woordvoerder. Over Reliant X van Cognyte wil de politie zelfs niet de naam of de leverancier bevestigen. De woordvoerder herhaalt alleen: „het betreft een upgrade, niet een nieuw systeem”.
Na de opeenstapeling van mislukkingen en verlopen deadlines, is nu besloten een nieuwe poging te ondernemen om alsnog i360 aan de praat te krijgen. De technici hebben te horen gekregen dat het systeem uiterlijk 1 april aanstaande moet draaien. En dat in elk van de tien regionale eenheden van de politie voor het eind van het jaar minstens een strafrechtelijk onderzoek met het i360-tapsysteem getapt moet worden. De reden voor de deadline, volgens een betrokkene, is dat de minister dan aan de Tweede Kamer kan melden dat i360 inmiddels in heel Nederland wordt ingezet en werkt.
„3.000 euro? Op je muil!’” en „Vecht, vecht, vecht, studeren is een recht”, klinkt het maandagmiddag op het Malieveld in Den Haag. En: „Stop de eppocalyps”, verwijzend naar onderwijsminister Eppo Bruins (NSC). Hij krijgt, in verschillende bewoordingen, het ‘advies’ om af te treden. Net als twee collega-bewindslieden van NSC.
Op het veld, gelegen naast de tijdelijke Tweede Kamer en de A12, waren maandag duizenden studenten, medewerkers en bestuurders van hogescholen en universiteiten op de been om te protesteren tegen de besparing van het kabinet op het hoger onderwijs. De eis was duidelijk: de bezuinigingen moeten van tafel.
Die zijn verstrekkend. Vanaf 2025 wil het kabinet 175 miljoen euro per jaar besparen op 1.300 tot 1.700 onderwijsbeurzen voor jonge en ervaren docenten. Ook wordt bezuinigd door het aantal internationale studenten terug te dringen, studenten die langer doen over hun studie meer collegegeld te laten betalen en door te korten op het Fonds Wetenschap en Onderzoek. Het totale bedrag: zo’n 1 miljard euro per jaar.
Lees ook
Brede bezuiniging op onderwijssubsidies: ‘We snappen heel goed dat dit pijnlijk zal zijn’
‘Staken’
Op het Malieveld protesteren studenten vooral tegen de ‘langstudeerboete’ van 3.000 euro. Voor sommigen is dat niet het enige thema: hier en daar is ook een Palestijnse vlag te zien, of een leus als „Solidarity for Palestina”.
Op een podium op het veld benadrukt Thijs Roovers, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb), nog maar eens hoe groot de bezuinigingen zijn. „Omgerekend twee hbo-instellingen of een grote universiteit”. Als het protest niets oplevert, zegt Roovers, wil hij het er niet bij laten zitten. „We zullen geen middelen schuwen. Als het moet, gaan we staken.”
Veel van de demonstranten doen ook mee aan de aansluitende protestmars. Die brengt ze onder meer langs de Tweede Kamer en het ministerie van Onderwijs. Hard boegeroep volgt, en de leus: „Onderwijs is een recht, geen privilege.” Niet ver daarachter roept een groep „onderwijs is een recht, oorlog is een keuze”. Het zijn demonstranten van onder meer de Communistische Jongerenbeweging, die net als enkele andere organisaties aanwezig waren om zich ook uit te spreken tegen de oorlog in Gaza.
Ramon Gonzalez is politiechef van het politiekantoor in La Joya. Het plaatsje van zo’n drieduizend zielen ligt in de zuidpunt van Texas, vlak bij de grensrivier met Mexico. Gonzalez en zijn manschappen pakken dagelijks criminelen op die immigranten, soms met tientallen tegelijk, over de Rio Grande smokkelen. De jacht op beide groepen ontaardt geregeld in wilde achtervolgingen, soms met dodelijke afloop. Als Gonzalez terugdenkt aan hoe bij een van die incidenten een jonge vrouw uit Honduras zich schreeuwend aan zijn broekspijp vastklampte voordat ze stierf door de verwondingen als gevolg van het auto-ongeluk, moet hij huilen.
Gonzalez en zijn manschappen werden in 2022 enkele maanden gevolgd voor een documentaire van de Nederlandse regisseur Loretta van der Horst. De film van iets meer dan een uur geeft een zeldzaam inkijkje in ‘de achterkant’ van de grensbewaking en grenscontroles, een thema dat ook in Nederland sterk speelt. Vanaf 9 december worden de controles door de Koninklijke Marechausse aan de grenzen met Duitsland en België geïntensiveerd, tot voor kort taboe gezien het vrij verkeer van personen en goederen in Europa. Hiermee wil de rechtse coalitie onder meer illgale migratie en mensensmokkel beter bestrijden.
De documentaire The Border Crossed Us werd, mede vanwege de unieke interviews, onlangs genomineerd voor een Gouden Kalf, de belangrijkste filmprijs in Nederland. En op enkele Amerikaanse filmfestivals werd de film van Van der Horst ook vertoond.
Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel
De documentairemaker, die in Honduras werd geboren als kind van een Nederlandse vader en een Puerto Ricaanse moeder, kreeg niet alleen zicht op de enorme druk die het werk als grensbewaker met zich meebrengt, „Ik was ook nieuwsgierig naar de onvermijdelijke morele dilemma’s bij het controleren van een grens”, vertelt ze in een café in Eindhoven. Voor haar was namelijk één ding duidelijk: grensbewaking leidt hoe dan ook tot geweld, of het nu doden en gewonden bij politie-achtervolgingen zijn, gezinnen die gescheiden worden, of de deportatie van illegale migranten terug naar – vaak – onveilige gebieden.
Behalve morele dilemma’s wilde Van der Horst ook mogelijke frustraties van grensbewakers blootleggen. Zo is mensensmokkel veel lastiger te bestrijden dan drugssmokkel, zegt politiechef Gonzalez bijvoorbeeld. Bij de laatste pak je het product af, vernietig je de partij. Met mensen kun je dat niet doen. „Die deporteren we terug. Zo krijgen smokkelaars en hun kartels steeds nieuwe producten.”
Ook worstelen politie-officieren met de vraag of ze wel tot het hart van bendes en criminele netwerken weten door te dringen. Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders „in hun grote huizen en Mercedessen?”, vraagt Gonzalez’ collega, politie-inspecteur Manuel Casas zich af. En hoe loopt het met migrantengezinnen af, waar ouders en kinderen na arrestaties worden gescheiden, vraagt politieagent Mayra Garza zich af.
Van der Horst concludeert aan het eind van haar project: „Grensbewaking doet niet alleen immigranten pijn, ook grensbewakers zelf. En nu de politieke druk op die laatste groep toeneemt, zullen ze die pijn meer gaan voelen.”
Willekeur
Texas is niet toevallig gekozen, vertelt Van der Horst. Een groot deel van de een à twee miljoen illegale migranten die tijdens de binnenkort afgelopen Biden-periode de zuidgrens van de Verenigde Staten overstaken, deed dat in deze regio. „Maar Als er één gebied is dat de willekeur van getrokken grenzen laat zien, is het Texas wel”, zegt Van der Horst. Het gebied was achtereenvolgens Spaans, Frans, en Mexicaans grondgebied, in de negentiende eeuw korte tijd onafhankelijk, en vanaf 1845 Amerikaans.
Gonzalez en zijn mannen en vrouwen mogen dan Amerikaanse staatsburgers zijn en met hun mooie uniformen vooropgaan in het beschermen van de Amerikaanse soevereiniteit, maar dat kan niet verhelpen dat migranten en smokkelaars de agenten nog steeds als deels Mexicaans beschouwen. „Vendidos [verraders], is een scheldwoord dat we regelmatig naar ons hoofd geslingerd krijgen”, zegt een politieman in de documentaire. „Een grensbewaker die uit New York komt, heeft daar veel minder last van”, voegt Van der Horst eraan toe.
De film kent drie hoofdpersonen die hun eigen weg vinden in de wereld van de grenscontroles, met alle bijbehorende frustraties en gevoelens van futiliteit. Een simpel evangelie als: ‘Grenzen zijn er nu eenmaal om bewaakt te worden’, volstaat niet, zo blijkt.
De meest bevlogen grensbewaker is de eerdergenoemde inspecteur Manuel Casas. Als een radiopresentator hem vraagt hoe hij zijn werk rijmt met zijn expliciet beleden christelijk geloof, zegt Casas: „Elke wet van mensen krijgt kracht door God. Hij heeft de wetten gemaakt. […] Het woord van God zegt ook dat er dienaren zijn. Deze dienaren dragen het zwaard […] Ze zullen de toorn van God over je brengen. […] Wie zijn die dienaren? Iedereen die werkt voor de overheid, inclusief de politieagenten.”
Prediker
Een bizarre motivatie, zal een gemiddelde Europeaan zeggen, maar voor veel conservatieve Amerikanen klinkt dit heel vertrouwd, vertelt Van der Horst. „In de VS, zeker in het zuiden, is het christelijk geloof veel belangrijker dan in Europa. Politiek en religie zijn daar veel meer met elkaar verweven.”
Bovendien is Casas in zijn vrije tijd prediker. Dus helemaal verbaasd was ze niet over diens christelijke drijfveren. „Al vond ik het best heftig”, zegt Van der Horst. „Inspecteur Casas zei eigenlijk dat alles wat agenten zoals hij doen, in de naam van God is.”
Een van de collega’s van Casas gooit het over een andere, meer humanitaire boeg. Mayra Garza is een alleenstaande moeder met drie jonge kinderen en raakte gewond bij een wilde achtervolging van een suv die vermoedelijk vol migranten zat. „Mayra raakte mij heel erg”, vertelt Van der Horst. „Ze maakte vroeger heel nare dingen mee, zoals mishandeling thuis. Nu wil ze met haar jacht op mensensmokkelaars het goede doen”, aldus de documentairemaker.
„Zo helpt ze mishandelde vrouwen in de buurt, zowel migranten als niet-migranten. Ze probeert ze wegwijs te maken, zodat ze – ondanks alle beperkingen, zeker voor illegalen – toch hulp kunnen krijgen. Het frustreert haar dat ze voor migrantenvrouwen zonder documenten – vaak tijdens hun reis door Midden-Amerika het slachtoffer van verkrachtingen en gruwelijke mishandelingen – weinig tot niets kan doen.”
Tussen goed en kwaad
Garza zoekt tastend haar weg in het mistige gebied tussen goed en kwaad, ziet Van der Horst. „Net zoals veel van haar collega’s zet ze oogkleppen op, door puur op haar taak te focussen: mensensmokkelaars vangen, the bad guys, zoals ze die noemt. Maar even later zegt ze ook dat ze zich goed realiseert dat veel vluchtelingen en migranten juist háár als the bad guy zien. Smokkelaars zijn voor vluchtelingen de good guys, want die willen hen tenminste in veiligheid brengen.”
Ook politiechef Ramon Gonzalez, ofwel the chief, zoals Van der Horst hem noemt, maakte indruk. Als leidinggevende durfde hij het aan groen licht te geven voor een filmproject over een controversieel onderwerp. „Gonzalez weet dat grensbewaking pijn doet en dat wilde hij laten zien”, aldus de regisseur. „Hij geeft ook in zijn eigen korps mensen ruimte voor het uiten van emoties, al moet je niet denken dat iedereen daar ’s avonds huilend naar huis gaat.”
Komen we wel genoeg toe aan de bendeleiders in hun grote huizen en Mercedessen, vraagt inspecteur Casas zich af
De politieman gelooft in zijn werk, vertelt Van der Horst, maar dan moet het wel ergens toe leiden. De leidinggevende in La Joya verbijt zich als collega Garza hem vertelt dat een belangrijke smokkelaar alweer op vrije voeten is gesteld na betaling van een sterk verlaagde borgsom (van 3 miljoen naar 112.000 dollar). Ook vreest Gonzalez voor de toekomst. De massale deportaties van illegale migranten (Trump heeft kiezers beloofd het aantal en tempo van deze deportaties flink op te voeren) „geven de kartels meer inkomstenbronnen”.
Of Gonzalez nog lang op het politiebureau in Zuid-Texas zal blijven, is de vraag. Van der Horst vertelt dat the chief ervan droomt ergens les te gaan geven.
De documentaire The Border Crossed US is te zien via NPO Plus en Pathé Thuis