Weer stond de Palestijnse journalist Wael al-Dahdouh, gekleed in zijn onafscheidelijke scherfvest met daarop het woord ‘Press’, dit weekend zelf in de schijnwerpers. Miljoenen kijkers van televisiezender Al Jazeera zagen hoe hij rouwde om het verlies van weer een zoon. Met zijn arm nog in het verband door een verwonding bij een Israëlische aanval van vorige maand probeerde hij de jonge weduwe van zijn zoon te troosten.
In oktober kreeg Wael tijdens een live-uitzending voor Al Jazeera te horen dat zijn vrouw, twee kinderen en een kleinkind bij een Israëlisch bombardement om het leven waren gekomen. Toch bleef en blijft hij stoïcijns doorwerken om de wereld te informeren over het leed van de Gazanen. „Ik roep de wereld op goed te kijken wat er in Gaza gebeurt”, luidde de sobere boodschap van de man, die zelf is uitgegroeid tot een symbool van het lijden van de Palestijnen.
Net als zijn vader werkte Waels oudste zoon, de 27-jarige Hamza, als verslaggever voor Al Jazeera in de Gazastrook. Zondag was hij per auto met een collega, Mustafa Thuria, op weg naar het zuiden van Gaza om daar ontheemde Palestijnen te interviewen, toen een Israëlische drone het voertuig met twee raketten onder vuur nam. De beide journalisten werden daarbij gedood, een freelancecollega achter in de auto raakte gewond. Van de auto bleef niet meer dan een uitgebrand wrak over.
Systematisch
Al Jazeera beschuldigde Israël er in een verklaring naderhand van Al-Dahdouh en zijn familie „systematisch tot doelwit” te hebben gekozen. „De moord op zijn zoon Hamza in januari 2024 bevestigt zonder twijfel de vastberadenheid van de Israëlische strijdkrachten om deze grove aanvallen tegen journalisten en hun familie voort te zetten, met als doel hen te ontmoedigen bij de uitoefening van hun taak”, aldus de verklaring.
Israël stelde in antwoord op een vraag van het Franse persbureau AFP dat het „een terrorist” uit de weg had geruimd die een vliegtuig zou hebben bediend dat een bedreiging voor het Israëlische leger zou hebben gevormd. Een legerwoordvoerder bevestigde meldingen te hebben ontvangen dat „twee andere verdachten” die zich in het voertuig bevonden, waren omgekomen. Maar wie van de inzittenden dan „een terrorist” zou zijn geweest, bleef onduidelijk.
Lees ook
‘Een scherfvest beschermt geen enkele journalist in Gaza. We wachten op onze beurt om te sterven’
Hoewel Israël herhaaldelijk heeft ontkend dat het doelbewust journalisten zou liquideren, circuleren zulke beschuldigingen al langer, ook al voor de huidige oorlog. Een omstreden geval was bijvoorbeeld dat van een andere Palestijnse Al Jazeera-coryfee, correspondent Shireen Abu Akleh, die in mei 2022 op de Westelijke Jordaanoever werd doodgeschoten door Israëlische militairen. Volgens veel Palestijnen betrof dit opzet, omdat Abu Akleh duidelijk als vertegenwoordiger van de media was te herkennen en een schermvest droeg met daarop ‘Press’. Israël ontkende opzet en vervolgde de schutter niet.
Groepje journalisten onder vuur
Voor wat de Gazastrook betreft, ontbreken harde bewijzen voor Israëlische opzet tot dusverre. Na onderzoek concludeerde Human Rights Watch wel dat Israël op 13 oktober in Zuid-Libanon bewust een groepje journalisten onder vuur had genomen, wat een oorlogsmisdaad zou zijn. Een Reuters-journalist verloor hierbij het leven.
Maar er zijn sinds de Gaza-oorlog op 7 oktober uitbrak na de bloedige aanval van Hamas op Zuid-Israël wel een opvallend groot aantal journalisten, cameramensen en andere aan de media verwante medewerkers om het leven gekomen, overwegend bij Israëlische acties. En steeds weer duiken, vooral van Palestijnse zijde, beschuldigingen op dat Israël doelbewust Palestijnse journalisten doodt.
Volgens het Comité voor de Bescherming van Journalisten (CPJ), een Amerikaanse organisatie die zich al dertig jaar voor persvrijheid inzet, zijn er sinds de vijandelijkheden van 7 oktober 72 Palestijnse journalisten en medewerkers van media gedood. Dat lot trof ook vier Israëlische journalisten en drie Libanese collega’s. Niet allen werden tijdens hun werk gedood en hierbij zijn ook enkele journalisten meegeteld die in Libanon bij Israëlische beschietingen om het leven kwamen.
„De Israël-Gaza oorlog is het dodelijkste conflict voor journalisten dat het CPJ ooit heeft gevolgd”, verklaarde voorzitter Jodie Ginsberg al vorige maand in een gesprek met het weekblad The New Yorker. Ze verklaarde dat onder meer uit het feit dat er nauwelijks plaatsen zijn om je te verschuilen en er in het algemeen veel burgerdoden vallen. „Het conflict is overal en journalisten hebben geprobeerd het overal te verslaan, maar dat betekent dat het bijna onmogelijk is om te weten waar je dat veilig kunt doen.” Het CPJ probeert intussen via meer onderzoek vast te stellen hoe elk van de gedode journalisten om het leven is gekomen.
Een andere journalistieke organisatie, Reporters sans Frontières (RSF), diende eind december bij het Internationaal Strafhof in Den Haag een formele klacht in tegen het Israëlische leger, omdat dat doelbewust zeven Palestijnse journalisten zou hebben aangevallen. De Palestijnen kwamen bij diverse aanvallen in de Gazastrook om het leven. Volgens RSF betreft het een oorlogsmisdaad.