‘Bij de eerste ontmoeting vond zij hem een kwal’

‘De foto is in 1942 genomen op Java, in Malang, waar de gescheiden moeder van mijn vader woonde. De eerste Japanse troepen waren al op Borneo geland, mijn vader was gemobiliseerd als reserveofficier. Allebei geboren in Indië, zoals de meesten van mijn grootouders en overgrootouders, ontmoetten mijn ouders elkaar op een feestje tijdens de studie in Leiden; Indisch recht voor mijn vader, Frans voor mijn moeder. Bij de eerste kennismaking vond mijn moeder mijn vader „een kwal”. Het toeval wilde dat ze honderd meter van elkaar woonden, in de Breestraat en de Mooi Japiksteeg, en allebei een hond hadden die geregeld uitgelaten moest worden. Een weerzien op straat was dus onvermijdelijk. Zonder de alcoholgeladen bravoure van het feestje beviel de kwal een stuk beter.

Mijn vader had, nadat de zijne zijn toelage had stopgezet omdat hij te lang studeerde, goed verdiend met het verkopen van verzekeringen, en een auto gekocht. Daarin nam hij mijn moeder mee naar Frankrijk. In Bretagne wilde hij een ring in Bretonse stijl kopen, waarbij ze kon kiezen uit twee inscripties: Toujours fidèle of Toujours Bretagne. Ze koos voor het laatste, maar toen mijn vader eindelijk afstudeerde en terugging naar Indië ging ze met hem mee, zonder haar studie af te maken. In 1940 trouwden ze. De benodigde papieren voor het huwelijk waren gekomen met het laatste schip dat voor de Duitse bezetting uit Nederland naar Indië vertrokken was.

Na drie zware jaren in Japanse kampen keerden ze terug naar Nederland, waar ze aanvankelijk vooral financiële problemen hadden. Mijn vader had een goede baan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar die leverde in het begin nog weinig op. Toen in 1949 mijn broertje geboren was, zouden de echtgenotes van zijn collega’s op kraamvisite komen, in de slaapkamer. Geld voor bovenlakens hadden mijn ouders zich nog niet kunnen permitteren. Giechelend vertelde mijn moeder me later dat ze van een oud gescheurd laken een intacte reep had afgeknipt en die boven om de dekens had gevouwen om de schijn op te houden. Ons kinderen heeft het nooit aan iets ontbroken. We werden goed en liefdevol verzorgd. Maar de opmerkelijkste prestatie van mijn ouders is misschien wel dat ze ons nooit iets hebben doorgegeven van de oorlogstrauma’s die ze ongetwijfeld hadden.”