Bezuinigingen blijven boven de ouderenzorg zweven

Analyse

Bezuinigingen Bezuinigingen op de ouderenzorg zijn door de Kamer controversieel verklaard. Of ze ook van de baan zijn, is onduidelijk. De Kamer debatteert donderdag over de toekomst van de ouderenzorg.

Demonstratie in Den Haag tegen bezuigingen op de ouderenzorg.
Demonstratie in Den Haag tegen bezuigingen op de ouderenzorg. Foto Laurens van Putten/ANP/

Het was één van de opvallendste besluiten vorige week bij het controversieel verklaren van onderwerpen door de Tweede Kamer. Terwijl bijna alle – ook omstreden – voorstellen de komende tijd wel behandeld worden, zetten de Kamerleden voorlopig een streep door de bezuinigingen en plannen van minister Conny Helder (Langdurige zorg, VVD) voor de ouderenzorg de komende jaren. Zelfs Helders eigen partij vond dat een goed idee. „Het gaat om forse ingrepen”, zegt Kamerlid Harry Bevers in een toelichting. „Als we dat nu als oude Kamer besluiten, gaat dat heel ver.”

Goed nieuws voor de ouderen, zo lijkt het. Maar is dat wel zo? De discussie draait vooral om een geplande bezuiniging van bijna 460 miljoen miljoen euro in 2024, een bedrag dat zou oplopen tot structureel 1,6 miljard euro vanaf 2040.

Vooralsnog heerst onduidelijkheid over wat het controversieel verklaren precies betekent. De 460 miljoen euro is al ingeboekt in de begroting die op Prinsjesdag, volgende week dinsdag, wordt gepresenteerd. Kamerleden vrezen dat de bezuinigingen daarom blijven staan, en ook op het ministerie puzzelen ze nog op de exacte betekenis van het controversieel verklaren. Op verzoek van Jimmy Dijk (SP) stuurde minister Helder – woensdagavond – een brief naar de Kamer, waarin ze zegt deze discussie door te verwijzen naar het debat over de nieuwe begroting van VWS, na Prinsjesdag. Deze donderdag debatteert de Tweede Kamer de hele dag over de toekomst van de ouderenzorg.

Lees ook: Zorginstellingen hadden het financieel zwaar in 2022, met name in de ouderenzorg

Zorg onbetaalbaar

Over bezuinigingen op de ouderenzorg wordt al langer nagedacht. Het gaat om de ruim 190.000 ouderen die vallen onder de Wet langdurige zorg (Wlz), bedoeld voor mensen die blijvend en intensief zorg nodig hebben. 122.000 van hen wonen in een verpleeghuis, 68.000 krijgen thuis intensieve zorg. Van de thuiswonenden staan zo’n 21.000 mensen op een wachtlijst voor een plekje in een verpleeghuis.

De kosten van de ouderenzorg bedragen nu zo’n 18 miljard euro, een bedrag dat door de vergrijzing bijna verdubbelt tot 37 miljard in 2040. „Ter vergelijking: dat is bijna evenveel als we nu uitgeven aan onderwijs en vijf keer zoveel als we nu uitgeven aan politie. De zorg voor ouderen dreigt onbetaalbaar te worden”, concludeerden topambtenaren in het rapport Niets doen is geen optie, dat begin juli door Helder naar de Kamer werd gestuurd. Het kabinet zou volgens dat rapport miljarden moeten besparen.

Door de stijgende kosten in de zorgsector, onder meer door vergrijzing, heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport al jaren de grootste of een-na-grootste begroting (94 miljard euro in 2023) van alle ministeries – SZW zit ook rond 94 miljard. Bezuinigen betekent in de praktijk dan ook vaak ‘minder meer’, oftewel: er wordt wel extra geld uitgegeven, maar minder dan eerder gedacht.

Kaalslag en faillissementen

Tegelijkertijd heeft de sector het zwaar. De financiële situatie van Nederlandse organisaties in de ouderenzorg is „ronduit alarmerend”, schreef accountantsbureau BDO vorige week, op basis van een analyse van jaarverslagen uit 2022 van bijna achthonderd zorgorganisaties. Als de overheid niet ingrijpt, kunnen de problemen „onhoudbaar” worden. Het aantal organisaties dat verlies leed, groeide afgelopen jaar met bijna 40 procent. BDO pleit voor acuut ingrijpen door de overheid. „Gebeurt dat niet, dreigt een kaalslag in de zorg en zijn faillissementen onvermijdelijk.”

Lees ook: De Tweede Kamer wil over de meeste onderwerpen gewoon doorpraten

Naast bezuinigingen werden de zorgorganisaties de afgelopen jaren onder meer geconfronteerd met hogere lonen, stijgende energieprijzen en inflatie. Ze krijgen komend jaar ook minder geld van zorgkantoren om zorg te verlenen.

Actiz, brancheorganisatie van zorgorganisaties, noemt in een brief aan Kamerleden de nu genoemde bezuinigingen „te snel en te hard”. Ze vallen „als een giftige cocktail” samen met gestegen kosten. „Hiermee dreigt de benodigde verandering van de zorg voor ouderen eerder vertraagd dan versneld te worden.”

Los van de controversieel verklaarde bezuinigingen is het debat donderdag – met het oog op de verkiezingen van 22 november – een mooie kans voor Kamerleden om hun ideeën over ouderenzorg naar voren te brengen. Gek genoeg is zorg „doorgaans nooit een groot campagnethema waar hard op gevochten wordt”, zegt Sander Nieuwkerk van onderzoeksbureau Ipsos, terwijl kiezers dat keer op keer als belangrijk onderwerp noemen. Uit het laatste onderzoek van onderzoeksbureau Ipsos vorige week bleek dat 31 procent van de kiezers gezondheidszorg een belangrijk onderwerp vindt, net iets minder dan de koploper levensonderhoud/inflatie (35 procent). Nieuwkerk: „Het leeft bij elke verkiezing, zelfs bij bijvoorbeeld de laatste Provinciale Statenverkiezingen waar dit minder relevant is.” De SP, een partij waarvoor zorg ook een belangrijk thema is, ruikt haar kans. Jimmy Dijk: „Het wordt al een half verkiezingsdebat.”