Bewoners langs de Waal zijn ten einde raad: ‘We worden van de dijk weggeduwd’

Reportage

Langs de Waal Boze bewoners langs de Waal zien monumentale huizen verscheuren door de dijkophoging. „Ze hebben mijn plan niet serieus genomen.”

Werkzaamheden aan de Waaldijk bij Varik. Het waterschap Rivierenland moet vóór 2050 in totaal 500 kilometer rivierdijk hebben versterkt.
Werkzaamheden aan de Waaldijk bij Varik. Het waterschap Rivierenland moet vóór 2050 in totaal 500 kilometer rivierdijk hebben versterkt. Foto’s Merlin Daleman

Ooit stond er een rij schilderachtige woningen langs de Waal in het Gelderse Hellouw. Vrijwel identiek. Leonie van der Voort heeft er nog een prentbriefkaart van. „Mooi hè.” Ze zijn in de loop der jaren bijna allemaal gesloopt en nu staat alleen haar rietgedekte dijkhuis nog overeind. Een rijksmonument. Maar het huis zit vol scheuren. De muren wijken uiteen. Het stucwerk laat los. Als gevolg van de versterking van de dijk pal voor hun huis. „Ons huis wordt van de dijk weggeduwd.”

De bezorgdheid trekt een wissel op Van der Voorts gezondheid. „Ik begin de slachtoffers van de aardbevingsschade in Groningen goed te begrijpen. Het schijnt dat je door de stress enkele jaren eerder sterft. Dat geloof ik graag.”

Onlangs kwam een heemraad van waterschap Rivierenland poolshoogte nemen. Zelf kon ze er niet bij zijn. „Dan krijg ik hartkloppingen.” Haar man Stefan Vreeburg: „Het was de eerste keer in bijna tien jaar dat iemand van het waterschap de moeite nam naar ons te luisteren.” Hij toont de vele scheuren en scheurtjes in hun tweehonderd jaar oude, niet gefundeerde huis. „Vooral de horizontale scheuren zijn zorgelijk. We zijn in een nachtmerrie beland.”

500 kilometer rivierdijk

De heemraad die in Hellouw op bezoek kwam, is Henk van ’t Pad, sinds kort bestuurder waterveiligheid namens de PvdA voor Rivierenland. Dat waterschap is verantwoordelijk voor de versterking van vijfhonderd kilometer rivierdijk. Die dijken moeten uiterlijk 2050 voldoen aan de nieuwe normen die landelijk zijn gesteld om bewoners te beveiligen tegen overstromingen.

Van ’t Pad zegt, in een bouwkeet even verderop langs de Waal, „alle begrip” te hebben voor de bewoners van het rijksmonument. „Je zult er maar wonen. We hebben de werkzaamheden daar al eerder stilgelegd, er is niet volgens de afspraken gewerkt. Ik heb gezegd dat we alle schade die er door ontstaat, zullen vergoeden.”

De woorden van de heemraad stellen veel omwonenden niet gerust. Ga langs bij de dorpelingen en je wordt overspoeld door een golf van kritiek. Wat de dijkbewoners in Hellouw is overkomen, vrezen ook omwonenden verder stroomopwaarts aan de Waal mee te gaan maken.

„Ik heb er geen vertrouwen in”, zegt Patricia Ente van Gils, sinds vier jaar eigenaar van een beeldig huis met gastenverblijf, vijftien kilometer oostwaarts in Varik, pal achter de dijk. „Ik woon hier in een zeventiende-eeuws schilderij.” In de tweede helft van volgend jaar, zo is de bedoeling, wordt op vijf meter van haar woning een damwand geslagen. „In dat geval loop ik nogal wat risico’s.” Ze is bang voor schade die haar huis in het ergste geval onverkoopbaar zal maken. „Terwijl dit mijn pensioen vormt.”

Net als veel andere dijkbewoners klaagt Ente van Gils over rommelig georganiseerde nulmetingen, onvolledige monitoring en vage verwijzingen naar procedures die de werkzaamheden zouden moeten stoppen zodra er meer trillingen optreden dan volgens normen verantwoord is. „Ik heb geen vertrouwen in die normen”, zegt ze. En als de normen echt worden overschreden, is er dan iemand die dat opmerkt en de aannemer maant te stoppen? „Dat is niet te verifiëren.” Nog verkieslijker is dat er géén schade ontstaat, zegt ze, door de damwand niet in de grond te trillen maar te duwen of, nog beter, in bevroren grond aan te brengen. „Dit schijnt het allerbeste te zijn.”

Projectmanager Peter Lobbezoo antwoordt dat bij woningen die dichtbij de dijk liggen, damwanden niet de grond in worden getrild, maar geduwd. „Dat is een trillingsloze methode.” Als daarbij normen worden overschreden, stelt hij, gaat er wél een melding uit naar een uitvoerder die het werk desnoods stopzet. „Dan gaan we met een andere methode verder.”

Werkzaamheden aan de Waaldijk.

Voor-boren bijvoorbeeld, of fluïderen: het aanbrengen van water onder hoge druk. En als er dan toch nog schade optreedt, zegt hij, wordt een onafhankelijk, door waterschap én bewoners aangewezen gecertificeerd schadebureau ingeschakeld, dat een schadebedrag vaststelt. Bewoners hebben ook recht op een contra-expertise, en als daaruit een hoger bedrag komt, betaalt het waterschap dat hogere bedrag. „Meer kunnen we niet doen.”

Meedenken

De omgeving is de voorbije twee jaar al overhoop gehaald. Wat sommige bewoners ook erg stoort, is dat de plannenmakers jaren geleden al hebben aangekondigd dat de bewoners over alles konden meedenken, maar dat die inspraak tot niets heeft geleid. Stefan Vreeburg uit Hellouw zegt „minimaal duizend uur werk” te hebben gestoken, vooral ’s avonds en in het weekend, in overleg en studie naar de dijkversterking. Hij heeft in klankbordgroepen gezeten en buurtoverleggen geleid en alternatieve plannen ingediend. „We worden steeds met een kluitje in het riet gestuurd.” Hij heeft suggesties gedaan, onder meer voor de aanleg van een voedselbos en voor veiliger dijkverkeer. „Allemaal in de prullenbak verdwenen, de plannen liggen plat.” Zeven omgevingsmanagers van het waterschap heeft het stel versleten. „Ik ben er ziek van geweest. Het vreet energie.”

Ook Louis de Jel uit Varik is gefrustreerd over gebrek aan resultaat van de inspraak. De psycholoog heeft zich vastgebeten in het dossier en zelfs de vakliteratuur gehaald met een alternatief plan voor de dijkversterking, De Ideale Rivierdijk. Zijn plan, uitgewerkt met experts, beoogt in het complete rivierengebied zo veel mogelijk ruimte en natuur te sparen door dijken niet met grond te verzwaren, maar overal damwanden van staal of beton te plaatsen aan de rivierzijde van de dijk. De Jel: „Wij strijden niet tegen de dijkversterking, maar de gekozen methode gaat ten koste van heel veel huizen, tuinen, schuren en bomen. Alleen al tussen Tiel en Waardenbrug verdwijnt zestig hectare natuur. Dat is doodzonde.”

De Jel kreeg aan de TU Delft een welwillend oor van onder anderen Matthijs Kok, hoogleraar overstromingsrisico’s. Kok spreekt over „een zinnig alternatief”, schrijft hij aan NRC, dat een grondige studie door het waterschap had verdiend, hoewel er ook nadelen aan damwanden zitten. „Ze zijn duur, en de laatste tijd veel duurder geworden, en het is ook voor waterveiligheid lang niet altijd nodig.”

De Jel beschouwt het afwijzen van zijn alternatieve plan als het zoveelste bewijs dat burgers bijna niets in te brengen hebben tegen de plannen van grote organisaties. „Ze hebben mijn plan niet serieus genomen”, zegt hij. „Ze vinden mensen als mij lastig. Inspraak is voor de bühne.”

Dit vindt ook Hennie Damkot. Hij woont op een prachtig stuk land langs de Waal, met vrij uitzicht op de dijk enkele tientallen meters verderop. Binnenkort wordt een groot deel van zijn voortuin, circa vierhonderd vierkante meter, onteigend als Damkot niet akkoord gaat met een voorstel tot verkoop. „Mijn vrije uitzicht en een aantal prachtige bomen worden opgeofferd. Ik begrijp niet waarom er bij mij geen damwanden worden geslagen.” Die sparen tuinen van hem en drie buren, stelt Damkot, en bestrijden ook een ander probleem, het doorsijpelen van water onder de dijk door: piping. „Vanaf de eerste inspraakavonden en tijdens keukentafelgesprekken hebben we alternatieven aangedragen, maar er wordt niet geluisterd. Er is geen enkele bereidheid bij het waterschap om alternatieven uit te werken.”

Verwachtingen niet waargemaakt

Heemraad Van ’t Pad van Rivierenland erkent dat in de communicatie fouten zijn gemaakt. „Wat wij beter moeten doen, is aangeven wat er wel en niet kan. We hebben verwachtingen gewekt die we niet kunnen waarmaken. Dat moet anders.”

Het waterschap heeft volgens Van ’t Pad „wel degelijk” het alternatieve plan voor het slaan van damwanden langs de gehele route onderzocht. Ook is het alternatief voorgelegd aan het landelijk bureau van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), een alliantie van waterschappen en Rijkswaterstaat die de werkzaamheden in Nederland betaalt.

„Damwanden zijn te duur”, zegt hij. Er is jaarlijks ongeveer 250 miljoen euro beschikbaar voor de dijkversterkingen langs de Waal. „We hebben de opdracht de dijkversterking sober en doelmatig uit te voeren. Het slaan van damwanden is minimaal 50 procent duurder dan het werken met grond.”

Damwanden zijn bovendien „niet duurzaam”. Van ’t Pad: „Om ruimte voor de rivier te behouden, zouden we het liefst de dijk aan de binnenkant met grond versterken. Dat kan niet overal. Omdat daar huizen staan. Daar slaan we damwanden. Maar grond is het uitgangspunt, daar is iedereen het over eens.”

Behalve bedenker De Jel van het alternatieve plan. „Wij beweren dat De Ideale Rivierdijk duurzamer en waarschijnlijk goedkoper is, maar dat moet onafhankelijk worden onderzocht. Het waterschap gaat zo’n onderzoek uit de weg.”

Lees ookDijk verhogen is niet genoeg. Het is om groots te denken

Wie er in deze discussie gelijk heeft, is voor de bewoners van het monumentale dijkhuis in Hellouw niet meer van belang. Er zijn scheuren ontstaan, vermoedelijk door het af en aan rijden van zwaar materieel vlak langs hun woning. „Terwijl ons nadrukkelijk was beloofd dat er met licht materieel zou worden gewerkt”, zegt Leonie van der Voort. Ze filmt zo veel mogelijk de werkzaamheden en publiceert die op Twitter. Haar man Stefan Vreeburg: „Twee jaar geleden ontstond de eerste grote scheur door het langsrijden van een rupskraan. Ik zat aan tafel de krant te lezen en ons huis ging op en neer, het was een soort aardbeving. Bij het waterschap ontmoet je dan ongeloof. Ze zeggen dat de werkzaamheden binnen de normen vallen. Is de norm dan goed? Of ben ik een aansteller?”