Betrokken Rotterdammers vragen aan de nieuwe burgemeester: heb oog voor mensen, minder voor instanties

Een wereldstad aan de Nieuwe Maas met 670.000 inwoners en meer dan 170 nationaliteiten. Stad met Markthal en Erasmusbrug, hoog op de ‘must visit’-lijstjes van toeristen, met een skyline vol wolkenkrabbers en de grootste haven van Europa. Zo ziet Rotterdam zichzelf graag. En zo bezien is de nieuwe burgemeester een soort koning van een rijk dat zichzelf steeds beter verkoopt.

Niets is minder waar. Rotterdam kampt met tal van opgaven, zoals de stad zelf zegt. Je zou het ook problemen kunnen noemen. De burgemeester heeft als voorzitter van het college én van de gemeenteraad een sleutelpositie in het bestuur. Van hem of haar wordt veel meer verwacht dat alleen zorg voor de openbare orde en veiligheid.

Scheidend burgemeester Ahmed Aboutaleb had zich de laatste jaren ontwikkeld als een man van law- and order. Met veel aandacht voor de ontwrichtende internationale drugshandel dat een groot negatief effect heeft op een stad als Rotterdam. Denk alleen maar aan de niet aflatende stroom explosies en andere drugsgerelateerde criminaliteit.

De burgemeester duwt, trekt, stuurt, bestuurt en legt zo eigen accenten. De stad verwacht een goed bestuurder die belangrijke kwesties daadkrachtig aanpakt. Welke kwesties? Rotterdammers die zich inzetten voor de stad geven antwoord op die vraag. De opgaven voor de nieuwe burgemeester, die dezer dagen bekend wordt gemaakt, in drie bedrijven:

De fysieke stad – ook in de nacht

Rotterdam is allang niet meer de wat smoezelige stad van pakweg vijfentwintig jaar geleden; zonder centrum mét Koopgoot, de stad waar de drugsverslaafden voor het (oude) NS-station tippelden. Het is een hoogbouwstad met een imposante skyline, met een grote haven die moet transformeren naar hypermodern en milieuvriendelijk. Er zullen wegen worden aangelegd en bruggen worden gebouwd. Er zullen veel woningen bijkomen.

Groot project is de ontwikkeling van Oost-Rotterdam, met aan de zuidkant van de Nieuwe Maas: Feyenoordcity 2.0. Het plan voor een nieuw stadion is uiteindelijk van de baan, wel komen er tot 9.500 nieuwe woningen en allerlei voorzieningen. Én een nieuwe stadsbrug waardoor de oostflank van Rotterdam een soort eenheid moet worden. Het plan is recent goedgekeurd, de uitvoering is een jarenplan.

De burgemeester zal er niet over hoeven beslissen maar het wel moeten begeleiden omdat het een groot deel van de stad opschudt. Het moet de woningnood in Rotterdam aanpakken. Een hardnekkig probleem, noemt VVD-raadslid Erik Verweij dat.

De polarisatie aanpakken door veel in de wijken te zijn en met Rotterdammers te praten

Wat het VVD-raadslid ook signaleert: studenten die na hun studie naar andere steden verhuizen. Verweij hoopt dat de nieuwe burgemeester in de ambassadeursrol bedrijven zal proberen te overtuigen om zich in de stad te vestigen, voor een sterke Rotterdamse economie. „We moeten een plek worden waar studenten kunnen blijven wonen en werken na hun studie. Daar zijn goede werkgevers voor nodig.” En ook een goed aanbod van onderwijsinstellingen. De TU Delft heeft bijvoorbeeld plannen om een dependance op Zuid te bouwen. „De burgemeester moet zich daar vol voor inzetten.”

Om mensen in de stad te houden, is cultuur en het nachtleven belangrijk. Waardering van de zaken die niet alleen economisch iets opleveren, maar die ook zorgen voor ontmoeting. Dat zegt Thys Boer van de N8W8, een adviesorgaan over het nachtleven in Rotterdam. Het moet ook een fijne stad zijn om in te leven, om concerten in bij te wonen en om nachten door te halen, vindt hij. Nu is het een ‘clusterfuck’, zegt hij. „De stad heeft momenteel zelfs geen nachtbus of nachtmetro. Netjes gezegd: onze potentie wordt niet volledig benut.” Hij neemt de nieuwe burgemeester graag mee op een wandeling door de nacht.

De haven helpen

Naast de werkgevers waarvan Verweij hoopt dat de burgemeester nieuwe zal aantrekken, ként Rotterdam al een grote werkgever: de haven. Daar gaat veel veranderen in de ambtsperiode van de nieuwe burgemeester. De energie- en grondstoffentransitie zet de haven op z’n kop, zegt de Deltalinqs-voorzitter, Victor van der Chijs. Deltalinqs is de ondernemersvereniging voor bedrijven in het havengebied. Een goede burgemeester kan, zegt hij, de juiste partijen bij elkaar aan tafel zetten om verder te komen in die transitie. Een goede burgemeester kan de haven óók helpen in Den Haag, vindt hij. „Als bedrijven iets bedenken voor de transitie waar nieuwe regelgeving voor nodig is.”

Die haven brengt niet alleen economische groei, schrijft de gemeenteraad in de profielschets voor de nieuwe burgemeester. Het importeert ook internationale criminaliteit. Jongeren halen ’s nachts geïmporteerde drugs uit containers in de haven, anderen plaatsen explosieven in woonwijken om concurrenten te intimideren. De gemeenteraad vroeg mede daarom om een burgemeester met een langetermijnvisie op veiligheid.

„Wat minder law-and-order en meer tea and biscuits”, zegt Halil Karaaslaan, docent aan de hogeschool in Rotterdam, over wat hij verwacht van de nieuwe burgemeester.
Foto Hedayatullah Amid

In die langetermijnvisie is het belangrijk, zegt de directeur van de Rekenkamer Rotterdam, Marjolein van Asselt, dat het stadsbestuur aandacht blijft hebben voor preventie. Denk aan jongerenwerk. Van Asselt deed vanuit haar functie onderzoek naar de Rotterdamse aanpak van ondermijning en naar jongerenwerk. „In tijden van bezuinigingen zien we vaak dat die zachte kanten het eerste sneuvelen. Uit ons onderzoek zou het advies zijn: waak daarvoor.”

De arme stad – een op de zes mensen

Een op de zes Rotterdammers leeft in armoede, een op de twintig Rotterdammers werd slachtoffer van het Toeslagenschandaal. Relatief zijn de bewoners van Rotterdam laag opgeleid, een op de zes inwoners heeft moeite met lezen en schrijven. Er zijn steeds meer daklozen en er is eenzaamheid. Er zijn veel jongeren die een huurhuis zoeken en ouderen die zorg nodig hebben.


Lees ook

Arts Michelle van Tongerloo en Leefbaar-wethouder Ronald Buijt over armoede, woningen en verdeling van publiek geld in Rotterdam

Michelle van Tongerloo en Ronald Buijts

Een burgemeester kan dat niet oplossen. Een burgemeester kan wel ruimte bieden voor burgerinitiatieven en oplossingen in de wijk omarmen en stimuleren. Momenteel, vinden betrokken Rotterdammers, gaat de aandacht te veel uit naar officiële instanties die te traag en afstandelijk zijn en te weinig precieze hulp kunnen bieden.

Stad moet plek zijn waar student na de studie kan werken. Daar zijn goede werkgevers voor nodig

Natuurlijk kan een burgemeester armoede en eenzaamheid niet even oplossen, zegt Rinie Vermeulen, wijkraadslid Bospolder Tussendijken. „Maar hij of zij kan wel verbinden.” Ruim de helft van de Rotterdammers heeft een migratieachtergrond. „Dat heeft voor- en nadelen”, zegt ze. De burgemeester moet respect hebben voor iedereen en niet de „ene of andere cultuur voortrekken.” Praten over ‘Marokkaanse jeugd’, bijvoorbeeld, vindt ze niet van deze tijd. „Het gaat om Rotterdamse jongeren.”

Een diverse stad bestuur je met beleid, denkt Vermeulen. Als mensen elkaar kennen, is er ruimte voor begrip en een gevoel van veiligheid. Tegelijkertijd moet je ouderen gunnen om met de eigen groep bij elkaar te zitten. Oudere Surinaamse Rotterdammers koken anders dan de Hollandse pot die oude witte Rotterdammers lekker vinden. Marokkaanse ouderen willen misschien samen lekker kletsen en witte ouderen samen ‘Daar bij de waterkant’ zingen. Geef dat ook ruimte, zegt Vermeulen.

Docent aan de hogeschool in Rotterdam, Halil Karaaslaan, ziet polarisatie als een van de grootste problemen. Juist een burgemeester kan die aanpakken door veel in de wijken te zijn en met Rotterdammers te praten. „Wat minder law-and-order en meer tea and biscuits”, wat hem betreft. Een burgemeester moet niet alleen thee drinken als er wat is gebeurd, maar áltijd veel in de wijken zijn. Zo is hij of zij bekend met wat er bijvoorbeeld speelt in de Turkse gemeenschap of onder lhbtqi+’ers. Dat vergroot het vertrouwen. Bovendien is de burgemeester de ideale figuur om aan ánderen uit te leggen wat er speelt binnen bepaalde groepen, wat weer leidt tot onderling begrip.

„Praten over ‘Marokkaanse jeugd’ is niet van deze tijd. Het gaat om Rotterdamse jongeren”, zegt Rinie Vermeulen, wijkraadslid Bospolder Tussendijken.
Foto Hedayatullah Amid

Oog hebben voor mensen en minder voor instanties. Dát is besturen, vindt straatarts, huisarts en publicist Michelle van Tongerloo die regelmatig vastloopt in richtlijnen en protocollen. Geld gaat via aanbestedingen naar maatschappelijke spelers, burgerinitiatieven kunnen niet meedoen. Eeuwig zonde, vindt zij, want die zien mensen veel preciezer wat nodig is en zijn ook vaak sneller. De ellende ontstaat juist als het te lang duurt voordat er hulp is.

Mensen worden geregeld dakloos na een scheiding of verlies van een baan. Of iemand kan psychisch totaal de weg kwijt zijn en verslaafd. Die twee soorten daklozen moet je niet bij elkaar zetten, vindt Van Tongerloo. „Voor je het weet raakt de economisch dakloze ook verslaafd en van het padje.” Zij wil een hotel opzetten voor en dóór daklozen. „Het is goedkoper en minder stigmatiserend. De nieuwe burgemeester mag komen kijken.”

De wantrouwende stad

Burgemeester Aboutaleb noemde het een historisch dieptepunt, de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. Slechts 38,9 procent van de mensen die mochten stemmen, deed dat ook. Met name aan de zuidkant van de Nieuwe Maas, waar ook veel minder kinderen worden gevaccineerd dan gemiddeld in het land én de meeste arme mensen wonen, bleven Rotterdammers thuis. In sommige wijken stemde minder dan 20 procent van de mensen. Gebrek aan vertrouwen dat je stem ertoe doet en gebrek aan belangstelling in de politiek speelden een grote rol bij het thuisblijven van kiezers, bleek uit evaluaties.

In de profielschets voor de nieuwe burgemeester die is opgesteld door de gemeenteraad met hulp van Rotterdammers, wordt dat wantrouwen genoemd als een punt van aandacht. De verbinding tussen politiek en bewoners moet sterker, staat in de schets, die als leidraad werd gebruikt bij de zoektocht naar de opvolger van Aboutaleb.

Het stadsbestuur moet daarom integer zijn, betrouwbaar, en de menselijke maat toepassen, schrijven de raadsleden.

Uit onderzoek van de Rotterdamse Rekenkamer bleek juist dat mogelijke ambtelijke integriteitsschendingen vaak níét gemeld werden. En dat de processen die wel volgden uit meldingen, lang niet altijd op de juiste manier verliepen, zegt directeur van de Rekenkamer Rotterdam, Van Asselt. Terwijl het belangrijk is voor een betrouwbare overheid om integriteitsschendingen goed en voortvarend op te lossen, zegt ze ook.

Inmiddels werkt het stadsbestuur daaraan, maar de nieuwe burgemeester zal daar verder mee moeten, om vertrouwen te doen groeien bij Rotterdammers, vindt de rekenmeester. En dat vertrouwen groeit volgens Van Asselt trouwens niet enkel met het verbeteren van integriteitsprocedures.

De burgemeester moet als gezicht van de lokale democratie élke kans grijpen om uit te leggen wat de gemeenteraad doet, zegt ze. Om Rotterdammers mee te nemen in wat het stadsbestuur aan de Coolsingel doet. „Dat is héél belangrijk.”