Berlijn wil af van het vervallen voormalige buitenhuis van Joseph Goebbels. De deelstaat biedt de villa aan de Bodensee gratis aan voor wie de torenhoge onderhouds- en beveiligingskosten voor zijn rekening wil nemen. Anders zal het gebouw worden gesloopt, zei de Berlijnse minister van Financiën Stefan Evers deze week in het deelstaatparlement.
Goebbels, Hitlers minister van Propaganda, liet de villa in 1939 bouwen op een stuk grond van 17 hectare, zo’n veertig kilometer ten noorden van Berlijn. De grond had hij in 1936 van de stad cadeau gekregen. Hij gebruikte de villa voor buitenechtelijke affaires en entertainde er nazi-leiders.
De villa staat leeg sinds begin deze eeuw. Berlijn probeerde het gebouw herhaaldelijk over te doen aan de bondsregering of de deelstaat Brandenburg, waar het staat, maar die zaten daar ook niet op te wachten. In 2016 werd afgezien van commerciële verkoop uit vrees dat de plek in verkeerde handen terecht zou komen en zou uitgroeien tot een pelgrimsoord voor extreemrechts.
Deze week deed minister Evers een oproep voor nieuwe voorstellen voor het pand, die recht doen aan de veelzijdige geschiedenis ervan. Die geschiedenis beperkt zich niet tot het nazisme. Nadat Goebbels en zijn vrouw in 1945 in Berlijn zelfmoord hadden gepleegd, kwam de villa in handen van het Rode Leger, die het overdroeg aan de Oost-Duitse communistische jeugdbeweging. Na uitbreiding met diverse gebouwen in Stalinistische stijl was het complex jarenlang in gebruik als vormingscentrum. De voormalige villa diende als supermarkt voor de studenten en als crèche.
Na de val van de muur in 1989 waren in het gebouw nog een opleidingscentrum voor maatschappelijk werkers, een conferentiecentrum voor de Berlijnse politie en horecagelegenheden gevestigd, tot het ten slotte leeg kwam te staan.
